het met een kwastje op en in de barsten of kloven, nadat
de hoeven met lauw water zorgvuldig gezuiverd zijn. Na
herhaald smeren, waarbij men het mengsel telkens van te
voren een weinig moet verwarmen, zooveel dat het uitge
streken kan worden, verdwijnen de barsten, de hoeven
krijgen nieuwe groeikracht en worden voller, terwijl het
hoorn, bij het beslaan der hoeven, blijkbaar veel veerkrach-
tiger geworden is.
Het valt terstond in het oog, dat zulk een middel, dat
het hoorn zelf de broosheid en neiging tot scheuren beneemt,
veel beter uitkomst moet opleveren dan het vullen der
barsten met gutta percha of dergelijke stoflen.
Aan het Departement van Marine, te 's Hage, heerschte
gisteren voormiddag eene Luitengewone drukte door de
aanwezigheid van tal van vlag-, hoofd- en verdere officieren
der zeemacht, die den nieuw opgetreden minister van
Marine op de eerste door Z. Exc. verleende audiëntie
kwamen complimenteeren en onder wie opgemerkt werden
de vice-admiraal Van Gennep en de schout-bij-nacht,
buitengewoon adjudant des Konings, jhr. Bowier. Ook
werden gisteren de onlangs benoemde adelborsten 1ste kl.
en adjunct-administrateurs bij de Kon. Marine aan den
minister voorgesteld.
Aan de te Noord-Schermer gelioudq# ringrijderij
voor ongehuwden paren werd door 25 paren deelgenomen.
De 1ste prijs werd behaald door P. De Boorder en Guurtje
Termeulen, de tweede door W. Glijnis en Aagje De
Vries, de derde door P. Tollen en Dieuwertje Bessen
en de 4de door C. Kuiper en Lizette Tolle, allen uit de
Schermeer.
Bij den gewonen jaarlijkschen kolfwedstrijd te Uit
geest is de prijs behaald door den heer Jb. Pluister, te
Zuidscharwoudede 1ste premie door den heer P. Smits,
te Haarlem, en de 2de premie door den heer A. Kist, te
Zuid-Scharwoude.
Gisteren had te Graft de aanbesteding plaats van:
het verbouwen van de school aldaar, het verbouwen en
vergrooten van de school te Westgraftdijk, en het bouwen
eener school te Oostgraftdijk en het verbouwen der onder
wijzerswoning aldaar. Laagste inschrijver C. Blaaw, te
Midwoud, voor f 18,000, aan wien deze werken, behoudens
ministeriëele goedkeuring, is gegund.
De hoofdinspecteur van den Waterstaat Galand en de
ingenieur van den Waterstaat Welcker zullen zich eerst
daags naar Brazilië begeven, om, ter voldoening aan eene
vereerende uitnoodiging der Braziliaansche Regeering, een
onderzoek in te stellen naar de ontwerpen, door verschil
lende ingenieurs opgemaakt voor de verbetering van het
vaarwater aan de monding van de Rio-Grande do Sul.
Vóór die rivier in zee ligt namelijk een drempel, die het
in- en uitkomen van diepgaande schepen belet.
Het is toch opmerkelijk, zegt de Leidsche Crt., welk
een zonderlinge reis sommige dagbladberichten of artikelen
door de wereld kunnen maken. Zoo kwam op den dag
dat onze stadgenoot, de heer R. Fruin, zijn 25-jarig lioog-
leeraarsambt aan de Leidsche Universiteit herdacht, in ons
blad een artikel voor van de hand des heeren Busken
Huet, thans te Parijs woonachtig, welk artikel door ver
schillende Nederlandsche bladen werd overgenomen en
eindelijk ook in onze Oost arriveerde. Het Alg. Dagblad
y. Ned.-Indië neemt het insgelijks over. Het blad komt
per mail hier aan en het Amst. Handelsblad neemt nu
opnieuw de pittige beschouwing betreffende den uitmuntenden
geschiedschrijver daarvan over als.iets nieuws
Om een bewijs te geven hoezeer de landerijen den
laatsten tijd in waarde gedaald zijn, deelt men mede dat
eene plaats in de Legmeer de vorige week verkocht is
voor 17 duizend gulden, terwijl ze gekocht werd voor
p. m. 50 duizend en er 40 duizend hypotheek opgegeven
was. Daar de hoeve 32 bunders groot is, bracht de
bunder dus nog geen 600 gulden op.
jonge meisje en de van zilverdraad geweven overrok hing haar
juist tot op de punten harer voeten.
Zij schrikte voor zichzelf, toen zij dc laatste haak op de borst
had vastgemaakt en nog eens voor den spiegel ging staan. Zij
keek ook eenigszins schuw op zij, waar naast haar schouder de
oogen van Justus Lamprecht uit den donkeren gang toornig
tegen blonken en zijn met ringen versierde hand zoo natuurlijk op
den grooten foliant lag, alsof zij zich in het volgende oogenblik
van het doek zou losmaken en naar de vermetele grijpen.... Nu,
die spotternij zou weldra een einde hebben en binnen weinige
minuten zou het kleed weer ongedeerd in de kast hangen, maar
toch niet voor tante Sophie de moderne overgrootmoeder had
gezien.
Onwillekeurig haar schreden en bewegingen vertragende, verliet
zij den gang. De sleep ruischte statig over de ruwe planken
in dit als een pantser ritselend feestkleed zou het der schoone
Dora onmogelijk geweest zijn zoo zonder geraas weg te sluipen.
De huisknecht kwam juist uit de groote zaal en wilde zich
door de vestibule verwijderen. Toen het geruisch naderbij kwam,
keerde hij argeloos het hoofd om en vloog onmiddellijk daarop
met een vervaarlijken sprong de deur uit, die hij met geweld
achter zich dicht sloeg.
Margaretha lachte er om en stapte over den drempel der
groote zaal; maar zij trad verlegen achteruit, want tante was
niet alleen, oom Herbert stond naast haar bij het venster.
Den vorigen namiddag op denzelfden tijd zou het haar zeer
onverschillig geweest zijn of haar oom daar had gestaan of niet.
Hij had toch nooit tot de huisgenooten behoord aan wie zij gaarne
of met verlangen had gedacht, en ook de eerste ontmoeting bij
haar terugkomst had haar belangstelling in hem volstrekt niet
opgewekt. Maar sedert den vorigen avond, toen zij eenige uren
met hem bij haar grootouders in gezelschap was geweest, had
zij tegenover hem een zonderling gevoel van weerzin opgevat.
Niet, dat zij zich door de overmatige vereering van haar groot
mama voor den deftigen zoon, of den onmiskenbaren eerbied,
dien haar vader voor zijn jongen schoonzoon koesterde, had laten
beheerschen zy wist immers, dat die twee helaas slechts hulde
brachten aan 't geluk, dat hem op de hielen scheen te volgen
en een uitverkorene in hem zagen, omdat hooggeplaatste personen
met hem als met huns gelijken omgingen dit alles echter had geen
invloed op haar; alleen haar grootpapa, die anders een zoo op
recht karakter vertoonde, had haar ontevreden gemaakt. Het was
toch nauwelijks te gelooven, dat hij volslagen blind zou zijn voor
de manier, waarop zijn zoon carrière maakte, dat hij niet zon
weten, welke machten hem hinderpalen hadden doen overwinnen,
die anderen eerst na jarenlange inspanning van alle krachten te
boven kunnen komen. En toch hadden de oogen van den ouden
man gister geschitterd van innig welbehagen en vaderlijken trots.
Hij had herhaaldelijk geijverd tegen het moderne streven, dat
nooit naar de zuiverheid der middelen vraagt, om 4ch in de
hoogte te werken; pluimstrijkerij, kruiperij en schijnheiligheid
waren weer aan de orde van den dag en de rechtschapen Duitsche
geest moest zich voor de naburen schamen, uie het mede aan
zagen, hoe deze kruipende, bukkende wezens zich op het groote
schaakbord een plaats wisten te veroveren.
Wordt veroolffd.)
Boven de gemeente Zaandam woedde jl. Donderdag
namiddag een kort, doch lievig otiweder, vergezeld van
zwaren regen en hagelsteenen. Vier molens werden getroffen,
zonder echter brand te veroorzaken, behalve één, waar het
begin van brand echter door de werklieden spoedig gebluscht
werd. Twee personen, in die fabrieken werkzaam, werden
mede door den bliksem getroffen, van wie één brandwonden
heeft bekomen en de andere meer in bedwelmden toestand
verkeerde.
Ook te Westzaan trof de bliksem Donderdag namiddag
een molen, en wel den houtzaagmolen „de Groene Jager."
Door de tegenwoordigheid van geest van het daarop werk
zaam zijnde personeel werd het vuur spoedig gebluscht en
is er geene verdere schade veroorzaakt.
Te Raamsdonk zijn gisteren in één uur tijds 31
huizen en schuren door brand vernield.
Niettegenstaande veel verzekerd was, blijft de aange
richte schade toch groot, vooral in de vernietiging van
den graan- en hooioogst. Persoonlijke ongelukken vielen
gelukkig weinig voor; toch werden 3 menschen vermist,
en werd een man deerlijk gewond in zijn pogen om
iemand te redden, van wien men vermoedde, dat hij nog
in een brandend huis zou zijn, welk vermoeden intusschen
niet bewaarheid werd.
Eenige uren nadat het laatste huis was aangetast weer
de plaats des onheils betredende, zag men, voor zoover de
verstikkende rook dit gedoogde, eene straat van ruïnes,
bestaande in uitgebrande huizen, steeds rookende schuren
met ingezamelde granen, en kolossale hooischelven als
vuurspuwende bergen, de laatste bijzonder talrijk, wat
niet te verwonderen is in een streek, waar [zulk een leven
dige en uitgebreide hooihandel gedreven wordt.
Te Hel voort overleed dezer dagen de heer J. Van
Gogh, gepensioneerd vice-admiraal.
Jl. Donderdag werden te Joure door 4 Italiaansche koop
lieden, vergezeld van eenen tolk, 16 koeien aangekocht
tegen den gemiddelden prijs van f 250 per stuk. In het
geheel werden ruim honderd koeien in de provincie door
hen aangekocht.
Door de Rechtbank te Arnhem is de molenaar van
„Sans-Souci te Nijmegen, J. v. d. Boogaard, die terecht
stond wegens het schieten op jongens, die baldadigheden
aan zijn molen pleegden, en daarbij een hunner verwondde,
veroordeeld tot één maand celstraf.
Het voederen met pulpe blijkt meer en meer gunstig
te werken op de melk, vooral waar ze wordt aangewend
tot kaasbereiding. De pulpe kost f 2.50 f 2.60 per
1000 kilogram, en voedert men nu 50 h 60 kilogram daags,
dan kost dat nog niet zooveel als een paar bossen stroo,
terwijl de pulpe een veel gezonder voedsel voor het vee
is, voornamelijk wanneer men er zonnebloemzaad aan toe
voegt. Jammer, dat het inkuilen van pulpe, wanneer er
stroo wordt bijgevoegd, niet productief is, daar het verlies
aan voedingsgehalte wel 50 pCt. bedraagt.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
(Slot.)
Jl. Woensdag is de wetsherziening in behandeling genomen.
Het nieuwe ontwerp om de tien jaren moet de wet herzien
worden bevat 75 artikelen en is dus aanmerkelijk beknopter
dan de thans vigeerende wet.
Aan de noodige amendementen ontbreekt het natuurlijk niet.
Op art. 1 is een belangrijke wijziging voorgesteld. De Com
missie voor de wetsherziening heeft de thans bestaande lezing
gehandhaafd. De departementen Amsterdam, Groningen en Velp
stellen echter voor het artikel aldus te lezen: «Het doel der
Maatschappij is algemeen volksgeluk te verspreiden."
Amsterdam betoogde, dat het hier op het doel aankwam en
dat men dat liever duidelijk moest aangeven dan in den breede
omschrijven. De bestaande redactie heeft geen recht van bestaan,
in verband beschouwd met art. 7, het welk zegt, dat godsdienstige
of staatkundige richting geen reden van uitsluiting mogen zijn.
Het artikel, gelijk het thans lnidt, werd verdedigd door de
wets-commissie en door De Rijp en Joure, terwyl Groningen en
Harlingen het amendement verdedigden. Dit mocht echter niet
baten. Met 536 tegen 386 stemmen werd het verworpen en het
artikel dus, gelijk het nu luidt, gehandhaafd.
Met zijn amendement op art. 4 is Amsterdam gelukkiger ge
weest. Hier gold het de geheele serie van werkzaamheden der
Maatschappij, die ieder afzonderlijk worden opgenoemd, te doen
vervallen en zich tot een algemeene vermelding te bepalen. Het
is aangenomen met 546 tegen 355 stemmen.
Omtrent de beslissingen, verder genomen, het volgende:
Op art. 9 werd aangenomen een amendement van de departe
menten Zwolle en Gouda, om de leden van verdienste door de
algemeene vergadering, op voorstel van het hoofdbestuur of van
eenig departement te doen benoemen, terwijl mede werd aange
nomen het amendement-Zwolle op art. 18, om den datum voor
het indienen der verslagen niet op 1 Januari, maar op 1 Mei
te stellen.
Bij art. 20 is bepaald, dat de algemeene vergadering voortaan
zal samenkomen op Woensdag na Pinksteren en niet langer in
Augustus, terwijl bij art. 38 werd aangenomen een voorstel,
ingediend door Zwolle en Breda, om het samenroepen van een
algemeene vergadering niet afhankelijk te stellen van 1/3 der
departementen, maar van 1/3 der stemmen.
Het amendement van Amsterdam, om de artt. 6774 over de
tienjarige wetsherziening te doen vervallen, werd verworpen.
Men wilde van de traditie niet afwijken. Ten slotte werd be
sloten het volgende jaar niet samen te komen en de eerstvolgende
vergadering dus te houden op Woensdag na Pinksteren van 1887.
Na de behandeling der verschillende artikelen werden nog
algemeene beschouwingen over de geheele wet gevoerd door
Rotterdam. Dit departement meende dat de doelmatige werking
der wet door de nu aangenomen bepalingen niet zal worden
versterkt. Het wenscht o. a. behoud van den Volksalmanak,
behoud van het Jaarboek en van de ecreblijken. De Voorzitter
verklaarde dat het hoofdbestuur alle deze wenken dankbaar zou
overwegen, waarna het wetsontwerp en bloc bij acclamatie werd
aangenomen, met de gebruikelijke dankbetuigingen aan de Com
missie.
Nu kon tot de behandeling der nog op de agenda voorkomende
punten worden overgegaan, waarbij nog gevoegd werd het
voorstel-Wolvega, betreflende de eereblijken. Die wilde het
departement behouden. Zij zijn juist zoo oud als de Maatschappy
en werken uitstekend. De financiëelc commissie ontraadde het
voorstel en meende lat de departementen hier moeten optreden
naar gelang van omstandigheden.
Ook het hoofdbestuur ontraadde de aanneming, terwijl Rotter
dam het verdedigde als een uitstekenden prikkel tot deugdsbe-
trachting. Het geldt hier een volkswensch, meende Rotterdam.
Maar 't mocht niet baten, de eercblijkcn konden niet gered
worden.
Daarop kwam in behandeling punt 6: Een som van f 1000
voor het hoofdbestuur beschikbaar te stellen, om daarmede reis-
en verblijfkosten van sprekers, tot het houden van voordrachten
buiten hun woonplaats, te bestrijden. Elk departement, dat f 10
bijdraagt, zal in aanmerking komen, zoolang de f 1000 strekt.
Die voordrachten zullen ook voor niet-leden der Maatsihm
toegangelijk moeten zijn.
Met 592 tegen 298 stemmen werd 't voorstel, na kort debat,
aangenomen.
De punten 7, 8 en 9 hadden betrekking op het onderwijs in
handenarbeid.
Amersfoort, stelt voor om f' 1000 beschikbaar te stellen tot
in 't leven roepen of instandhouden van bestaande scholen voor
handenarbeid door de departementen. Oosterbeek wil f 1000
beschikbaar stellen voor die departementen, die voldoen aan de
voorwaarden in 1880 daarvoor gesteld.
Arnhem eindelyk wil gedurende 2 jaren telkens f 300 beschik
baar stellen aan het hoofdbestuur, om naar bevind van nut en nood
zakelijkheid, de vereeniging tot bevordering van het onderwijs in
handenarbeid te subsidiëcrcn.
De financiëele commissie acht de genomen proeven niet
gelukt. Het geld er aan besteed f 7000 heeft geen
groot succes gehad en het beste zal zyn de zaak aan belang
stellende departementen en andere Vereenigingen over te
laten. Nog een jaar wil de commissie echter met Arnhem mede
gaan.
Nadat de voorstellen van Amersfoort en Oosterbeek met
zitten en opstaan waren verworpen, is het voorstel-Arnhem by
stemming verworpen en wel met 452 tegen 425 stemmen.
Na wederzijdsche plichtsplegingen is daarop de vergadering
gesloten.
Brieven uit de hoofdstad.
13 Augustus.
Och, lieve hemelWat hebben we tegenwoordig in ons goede
Amsterdam toch verbazend veel tegenwind! Allerlei mooie en
aantrekkelijke dingen spiegelt men ons voor, maar als we er
naar willen grijpen, vervliegen zij allen als rook in de lucht.
Laatst dachten we een prettigen dag te hebben bij gelegenheid
der plechtige opening van het nieuwe schilderijenmuseum,
maar uit gebrek aan dubbeltjes had de opening wel plaats, doch
bleef de pret achterwege. En nu weer het Prinscsfeest in duigen
gevallen! Waar moet het heen? Waar moet het heen?
Ach, du lieber Augustin,
alles ist hin!
Ja alles, zelfs de hoop dat er van het zoo breed opgezette
plan toch nog een greintje zou terecht komen! Maar neen, het
is gedaan, het is uit, er komt niets van. En we hadden er ons
nog al zoo veel schoons van voorgesteld! Wat deed men ons
ook al met een programma aan te komen en allerlei heerlijkheden
voor oogen te tooveren, die een mistroostig burger in dezen
naren tijd letterlijk doen watertanden. Want het zou me zoo
iets geweest zijn! Stel u eens voor: 's morgens om 7 uur die
„aubade" of te wel ochtendmuziek op den Dam, door al deAm-
sterdamschc muziekcorpsenDat alleen is genoeg om een gansche
burgerij in een ommezientje feestelyk en Oranjelievend te stemmen
Ofschoon, 't is waar, zeven uur is wel een beetje vroeg voor
het gros der Amsterdamsche burgers, die gewoonlyk volgens de
tegenwoordige dagverdeeling eerst een paar uur na middernacht
hun legerstede opzoeken, om 's morgens tusschen achten en
negenen weer voor den dag te komen. Maar later dan zeven
uur kon toch ook weer niet, want dan kreeg men „dingsigheid"
met de trams, die klokke 8 van den Dam beginnen te rijden,
en we zijn wel Oranjelievi-nd, maar als het de tram geldt,
*'anhandjes thuis!" En dan, na afloop van dat muzikale
ontbijt, om 1 uur die optocht. Wat groote dingen hadden we
ons daar al niet van voorgesteldNeerlands Hoop, vertegen
woordigd door een onafzienbare menigte schoolkinderen, met een
zegewagen voorop (beladen met een Exemplaar van al de ge
schriften, die over de schoolquaestie in ons lieve vaderland dc
pers hebben doen zweeten); Neerlands Kracht, afgebeeld in een
stoet werklui met zwarte jassen, witte garen handschoenen en
hooge hoeden, op wier zegewagen de zinnebeelden der werk-
schaarste en kwynende industrie prijken; Neerlands Roem, ver
zinnelijkt door afgevaardigden van alle Vaderlandsche Vereeni
gingen, die aan kunst en wetenschap doen, en op hun zegewagen
een duidelyk uitkomend contrast tusschen den bloei der kunst
onder de uud-Hollandsche en de jong-Hollandsche schoolen ten
slotte Neerlands Deugd, voorgesteld door een deputatie uit al de
weeskinderen, invaliden, oudjes, blinden, gevonden kinderen, die
Amsterdam rijk is, en voor hen uit een zegewagen met de reus
achtige balans, die aantoont, dat in ons lieve vaderland de deugd
het nog altijd van de ondeugd wint. Welk een hartverheffend
en bemoedigend schouwspel zou dit alles voor stedeling en buiten
man hebben opgeleverdEn helaas, nu komt er niets van. En
dan ten slotte kermisfeest, illuminatie, volksconcerten, vuurwerk
en schouwburgvertooningen tegen half geld. Wat was dat alles
mooi geweest, mooien nu komt er niets vanj
Doch alle gekheid op een stokje. Misschien hebben we er
nog zoo heel veel niet bij verspeeld, dat de beraamde festiviteiten
niet zijn doorgegaan, of liever voorshands in 't zuur zijn gelegd
tot Augustus van het volgende jaar. De aanleiding tot het ont
worpen feestbetoon was althans reeds een punt van hoogloopend
geschil tusschen de vertegenwoordigers der openbare meening
geworden, en dit voorspelde een massa „haken en oogen,"
gelijk dan ook al dadelijk gebleken is op de eerste en eenige
openbare vergadering, die ooit voor dit doel gehouden is. Het
„zooveel hoofden, zooveel zinnen" kwam hier tot zijn volle recht.
Het verschil van opinie, in de pers aan het licht gekomen, bad
zich dus reeds een weg gebaand onder het publiek, en dit had
tot de schromelijkste gevolgen aanleiding kunnen geven. Want
verschil van opinie tusschen landgenooten is altyd bedenkelijk,
is vooral gevaarlijk wanneer de liefde voor Oranje de twistappel
vormt, e. kan dan bovenal de rampzaligste gevolgen na zich
sleepen, wi.nneer dat verschil van opinie zich uit op een feestdag,
of althans wanneer het meest prikkelbare gedeelte van het publiek
in een.... ik zal maar zeggen „feestelyke" stemming verkeert.
Met dat al heeft onze jonggeboren Vereeniging ter bevordering
van het vreemdelingenverkeer wat kost de lange titel van
dat genootschap mij een inkt! het door dat ongeboren feest
allertreurigst afgelegen. Met jeugdigen ijver en bruischende
bezieling heeft zij de kat de bel aangebonden en zich voor het
fcestplan gespannen; doch de ondoordachte wijze waarop zij in
de voorloopige vergadering al dadelyk veel te hard van stal liep
en met een kant en klaar feestprogramma en welk een
programma! voor den dag kwam, heeft doen zien, dat haar
organisatie nog veel te wenschen overlaat uit het oogpunt van
practische bruikbaarheid. Eerlijk gezegd heeft de geschiedenis
en de afloop dezer geheele vergadering mij versterkt in mijne
vroeger reeds uitgesproken meening, dat die Vereeniging een
doodgeboren kind is.
Nog een ander feit, dezer dagen voorgekomen, heeft mij weer
duidelijk doen zien, hoezeer de meeningen kunnen uitccnloopcn
als 't een onderwerp geldt, waarin bijna alle Neerlanders bet
toch in den grond der zaak eens zijn: de liefde en eerbied
van ons volk jegens het Huis van üranj.. Dat uiteenloopen
der meeningen ten opzichte van dit altijd teedere en gevoe
lige punt is misschien nooit zoo duidelijk uitgekomen als bij
het in de dagbladen gevoerde en nog steeds aanhoudende
debat over een eigenlijk onnoozclc vraag. Mag een blad, dat
den persoon des Konings eert, den tekst publiek maken van een
smaadschrift tegen de waardigheid van het koninklijk gezag
gericht en door de justitie als zoodanig vervolgd? Op het eerste
gezicht zou men geneigd zyn, die vraag ten stelligste in ont-
kennenden zin te beantwoorden. Doch nu de justitie zich een
maal in het geval gemengd en de zaak daardoor als van zelf
op publiek terrein gebracht had, werd de verhouding anders.
Het smaadschrift is op de terechtzitting in het publiek voorgelezen,
en de bladen, die het in hunne kolommen opnamen en verder
onder het publiek verspreidden, vervolgden dua slechts de taak, die