HELDERSCHE EV 1V1EITWED1EPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Heliands Noorderkwartier. 1885. N°. 103. Vrijdag 28 Augustus. Jaargang 48, BEKENDMAKING. 21> DE TROÜW MET DE KARBONKELSTEENEN. ..Wij huldigen hot goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post - 1.20. Uitgever A. A. BAKKER BUREAU: MOLENPLEIN. Cz. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. De BURGEMEESTER der gemeente Helder maakt bekend, dat in het tijdvak van 31 Augustus toten met 19 Septembera. s., van 's morgens 9 uur tot zonsondergang (met uitzondering van Zondag) van het iorl op de Harasens. de schietproeven met het geschut zullen worden hervat in de richting van de Westhoek van de Hortalsmede in de richting van de vlakte genaamd Lutjeaicaard. Óp de dagen, dat gevuurd wordt, zal dit worden aangeduid, door twee roode vlaggen, en wel ééne op de batterij Wier hoofd en ééne op het Zeefront van het fort Erfprins, terwijl tevens op de Onrust een waarschuwingspost zal worden geplaatst. Helder, '25 Augustus 1885. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. Binnenland.. De heer H. J. Van der Mandele vestigt in de Amster dammer in twee artikelen met het opschrift «De Rijks- Marinewerven" de aandacht op eenige over het door eene commissie voor eene reorganisatie van het beheer der Rijkswerven uitgebracht rapport in de Militaire Spectator verschonen hoogstbelangrijke beschouwingen van den luit.- kolonel der genie Gijsberti Ilodenpijl. Indien de vraag, of 's lands belang de instandhouding eener Rijkswerf van aanbouw en herstelling vordert, ont kennend moet worden beantwoord, dan is al het overige werk der commissie vrij doelloos geweest. Op dit terrein had de eerste slag moeten worden geleverd, doch de com missie heeft dien ontweken. De heer Hodenpijl komt tot becijferingen en rekent voor, dat, wanneer de Rijkswerven werden opgeheven en aanbouw en herstelling door de particuliere industrie werd verricht, de daardoor verkregen bezuiniging ongeveer een half millioen zou bedragen. Naar de meening van den heer v. d. M. moet dit cijfer zelfs nog belangrijk hooger zjjn. Men lette b. v. op den grooten magazijns-voorraad, alsmede de jaarlijksche waarde-verinindering van dezen voorraad. In den ontzettend grooten ijzer-voorraad, volgens den schrijver voldoende, wat liet gewicht betreft, om zes stoomschepen 1ste klasse te bouwen, is op dit oogenblik, wat de soort aangaat, zelfs geene voldoende hoeveelheid jyzer voor den bouw van slechts één schip te vinden. Ook wordt op particuliere werven niet zoo onbedachtzaam met Naar het Duitsch van E. MARLITT. Het gevulde glas werd onaangeroerd weer op de tafel gezet, em een byna onmerkbaar glimlachje vloog om de lippen van den nader tredenden man. „Dan zal men zeker nog wel streng recht spreken over den ••ader, die zyn dochter vyf jaar laug van zich verwijderd heeft gelaten?" vraagde hy nog steeds lachend, maar met dat zenuw achtig trekken van de onderlip, dat bij hem altyd een teeken van inwendige ontroering was. Zij sprong op en vlyde zich tegen hem aan. „Ocb, dat is immers geheel iets anders!" protesteerde zij levendig. //Uw wildzang was ten allen tijde onder uw bereik, en hoe vlijtig hebt gy haar bezocht en naar haar omgezienGij l>ehoeft het verlangen ook maar uit te spreken, en ik blijf hij u, ■>u en voor altyd! De vader van den kleinen Lenz echter //Voor altijd!" herhaalde de handelsraad. //Hij hield zich of hij de laatste woorden niet had verstaan en sprak luid en schielijk. ,,Voor altyd? Kind hoe kort het duurt, dan komt er een wervelwind uit het Mecklenburgsche en dan waait myn kleine neeuwvlok weg, ook voor altijd!" „Zij vcrwyderde zich, en haar gelaat werd somber. „Ach, weet gy dan ook reeds? Wat hebben die goede menschen er toch een haast mee!" „Wie meent gy daarmee?" „Nu, wie anders dan grootmama en oom Herbert, den hoog edel gestrengen heer landraad!" Zy streek met vermakelijke drift met de handen door het haar en verwijderde het van haar voorhoofd. „Ontzettend! Nu hebben zij bij u ook al mijnen aangelegd en het is nog geen vier-en-twintig uur geleden dat hun het praatje van tante Elise ter oore is gekomen!.... Nu ja, ik moet zoo spoedig mogelijk bezorgd zynZij hebben nu juist een adelyke in de familie noodig, een nieuwe glorie voor onzen naam, eenige wolken wierookdamp, die onze eenvoudige familie in een dichten nevel hullen en daartoe zal het arme offerlam, Margaretha, geslacht worden... Maar dat gaat zoo vlug niet!" Zij lachte ondeugend. „Eerst moeten zij het meisje hebben, eer zij het kunnen binden, Oom Herbert „Wat hebt gij toch een zonderlinge gedachte van uw oom!" viel hij haar in de rede. „Die heeft ons, Lamprechts, niet noodig; het zal hem tamelijk onverschillig zyn welken naam gij later draagt. Die wil alles door zichzelf. Hoe menigeen lydt schipbreuk door deze overtuigende uitdaging juist in onzen tyd, nu elk streven van een enkel persoon in één groote alge- meene krachtsinspanning moet opgaan is het gevaarlijk, bijna strafvaardigMaar hij mag zich dat veroorloven. Hij is een zondagskind, wien ongevraagd alle handen worden toegestoken, al wijst hy ze ook ruw af. Ik geloof, dat hij zelfs met het oog op zijn huwelyk .nog altijd onderzoekt, of de schoone Heloïse hem toch niet meer zal aanbrengen, dan hy haar geeft van daar zyn talmen." „OnmogelijkZy schudde ougeloovig en verbaasd het hoofd, doeg de handen ineen en lachte. „Maar dat is immers juist het maken van nieuwe inrichtingen te werk gegaan. Welk industrieel bouwt b. v. eene stoomzagerij, die het voor- deeligst werkt, wanneer die niet wordt gebruikt? Waar zou men een pantsergloeioven bouwen, welke slechts één maal gebruikt werd voor eene vertooning, waarbij eene zware pantserplaat voor goed bedorven werd? Waar zou men eene kostbare inrichting doen verrijzen tot bet ver zinken en verkoperen van pantserplaten, welke nimmer gebruikt, ja zelfs niet eens geheel afgebouwd werd? Waar richt men eene loskraan op om zware goederen uit vaar tuigen te lossen, wanneer eenige maanden later het water om die kraan wordt gedempt? Te Soerabaia werd uitbetaald aan arbeidsloonen ruim 527,500 gulden en alleen aan tractementen voor directie en toezicht ruim 184,000 gulden, of bijna 29 pCt. Voor het etablissement te Onrust bedroegen die cijfers respec- tivelijk 201,300 gulden en 76,500, of ruim 26 pCt. Voeg hier nu bij de jaarlijksche rente van kapitaal van aanleg en de afschrijvingen, kosten van onderhoud, uitzending enz. en last not least van nieuwe werken. Waarlijk, de commissie zou geen overbodig werk hebben verricht, indien zij ook eens eenige becijferingen in dezen geest betreffende de werven in Nederland had gemaakt. Doch gesteld al, dat men tot eene beslissing was ge komen in den geest van den minister van Marine, dan mist bet uitgebrachte rapport eene goede militaire basis, namelijk eene juiste omschrijving der taak, welke in tijd van oorlog aan de zeemacht zal worden opgedragen. Doch de beer Gijsberti vult in zijn geschrift de door de commissie gelaten leemten aan. Hij wijst de plaats aan, waar de arsenalen moeten gelegen zijn en boe de zeemacht daarbij moet worden ingericht. Op die wijze is de arbeid logisch. De behandeling eener dergelijke zuiver militaire aange legenheid laat de beer v. d. M. aan de vakbladen en des kundigen over. Een paar andere punten brengt bij nog ter sprake. Bij eene afschaffing der Rijkswerven van aanbouw en her stelling zal de particuliere industrie die taak op zich moeten nemen; betgeen evenwel geen bezwaar kan ople veren. Van zelve komt bier dan evenwel de vraag ter sprake, of de wijze, waarop tot beden door bet Departe ment van Marine bij de particuliere nijverheid steun werd gezocht, niet aan eenige bedenking onderhevig is, en dan moet de heer v. d. M. die verkeerd noemen; hoe eer hoe het tegenovergestelde van hetgeen de wereld van hem zegt „De wereld!" Ik zou den man wel eens willen zien, die er zich op kon beroemen te weten wat hij denkt! Ja, in den ge- zelligen omgang heeft hij aangename, voorkomende maniermaar dit schijnbaar aangename gaat niet verder dan het uiteriyke, zooveel weet ik! Hij is door en door standvastig cn zich van zijn doel bewust. Ik benijd hem zijn koel verstand, o, zoozeer!" Hij zuchtte zwaar, ledigde in een teug een glas wijn en zcide toen: „Die karaktertrekken dragen hem en hebben hem altijd boven zich naar de sterren doen grijpen." De hemel beware mij, papa niet altijdviel zij hem lachend in de rede. „Er is ook een tijd geweest, dat hij is afgedaald en naar de bloemen heeft gegrepenDe schoone Blanka Lenz met de lange, blonde lokken, weet gij nog wel?" Zij verstomde door den hatelijken lach, dien haar vader plotseling deed hooreu. En nu liep hij weer zoo gejaagd en met zulke zware schreden heen en weer, dat de oude vloer onder zijne voeten kraakte. De handelsraad liep geruimen tijd zwygend in het stille vertrek op en neer, totdat hij weer voor Margaretha bleef staan. Toen verschrikte zij. Zijn gelaat was vuurrood en de oogen stonden weer even wild als gisteren, toen hij het portret der schoone Dora tegen den muur had gezet. „Afgedaald!" Ja, afgedaald zeidet gij zoo niet?" Hij strekte den wijsvinger naar haar uit. „Ziet gij wel, dat gij met uw stelsel van gelijkmaking nog niet vergevorderd zijt? Wat weet zulk een klein meisje ookvoegde hij er schouderophalend bij en streek driftig met de hand door het haar. „Mijn Marga retha zal dus barones Billingen worden!" voegde hij er na een pauze bij. 't Is mij wel! Ik kan er trotsch op zijn! Ik zal dan al de oude heeren in de zalen onder de oogen kunnen komen en zeggen: „Ziet hier, het is mijne dochter, die de adelijkc kroon in onze familie brengt!" hij zweeg en klemde de tanden op elkander, en Margaretha, die in den beginne beleedigd was opgesprongen vatte hem plotseling in den arm en staarde hem glimlachend aan. „Nu, neem dan de barones uw dochter, gij trotsche papa, en geleid haar! Maar langzaam, niet zoo in den stormpas, zoo als gij zoo daareven hebt geloopen!" zeide zij en streek hem met zachte hand over het gerimpelde voorhoofd. „Gij zyt mij daar veel te rood dat bevalt mij nietZoo een, twee, een, twee altijd in den pas! En als gij meent, dat het mijn overtuiging is, als ik zoo speek als mijn oom, dan vergist gij u een beetje... Een man, die eindelijk zijn bruid aan een vorstelijk hof zoekt, is met zijn eerste liefde tot de dochter eens armen schilders afgedaald" zoo oordeelt de zoogenaamde wereld, en hijzelf, van zijn tegenwoordig standpunt uit, zeker in de eerste plaats- Met uw klein meisje en haar beginselen moogt gij echter niet zoo den spot drijven, ondeugende papa ik neem het verwijt van onstandvastigheid zeer kwalijk! Ik zou Blanka Lenz niet vergeten hebben voor de Pommcrsche schoonheid daar ginds in den Prinsenhof al is zij nog zoo blozend en weelderig van vormen De schoone schildersdochter was toen het ideaal van mijne ont vankelijke kinderziel! Mijn hart begon altyd te kloppen, als zij plotseling op de galerij verscheen, zoo frisch en bevallig, zoo onbeschrijfelijk lieftallig als een fee uit een spookje! Die zou ik met vreugde, tante genoemd hebben by de hertogelyke nicht liever, onafhankelijk van eene beslissing, in zake de werven te nemen, moet die worden verlaten. Er werd toch nimmer overgegaan tot openbare mededinging; het Departement van Marine droeg de uitvoering, tot een niet openbaar gemaakten prijs, ondershands aan de eene of andere fabriek op, en het getal van hen, die op deze wijze in de gunsten van het departement deelen, is betrek- kelijk klein. Het kan niet anders, of dat handelen moet op den duur schadelijk werken, zoowel voor den Staat als voor den industrieel. Waarom worden alle andere werken voor den staat, zoowel voor Nederland als voor zijne kolo niën, als: gebouwen, waterbouwkundige werken, forten, spoorweg- en bruggenbouw en dergelijke gegund na open bare aanbesteding en waarom zijn oorlogsschepen met het geen daartoe behoort alléén daarvan uitgesloten? Een tweede punt is het tweede voorstel van den heer Gijsberti Hodenpijl, namelijk om het tegenwoordige terrein der Rijkswerf te Amsterdam te bestemmen voor bouw terrein en een nieuw Marine-arsenaal, geheel ingericht voor eene snelle mobilisatie onzer zeemacht, aan de noord zijde van het IJ te stichten. Hiermede stemt de heer v. d. M. in. Indien de Rijkswerf van aanbouw kan worden opgeheven, treedt daarvoor in de plaats het Marine-arsenaal. Wordt voor het Marine-arsenaal eene plaats aan denoord- zijde van het IJ aangewezen, dan kan het geheel in ver band met zijne bestemming worden ingericht. Kostbare en zware werktuigen behoeven nu niet meer te worden over gebracht, en hoewel het Rijk dan vervalt in aankoop van terrein op de nieuw aangewezen plaats, zoo komen daaren tegen de gronden en wateroppervlakte, waarop thans de werf gelegen is, als bouwterreinen beschikbaar, en als zoodanig hebben die door hunne gunstige ligging, ook ten opzichte der spoorwegen, groote waarde. De heer G. H. be handelt dit onderwerp in zijne beschouwingen niet alleen van een militair, doch ook van een industrieel standpunt, en knoopt daaraan vast de verbetering der haven van IJmuiden, op eene wijze, welke, naar de heer v. d. M. aanmerkt, de aandacht van allen, die daarin belang stellen, in de hoogste mate verdient. Ook de financiëele zijde van het vraagstuk wordt dooi den heer G. H. niet vergeten, en hij komt tot het besluit, dat door de vestiging van het arsenaal aan de noordzijde van het IJ ook nog kan worden overgegaan tot het maken van eene dergelijke inrichting in het zuiderfrontier, ter vervanging van de werf te Hellevoetsluis; welk établis- zal ik het natuurlijk bij een diepe buiging en de vraag naar de gezondheid van hare genade moeten laten Zij sprak met die mengeling van luim en ernst, die haar ge- heele wezen karakteriseerde, en haar vader ging in het lang zame tempo, dat zij had aangegeven, naast haar. Zijn hoofd was diep voorovergebogen, als ware hij in gedachten verzonken en alsof hy nauwelijks naar haar luisterde; maar zijn hart klopte hevig tegen haar arm kalm was hij niet. „En nu in ernst er is niets van aan van de barones uwe dochter, papa, werkelijk niets dat zou een te groote dwaas heid zijn!" ging zy op denzelfden toon voort. Ik vraag u: wat doe ik met den naam, als ik mijn geheele zijn en wezen, zooals ik eenmaal ben, daarvoor moet prijs geven? Een slechte ruil!... De goede Hans Billingen houdt misschien wel van mij ik denk het maar, omdat hij voor het oogenblik zijn verstand zoo geheel heeft verloren, dat hij in allen ernst om mijn hand vraagt, maar een te laat berouw zou voor hem niet achterwege blijven, daar ben ik van overtuigd! De lange, dikke Goliath is een lafaard, die geheel onder moeders pantoffel zit, cn deze mama is even stevig en flink gebouwd als de zoon en ver beeld u nu uw schrale Margaretha daar tusschen, verbeeld u, hoe de op haar adel trotsche schoonmoeder de eene veer na de andere uit de vleugels trekt, opdat zij nooit weer terug kunnen naar het ouderlijke nest en de voorname wereld den koekoek niet aan zijn vederen zal herkennen... En zouden de oude heeren daarboven zich verheugen over den blos op de wangen van mijn schoonmama? Geloof dat niet! Zij zouden even goed voor de adelijke kroon bedanken als ik!" Zij bleef staan, plaatste zich voor hem en legde haar handen op zijn schouders. „Nu, papa," smeekte zij, „gij zult mij toch niet plagen gelijk de anderen doen? Zult gij uw sneeuwvlok laten dwarrelen zooals zij wil! Ik ben toch ook oud genoeg, om mijn weg zelf te vinden!" Hij streek met de hand over het hoofd, dat zich tegen zijn borst drukte. „Neen, ik dwing u niet, Margaretha," antwoordde hij met een zachtheid, die haar trof. „Jaren geleden zou ik al mijn invloed hebben aangewend, om u over te halen; maar ru wil ik u niet verliezen, want gij zoudt voor mij verloren zi_ in de familie, zooals gij haar afschildert, dubbel verloren, zooals de verhoudingen thans zijn... De storm daarbuiten klopt in mijn binnenste van een dweepzieken prediker, en ik ben moede en afgemat. Ik heb mijn kleinen kameraad noodig met haar heldere oogen, haar streng rechtsgevool misschien wel zeer spoedig, Margaretha. „Afgesproken!" riep zij en schudde hem de hand, krachtig en hartelijk, evenals een krijgsmakker. „Nu ben ik gerust, papa! Juist thans, nu zoo menigeen van onzen stand, angstvallig bukt en kruipt om tot zijn eigen schade het oude, vermolmde op nieuw te helpen schragen, is eeu krachtig levensteeken van den burgertrot9 noodig, al was het ook maar van een meisje... En nu wil ik heengaan en een glas frisch water voor u halen. Uw gezicht begint hoe langer hoe meer te gloeien. Hij hield haar tegen met de opmerking, dat hij op zijn kamer een geneesmiddel had tegen deze aanvallen van duizeligheid, die hem telkens overvielen. Met brandende lippen kuste hy haar op het voorhoofd en ging naar buiten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1