UELDERS€HE EN MEllWEIIEPER COURANT. Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier. 1885. N°. 89. Zondag 26 Juli. Jaargang 43. DE VROUW MET DE KARBONKELSTEENEN. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdnp, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad verten tien: Van 14 regels 60 cents, t regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.] Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. jE^l unenl^riCA.. Met liet oog op de verkiezing te Nijmegen, waar op den verkiezingsdag rijtuigen rondreden bij de verschillende kieners, die uit gemakzucht mochten achterblijven, wijst de correspondent van de Arasterd. aldaar op de gewoonte in Engeland in zwang. Daar laat men bij verkiezingen rijtuigen van de verschillende fabrieken loopen, om de kiesgerechtigden naar het stembureau te rijden. Op die rijtuigen staan dan in groote, dikke letters dc namen van de verschillende candidaten. Een ieder heeft nu maar dat rijtuig uit te zoeken, waarop de naam van den candidaat staat, dien hij wil kiezen, stapt in en wordt gebracht waar hij wezen moet, zonder één cent te betalen. Aan een particulier schrijven uit Djambi, dd. 17 Juni 11., ontleent de Amsterdammer het volgende: z/Hier is geen gevaar meer; de twee personen die den aanslag deden, alsmede een derde, die hen daartoe aange spoord heeft, zijn gevat en staan te Palembang voor een landraad terecht. Zij worden gehangen. Waarschijnlijk moeten wij de volgende maand naar Palembang om onder eede te bevestigen dat wij beiden voor de bewuste personen herkennen. Wij hebben nu 60 man versterking gekregen en 2 officieren. Pe overste en de resident zijn hier ge weest om de zaak te onderzoeken. Het Inlandsch Bestuur is ons volstrekt niet kwaadwillig, zooals de couranten mededeelden, zij hebben integendeel alles in het werk ge steld om de moordenaars in handen te krijgen, wat hun dan ook gelukt is. Het was dan ook niets anders dan fanatisme, wat die kerels tot deze daad dreef. Beuninck is overleden, zooals ik reeds schreef, maar Jackson gevoelt zich uitstekend, zijne wonden genezen mooi en de dokter verzekert dat hij volkomen herstellen zal." In zake de wed. Siebrands contra de gemeente Alkmaar heeft den 23 dezer het Openbaar Ministerie gecon cludeerd, dat op grond de schuld of nalatigheid van den ambtenaar of andere personen, voor wie de gemeente aansprakelijk is, wordt ontkend en niet aangeboden is te bewijzen de feiten, waaruit die schuld of nalatigheid zou blijken, het aangeboden bewijs van het vallen van een kesp van den steiger behoort te worden voorbijgegaan, met ontzegging van den eisch. Jl Donderdag werd op de begraafplaats Eik-en- Duinen te 's Hage het lijk ter aarde besteld van jhr. mr. Naar het Duitsch van E. MARLITT. Hy had reeds vroeger, driftig opspringende, haar armen van zyn hals losgemaakt, en nu viel hij haar luid lachende in de rede; maar niettegenstaande dit lachen zag hy plotseling zoo bleek en zoo verwoed, dat liet kind angstig in de vensternis kroop. „Gij zijt een styf hoofdig nest!" zeide hij toornig, en zijn voorhoofd betrok meer en meer. „Grootmama heeft gelijk, als zy zegt, dat het noodige toezicht ontbreekt. Om uw beweren vol te houden, verzint gy de ongerijmdste dingen... Wie zou zich in een rommelkamer vol ratten en muizen verbergen, alleen, om een klein meisje, zooals gij, te plagen?... Maar ik begrijp het reeds, gy zyt te veel in de keuken, en daar wordt u het hoofd met bakerssprookjes volgepropt, cn later droomt gy op klaarlichten dag over onmogelijke dingen. Bovendien zijt gij zoo wild als een jongen, en tante Sophïe is veel te zwak en te toegevend. Grootmama heeft mij al lang verzocht, een einde aan de zaak te maken, en dat zal nu geschieden, en wel terstond Een paar jaren onder vreemd opzicht zullen u tam en beleefd maken. „Moet ik weg?" riep het kind verschrikt uit. „Voor een paar jaar, Margaretha," zcidc hij zachter. „Wees verstandig! Ik kan u niet opvoeden; de zenuwen van grootmama zijn tc veel geschokt, om u met al uw leven maken steeds bij zich te hebben, en tante bophie de geheele huishouding rust op haar schouders, en zij kan zich niet zooveel met u bemoeien, als dit wel wenschelijk zou zijn." „Doe het niet, papa!" viel zij hem in de rede met een voor een kind byna onnatuurlijke vastberadenheid. „Het helpt u nieta ik kom toch terug!" „Dat zullen wij eens zien." „Och, gij begrijpt niet, hoe hard ik kan loopen!... Weet gij nog, dat gy dien heer in Leipzig onzen Wolf hebt gegeven, ?n hoe de goede trouwe hond spoedig daarna des morgens vroeg weer voor onze deur lag, doodmoede en uitgehongerd? De arme hond '»ad naar zijn oude woning verlangd, en toen had hij het touw 'osgerukt en was weggeloopen, en dat doe ik ook!" „Een schrille lach bewoog de trillende lippen. „Ik geloof het wel gij zijt daarvoor wild genoeg. Maar ;r zal u niets anders overblijven, dan u tc schikken, met zulke tleine dv arskopjes maakt men korte wettenzeide hij gestreng, lij keerde zich toen om en keek schynbaar in den tuin; doch :j zag indeidaad zijdelings naar het gezichtje, waarop nu een recselijke inwendige strijd zichtbaar was, en als door een on- weerataanbaren aandrang gedreven, bukte hij zich spoedig weer oorover en streek met de hand zacht over de van koortshitte gloeiende wangen van het kind. „Komaan, wees mijn zoet meisje!" zeide hij tegen haar. „Ik 'f breng u zelf weg wij reizen te zamen. En gij zult schoone -leederen hebben, evenals ons kleine princesjes." 1 „Ach, geef die liever aan een ander kind, papa!" antwoordde j kleine op droeven toon. „Bij mij zijn er toch altijd den eersten dag 1 scheuren en vlekken in. Barbel zegt altyd: „Het is jammer an iedere cl goed, die de kleine wildzang aan het lijf heeft, en 1y heeft groot gelyk! Ik wil ook volstrekt zoo niet zijn, als e kleine meisjes in het kasteel;" zij richtte het hoofd trotsch p en plukte niet langer zenuwachtig aan haar vingers „ik kan ze niet uitstaan, omdat grootmama altijd zoo voor haar nygt." De Jonge, die jl. Zondag op noodlottige wijze bij W ijk aan Zee den dood in de golven vond. Niet minder dan vijftien kransen vergezelden het stoffelijk overschot, als zoovele bewijzen van liefde en genegenheid van vrienden en verwanten. Diep ontroerd trachtte de oom van den overledene, de heer mr. De Jonge, raadsheer in den Hoogen Raad, te schetsen, hoevelc verwachtingen verijdeld waren door den plotselingen dood van dezen jongen man, van een levensgedrag, even voortreffelijk als zijne bekwaam heden, die, als steunpilaar van een gezin van nog zeer jeugdige kinderen, als het ware reeds de plichten vervulde van zijn overleden vader. Onder den indruk van deze woorden verlieten de vele belangstellenden diep bewogen de begraafplaats. Vanwege het gemeentebestuur van 's Gravenhage wordt op de waterpartij in de Scheveningsche boschjes een drijvende muziektempel gebouwd, die bij gelegenheid van den verjaardag van onze Koningin gebruikt zal worden. Aan de op den 20 dezer te Schoorldam gehouden harddraverij van boerenpaarden werd door 11 paarden deelgenomen. De prijs, een kartuig, werd gewonnen door het paard van P. De Wit, uit de Zijpe, bereden door den eigenaar; de 1ste premie, een hoofdstel met zweep, door het paard van KI. Slot te Warraenliuizen, bereden door J. Pronk aldaar; en de 2de premie, een paardendek, door het paard van G. Sevenhuijsen te Warmenhuizen, bereden door KI. Sevenhuizen, aldaar. De visscher Zeeders, te Terschelling thuisbehoorende, had een buitenkansje door het vangen van een verbazend groote steur. Het dier was lang 10.5 voet of ruim 3 M. en woog schoon over de 200 pond. Het zal naar 't buiten land verzonden worden. Door het Gerechtshof te Arnhem is H. J. v. d. S., voormalig kassier te Wageningen, wegens frauduleus bankroet veroordeeld tot eene correctioneele straf van 4 jaren. In een der achterbuurten van Amsterdam is weer een bloedig drama afgespeeld. Een porder vond des nachts aan den trap van het huis, bewoond door een schoenmaker, het ontzield lichaam van diens vrouw. Uit het door de politie ingesteld onderzoek blijkt, dat zij naar alle waar schijnlijkheid door haar man is vermoord. Buren hadden de vrouw om hulp hooren roepen, maar die uit vrees voor Er speelde een spotachtig lachje over het gelaat van den heer Lamprechthij zeide echter op strengen toon„Ziet gij, Marga retha, dat is het nujuist, wat grootmama zoo dikwijls tot wan hoop brengt! Gij zijt een onbeleefd klein ding en hebt in 't minst geen manieren men moet zich over u schamen. Het is meer dan tijd, dat gij weg komt!" De kleine sloeg haar vochtige oogen smeekend tot hem op. „Moest mijn mama dan ook weg, toen zij nog een klein kind was?" vraagde zij, terwijl zij met moeite hare tranen kon ver bergen. Een donkere blos overtoog plotseling zijn gelaat. „Uw mama is altijd een zeer innemend, gehoorzaam kind geweest, het was voor haar dus niet noodig." Ilij sprak op zulk een gedempten toon, alsof er behalve hij en het kind nog een ander in de vestibule was, voor wien deze woorden niet besterad waren. „Ik wilde, dat zij weer hier was, mijn arme mama! Zij nam mijn broertje wel liever op haar schoot dan mijmaar zij heeft toch nooit gezegd dat ik weg moest... Een mama is toch beter dan een grootmamaDie is maar blij als zij naar de baden vertrekt en nec-mt nauwelijks van iemand afscheid. Zij weet niet, hoe een kind zich aan alles hecht, papa, ook aan ons huis, ach, en Dainbach zij zweeg, alsof haar klein hart reeds brak alleen door de gedachte aan de scheiding. Het hoofdje dicht tegen de ruiten gedrukt, zocht zij met smeekenden blik de oogen van den statigen man, die zacht met de vingers op de venster bank trommelde en blijkbaar tegen een innerlijke ontroering kampte. Hij zweeg op de gevoelvolle klacht van het kind. Zijn blik dwaalde lang doelloos over het uitgestrekte landschap daar buiten, en toen hij eindelijk tot bezinning kwam, voer er als 't ware een schok door de forsche gestalte en de vingers staakten het trommelen... Papa was verschrikt maar waardoor? Er was noch in de verte, noch dichtbij iets te zien. De zon was reeds lang onder; op de velden daar ginds was leven noch beweging; van de in- en uitvliegende zwaluwen vertoonde zich geene enkele meer; ook de duiven, die des daags rondom het dak van het pakhuis fladderden, hadden hun til opgezocht, en op de stille warande, onder de klimopranken, stond nog slechts Blanke Lenz, even als icderen avond, sedert zij uit Engeland was gekomen Maar nu had het kind geen oogen voor het schoone, blanke gelaat, dat zoo zacht als een flauw maanlicht uit het donkere gebladerte te voorschijn kwam zy zag slechts, dat haar papa diep zuchtte, hoe hij steunend met de beide handen tegen de slapen drukte, alsof het hoofd hem dreigde te springen. De kleine vlyde zich tegen hem aan en zag smeekend naar hem op. „Houdt gij nog veel van mij, papa?" „Ja Margaretha." Hij zag haar echter niet aan, hy staarde maar altijd op hetzelfde punt. „Evenveel als van Reinhold? Ja, papa?" „Och ja, kind!" „O, dan ben ik blijde! Dan zult gij ray ook hier laten blyven Wie zou dan ook met broertje spelen? Wie zou dan zijn paardje zijn, als ik niet meer was? Andere kinderen doen het niet, omdat hij zoo hard met de sweep slaat. Zeker, papa, het was niet ernstig gemeend, dat gij mij wildet wegzenden? Gy hebt my maar bang gemaakt, omdat ik zoo wild ben als een jongen? Maar ik zal nu beter oppassen, ik zal ook beleefd zijn jegens de kleine prinsessen!... Ik mag nu zeker wel bij u en by de anderen blijven? Papa, luistert gy dan niet naar me?" De heer Lamprecht ontwaakte als uit een droom, toen de kleine den iu:ui niet verleend. De politie heeft den vermoedelijken dader van liet misdrijf in hechtenis genomen. Te Avenhorn wei-den jl. Dinsdag tot leden voor den Gemeenteraad herkozen de heeren J. Clay en J. Mol Jr. Te Abbekerk zijn herkozen de heeren J. Zijp Kz. en M. O. Wijdenes. Te Broek op Langedijk zijn herkozen de heeren J. Wa genaar J.Cz. en J. Slotemaker. Te Barsingerhorn zijn herkozen de heeren W. Kossen en J. Van Nunes Jr.; gekozen de heer D. Raat. Te Midwoud zijn herkozen de heeren D. D. Avis en C. De Boer. Te Noordscharwoude zijn herkozen de heeren D. De Geur Dz. en C. Kroon. Herstemming tusschen de heeren P. De Geur Az. (aftr. lid) en Iv. Hof. Te Bergen (bij Alkmaar) zijn herkozen de heeren Johs. Oldenburg en P. Staadegaard. Gekozen de heer J. v. Reenen. Te Blokker zijn herkozen de heeren G. Rol en A. Schouten. Te Haringkarspel zijn herkozen de heeren Abraham Borst en Jacob Kooij. Te Heiloo zijn herkozen de heeren J. Mulder en D. Pepping. Te Hensbroek is herkozen de heer P. Baangekozen de heer J. J. Willinge. Te Nibbixwoud zijn herkozen de heeren Jn. Schouten en C. Zeilemaker. Herstemming tusschen de heeren Jb. Leek en K. Berkhout. Te Oude Niedorp zijn herkozen de heeren J. Nagelhout en J. Koemeester. Te Obdam zijn herkozen de heeren Cornelis Niedorp, Cornelis Spil en Klaas Van Diepen; gekozen (vacature)de heer J. Buis Pz. Te Opperdoes zijn herkozen de heeren Pieter Klaver Jcz. en Klaas Koedijk Wijdenes. Te Oterleek zijn herkozen de heeren Mt. Groot en Jb. Blom. Te Oudendijk zijn herkozen de heeren S. Stapel en H. Vet. Te Oudkarspel is herkozen de heer G. Borst; gekozen de heeren A. Hallf en P. Duijves. Te Oudorp zijn herkozen de heeren J. Bijman, S. de Jongh en H. Bruijn. Voor de vacature de heer P. Hart; gekozen de heer G. Admiraal. hem aan den arm schudde. „Lieve hemel, kind, plaag mij toch niet met dat eeuwige vragen. Het is om dol te wordenzeide hij tegen het ontstelde kind. Hy woelde met dc beide handen in het haar, drukte zich tegen het voorhoofd en ging een paar maal als gejaagd het vertrek op en neer. Het was wel mogelijk, dat de eentonige vragen door de gedurige herhaling hem hadden ontstemd de beteekenis er van becreep hij eerst later, toen hij kalmer werd. „Gij stelt het u geheel verkeerd voor, Margaretha!" zeide hij eindelijk vrien delijker, terwijl hij bleef staan. „Waarheen ik u brengen zal vindt gij een menigte vroolijke speelkameraden, allen kleine meisjes, die elkander als zusters liefhebben. Ik kan menig kind, dat bitter heeft geschreid, toen het weer naar huis werd ge haald. Bovendien is tusschen mij en grootmama reeds lang besloten uw opvoeding in een kostschool te doen plaats hebben het is alleen nog maar de vraag wanneer gij vertrekken zult. Ik heb eenmaal het besluit genomen en daar blijft het bij Het is het best, dat ik dadelijk naar tante Sophie ga, om het noodige met haar te bespreken." Bij de laatste woorden trad hij naar de deur. „Ga mede, Margaretha! Hier boven kunt gij niet blijven!" riep hij haar toe, toen zij onbewegelijk in de vensternis bleef staan. Zij naderde langzaam en met gebogen hoofd hij liet haar voor zich uit over den drempel gaan, toen draaide hy den sleutel om, stak dien in zijn zak en ging de trap at. Mijnheer Lamprecht bekommerde er zich niet verder om, of de kleine hem wel volgde. Hij was reeds lang beneden, en zij had hem de woonkamer looren binnengaan, toen zij nog boven de trap stond. Met de handen op de leuning drentelde zij lang zaam trede voor trede naar beneden. De deur der woonkamer was open gebleven; de sterke klankvolle stem van den heer Lamprecht klonk ook daar buiten, en Margaretha hoorde bij het naar beneden gaan, hoe hij tegen tante Sophie sprak over dat luid misbaar, dat loopen in den gang van den zyvleugel, over ingebeelde verschijningen op klaarlichten dag cn over zijn bezoek in de roode zaal. Hij bleef er bij, dat het kind zich de ver schijning in den donkeren gang had verbeeld, dat de „baker sprookjes" der bedienden daarvan de schuld waren, en dat Mar garetha dadelijk naar eene kostschool moest vertrekken, om al die indrukken uit te wisschen en bovendien ook meer gemanierd en beschaafder te worden. Zoo zacht mogelyk ging de kleine de deur voorbij. Zij wierp een schuwen blik in dc kamer haar broertje had de bouwdoos in den steek gelaten en luisterde met open mond, en het lieve, vroolijke gelaat van tante Sophie was bleek, ja, zelfs vaal, zij hield de samengevouwen handen tegen de borst gedrukt, maar zij sprak niet; „omdat het toch niets hielp," dacht het kleine meisje onder het voorbijgaanwant wanneer papa met grootmama iets had besloten, dan hielp geen bidden of smeeken meer, grootmama zette het door... Er was nog maar een per soon, die invloed had, als hij tusschenbeide kwam en krachtig opspeelde en vloekte, en dat was grootpapa in Dambach. Die kon helpen, dat wist zij. Hij zou zijn Margaretha niet laten weg sleuren, en wel het minst naar „zoo'n groote vogelkooi, waar zij allen op denzelfden toon moesten fluiten," zooals hij steeds zeide, als grootmama van een meisjeskostschool sprak. Ja, hij zou helpen. "Wat zouden zij dan doen, als hij zooals hy altijd deed, zoodra de tegenspraak te erg werd met de krachtige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1