Kostor's Kleine Mei ie Hagen. SINGER-NAAIMACHINIS. Vrijdag, Zaterdag en Zondag, 28, 29 en 30 dezer, OPENBARE VERKOOPINC. BERICHT UIT Annatto of Kaaskleursel. PP* Anekdoten-Magazijn, "*V| A. SEIMDERMAN, I 118. Kanaalweg. I 118. Door noodzakelijke afwezigheid, zal het Verkoophuis „DE ROODE KOUS" GBSLOTBN ZIJKT. Beleefd verzoek ik mijne geachte begunstigers, van bovenstaande nota te willen nemen. JACQUES VAN ROSENDAEL. De Makelaar OUDENHOVEN zal, op VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1885, des morgens te 10 uren, aan het Westplein te Helder, ten overstaan van den Deurwaarder J. W. VAN DER WAL, publiek verkoopen: Eene groote partij Timmer- en Brandhout, waaronder duizend stuks PLANKEN, voorts SCHROOTEN en BADDINGS. Alles daags vóór den verkoopdag ter plaatse voorzegd behoorlijk gekaveld te bezichtigen. Groote voorraad ZICHTEN, SIKKELS, GRAAN VORKEN, GAFFELS, DORSCHGEREEDSCHAPPEN, PALINGVELLEN, STOFBRILLEN, MACHINE-OLIE, MACHINE-OLIEKANNETJES, ZIJNS- en ZICHT KOLVEN uit een stuk, KAASKLEURSEL en STREMSEL, THERMOMETERS en MAATGLAZEN (onmisbaar bij het maken van boter en kaas), alsmede HOUT-, TOUW MAND- en BORSTELWERK, beste BASCULES, MATEN en GEWICHTEN en KINDERWAGENS. NB. Buskruit (Crèpée N°. 1 en Hagel. KLEINE WINKEL te SCHAGEN. HANDELSDRUKKERIJ. Molenplein 133. AFLEVERING VAN ALLE MODELLEN BOEK- EN STEENDRUKWERK GESCHIEDT SPOEDIG, NET UITGEVOERD EN TEGEN DE LAAGSTE PRIJZEN. V E RBETERD Sedert 31 jaren (1853-1885.) Vervaardigd door A. KLBReERT te P URMEREND E. Bekroond, Juni 1878, te Apeldoorn met Zilveren Medaille. Bekroond te Alkmaar, Sept. 1877, met Verguld Zilveren Medaille. Bekroond te Dordrecht Sept. 1874. Ecuig bekroond fabricaat op de in Sept. 1873 te Amsterdam gehouden Landbouw-Tentoonstelling. Gunstig beoordeeld door een Oostenrijksch verslaggever van dein 1873 te Weenen gehouden Wereld-Tentoonstelling. Bekroond 1862 te 's Hage. Vrij algemeen verkrijgbaar. De ondergeteekende, sedert jaren van bovengenoemd fabrikaat gebruik makende, erkent, dat hij dit fabrikaat om deszelfs deugdzaamheid op hoogen prijs stelt en daarom anderen aanbeveelt. (tr. get.) D. BAKKER, te Purmer. Wie KERBERT's Kleursel-fabrikaat gebruikt komt NIET bedrogen uit, daar het mij bij eene ervaring van meer dan TWINTIG jaren is gebleken, dat het een PRACHTIGE kleur geeft en zeer VOORDEELIG is in het gebruik. Purmer1885. J. H E IJ N I S. Bij de Uitgevers KÜPPERS LAUREY te Haarlem is verschenen en alom verkrijgbaar gesteld de Eerste Aflevering van het Tijdschrift voor beminnaars van Humor en Satire en voor Verzamelaars van Anekdoten, Snedige Gezegden, Extemporé18, enz. Zesden Jaargang. Dit tijdschrift verschijnt in maandelijksche afleveringen van 16 pagina's, royal 8°. duidelijken druk. Twaalf Afleveringen vormen een deel. De inteekenaren ontvangen gratis titel en omslag van eiken jaargang. De prijs van elk deel of jaargang is slechts EEN GULDEN, franco per post EEN GULDEN EN TIEN CENTS. Over dit bedrag wordt bij het einde van eiken jaargang gedisponeerd. Aangemoedigd door het kolossale succès dat de vorige Jaargangen van dit Tijdschrift hebben ondervonden, aar zelen de uitgevers geen oogenblik ook den Zesden Jaargang het licht te doen zien. Het debiet van de vorige Jaargangen heeft de stoutste verwachtingen verre overtroffen. Duizenden exemplaren werden verkocht Reikhalzend zagen de abonné's steeds uit naar de verschijning der nieuwe afleveringen. Inderdaad het Anekdoten Magazijn is een welkome gast in elk huisgezin. Het geeft vroolijkheid aan den droef- geestigen en hernieuwden levenslust aan den zwaarmoedigen mensch. Hij, die van tijd tot tijd eens liartelijk lachen wil (wie onzer zou daarop niet gesteld zijn), abonneere zich op het waarlijk geestige ■^0" Anekdoten-Magazijn. "W Hoogste prus EERE-DIPLOMA Amsterdam 1883. Echte Origineele Eenig depót voor Helder, Nieuwediep en Omstreken: KANAAL WEG, I 118 De gemakkelijkste wijze van betalen; volkomen gratis onderricht. Uitsluitend en alleen te verkrijgen: Alle reparatiën worden door een degelijk Mechanikus soliede en met den meesten spoed uitgevoerd. Ge vraagd, bij J. VAN DER KLOOT, te Eierland (Texel), voor geruimen tijd: Een bekwaam Timmermansknecht. Brieven franco. De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende de maand Augustus zijn als volgt: 29 Augustus Hollandsche mail (uit Amsterdam). 29 Augustus Hollandsche mail (over Marseille). 29 Augustus Fransche mail (over Napels). Laatste buslichtingen aan het Postkantoor te Amsterdam: Ned. mail (uit Amsterdam) brieven 8 u.'s morgensdrukwerken den vorigen avond 8.45. Fransche mail, brieven 4.30 u. 's avonds; drukwerken 2 u. 's av. Fransche mail (Napels) brieven 11 uur 's morgens; drukwerk 10 u. 's morgens. Engelsche mail, brieven 11 u. 's morg.; drukwerken 10 u. 's morg. MMrlitberlolitoii. HOORN, 22 Augustus. Op de Weekmarkt werden de volgende prijzen besteed: Tarwe f 7.a 7.50, Gerst 1' 4.50 a 5, Haver f 3.50 a 4.Witte Erwten f 7 a 8, Groene f9 a 10, Grauwe f 10.50 a 12.Vale f 9 a 12, Karweizaad f 23.25, alles per hectoliter. Paarden f 70 a 200, Schapen 18 a 25, Lammeren f 10 a 16, Kalveren 15 a 22, Varkens f 13 a 19, Biggen f 4 a 9, Kippen f 0.70 a 2.25, alles per stuk Kip-eieren f 3.50 a 3.75 per 100 stuks. Boter 50 a 55 c. per kop. Aardappelen f 2.20 a 2.60, Peren f 1.60 a 2.20, Appelen f 2.a 2.50, alles per hectoliter. Omtrent eene proefneming met Fransche wintertarwe (Blé Rousselin) op de proefvelden der Rijks-Landbouwschool te Wageningen, meldt men het volgende: Er waren gepoot: 1. korrels van den kant, 2. uit het midden en 3. uit de heele aar. Het resultaat was, dat van één korrel uit de middelrij een plant kwam met 58 halmen, van den kantkorrel eene plant met 45 halmen en van één korrel uit de heele aar eene met 33 halmen. Van de korrels uit de kantrijen kreeg men de best ontwikkelde planten. Bij de boerderij der school treft men weêr eene groote hoeveelheid maïs aan, bestemd om als groen voer in te kuilen, waarmeê de vorige jaren zulke beste resultaten zijn verkregen. 16,700 kilogram gras werden reeds voor den a. s. winter ingekuild, terwijl men van de maïs minstens 60,000 kilogram groen voer denkt te bekomen. De tooneelcriticus van den Événement heeft voor zijne afdeeling eenige brieven van beroemde artisten weten te krijgen. Sarah Bernhardt heeft hem van Eaux-Bonnes, waar zij water drinkt, de volgende interessante beschou wingen omtrent haar vak geschreven. „Het tooneel is eene kunst der jeugd. Op den leeftijd van vijftien weet ge niets van het slotwoord, het decoratief, het valsche haar en de claque. Gij hoort hoe de liefde zwijgt, hoe de dapperheid wordt toegejuicht, en gelooft dat (fat alles waar is. Helaas, helaasde zetel van Phèdre is slechts geschilderd hout, Camille's wallen van Rome zijn slechts carton. Hij die liefde zingt is warm. Het zwaard van de held is bot. Het sein tot de verrukking van liet publiek wordt door den chef der claque gegeven. Dat nederstortend van de hoogte hunner droomen, zijn er velen onzer die de vleugelen breken. Maar anderen verheffen zich weer, zweven dan voor altijd in het rijk der fictie, en besluiten dat het, ondanks alles en allen, voor hen eene werkelQkheid zijn zal. Zij spannen zich zonder den moed op te geven iederen dag opnieuw in en overwinnen. Het publiek meent dat, na tien of vijftien voorstellingen, de acteurs hunne rollen verwaarloozen. Ik moet, wat mij betreft, verklaren, dat ik nooit Phèdre gespeeld heb zonder dat ik bezwijmde of mij het bloed in den mond kwam, en na het vierde tableau van Théodora, als ik Marcellus gedood heb, ben ik zoo zenuwachtig, dat ik snikkende naar mijne loge ga. En als ik niet ween, krijg ik eene zenuwaandoening, die veel onaangenamer is voor mijne omgeving en veel gevaarlijker voor de sieraden of vazen, die onder mijn bereik zijn." Sarah Bernhardt's opvatting is dus niet die van Frédé- rick Lemaitre, die koelbloedig al de oogenblikken zijner hevigste uitbarstingen van hartstocht prepareerde, en, om eene heftige scène in te studeeren, tweehonderd stoelen aan stukken sloeg. De schrijver der Haagsche kroniek in de N. A. Crt. zegt: „Een schilder vertelde mij dezer dagen den levensloop van de alom bekende madame Caro, de leeuwentemster, die al onze kermissen bezoekt. Eenige jaren geleden was deze amazone eigenaresse van een estaminet te Antwerpen, dat den sinjoor maar niet aan zijn faro en lambiek wist te ketenen. De zaken gingen niet, toen een vriend, die eenige jaren met een diorama gereisd en er zijne schaapjes mee op het droge had, het echtpaar zocht over te halen, ook hun geluk er mee te beproeven. Men sloot den koop, liet faro en lambiek rusten en toog met het diorama op reis. Ongelukkigerwijze rezen toen die diorama's als uit den grond op, en waar het publiek vroeger heenstroomde, dat werd nu koel voorbijgegaan. Op zekeren dag kwam de echtgenoot van madame Caro op den inval, om een paar apen en papegaaien, die in den dierentuin te Antwerpen verkocht werden, te koopen en die aan zijn minder gezocht diorama te verbinden. Dit pakte, en bovendien bleek madame Caro bijzonderen slag te bezitten om met die beestjes om te gaan en ze kunstjes te leeren. De man zag dit en dacht er het zijne van, totdat hij eens thuis komende tot zijne vrouw zei: „Raad nu eens wat ik gekocht heb!" Madame gaf zich de moeite niet, maar vernam dat mijnheer een jongen leeuw en leeuwin gekocht had. Toen het koopje thuis gebracht was, begon de dame onwillekeurig de beestjes af te richten, en zonder eenige aangeleerde methode, met haar vrouwelijk instinct voor temmen, wist zij dit paar zoo meesterlijk te drillen. Nu volgde de eene leeuw op den anderen en zoo is madame beroemd geworden. Rijk zou zij eveneens zijn, indien hare. pensionaires, door het gebruik van slecht vleesch, niet reeds herhaaldelijk het tijdelijke met den „leeuwenhemel" ver wisseld hadden.' Over den jeugdigen reiziger, den heer D. D. Veth, wiens overlijden op 35jarigen leeftijd dezer dagen is gemeld, schrijft een zijner vrienden aan 't Rott. N.blad 't volgende „Veth was van het ware hout, waaruit men ontdekkings reizigers snijdt. In zijn jeugd een echte wildzang, voerde hij de stoutmoedigste toeren uit en gaf al vroeg het ver langen te kennen, dat de studie zijns vaders in hem ge boren deed worden, om op ontdekkingen uit te gaan. Zijn onversaagdheid, die vaak aan roekeloosheid grensde, was echter oorzaak dat prof. Veth dit verlangen volstrekt niet aanmoedigde, ja veeleer tegenwerkte. De professor wist te goed aan welke gevaren een ontdekkingsreiziger bloot staat, ook zonder die te zoeken, om niet te vreezen dat een zoo onverschrokken jonge man als zijn zoon was voort durend in levensgevaar zou verkeeren. Toegeven is echter in den regel het einde van een dergelijk verzet; men doodt geen zucht, die zoo geheel uit de natuur voorkomt. Alvorens Afrika tot liet terrein zijner onderzoekingen te nemen, is de wetenschappelijk zeer ontwikkelde en door de natuur rijk begaafde jonge man naar Indië geweest en heeft hij voornamelijk de onbekende landen van Sumatra bereisd. Eens, terwijl zijn reisgenooten aldaar van de vermoeienissen uitrustten, besloot Veth, die van geen vermoeidheid wist, nog eens op eigen gelegenheid in den omtrek te gaan jagen. Met zijn geweer onder den arm, verwijderde hij zich en... verdwaalde. Zijn vrienden zochten hem, maar geen spoor was te ontdekken. Zonder proviand was de roekelooze ver dwenen en 't ergste stond te vreezen. Twee dagen en twee nachten bleef hij zoek; zijn vrienden gaven den moed reeds op, toen een van hen plotseling in de verte iets wits onwaarde. Dat kon niet van een in boorling zijn! Men ging er op af en... vond Veth, die een bad had genomen en zeker kleedingstuk in een boom ge hangen had om te drogen. De vrienden waren veel uitgelatener over het weer vinden dan Veth zelf, die zich geen oogenblik bezorgd had gemaakt. Alleen verhaalde hij, den vorigen ochtend toch wel een zonderlinge gewaarwording gehad te hebben, toen hij ontdekte dat hij zijn leger van varens en bladeren ge deeld had met een reusachtige slang, die hij zoo vrij was geweest te dooden en nu aan zijn vrienden toonde. Zoo was Veth in alles; vrees kende hij niet. De houtwol, ook wel „wollin" genaamd, is een tot fijne vezels verwerkt hout van dennen, soms ook wel van linden, beuken, wilgen en essen, waarvan alleen beste uitgezochte van jonge stammen gebezigd worden. Het worat voor namelijk voor pakmateriaal gebezigd en o. a. door de firma F. J. Ziflerer te Weenen vervaardigd en in den handel gebracht. In Europa is de houtwol nog weinig bekend en in gebruik, doch in Amerika is het reeds sedert vele jaren een zeer gezocht product en het heeft, voor eenigen tijd in Frankrijk en Engeland ingevoerd, daar een aan merkelijke verbetering in de wijze van verpakking te weeg gebracht. De voordeelen der houtwol als pakmateriaal tegenover hooi, stroo en dergelijke vallen duidelijk in het oog. O. a. neemt het door de buitengewone lichtheid en droogheid bij gelijk gewicht ongeveer het drievoudige volumen van hooi in, is niet duurder dan dit en goedkooper dan papier snippers. De genoemde firma levert het in 5 verschillende soorten van fijnheid, zoodat het zelfs watten en zijdepapier vervangen kanverder in platte ronde, driehoekige, breede of smalle vezels, tevens reukeloos en vrij van hars of zuren, al naar men verlangt. Ook tot vulling van matrassen en zittingen is de houtwol met voordeel te gebruiken; het breekt niet, is zeer elas tisch, vrij van stof en houdt door zijn harsgehalte het ongedierte verwijderd. Matrassen met houtwol gevuld onttrekken aan het lichaam geen warmte, trekken geen vochtigheid aan, zijn in den zomer koel en mogen daarom met recht gezondheids-matrassen heeten. Ook als strooisel in paardenstallen wordt de houtwol gebruikt; verder als opzuigings- en smeermateriaal aan de asbussen van spoorwegwaggons; van bepaalde houtsoorten gemaakt tot het filtreeren van vloeistoffen, en eindelijk, gekleurd, tot de meest verschillende doeleinden bij ver pakking. De houtwol wordt door middel van zeer zinrijk samen gestelde machines bereid, waarbij het hout door een aantal loodrecht en parallel loopende messen gekerfd wordt en de zoo losgemaakte vezels door horizontaal daarover loopende schaven afgeschaafd worden. De breedte der vezels loopt uiteen van 1 tot 1/40 millimeter. Verpakt en geperst wordt het in balen, van 25 kilogram gewicht en die 1/3 kub. meter ruimte innemen, verzonden. Zoo ingepakt, levert de houtwol veel minder gevaar op in brand te geraken dan hooi, stroo of papier, en zij laat zich bij groote zuiverheid en weinig plaats vereischend, gemakkelijk in iedere lokaliteit bergen. Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 4