De scheepvaart op het Suez-kanaal is heropend. Aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam heeft zich vrijwillig aangemeld de matroos 3de kl. J. P. H. G., die 26 jaren geleden van Zr. Ms. fregat Zeeland te Cura5ao is gedeserteerd. Blijkens het verslag van den Inspecteur van den militairen geneeskundigen dienst, bedroeg het aantal man schappen van het Nederlandsche leger, dat in 1884 door gewelddadigen dood om het leven kwam, 21. De dood werd 12 maal veroorzaakt door verdrinken, 3 maal door verwonding met vuurwapenen en 2 maal met het zijdgeweer door overrijden overleden 3 en door ophangen 1 soldaat. Bij de firma Van Kempen, te 's Hage, is thans tentoongesteld een gouden theeservies, kostende f 12,500, en bestemd voor den kapitein-Chinees te Batavia. De feesten zijn gisteren te Leiden begonnen. Ruim 600 reünisten waren opgekomen. Bij bevelschrift der Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam, in Raadkamer vergaderd, van den 18 Juni jl., is de zaak tegen Jeanne Marie Lorette, oud 21 jaren, zonder beroep, geboren te Molenbeek St. Jean, laatst wonende te Scheveningen, thans gedetineerd, verwezen naar den heer procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's Gravenhage. Het O. M. zal in deze zaak worden waargenomen door den heer procureur-generaal jhr. mr. A. J. Th. Van den Bergh. De beklaagde werd gisteren gevankelijk van Rotterdam naar het huis van arrest te 's Hage overgebracht. Men herinnert zich wellicht, op hoe krachtige wijze de heer J. Van 't Lindenhout, directeur der Weesinrich ting te Neerbosch, zijne teleurstelling uitsprak over de ontvangst-, die aan eenige naar de Trafisvaal getrokken weesjongens daar te beurt is gevallen, niettegenstaande de mooie beloften van generaal N. J. Smit. Deze heeft, via den zaakgelastigde van Transvaal, den heer Beelaerts van Blokland, daarop geantwoord. Hij zegt, dat het weder en de hooge rivier eigenlijk de schuld van alles zijn. De jongens waren aan den eenen kant der Vaal, hijzelf aan den anderen. Hij moest op reis en had het zóó druk, dat hij de jongens niet dadelijk helpen kon. Toen hebben de knapen geluisterd naar „kwade stemmen waar ons jonge land (Transvaal) vol van is.7' En toen is een hunner brutaal tegen den vechtgeneraal geweest, en toen hebben ze zich bij anderen verhuurd. „Nu kan ik het toch niet helpen/ zoo schrijft de heer Smit, „dat ik het zoo druk had, dat het weer zoo ongunstig was, altoos regen en nogmaals regen, en de rivier vol. Hoe het mij spijt, dat dit alles zoo geloopen is, kan ik u niet zeggen, want ik had zeer gaarne een paar nette Hol- landsche jongelui gehad op mijn plaats, één om te metselen, één om te timmeren, en verder lief en leed met ons te deelen." De heer Beelaerts voegt aan dit schrijven 't volgende toe„De onberaden wijze, waarop openbaarheid is gegeven aan de eerste indrukken bij hun aankomst in een hun vreemd land een handeling, die alleen hen zeiven kon benadeelen maakte dit antwoord noodzakelijk. Het zij een prikkel om over Zuid-Afrikaansche toestanden niet te oordeelen zonder kennis van zaken." Dat men zijn concurrent een vlieg tracht af te vangen dat men schreeuwt, adverteert, uitverkoopt, schade lijdt door het te goedkoop verkoopen, dat „alles ist schon da gewesen." Dat men echter een mededinger 's morgens te half vijf flink afrost, is iets nieuws. Dezer dagen deed dit een persoon op den weg naar West-Kapelle zijn con current aldaar, zekeren W. De zaak is in handen der politie, en de afgunstige koopman zal den aanval op zijn confrater duur moeten betalen. Zedelijk peil. Opmerkelijk is wat Godin de Beaufort onlangs opmerkte over de aangifte voor de successie. bladen terug sloeg om een onduidelijk gedeelte nog eens na te kijken, zal de lezer dat waarschijnlijk liever niet doen. Een uittreksel uit het dagboek, met hier en daar, waar 't noodig is, een aanhaling van de woorden van den schrijver, zal voor hét verhaal volstaan. Op de eerste bladzijden beschreef de heer Taggett zijn nieuwe omgeving, met een nauwkeurigheid, die zonderling afstak by de beknopte, afgebroken aanteekeningen verder op. Hij bevond zich, zooals hij verwacht had, in een maatschappij, saamgesteld uit de meest ongelijksoortige elementen. In zeker opzicht was Still- water een wereld in het klein, een kleine internationale vodden markt, waartoe bijna alle landen der aarde een bijdrage hadden geleverd. „Ik beweeg mij," schreef de heer Taggett, „in een atmosfeer, waarin iedere misdaad mogelijk is. Ik geef mij uiterlijk zeven dagen, om Shackford's moordenaar op 't spoor te komen. Ik voel hem in de lucht. De schryver veronderstelde, dat die man zich op een van die twee wijzen zou verraden, óf door zich te verpraten, óf door meer uit te geven dan men van iemand van zijn middelen en stand verwachten kon. Als meer personen bij de misdaad betrokken waren, was niets waarschijnlijker, dan dat ze twist kregen over den buit, en daardoor de een den ander verklapte, 't Was ook mogelyk, dat eenigen der schuldigen bang werden, en zichzelven zouden trachtten te redden door hun kameraden aan te brengen. De heer Taggett echter helde over tot het geloof, dat de moordenaar geen medeplichtigen gehad had. De uit Shackford's brandkast ontvreemde som was betrekkelijk aanzienlijk: vijfhonderd dollars in goud, en bijna het dubbele in bankpapier. Noch het goud, noch het bankpapier, droeg eenig kenmerk, waaraan 't herkenbaar was; de dief had zich waar schijnlijk daarvan verzekerd, en zou niet aarzelen het geld uit te geven. Dit was zelfs een veiliger weg dan het te verbergen. De vraag was, zou hij genoeg zelfbeheersching hebben, om er zich langzamerhand van te ontdoen? Tien tegen één, zoo rede neerde de heer Taggett, moest die vraag ontkennend beantwoord worden. Een paar bladzijden verder, bewonderde de heer Taggett in dien onbekende, de verstandige manier, waarop hij zich gedroeg. Hy had zich noch een verdacht woord laten ontglippen, noch onvoorzichtig zijn buit tentoongespreid. Bij Snelling gingen de zaken bijzonder slap. Verscheidene arbeiders hadden zich tijdens de werkstaking diep in schuld gestoken, en waren nu matig in 't drinken. In de paragraaf, die 't verslag van die week besloot, begon de heer Taggett blijkbaar minder opgewekt te worden. Hij erkende, dat hij niet opschoot. Mijn onzichbare vriend komt niet zoo snel te voorschyn als ik verwachtte," schreef de heer Taggett. Zijn vertrouwen in de juistheid van zijn veronderstelling was niet geschokt, maar hij zette zijn opmerkingen in minder hoopvolle stemming voort. Die opmerkingen bepaalden zich niet tot de gelagkamer of de werkplaats; hij bracht zich op de hoogte van de huiselijke omstandigheden van zijn kameraden. Waar hij zelf niet kon doordringen, bediende hy zich van anderen. Hij wist welke werkman geld in de spaarbank had, en hoeveel ieders inleg bedroeg. In den loop van zijn nasporingen in de schuil hoeken van 't leven te Stillwater, groef de heer Taggett menige Hij toonde uit de statistiek aan, dat in het laatste jaar bij versterf was overgegaan in de rechte lijn: 54 millroen aan los goed en 68 millioen aan vast goed. Dit is vreemd. Ieder weet toch, dat ons volk meer los goed dan vast goed bezit. Hoe kwam dit dan? Dit kan natuurlijk geen andere oorzaak hebben dan dat veel los goed, ter wetsontduiking, reeds bij het leven uitge deeld is, iets wat bij het vaste goed niet kan. En zoo ontstaat dan het sterke vermoeden, dat in dit ééne jaar minstens 20 millioen te laag aan los goed is opgegeven. Dit vermoeden nu wordt zekerheid, als men er op let, dat de verhouding bij vererving in de zijlinie juist omge keerd was. Daar toch bedroeg het 33 millioen los en slechts 23 millioen vast goed. Natuurlijk, want bij de zijlinie verviel het belang om weg te schenken bij het leven. Heel wat bedrog dus! Of liever een vrij sterk argument tegen de wet zelve. Successie in de rechte lijn is en blijft afkeurings- waard. (Stand.) De Spectator bevatte dezer dagen een plaat, die ten titel voerde: Keus van de aanlegplaats voor Duitschlands koloniale vaart." Prins Bismarck, met een model stoom schip in de hand, ontvangt een drietal bezoekersErasmus (Rotterdam). Rubens (Antwerpen) en de Ruijter (Vlissingen). Erasmus en Rubens roepen den Rijksksnselier toe: „Kies ons Hollands grootste admiraal zegt„Neen, kies mijn Vlissingen, ik heb ervaring van zeezaken." Waarop Prins Bismarck laat volgen: „Dat zou je wel kunnen gebeuren, bestevaer Het verlies van menschenlevens bij de laatste aard beving in Chasmire is thans officieel op 3081 vastgesteld. Het aantal omgekomen schapen en geiten wordt op 25,000, dat der runderen op 8000 geschat; 70,000 huizen werden vernield. Het Parijsche Gerechtshof heeft Lhérie veroordeeld, aan madame Lhérie (No. 2) 250 francs per maand voor haar en hare beide kinderen uit te keeren. Benoemingen, enz,. Benoemd tot dijkgraaf van den Anna Paulowna-Polder de heer C. E. Perk. De kapt. ter zee titulair P. J. Buyskes wordt, op zijn verzoek, met den 30 dezer, eervol ontslagen uit de betrekking van chef der hydrographie bij het Departement van Marino, onder dank betuiging voor de goede dienstsn in die betrekking bewezen, en ter zake van langdurigen dienst, met ingang van 1 Juli a. s., op pensioen gesteld, ad f 2700 's jaars. De luit. ter zee 2de kl. P. Van den Broeke, dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Atjeh, wordt met den 31 dezer op non-activiteit gesteld. De luit. ter zee 2de kl. L. J. Van der Mandele, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip alhier, wordt met den 26 dezer overgeplaatst aan boord van Zr. Ms. ramschip Stier. VlsotLtoerlorLTen 50 korders kwamen jl. Vrijdag met 2 tot 8 mandjes kleine schol, eenige manden scharren, 30 tot 130 groote-, 30 tot 225 kleine tongen en 8 tarbotten ter afslag, terwijl door 1 beuger 50 roggen werden aangevoerd; kleine schol gold f 1.50 per mandje, scharren f 6.50 per mand, groote tong 20 h 30 c., kleine idem 6 A 15 c., tarbot f7 tot f 8 en rog 26 c. per stuk. 7 tal geep, van Wieringen aangevoerd, werd tegen f 9 per tal afgeleverd. Door 7 Scheveninger- en Egmonder bommen werden jl. Zaterdag 36 tot 90 groote tongen, 90 tot 220 kleine en middelbare idem, 3 tarbotten, 4 tot 5 mandjes kleine schol en 2 tot 3 manden scharren aangevoerdgroote tong werd afgeslagen tegen 25 a 30 c., kleine en middelbare idem tegen 7 a 15 c., tarbot tegen f 7 per stuk, kleine schol tegen f 2.35 per mandje en scharren tegen f 4.50 per mand. 6 beugers brachten 20 tot 40 roggen aan, die ter afslag 37 a 44 c., per stuk opbrachten. grappige en menige droevige geschiedenis op; maar niets dat zijn doel bevorderde. Eindelijk begon hij den moed te verliezen. Toen hy op zekeren avond mistroostig van de herberg thuis kwam, vond hij Wollaston bezig in bed een pijpje te rooken. Wollaston was gewoonlyk niet zeer spraakzaam, maar ditmaal scheen hij lust in een praatje te hebben, en de heer Taggett begon hem allerlei vragen te doen. Kende hij dien ouden heer Shackford? Jawel, hij had hem heel goed gekend, dat wil zeggen, hij had hem nooit gesproken, maar zooals iedereen in Stillwater hem kende, 't Was een soort van vrek; hij haatteen plaagde iedereen, 't Was wonder dat de een of ander den ouden geldwolf al niet lang geleden van kant had gemaakt. Zoo sprak Wollaston, die er zoo grimmig uitzag, alsof hijzelf, voor een klein verschil van meening, iemand al heel gauw van kant zou maken. Hij amuseerde den heer Taggett in zijn.tegen woordige stemming. Neen, voor zoover hij wist, had Shackford met niemand bepaald ruzie gehad. Hij geloofde, dat hij eens een standje met Slocum uit de steenhouwerij gehad had; maar hij had aldoor processen met de stad, en stuurde de ijzergieterijen altijd advocaten op het dak. 't Was heelemaal een ongemakkelijk sinjeur. Hij had indertijd zijn neef bij zich aan huis genomen, maar hem 't leven zoo zuur gemaakt, dat de jongen was weggeloopen, en sedert nooit meer iets met den ouden izegrim uitstaande had gehad. Zoo waarlijk! Wat was die jonge Shackford voor een man? Wollaston kende hem niet persoonlijk; hij geloofde dat het een flinke vent was; hij had eens een pootigen Italiaan, een zekeren Torrini, van de werf gegooid, omdat hij tegensprak. Wie was die Torrini? De man met men verleden week, in de gieterij van Dana, dat ongeluk gebeurd was. Wie waren mynheer Shackford's beste vrienden? Dat kon hij niet zeggen; hij had hem met mijnheer Pinkham, den schoolmeester, en mijnheer Craggie gezien; hij ging met de groote lui om. Hij zou com pagnon worden in de steenhouwerij, en dan met Margaret Slocum trouwen. Will Durgin kende hemze hadden een poosje samen gewoond. Verscheidene van die feiten waren den heer Taggett niet nieuwmaar de wijze, waarop Wollaston ze voorstelde, gaf hem stof tot nadenken. Den volgenden avond wist hij Durgin alleen in een hoekje van de gelagkamer te krijgen. Eenige borreltjes maakten zijn tong los. Kende hij mijnheer Shackford, behalve van de werf? Dat zou uitkomen! Dick Shackford! Zyn moeder had Diclt, toen hij klein was, den mond opengehouden, maar er nooit zooveel als dankje voor gehad. Hij had met hem schoolgegaan, en wist alles van zijn wegloopen naar zee. Hij was bijna mee gegaan. De oude Shackford had nooit met Dick opgehad, die een trotsch heertje was. Ze hadden nooit samen overweg gekend, tot het laatste toe. Even voordat de oude gemold werd, hadden ze nog een geweldig standje gehad. De heer Taggett spitste de ooren. Een standje? Hoe wist Durgin dat? Hij had het van een meisje gehoord. Welk meisje? O, daar maakt hij geen geheim van, 't was Molly Hennessey. Toen ze op een ochtend door Welch-court ging, misschien een dag of'drie vóór de werkstaking, zag ze Dick Shackford het hui» uitkomen, met zyn armen I Biirgermite Stand. Gemeente HELDER, van Zaterdag tot Dinsdag. Ondertrouwd en Getrouwd: Geene. Bevallen: C. Bouchier, gcb. Dijker, Z. A. Kress, geb. Van Tongerloo, Z. G. C. M. Philipse, geb. Maas, Z. J. M. Brizeo, geb. De Wyn, Z. A. E. Struijs, geb. Schietekatte, Z. W. .II. H. J. Hoffman, geb. Rappard, D. Overleden: J. Boots, geb. Rykers, 82 jaren. P. Stam, 1 maand. Levenloos aangegeven 1. Gemeente ZIJPE, van 13 tot 19 Juni. OndertrouwdGeene. Getrouwd: Arie Dral, jonkman, arbeider, 31 jaren, wonende te Ileiloo, en Marijtje De Vries, jongedochter, 32 jaren. Hendrik Klomp, jonkman, vlctschipper, 24 jaren, en Jantje Van Til, jongedochter, 21 jaren. Geboren: Dina Geertruida Catharina, dochter van Lourens Bestevaer en Neeltje Wit. Johannes Anthonius, zoon van Cornelis Van der Linden en Veronica Stroomer. Antje, dochter van Jan Zwart en Trijntje Swarthof. Simon, zoon van Jacob Van der Oord en Trijntje Brommer. Simon, zoon van Leendert De Beurs eu Trijntje Muntjcwerf. Overleden: Trijntje Roos, 70 jaren, weduwe van Jan Gouwen. Thijs Smit, 75 jaren, eerst weduwnaar van Trijntje Domper, later van Neeltje Breed. Aafje Kwak, 39 jaren, eerst weduwe van Jan Komen, thans echtgenoot van Gerrit Broens. Hillebrand, 6 maanden, zoon van Jan Kistemaker en Tryntje Delver. Gemeente SCHAGEN, van 16 tot 22 Juni. OndertrouwdGeene. Getrouwd: Charles Marie Martinet Toe Laer en Antonia Hermina Maria Dieperink. BevallenGeene. Overleden: Willem Claij, 78 jaren en 4 maanden. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN TË HELDER. LANDSKEET. '3 •-S Uren. Windrichting en kracht. Barometer mM. Thermometer C. t= 1 s - Toe stand van do zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 21 12 nw. 20 k. 756.58 -4.72 12.0 -5.0 0.74 22 12 wtz. 4.6 764.58 f 3.38 13.8 -3.3 0.75 Slechtw. 23 8 zw. 4 764.65 f3.45 14.0 - 1.4 0.86 23 12 zw. 1.8 765.061 f 3.86 15.4 -1.8 0.83 H Weersgesteldheid: 21 Juni 12 u. Helder, lichtbewolkt, onst.,koudw. 22 Juni 12 u. Helder, lichtbewolkt, mooiweer. 23 Juni 8 u. Bewolkt, betrokken, goedweer. 23 Juni 12 u.Idem. 318de Siaats-loterij. Vijfde klasse. Zeventiende lijst: No. 3973 premie van f 3000; No. 3809 f 200; Nos. 4691, 10706 en 19234 ieder f 100. PURMERENDER MARKT VAN HEDEN. PER TELEGRAAF. 511 stapels kleine Kaas af 27.50, 1 Middelb. a f 15 per 50kilogr. 2573 kilogr. lioter: laagste prijs f 0.90, hoogste f 1.por kil. 292 Runderen; stug, lager prijs. 45 Paarden. 348 vette Kalveren, f 0.50 a 0.70 per pond, stug. 78 nuchtere f 10 a 22 per stuk, vlug. 98 vette Varkens, f 0.42 a 0.50 per pond, vlug. 40 magere f 14 a 25 per stuk, stug. 221 Biggen, f 7.a 10.per stuk, stug. 1138 Schapen en Lammeren; Overhouders en Lammeren prijshoudend; magere hoog in prijs; handel vlug# Kip-Eieren f 3.50 a Eend-Eieren f 3.10 per 100. Marlittoerioliten. TEXEL, 21 Juni. Onderstaande artikelen golden in de afge- loopen week de volgende pryzenKoeboter 50 c., Schapenboter 45 c., Schapenkaas 16 c. per half kilogram; Kip-eieren f 2.5Ua f 2.80 en Eend-eieren f 3.25 per 100 stuks; Hooi f 10 a 12 per 500 kilogram; Koehuiden 41 c., Kalfshuiden 50 c. per kilogram, Paardenhuiden f 8 a 9 per stuk. SCHAGEN, 22 Juni. Aangevoerd 284 Paarden, f 40 a 450 per stuk. zwaaiend, en hardop pratend. Was Durgin er zeker van, dat Molly Hennessey hem dat verteld had? Ja, hij zou er een eed op kunnen doen. Hier was dan eindelijk iets als een schemering van licht. 't Was mogelijk, dat Durgin of het meisje gelogen hadden, maar 't verhaal had allen schyn van waarheid. Als 'teen feit was, dat er onlangs een twist had plaats gehad tusschen de neven, wier onvriendschappelijke verhouding den heer Taggett hoe langer hoe duidelyker werd, was dit een aannemelijke sleutel tot een raadsel, dat hij maar niet had kunnen oplossen. De gissing, dat Lemuel Shackford zelf het testament ver scheurd had, als hot een testament was geweest, wat nog altijd niet was uitgemaakt, had den heer Taggett nooit be vredigd. Hij had er zich bij neergelegd, omdat hij zich niet kon voorstellen, dat een gewone dief midden in zijn werk zou ophouden, om een papier te vernietigen, waar hij niet het minste belang bij had. Maar Ricbard Shackford zou 't grootst mogelijke belang gehad hebben bij 't vernietigen van een document, dat een aanzienlijk fortuin buiten zijn bereik bracht. Dat was een beweeggrond, die met de misdaad sloot. Dat hij geld had meegenomen, en de stukken van het testament in de prullen mand geworpen, juist alsof de oude man dat zelf had gedaan, was een kunstgreep, die de heer Taggett, toen hij er over nadacht, meer en meer bewonderde. Hij wachtte er zich echter voor, te veel gewicht aan dit punt te hechten, want het papier kon wel enkel een vervallen huur- cecl blijken, en het meisje Durgin voor den gek hebben gehouden. De heer Taggett zou een stukje van zijn pink hebben gegeven, om Mary Hennessey toen een tien minuten te spreken. Maar voor 't oogenblik was zulk een onderhoud niet voorzichtig, en ook niet gemakkelijk te verkrijgen. „Als ik niet een spoor heb ontdekt," schreef de heer Taggett, „heb ik toch iets gevonden, dat er veel van heeft, en waarop ik in elk geval moet doorgaan. Het eerste wat mij te doen staat, is die werkkamer in den uitbouw van't huis van mijnheer Slocum onderzoeken. Hoe zal ik dat ten uitvoer brengen? Ik kan hem geen vergunning verzoeken, want dat zou vragen uitlokken, die ik niet beantwoorden wil. Daarenboven moet ik me nog over tuigen, dat mijnheer Slocum niet medeplichtig is. Er schijnt tusschen hem en den overledene ook vijandschap te hebben bestaan. Waarom heeft niemand me dat alles dadelijk verteld? Als de jonge Shackford de persoon is, is er een ingewikkelde geschiedenis te ontwarren. NB. De jonge Shackford is de verloofde van juffrouw Slocum." De heer Slocum las dat gedeelte tweemaal, met ingehouden adem, over, en legde toen 't boek even neer om zich 't voorhoofd af te wisschen, daar hem plotseling het angstzweet uitbrak. Vervolgens beschreef de heer Taggett de moeite, die 't hem gekost had, zich een sleutel te verschaffen, die op de deur in den achtermuur van de werf paste, en zijn vergeefsche pogingen om in 't atelier te komen. Hy had gehoopt een venster onge sloten te vinden; maar zoowel het raam, als de deur die op de veranda uitkwam, was gegrendeld en midden in zijn onderneming, was hij door de komst van een dienstbode gestoord. {Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2