genoemde straat en over de Prinsengracht tegenover de Nieuwe Leliestraat en Leliegracht. Nabij Roermond en Yenlo hebben merkwaardige ontdekkingen op oudheidkundig gebied plaats gehad. De ritmeester Ort vond daar bij twee oude boeren-hofsteden, door grachten omringd, aan hare buitenboorden de grond slagen van Romeinsche gebouwen. Te Maaswiel ontdekte hij eene Romeinsche begraafplaats, die gedeeltelijk werd ontgraven. Yeel aardewerk, waaronder terra sigillata en enkele bronzen, kwamen te voorschijn, ook een penning van Antonius Pius, waardoor het waarschijnlijk is, dat het graf uit het midden der 2de eeuw dagteekent. Te Zuidscharwoude is bij de jl. Dinsdag gehouden herstemming tot lid van den Gemeenteraad gekozen de heer J. Greidanus. Te Terschelling zijn gekozen de heeren J. H. Stobbe en T. D. Pais. In den Raad der gemeente Ede is tegen de drankwet een bezwaar geopperd, dat van overwegend belang wordt geacht. Het betreft het verleenen van vergunning" aan minderjarige meisjes. Na den dood van de ouders is aldaar in eene herberg de vergunning overgegaan op het oudste der minderjarige meisjes. De voorzitter van den Raad zeide, geen recht te hebben, in dit geval vergunning te weigeren De bekende Noorsche schaatsenrijder Axel Paulsen heeft uit Amerika eene uitnoodiging ontvangen, om in den aanstaanden winter over te komen, ton einde er een wedstrijd te houden tegen eenige Amerikanen. Hij heeft dit afge wezen, maar zich bereid verklaard, den wedstrijd te aan vaarden wanneer de Amerikanen daartoe naar Noorwegen wilden komen. In dat geval zal hij hun de reiskosten tot een bedrag van 150 dollars vergoeden en om een prijs van 1000 dollars tegen hen rijden. Van dit een en ander heeft hij tevens bekendmaking gedaan aan den consul van Noorwegen te New York. Het adres, dat te Vlissingen den heer Arie Smit is aangeboden met het doel om hem te bewegen, zich weder beschikbaar te stellen voor de betrekking van burgemeester dier gemeente, schijnt het gewenschte gevolg te zullen hebben. Yan goederhand althans verneemt men, dat de benoeming van den heer Smit tot burgemeester eerstdaags verwacht kan worden. Naar wij vernemen wordt er op Wieringen ernstig aan gedacht, middelen aan te wenden, ten einde de com municatie met den vasten wal te verbeteren. Men vleit zich, dat de inkomsten, die 's Rijks schatkist van de oester- banken trekt, aanleiding zullen geven, dat er een einde kome aan den tamelijk primitieven toestand in 't vervoer van personen en goederen. Terwijl overal groote verbe teringen zijn aangebracht, is Wieringen, wat het verkeer met den vasten wal betreft, volstrekt niet vooruitgegaan, 't Uitzicht bestaat thans evenwel op het tot stand komen eener haven op dat eiland. Telegrafische verbinding met den vasten wal en een stoombootdienst zullen dan te eeni- ger tijd wel volgen. Een zeldzaam voorbeeld van koelbloedigheid en geest kracht werd dezer dagen gegeven door een bejaard genees heer te Amsterdam, wien een arm moest worden geamputeerd. De meer dan 70jarige medicus weigerde te worden ge- chloroformiseerd en uitte geen enkelen kreet gedurende de operatie. Nadat deze volbracht was, dronk hij een kop thee en begaf zich daarna te bed. De toestand van den patiënt moet zeer bevredigend zijn. spijslijst was, zooals het jaargetijde het medebrengt, en niemand geeft meer dan hij heeft. De roastbeef was goed, zooals ze altijd op onze tafel komt. Daar buiten in den Prinsenhof krijgen zij het geheele jaar niet zulk fijn en best vleesch, zooals de vleesch- houwer van het hof mij verzekerde." „Zoo! hml" bromde mevrouw de ambstraad en verborg haar gelaat voor een oogenblik geheel in de rozen. „Och, wat een heerlijke geur!" lispelde zij. „Zie eens, Herbert deze witte theeroos is iets nieuws uit Luxemburg, gelijk freule Von Taubeneck mij vertelde. De hertog heeft ze opzettelijk voor den Prinsenhof laten komen." Mijnheer de landraad nam de roos aan. Hij bezag de schikking der bladeren, snoof den geur er van op en gaf ze zijn moeder terug, zonder zijn gelaat te vertrekken. Wie kon het dezen man aanzien, dat hij eens zulk een witte roos met eem onstuimige drift geroofd en verdedigd en voor geen geld teruggegeven had? Margaretha had dit vreemde geval nooit kunnen vergeten, en nu was het haar waarlijk geen raadsel meer de toenmalige gymnasiast had het schoone meisje in het pakhuis blijkbaar bemind; het was de eerste dwepende liefde geweest, die hij van zijn tegenwoordig standpunt natuurlijk met een medelijdend lachje beschouwde. De tijd der poëzie was reeds lang voorby, en het strenge proza van het nuchtere, bere kenende verstand was in haar plaats gekomen. Dan was papa, die juist overstelpt door droefheid naar de zijkamer was gegaan, toch een heel ander man! Hij kon niet vergeten. Het harl was getroffen door medelijden en warme, kinderlijk liefde onwillekeurig opende zij zonder eenig geraas de deur, die hij achter zich had gesloten, en sloop de kamer binnen. De handelsraad stond onbewegelijk in de donkere vensternis, waarin slechts een flauwe straal van de hanglamp viel, en scheen naar de markt te kyken. Het mollige vloerkleed maakte de zachte schreden van het meisje onhoorbaar, en zoo stond zij plotseling achter den in zichzelf gekeerden man en legde hem zacht de handen op de schouders. Hij keerde zich om, alsof die tcedere aanraking een vuistslag ware geweest, en staarde met verstoorde, onrustige oogen zijn dochter in het gelaat. „Kind," steunde hij, „gij hebt een manier, om de hand op iemands schouders te leggen." „Als mijn arme mama?" Hij drukte de lippen op elkander en keerde zich om. Maar zij vlijde zich vaster tegen hem aan. „Laat uw Marga retha hier blijven, papa! Zend haar niet weg!" bad zij zacht en innig. „Het verdriet is een slecht gezelschap, en daarmede laat ik u niet alleen.... Papa, ik wordt twintig jaar oud werkelijk al een heele ouderdomen heb daar buiten de wereld vrij goed bekeken. Ik heb veel gehoord en gezien, voor al het schoone en groote de oogen tamelijk goed geopend en menige les terdege in het geheugen geprent, zooals tante Sophie zegt.... En de wereld is zoo schoon!" „Kind, leef ik dan ook niet in de wereld?" Hij wees naar de aangrenzende zaal. „Maar leeft gij ook onder menschen, die u werkelijk van de duisternis en de somberheid van uw gemoed kunnen verlossen?" Hij lachte luid. „Dat waarlijk niet! Die wel het allerminst. Maar men kan zich nu en dan toch verstrooien, al is 't ook dat het hart er niet in deelt. De naweeën komen dan later wel met dubbele kracht en storten de arme ziel des te dieper in haar wreede eenzaamheid. „Nu, dan zou ik er mij niet aan blootstellen, papa!" zeide zij en zag met ernstigen blik naar hem op. (Wordt vervolgd.) Den heer J. Meijer, directeur van het Blinden instituut te Amsterdam en voorzitter van het Congres van blinden-onderwijzers, werd zijne bevordering tot comman deur der Stanislausorde medegedeeld in een telegram, namens den Keizer van Rusland, bevattende tevens eene betuiging van belangstelling in de werkzaamheden van het Congres. Te Antwerpen zijn op de Internationale Tentoonstelling van fokdieren o. a. bekroond de Stieren-Vereeniging Abbe- kerk en de heer J. Bakker, van Wieringerwaard. De Amsterdamsche Rechtbank behandelde gisteren de zaak van den sociaal-democraat Van Ommeren, be schuldigd van een der bekende opruiende biljetten aan geplakt te hebben. Het Openbaar Ministerie achtte op grond der getuigenissen zijn schuld wettig en over tuigend bewezen en eischte 2 jaar gevangenisstraf. Donderdag a. s. uitspraak. Een inwoner van Antwerpen bezocht dezer dagen Amsterdam, na eene erfenis in ontvangst te hebben ge nomen. Alles werd hier bezichtigd en zeer voldaan keerde de gelukkige erfgenaam weer naar huis, maar bemerkte tot zijn groote ontsteltenis, dat er vier briefjes van f 1000 uit zijne portefeuille verdwenen waren. De justitie werd onmiddellijk in kennis gesteld met dit feit en meent thans den vermoedelijken dader op het spoor te zijn. Naar aanleiding onzer mededeeling, zegt het Vaderland, over een uitvinding van den heer Phil. Lindo te Delft, van een toestel, waardoor in plaats van door werklieden, zooals tot dusver was geschied, het koppelen en loslaten der spoorwagens onder de buffers door, dwars over de rails plaats heeft, en waardoor een gansche ommekeer op dat gebied wordt in het leven geroepen, en waardoor alzoo het gaan tusschen de wagens, wat helaas reeds zooveel menschenlevens heeft gekost, onnoodig wordt, zijn ons door de welwillendheid van den ontwerper de volgende inlich tingen verstrekt: 1. De concessie voor deze merkwaardige uitvinding is reeds verleend door Engeland, Italië, België, Duitschland en Amerika, terwijl met andere Staten nog wordt onder handeld. 2. De uitvinding is te Londen door de Board of trade onderzocht en goedgekeurd. 3. De London-, Chattam- en Dover-Spoorwegmaatschappij heeft, na onderzoek, aangenomen, wagens met deze nieuwe koppeling in te richten. De detail-teekeningen zijn reeds door de Maatschappij aan den heer Lindo ter goedkeuring ingezonden en de wagens zullen over circa twee maanden in gebruik worden gesteld. \V ij hopen later op deze belangrijke uitvinding terug te komen. Drie stewards van het stoomschip Prinses Elisabeth zijn jl. Woensdag, wegens het smokkelen van p. m. 75 KG. tabak en sigaren, door de Engelsche douanen te Queensboro in hechtenis genomen. Naar men verneemt zijn alle drie onmidellijk uit hunne betrekking ontslagen. De boete, door de Engelsche administratie op zoodanige fraude gesteld, bedraagt 100 p. st. (f 1200) of 6 maanden gevangenisstraf. Minnaars van goede dansmuziek hebben jl. Donderdag, zegt de N. Rott. Crt., hunne harten kunnen ophalen aan hetgeen Eduard Strauss, met zyne vermaarde kapel uit Londen naar de „schone blaue Donau" terugkeerend, hun in het Feestgebouw te Rotterdam te hooren gaf. Het Weener Hofbal-orkest, in volle sterkte, speelde op ten dansen wie nog nooit gehoord mocht hebben hoe een Wiener Walzer eigenlijk klinken moet hoe los en zwierig, hoe teeder en veerkrachtig, hoe meesleepend, genotvol, verleidelijk, kon zich bij deze gelegenheid een denk beeld daarvan maken. Er werden ook andere zaken uitgevoerd. Zoo de fijn ge kruide ouverture der operette Fledermam, muzikaal misschien wel het aantrekkelijkste nummer van het programma; zoo ook een tusschenspel uit Lohengrin en het Frülingslied uit Mendels- sohn's Lieder ohne Worte nummers die wel blijken deden dat een schitterend bal-orkest nog geen deugdelijk syraphonie-orkest iswant de wedergave der Lohengrin-muzXck was geaffecteerd, gelikt, en die van het Frühlingslied bezondigde zich aan eene volslagen misplaatste coquetterie. Hoofdzaak waren echter de dansen, de echte, levenslustige Weener kinderen, waarvan er een zestal ter reie werden gevoerd. En dit was recht. Want dansmuziek is nu eenmaal der Straussen specialiteit, en het niet gering te schatten talent voor het componeeren en dirigeeren daarvan is van den vader, Johann Sen., op de drie zonen Johann Jun., Joseph (in 1870 gestorven) en Eduard als een erfdeel overgegaan. De naam van Strauss is dan ook reeds voldoende om vizioenen te wekken van het glanzendste en bekorendste, wat jonge levens lust zich denken kanzij het eene schitterende balzaal, van hoofsche figuren doorzweefd, zij het een dansvloer in den groenen hout, waar harders en nymfen eenen ganschen lentenacht ver zwieren, met hijgenden adem en gloeiende wang. Nu hier had men dan, in het „Feestgebouw" aan de Rotte, eenen Strauss en zijne kapel, en zijne walzen. Het overige moest men zich er maar bij verbeelden. Brieven uit de hoofdstad. 6 Augustus. Met groot genoegen heb ik gezien, dat ook Den Helder en het Nieuwediep tot de plaatsen behooren, waar men, evenals hier bij ons in Amsterdam, een vliegerwedstrijd van aankomende jongen9 op touw zet. En ik durf wel voorspellen, dat het plan van zulk een echt nationaal jongensvermaak aan het einde van het Noord-Hollandsch Kanaal evenveel bijval zal vinden als aan het begin. Ik hoop, dat de heer Mooy en zijne medeleden der Commissie voor dezen wedstrijd pleizier mogen beleven van hunne pogingen om aan de zoogenaamde aankomende jongens eens een genoegelijken en prettigen dag te bezorgen. Pruttelaars en muggezifters hebben allerlei bezwaren ingebracht tegen zulk een plan en gezegd dat „wedstrijden" voor „kinderen" niet deugen en hen ie veel verbeelding zouden doen krijgen. Altemaal gekheidzijn de meeste kinderspelen niet op het denk beeld van wedstrijd en naijver gebaseerd? Zijn krijgertje-spelen, blindemannetje, stuivertje-wisselen, en zooveel anderen meer, niet enkel en alleen een onderlinge wedstrijd in vlugheid en behendig heid? Juist den eigenaardigen prikkel om door den mooisten, grootsten of hoogst staanden vlieger uit te munten, maakt de aardigheid want iets anders is er werkelyk niet mede bedoeld, heeren pruttelaars en muggenzifters! zooveel te belangwek kender en aantrekkelijker voor de jongens, die er aan meedoen. En men kan bijna geen vermaak bedenken, dat zoozeer in den smaak valt van onze Hollandsche jongens als het vliegeropiaten. Als bewijs hoezeer dit vermaak is doorgedrongen in ons volks leven on van hoe ouden datum het reeds is, herinner ik aan de spreekwoorden en zegswijzen, die aan dit spel ontleend zijn, bijv.: „die vlieger gaat niet op," voor een plan dat dreigt te mislukken; „zijn drift bot vieren," waarbij men onder bot ons woord touw heeft te verstaan, dat tegenwoordig in Zeeland nog bot genoemd wordt, als er van vliegertouw sprake is; „de zaai gaat schoot," voor een onderneming die in de uitvoering steken blijft; „draad geven," als men spoed met iets maakt; en mij. schieu zijn er nog wel meer van dien aard. De Amsterdamsche vliegerwedstrijd loopt althans nu geen gevaar meer van schoot tc gaan. Het plan heeft algemeen in stemming gevonden en de ondernemers ontvangen voortdurend toezending van geschikte artikelen om als prijzen uit tc loven. Komen er meer van zulke geschenken in, dan voor de prijzen bepaald noodig is, dan zou men wel idëe hebben om een gratis tombola voor de deelnemers er bij te organiseeren. Alles saam genomen kunnen we er dus op rekenen, dat de 19de Augustui voor tal van Amsterdamsche jongens een overheerlijke dag zal worden. Misschien bedenkt men er het volgende jaar ook we! iets dergelijks bij, dat zich tot een wedstrijd voor meisjes leent. In afwachting van den „vliegerdag" amuseert de Amster damsche jeugd, meisjes zoo goed als jongens, zich met „trommelen en andere spelen" op de reeds lang ter dood veroordeelde, maar nog altijd levende Koopmansbeurs. Wie eens bij ervaring wil weten, wat men onder een „heidcnsch rumoer" verstaat, behoeft slechts een kwartiertje als men het ten minste zoolang kac uithoudenzijne ooren open te zetten voor dat verwarde mengelmoes van trommel-, trompet-, fluit- en keelgeluiden. Hel is om in wanhoop de handen tegen het hoofd te slaan en ali een pijl uit een boog heen te rennen. Doch het trommelvlies der jeugdige Amsterdammers is tegen deze soort van gemengdi muziek wel bestand en ieder slaat of blaast onvermoeid zijn solo voort, zonder zich door de kunstverrichtingen van het overig* publiek van de wijs te laten brengen. In de laatste jaren echte: vallen er bij dat trommelen op de Beurs en misschien juist onder beschutting van het „heidcnsch rumoer," wel een9 dingen voor, die uit het oogpunt van eerbaarheid en goede zeden veel te wenschen overlaten. Opgeschoten lummels, te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken, weten tusschen dc spelende kinderen door te dringen en maken zich, als de gelegen heid hun gunstig is, aan allerlei strafbare handtastelijkheden schuldig. Het toezicht over de kinderschaar is aan slechts twee agenten opgedragen, en deze schijnen niet bij machte te wezen om die verkeerdheden, waarover reeds dikwijls geklaagd is, vol doende tegen te gaan. Versterking van het politietoezicht en een flinke straf voor de geattrapeerden is het eenige, dat helpen kan. Nu, de kleine Amsterdammers ziju de eenigen niet, die gaarne eens een genoegelijk dagje hebben: de grooten blijken er even zeer belust op. Men kan het alweer zien aan de sympathie waarmede hier het te Utrecht gevormde plan is begroet, om den 31sten Augustus, den verjaardag van ons Prinsesje, tot een nationalen feestdag te maken. Of er nu van dat „nationale* voorshands wel veel komen zal, staat te bezienmaar eei „Amsterdamsche" feestdag zal er hoogstwaarschijnlijk wel uil groeien. Uitgenomen de ietwat nurksche bestrijding door he „Dagblad van Nederland," is het denkbeeld tot het instellen van zulk een algemeenen feestdag door de geheele pers met ingenomenheid ontvangen, en ontbreekt het niet aan wenken en raadgevingen om het naar wensch te doen slagen. De „Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer'1 (die dan toch eindelijk eens iets te doen krijgt!) en andere cor- poratiën zullen de noodige voorbereidende maatregelen nemen, en morgen avond wordt er in „Eensgezindheid" een vergadering van belangstellenden gehouden, met het doel om aan al de voor- loopig gevormde plannen een meer vasten vorm te geven. Reedi is de wensch geuit, dat op dien feestelijken 3lsten Augustus de patroons hun werkvolk vrijaf zullen geven, met behoud van het volle daggeld natuurlijk, en dat dc Beurs dan gesloten zon blijven, zoodat ook de kooplieden en hunne bedienden het er eens van nemen konden. Maar ondertusschen is er nog niemand, die weet te zeggen, wat er eigenlijk op dien 31sten Augustus ge beuren zal of behoort te gebeuren. Misschien zal echter de vergadering van morgen avond ons daaromtrent wijzer maken. Doch ondertuscchen zijn er legio stadgenooten, die zich nu reeds in de handen wryven van de pret, louter bij dc gedachte aan al de heerlijkheden, die zij zullen smaken op dien laatsten dag van Augustus, op Sintc-Pauline, volgens den kalender. En al dat feestbetoon zou dan geschieden ter eere van het jeugdige Prinsesje. Men heeft daar bedenking tegen ingebracht, en wel in vrij ruwen vorm. Doch kan hier werkelijk wel van een ernstige bedenking sprake zijn! De geopperde bezwaren gelden vooral de toekomst; men brengt de dynastieke belangen ter sprake en vreest dat de verhouding onzer aanstaande Koningin tegenover haar volk door die jaarlijksche feestviering benadeeld zal worden. Maar wie verzekert ons, dat het Augustus- feest zich niet tot een of twee proefnemingen op zijn hoogst bepalen zal? De eerste keer is in ieder geval niets anders dan een proef, cu daardoor zullen volk en dynastie nu niet zoo schromelyk benadeeld worden. En in dezen stillen, dooden tijd is het denkbeeld van zulk een feestviering nu werkelijk nog niet zoo ver te verwerpen. Als er in een huishouden een gedrukte, sombere stemming heerscht, waardeert men soms de vriendelijke hand, die de piano opent en een bemoedigend, opwekkend lied doet hooren, zonder nu juist te vragen of er wel aanleiding voor zang en snarenspel is. Zoo ook in onze groote volkshuishouding. En daarby komt, dat de verjaardag van het Prinsesje in ieder geval een vierdag is, waartegen geen staatkundige, kerkelijke of maatschappelijke vooroordeelen bestaan. Laat ons dus eens afwachten, hoe wij het met onze eerste feestviering op 31 Aug. er afbrengen. En dan kunnen we verder praten. Atiutelaar. JBultenianci. Jl. Donderdag zijn de Keizer en de Keizerin van Oosten rijk naar Gastein gegaan om den Keizer van Duitschland een bezoek te brengen. Te zes uur des namiddags kwamen zij daar aan; Keizer Frans Jozef in Pruissische uniform; de Keizerin in een grijs reiskleed met zwarten hoed, Keizer Wilhelm ontving hen in Oostenrijkschen uniform; j de twee Keizers omhelsden elkander en de Keizer van j Duitschland gaf de Keizerin den arm om zijne gasten naar zijne apartementen te geleiden, waar zij een kwartier bleven; daarna gingen zij naar hun hotel, om kort daarna hun tegenbezoek van Keizer Wilhelm te ontvangen. De half-officiëele Wiener Abendpost wijst op de beteekenis van dat bezoek als een nieuw bewijs van de vriendschaps banden tusschen Duitschland en Oostenrijk-Iiongarije, een waarborg voor den wereldvrede. Koning Alfonso van Spanje zal zich nog voor geruimen tijd naar de baden van Monte-Major in Estremadura be geven. Het Hof heeft te La Granja van al de gewone feestelijkheden afgezien, wegens den treurigen toestand des lands. Met het programma voor de nationale feesten, welke den 16, 17 en 18 dezer te Brussel zullen plaats hebben, is ook het programma verschenen van de feesten ter gele genheid van het 50jarig jubileum der Belgische spoorwegen. Het spoorwegcongres, te dier gelegenheid te houden, zal plaats hebben onder het eere-voorzitterschap van den mi nister Van den Peereboora, terwijl den buitenlandschen genoodigden een officiëel feestmaal aangeboden wordt. De groote geschiedkundige optocht op 16 dezer, welke een overzicht der vervoermiddelen zal geven, belooft schitte rend te zijn; zijn lengte zal 1300 k 1400 meter bedragen, terwijl hij langs een in het programma opgegeven weg door Brussel zal trekken qan 1 uur tot ongeveer 6 uur 's namiddagsj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2