Uit 't verslag van den secretaris bleek, dat de toestand der Maatschappij, uitgedrukt in het aantal harer leden en donateurs, gunstig is. Het geheel bedraagt 2390, waarvan 2171 in de departementen, 43 bij den secretaris, 122 donateurs en 54 eereleden. In geen maatschappij stellen de dames .zooveel belang. Er zijn toch niet minder dan 14 donatrices. Naar men verneemt, zou door de Pruisische Regeering de vrije invoer van Nederlandsch fokvee uit Nederland, met ingang van 20 dezer, weder toegestaan worden. Men schrijft aan de N. Rott. Crt.: „Het is opmerkelijk, dat de natuurlijke gronden hunne waarde beter behouden dan de kunstgronden. Bijv. in de kleistreken van Noordholland, Friesland, enz. zijn de koop prijzen van land naar evenredigheid minder gedaald, dan in de Groninger Veenkoloniën, waar ze van f 2000 tot f 1500, en zells tot f 1000 per hectare gereduceerd zijn, terwijl in de nabijheid van Alkmaar en Hoorn het land van superieure kwaliteit nog steeds f 2000 a f 2500 per hectare kan opbrengen. Vermoedelijk is de oorzaak, dat bij kunstgronden de mest hoofdrol speelt, en deze is en blijft duur; terwijl die factor bij natuurlijke gronden grootendeels, zoo niet geheel, kan gemist worden. De gewone jaarlijksche steeds druk bezochte hard draverijen in de „Hengstman" te Heer-Hugowaard hebben Zondag 12 en Dinsdag 14 dezer plaats gehad. Aan de harddraverij van Zondag namen acht paarden, alle goede dravers, bereden onder man, deel. De prijs, f 80 werd behaald door „Kroonprins" eigenaar, de heer C. De Wit te Zijpe. De premie f 25, door „Helena," eigenaar de heer K. Dalenberg te Schoorl, berijder de eigenaar. Aan die van Dinsdag namen ook acht paarden, bespannen voor tweewielige rijtuigen deel. De prijs, een kaasstolp en twee boterstolpen met zilver gemonteerd, werd ook door „Kroonprins" van den heer C. De Wit te Zijpe behaald. De premie, een Berlijnsch zilveren theeservier, door het paard van den lieer J. Lief hebber te Oude Niedorp, berijder L. Leiding. Daar bijna ieder veehouder in Friesland tegenwoordig kalveren met zoete melk vetmest, overtreft de aanvoer den aftrek op de Leeuwarder weekmarkt, hetgeen eene daling der prijzen ten gevolge heeft. Enkele opkoopers, die den boer afreizen om kalveren op te koopen, kunnen op de weekmarkt de betaalde som bijna niet meer maken. Jl. Zondag werd de familie L., te Oude Niedorp, door eene noodlottige gebeurtenis, welke algemeene deel neming wekte, in diepen rouw gedompeld. Een harer zonen, een oppassend jongeling, was sedert enkele uren vermist; na eenigen tijd te hebben gezocht, vond men zijn lijk in eene sloot, midden in het land. Naar men verneemt, schrijft het Dagblad, heeft de politie te Rotterdam een der belhamels (steenenwerpers) van het opstootje aldaar gearresteerd. Tevens liggen op de politie-bureaux meer dan 500 hoeden en petten, die op straat gevonden zijn, voor de rechthebbenden gedepo neerd. Weinig animo schijnt er te bestaan om zi jn hoofd deksel aldaar terug te eischen, daar niemand komt op dagen. Het aantal nieuwsgierigen, welke door sabel houwen en steenen gekwetst is, moet groot zijn. Deze heeft een wond op zijn hoofd en gelaat, gene in den hals, anderen missen een stuk van neus of oor, en weer anderen loopen mank, enz. Bij velen vergaat daarom de lust naar het sarren en opruien der straatjongens een kijkje te nemen. Men heeft er meer dan genoeg van. Tevens verzekert men, dat de burgemeester Zaterdag avond tot de volksmenigte op de Hoogstraat het woord richtte en vroeg wat men eigenlijk wilde. Men zweeg, want niemand wist den burgervader te antwoorden. De heeren en dames konden toch moeielijk zeggen, dat zij ooggetuigen wilden zijn van het te verwachten standje! De toestand van mevrouw Kleine-Gartman is, naar De Amsterdammer verneemt, zeer zorgelijk. De zieke moet volkomen rust houdenvan de talrijke bezoekers, die belangstellend naar haar komen vragen, ontvangt zij bijna uitsluitend hare geliefde oud-leerlingen. Zij keerde het hoofd om en bezag de vensters met een vluchtigen blik. „Daarboven?" vraagde zij met een goedig lachje. „Gij droomt op klaarlichten dag, mijn kind!" „Neen, tante, het was werkelijk een menschJuist daar, waar het gordijn zoo rood is, daar ging het vaneen. Ik zag im mers de vingers, zeer blanke vingers, die het uiteenschoof, en gedurende een oogenblik zag ik ook een voorhoofd en blonde haren." „De zon, Margaretha, anders niet!" antwoordde tante Sophie onverschillig en sneed handig de koek. „Het zonlicht speelt en spiegelt in alle kleuren op de oude verweerde ruiten, en dat is zeer bedriegelijk. Als ik den sleutel had, dan moest gij dadelijk met mij naar boven, naar de kamer, om u te overtuigen, dat er geen mensch in is, en dan zouden wij eens zien, wie gelijk had, gansje! Maar papa heeft den sleutel, grootmama is juist bij hem, en nu wil ik hen niet storen." „Barbel zegt, de vrouw, die in den rooden salon hangt, heeft naar buiten gekeken die loopt in het huis rond, tante, en wil alle menschen verschrikken," zeide Reinhold op angstigen toon. „Zoo, zoo!" zeide tante Sophie. Zij legde het mes neer en keek van ter zijde de oude keukenmeid aan, die met alle aandacht de lijn op een groot kluwen wond. „'t Is in 't geheel niet aardig van u, BarbelWat heeft het arme vrouwtje in den rooden salon gedaan, dat gij haar tot een afschrik voor de achter kleinkinderen maakt?" „Ach, dat heeft nog geen gevaar, juffrouw Sophie!" ant woordde Barbel norsch en zonder van haar werk op te zien. „Margaretha gelooft er toch niets van... Dat is heden ten dage juist het ongeluk. De kinderen komen al zoo wijs ter wereld, dat zij volstrekt niets meer gelooven willen, dan wat zij met de handen kunnen grijpen." Zij rolde het touw op met een gezicht en met een ijver, alsof het er op aankwam, al de kleine onge- loovigen den hals om te draaien. Maar als de mensch niet meer aan de heksen- en geestenverhalen gelooft, dan denkt hy spoedig aan den lieven God ook niet meer, ja en dat is heden juist de goddeloosheid, waarover ik mij zoo erger!" „Ergeren moogt gij u, als ge wilt; maar onze kinderen moet gy voortaan buiten spel laten!" gebood tante Sophie streng. Zij schonk den kinderen koffie en legde een stuk koek voor hen néér; toen ging zij heen, om een rozenstruik van de waschlyn te nemen, die door de drift van Barbel daarin verdwaald ge raakt was. „De zon was het evenwel niet dat staat zoo vast als een muurl Ik zal het wel gewaar worden, wie altijd door den gang sluipt en in de kamer ronddoolt!" mompelde de kleine ongeloovige aan de koffietafel in zichzelf en kruimelde haar kopje vol koek. Wordt vervolgd.) Tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal in het hoofdkiesdistrict Breda is gekozen de heer mr. Jan Yan den Biesen (Cath.) met 1747 van de 2024 uitge brachte geldige stemmen. De heer mr. W. M. H. Boers (lib.) verkreeg 221 stemmen. De Rechtbank te Haarlem heeft eergisteren den directeur van het Vereenigd Arrest- en Provoosthuis aldaar, beklaagd als met de bewaring van den gevangene G. Visser belast zijnde, diens ontkoming teweeggebracht of bevorderd te hebben door zijne onachtzaamheid, schuldig verklaard aan het hem te last gelegde en veroordeeld tot een cellulaire gevangenisstraf van ééne maand. De bewaarder de H. is wegens hetzelfde feit, als verzachtende omstandigheden aannemende het zeer groote vertrouwen, dat de beambten genoten en dat er door hem slechts één enkel verzuim is gepleegd, tot eene cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen veroordeeld. De zwager van Visser, B. Sluiter, te Beverwijk, werd vrijgesproken van het hem te last gelegde misdrijf, als zou hij door het verschaffen van sleutels aan den gevangene diens ontvluchting opzettelijk bevorderd hebben, daar het doleuse opzet niet is bewezen en derhalve niet verder behoefde onderzocht te worden of werkelijk die sleutels aan V. hebben gediend om te ontvluchten. Adrianus de Munk eindelijk, de tuinder onder Heems kerk, die den ontvluchte herbergde, is veroordeeld tot 6 dagen cellulaire gevangenisstraf, daar de Rechtbank als verzachtende omstandigheden in aanmerking nam het bij de M. door den deerniswaardigen toestand van den ont vluchte opgewekte medelijden, en de mogelijkheid dat hij, een eenvoudig man, de gevolgen van zijne daad niet voor zien heeft. De eisch van het Hof te Arnhem tegen Van den Steen, den gefailleerden Wageningschen kassier, luidt zeven jaar tuchthuisstraf. Nu de hitte wat verminderd is, zullen de wedrennen te Amsterdam op Vrijdag en Zaterdag e. k. om 2 uur beginnen. Het programma bevat 60 paarden voor den eersten dag en 68 voor den tweeden dag. Uit Belgie komt een extra trein met renpaarden, terwijl ook uit Duitschland mededingers verwacht worden. Uit Kotta-Radja wordt van 20 Mei 11. aan het Alg. Dagblad v. Ned.-Indië gemeld: „Droever dagen en ernstiger gebeurtenissen dan in de laatst verloopen week plaats grepen, hebben wij in de laatste maanden niet gekend; droevig omdat weer 9 onzer manschappen door den vijand zijn geveld, waarvan 2 sneuvelden en 2 in het hos pitaal overleden, terwijl de wonden der overige gekwetsten een bedenkelijk aanzien hebben; ernstig, omdat het feit plaats greep op een 10 minuten gaans buiten den Kraton, in het ge zicht van Nesoeh, waardoor het bewijs is geleverd, hoe onvol komen onze afsluiting nog is, met haar gordel van versterkingen, met sectorale patrouilles voor den veiligheidsdienst, met de ge hoopte waakzaamheid en medewerking van de Atjehers binnen onze ceinture. Reeds trok in het begin dezer maand in de morgenuren eene goed georganiseerde en gewapende bende van ongeveer 25 man ongehinderd door het Zuider gedeelte van ons gebied, om zich langs den kortsten weg te verplaatsen van de Ooster- naai" de Wester-linie. Thans, op den löden, ongeveer te half acht 's avonds, had zich onder Hoesan eene bende, geschat op een lüütal vijanden, tot vlak onder onze muren kunnen ver zamelen, zich in hinderlaag gesteld en onverhoeds de terugkee- rende sectorale patrouilles van 22 man onder bevel van den lsten luitenant Nijlandt kunnen aanvallen met geweer en klewang. Deze patrouille was te 3 uren uitgerukt en meende zich reeds buiten de kans om iets bijzonders te ervaren, toen onverwachts de spits, bestaande uit 1 sergeant en 4 man, een geducht salvo ontving, ter aarde stortte en ten overvloede met eenige klewang- houwen toegetakeld werd. Twee hunner bleven op de plaats dood; de anderen, waaronder de sergeant, waren zwaargewond; reeds twee er van zijn overleden, terwyl den onderofficier waar schijnlijk een been afgezet zal worden. Op ongeveer 5 pas achter de spits liep de hoornblazer, en onmiddellijk daarop volgde Nijlandt met den hoofdtroep, die in de achterhoede gedekt werd door de twee Europceschc korporaals, welke den tocht medemaakten. 't Was een stikdonkere, zwaar benevelde hemel, 't Terrein waar de patrouille zich thans bewoog, was rechts en links van den smallen binnenweg, dien zy liepen, met struikgewas en alang- alang begroeid. Tusschen die wildernis en in de greppels aan het pad zaten de vijanden verscholen. Op het even onverwachte als noodlottige salvo, dat de spits velde, volgde 't commando „attaqueercu," aan den hoornblazer; doch deze struikelde, terwijl hij even een stoot gaf op den hoorn, over een in doodstrijd stuiptrekkenden strijdmakker, even als de patrouille-commandant Nijlandt. De overige man schappen, aan een hevig vuur blootgesteld, volgden hun aan voerder niet, maar..,, retireerden. Intusschen lag daar hun luitenant, lagen daar 6 kameraden, omgeven door Atjehers, die er met den klewang op ingingen. De sergeant had de tegenwoordigheid van geest en gelukkig nog de kracht om een snelvuur te onderhouden, wat den vijand, wien de duisternis evenmin gunstig was als ons, tot voorzichtig heid aanspoorde; zooals blijkt uit de omstandigheid, dat zij zich slechts in kleinen getale op het van de hoofdcolonne afgesneden troepje wierpen, en haastig terugtrokken. Intusschen had Nijlandt vier schoten uit zijne revolver gelost de twee andere wijselijk voor zichzelf bewarende; de hoornblazer weerde al liggende twee klewangslagen met zijn trompet en twee met zijn kapmes af, waarvan er één gemunt was op het hoofd van N. Het kapmes sloeg hem door den houw met de klewang tegen het hoofd, doch hij was gered. Dit alles greep plaats in een mini mum van tijd. Intusschen sprongen N. en twee anderen op en wisten den hoofdtroep te bereiken. Op zijn dringend smeeken om toch hunne doode en gewonde kameraden niet in handen van den vijand te laten, sloten zij zich even op, doch toen één der achtersten, door een kogel in het been getroffen, riep „kena pelor," toen ging de terugtocht andermaal aan. Slechts drie man gaven aan N's oproeping om vooruit te rukken gehoor. Het gelukte hun den vijand op een dwaalspoor te brengen, die toen hulp kwam opdagen het terrein verliet, achterlatende twee dooden, en met zich voerende één doode en zes gewonden." L. D., verdacht van diefstal uit de kazerne te 's Hage, en die, toen hij ontdekt was, poogde zich van het leven te berooven en zich ernstige wonden toebracht, is daaraan bezweken. Bij de gisteren gehouden veiling van het welbekende landgoed „Badhoeve" van wijlen den heer Amersfoordt in de Haarlemmermeer, hebben de perceelen no. 19 te zamen f 98,000, no. 1016 te zamen f 63,700, dus totaal f 161,700 opgebracht. Daarna is de massa nog op f 8000 gemijnd; dus totaal f 169,700. Kooper is de heer Smit- nuysen, te Amsterdam. Nu moet er, alvorens het geheel toegezegd wordt, nog een beraad-uur bepaald zijn, waarvan de uitslag bij het afzenden van dit bericht nog niet bekend was. (Hrl.Crt.) De 36ste algemeene vergadering der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde heeft Maan dag en Dinsdag jl. te Middelburg plaats gehad. In het geheel waren 31 afdeelingen vertegenwoordigd. De voor zitter, prof. A. P. Fokker, opende de vergadering met een belangrijke rede over het vraagstuk van den dag: de waarde der inentingen in het algemeen als voorbehoedmiddel tegen ziekte en die van dr. Ferron tegen de cholera in het bijzonder. Hij toonde aan, hoezeer de waarde der inen tingen dikwijls wordt overdreven en hoe verkeerd het is, daarin in de eerste plaats een waarborg te zoeken tot tegenweer tegen besmettelijke ziekten, en betoogde, dat doelmatige toepassing van de regels der hygiëne zuivering van bodem en lucht, reinheid, matigheid, zorg voor goed drinkwater, enz. hoofdzaak belmoren te zijn. Als plaats, waar de eerstvolgende algemeene vergadering zal worden gehouden, werd Hoorn aangewezen. In de algemeene vergadering van de Vereeniging Het Roode Kruis, gisteren te 's Hage gehouden, is na een uitvoerige discussie in beginsel aangenomen het rapport der commissie betreffende de opleiding van ziekenverplegers en ziekenverpleegsters en betreffende de oprichting van tehuis voor pleegzusters, verbonden met een klein ziekenhuis. Er zal een beroep op de natie gedaan worden om het plan financieel uitvoerbaar te maken. Mocht deze poging niet slagen, dan zal nader overleg plaats hebben. Door iemand, voorgevende te zijn Pronk, landbouwer te Haarlemmermeer, aan den Sloterweg, is onlangs aan P de G. te Zevenhuizen een paard verkocht, dat gebleken is lijdende aan kwaden droes en dientengevolge is onteigend, afgemaakt en begraven. De verkooper, waarnaar reeds 3 weken is gezocht, is nog niet gebonden. Men schrijft aan de Leidsche Crt.: „De hooibouw gaat voorspoedig, waarbij de droogte zeer in de hand werkt. Het hooi wordt geurig binnen gehaald en de berg met een voldoenden voorraad voor den winter gevuld. Maar op verreweg de meeste plaatsen wordt het weiland zóó door de muizen geplaagd als ooit beleefd is. Heele plekken zijn kaal gevreten, zoodat er geen sprietje overblijft, en men beraamt allerlei middelen om het talloos ongedierte uit te roeien. Aan den Rijn kant graaft men in het weiland putten, die met water worden gevuld, ten gevolge waarvan men op één dag tusschen de vijftienhonderd en tweeduizend muizen vangt, en nog ziet men geen einde aan de plaag. Met muizen- tarwe, waaraan ook al gedacht is, zou voor zulk een menigte niet te beginnen zijn. Overigens wordt zeer naar regen verlangd, want de aanhoudende droogte met feilen zonneschijn belemmert den groei van het veldgewas. Daarbij komt, dat de groententeelt met ieder jaar uitge breider wordt, terwijl men naar evenredigheid van de hooge landhuren, geen prijzen kan bedingen, hetgeen ook tevens het geval is met de aardappelen, die voor het buitenland nog geen aftrek vinden. Vervolgens brengen de menigte opkoopers van moesgroenten en fruit er ook het hunne toe bij om de markt te bederven, al is dan ook de hoedanigheid van hun waar niöt van de beste; menigeen kan zich met taaie peen, stugge bloemkool, smakelooze aardbeien of half verdroogde kersen toch wel tevreden stellen. De opkoopers schreeuwen huizen hoog met allerlei moeskruid en ooft, ten spijt van de warmoe- ziers en fruitverkoopers. Hoewel nu de wijnstok voor- deelig is uitgegroeid en de vruchtboomen een goeden pluk beloven, bewijst dit nog niets voor eene goede rekening in September of October, als de boomvruchten geplukt en de druiven gesneden worden. Kwam er nu maar regen, die zoolang toeft om het kruid te lavenDe roos, die zoo heerlijk bloeit, zou niet spoedig verwelken onder de brandende zonnestralen, en zoovele andere bloemen en planten zouden verkwikt worden. Het pas gehooide weiland zou weêr jeugdig gras krijgen en het melkvee, dat in de opbrengst begint te verminderen, zou dat nalaten. Zelfs de kippen onder Pernis, die, ten gevolge van de droogte, het eieren leggen staakten, naar gemeld is, zouden weer met frisschen moed beginnen." Bij het concours van vee op de Antwerpsche Ten toonstelling zijn toegekend voor Hollandsche stieren met meer dan zes gewisselde tanden: aan H. P. Smidts te Tietjerk de 2de, aan de inrichting te Abbekerk de 4de, aan Bakker te Wieringerwaard de 5de, aan J. v. d. Loe, te Baambrugge de 6de prijs, benevens eervolle vermeldingen aan C. Kramer te Haarlemmermeer en Blokker te Wijde- wormer; voor stieren met niet meer dan zes gewisselde tanden: aan Barbou van Roosteren, Roosteren, de 2de; J. Wortel, Beemster, de 3de; H% P. Smidts, Tietjerk, de 6de prijs, en eene eervolle vermelding aan Boonstra te Huizum; voor koeien van eiken leeftijd: aan Boonstra, Huizum, de 1ste; P. Ellerbroek, Hoorn, de 2de; Barbou, Roosteren, de 3de prijs, benevens eervolle vermeldingen aan Ellerbroeck, Huizum, en K. N. Kuperus, Marsum; voor stieren met ten minste twee gewisselde tanden, Engelsch ras, aan Kuiper, Rhoon, de 1ste prijs. De eigenaar van de gasfabriek te Venlo deed aan den Raad aldaar het voorstel om voortaan het gas te leveren aan particulieren voor 7 en aan de gemeente voor 5 ct. de M3. De directeur van de gasfabriek te Leiden, de heer Van der Horst, adviseerde den Raad het voorstel aan te nemen. Iemand kocht dezer dagen op de paardenmarkt te Schagen een paard, dat zich zeer raak voordeed en zelfs door een kind kon getuigd worden. Den volgenden dag was het dier als woedend en sloeg en beet naai* iedereen, die het naderde. De kooper gaf zijn bevreemding aan een kennis, een paardenkoopman, te kennen. „Och," sprak deze, „dat is niemendal; je bent eenvoudig beetgenomen, toen men je den knol verkocht. Hij is dronken geweest en was daarom zoo mak ,,'k Wou dat ik er weer af was," zuchtte de bedrogen eigenaar. „Daar is wel raad op," hernam de paardenkooper, „geef hem maar een halve kan jenever in, en ga er dan meê ter markt." De raad werd opgevolgd. Het paard kreeg den sterken drank in en was eensklaps weer zoo mak als te voren. De bedrogen kooper bedroog er op zijn beurt iemand mede en kwam. nagenoeg zonder geldelijk verlies van zijn koopje af. Buitenlands Een der eerste familicn te Bingen werd Maandag zwaar getroffen. Een der dames van het gezin wilde de bladluizen der rozen met een brandende zwavelpan ver nietigen, toen plotseling de vlam haar kleederen raakte en die in een oogenblik geheel in brand stonden. Hoewel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2