wal en voor 6 aan daarin te maken ducd'alven, en ver bonden worden met het spoorwegnet. De kosten van aanleg, met inbegrip van den aankoop van een benoodigden polderdijk, zullen bedragen f 500,000. Een groot, steeds dreigend gevaar zal hierdoor voor de scheepvaart worden afgeweerd. Tengevolge van het overlijden van den heer Gerrit Bruin, is in ecne op jl. Dinsdag gehouden vergadering van den Raad der gemeente Sint-Maarten in diens plaats tot wethouder aldaar benoemd de heer Klaas Blom Dz. In den tuin van den heer A. De Wit, te Sint-Maarten, staat thans een amandelboom, rijk met vruchten beladen, zeker iets zeldzaams in onze noordelijke streken. De te Nieuwe-Niedorp bestaande Gymnastiek-Veree- niging Hercules gaf jl. Maandag avond eene aangename afwisseling in de overigens vrij eentonige kermispret, waar aan zich de liefhebbers gedurende de eerste helft dezer week kunnen vergasten. Opgericht in het laatst van Augustus des vorigen jaars, gaf Hercules eene eerste open bare uitvoering in het lokaal van den heer R. Swagerman. De stand-, loop- en orde-oefeningen, de oefeningen aan de ringen, aan de brug en aan den rekstok werden onberis pelijk uitgevoerd en bewezen, dat de Vereeniging, onder leiding van den heer De Ruyter, hoofd der school in de Moerbeek, het eerste jaar van haar bestaan niet werkeloos heeft doorgebracht. Het is dan ook te wenschen en te verwachten, dat nog meerdere jongelieden lust en opge wektheid hebben, zich daarbij aan te sluiten. Dezer dagen werden weder voor Amerikaansche rekening aangekocht en jl. Maandag verscheept 21 stuks vee, waaronder de stier Hendrik II van den heer S. De Jongh te Oudorp, terwijl de overigen afkomstig zijn van den heer jhr. mr. P. Van Foreest te Heiloo. Een ingezetene van Assen heeft dezer dagen aan den heer Esser te 's Hage voor de Vrije Universiteit ruim f 2 gezonden, als opbrengst van verkochte eieren, die zijn kippen uitsluitend des Zondags gelegd hadden en die hij daarom „voor den Heere had afgezonderd.Nu de man het begrip van Zondagsrust niet op de dieren kan toepassen, wil hij voor 't minst hun werk tot een goed doel doen strekken Jl. Zondag morgen is na aankomst van het mail stoomschip Prinses Elisabeth te Vlissingen bespeurd, dat een der passagiers in zijne hut door een beroerte getroffen en daaraan bezweken was. De overledene was de heer Teixeira de Mattos, te Baarn, lid van de firma van dien naam te Amsterdam. Zijn 13jarige zoon, die bij hem in de hut vertoefde, had van 't droevige feit niets bespeurd. Het stoomtramvervoer naar Scheveningen bereikte in Augustus, sedert het zes-jarig bestaan van dit middel van verkeer, het hoogste cijfer, te weten een passagiers aantal van 265,220. Te Deventer werden in de vorige week eenige lande rijen der gemeente voor den tijd van 9 jaar in het open baar verpacht. Zij brachten 17 percent minder op dan bij de laatste verpachting, zijnde in 1876. Jl. Dinsdag werd aan den Raad der gemeente Vlis singen overgelegd de begrooting voor 1886, sluitende in ontvangst en uitgaaf op f 252,456.85. Onder dat bedrag is f 100,000 begrepen om op prolongatie te zetten, terwijl de post onvoorziene uitgaven op f 1738.31 is bepaald. Men schrijft aan de Leidsche Crt. „Naar het zich laat aanzien, zal het gewonnen hooi dezen winter wel te pas komen, want op vele plaatsen is reeds daarvan aan het vee gevoerd, dat in het weiland gebrek had aan gras. Dat gebrek heeft veroorzaakt, dat er dan ook nergens nahooi kon gewonnen worden, hetgeen mede den boer een streep door zijne rekening maakt. Het grootste gedeelte van Augustus was dor en koud, de zoo dikwijls hevige noordenwind benam daarbij allen groei, en de nacht vorsten, die in deze maand onstaan zijn, hebben veel kwaad gedaan. Er drijven op den duur uit het noorden hagel wolken. Sommige boeren rekenen nu, om het wintervoeder aan te vullen, op de beetwortelen, die, hoewel bij gemis van regen niet zwaar van stuk, als pulp aan het gestalde vee gevoerd worden. Doch een rechtgeaard boer gebruikt geen gemale beeten of pulp, maar laat de suikerbieten aan die fabrieken over, daar dit voedsel de opbrengst van melk vermeerdert ten koste van de hoedanigheid. De emmer wordt wel rijkelijk gevuld, maar de melk is dun. Bracht nu September nog wat milder weer met vocht, het gras zou wel groeien, en het vee kon waarschijnlijk langer geweid worden dan menigeen verwacht. Zooals het thans met den landbouw gelegen is, gaat het ver van voordeelig. De zware ijsbergen, die als heele dorpen in zee ronddrijven, en zooveel koude geven, hebben het ons gedaan, redeneeren landbouwers." Dr. Mezger, die gedurende de maand Augustus af wezig was, heeft zijne praktijk te Amsterdam hervat. Reeds dadelijk hebben tal van vorstelijke personen en hoogge plaatste personages zich onder zijne behandeling gesteld. Tot dat doel zijn o. a. aan het Amstel-Hótel afgestapt: Prins Heinrich VII Reuss, Prins Peter van Oldenburg, Prinses Bagration Mouchrensky, Prinses Palavicini, Prins Cantacigène, Prinses Bibesco, Graaf Polovtsofi', secretaris van den Raad van State in Rusland, Prins Galitzin, duchesse de Beauffremont. Te Haarlem en te Zwolle hebben de laatste avonden eenige wanondelijkheden onder het volk plaats gehad. de lijkkist had aller gevoel pijnlijk aangedaan. Er werd geen woord meer gesproken. Buigend werd afscheid genomen, en dadelijk daarop reden de rijtuigen in alle richtingen heen.... „Dat gij ook zoo vroeg weg moest, Baldewijn!" mompelde de oude ambstraad op smartelyken toon. ;/God, heb medelijden met de arme lieden, over wie de onbarmhartige jongen nu de macht bezit, die onder zijn juk moeten buigen!" De oude heer was met zijn kleindochter alleen in de vestibule achtergebleven, terwijl de overigen de vertrekkenden naar buiten geleidden. „Komaan, maak er een einde aan. Margaretha! Wees moedig!" vermaande hy haar op smeekenden toon, terwijl hij de lokken streek der schreiende, die in bittere smart verzonken bij de lijkkist neerknielde. Zij kuste de koude hand het was haar toch, als mocht zy de kus van den kindermond niet van de lippen des dooden wegnemen toen stond zij op en ging aan de hand van haar grootvader naar de aangrenzende kamer. „Zie zoo, mijn lieve Margaretha, het moeielijkste is volbracht zeide hij. „En ga nu in Godsnaam voor een paar weken naar Berlijn terug. Daar komt gij het eerst weer tot uzelven, en het arme geplaagde hoofd leert ge daar weer opheffen.... Maar denk dan ook aan uw grootvader. Het zal daar buiten in ons lief Dambach wel eenzaam worden, want hij komt er niet meer!" de witte knevel ging krampachtig op en neer. „Voor my was hy een goede zoon, myn kind; ofschoon zyn innerlijk leven voor my altijd een gesloten boek is geweest en gebleven." (Wordt vervolgd.) Te Midlaren (Groningen) is liet huis van Jacob Stel afgebrand, waarbij zijne drie kinderen, een meisje van 8 en twee jongens van 8 en 6 jaar, jammerlijk zijn omge komen. Groot is de droefheid over deze ramp. Kenmerkend voor onze tegenwoordige maatschappelijke toestanden mogen het aantal en de kwaliteit der sollicitanten genoemd worden, die naar de betrekking dingen van direc teur van het gesticht „Calvariënberg" te Maastricht. Het baantje behoort niet tot de gemakkelijkste en geeft f 1400 en vrije woning. Het bnrgerlijk armbestuur te Maastricht zit, volgens het Venloo's Weekblad, in de uiterste verlegenheid, niet omdat er zich te weinig, maar omdat er zich te veel sollicitanten hebben aangemeld. Er zijn in het geheel 138 (zooals nog later vernomen werd, 150). Van de 138 eerste zijn: onder wijzers 28, officieren en ambtenaren uit Oost-Indië 16, zeeofficieren 3, officieren van 't Nederlandsche leger 4, onderofficieren van 't Nederlandsche leger 5, comptabelen en uit administratie 28, verschillende betrekkingen 20, zonder antecedenten 34. Gemeenteraad van Zijpe. Zitting van Dinsdag 1 September 1885. Aanwezig alle leden. Onmiddellijk na opening der vergadering wordt aan de orde gesteld de beëediging der nieuwbenoemde leden, de heeren Schuit, Francis en Zijp. Hieraan volgens de voorschriften voldaan zijnde, feliciteert de Voorzitter de herbenoemden; hij doet uitkomen, dat hunne herkiezing bewijs levert van de tevredenheid der burgerij over de wyze, waarop zij tot heden hun mandaat als raadslid vervulden en twijfelt niet of ook voortaan zullen zij zich aan deze vrijwillig aanvaarde verplichtingen met ambitie blijven wijden. Op uitnoodiging van den Voorzitter leest de Secretaris de notulen die met algemeene stemmen worden goedgekeurd. Naar aanleiding van eenige aanmerkingen, in de vorige ver gadering gemaakt ten opzichte van de rekening van het Weeshuis, deelt de heer Zijp mede, dat de binnenvader en moeder over deze zaak zijn onderhouden, dat deze zich in huishoudelijke zaken voortaan geheel naar de instructiën der regenten zullen gedragen, en dat hij grond heeft dat voortaan dergolijkc klachten geen recht van bestaan meer zullen hebben. Daarop wordt door den Voorzitter medegedeeld, dat de heeren Jb. Zeeman en J. Bos de betrekking als lid der Schoolcommissie hebben aangenomen, en dit college nu voltullig is. Aan elk der raadsleden wordt een afschrift aangeboden van het ontwerp der begrooting voor 1886, met verzoek daarmede voorloopig kennis te maken, opdat in een volgende vergadering de behandeling plaats hebbe. Aan de orde is verderbenoeming van een ambtenaar van don burgelijken stand. Met algemeene stemmen min óón blanco, wordt als zoodanig de heer Zijp herkozen. Deze verklaart zich bereid die betrekking te blijven waarnemen. Bij de nu volgende rondvraag wenscht de heer Nobel aan het oordeel de vergadering te onderwerpen de vraagof het met het oog op de vermindering, die het inkomen van vele belasting- betalenden heeft ondergaan, niet wenschelijk ware eene wijziging te brengen in de wijze waarop tot heden de hoofdelijke omslag wordt vastgesteld. De Voorzitter verzoekt den heer Nobel om, wanneer eenige verandering hem raadzaam voorkomt, daarvan een voorstel te maken, opdat de vergadering in de gelegenheid zij daarover te oordeelen. De heer Nobel bedoelt, dat, nu de tijdsomstandigheden veroor zaken het minder worden van de verdiensten in het algemeen, weldra gegronde klachten zijn te verwachten van lieden, die, naar den tegenwoordigen grondslag berekend, te veel betalen. Daaromtrent zou hij willen voorstellen om voortaan b. v. in plaats van 2 pCt. 3 of 4 pCt. te heffen. Want het bedrag dient er evenwel te komen. Aangezien de discussie over deze zaak natuurlijk slechts voor loopig kon zijn, vervolgt de Voorzitter na eenige re- en dupliek de rondvraag en sluit, aangezien niemand meer het woord ver langt, de zitting. Gemeenteraad van Schagen. Zitting van Woensdag 2 September. In deze zitting was in de eerste plaats aan de orde de beëedi ging en installatie der herkozen Raadsleden, de heeren C. Smit, Jb. Stammes en H. B. Voorman. Na afloop dezer plechtigheid, werden de notulen gelezen der twee laatste vergaderingen, en werd, na goedkeuring daarvan, overgegaan tot de benoeming van een Wethouder, ter voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding als Raadslid, van den heer Smit, waardoor deze tevens had opgehouden Wethouder te zijn. De heer Smit werd herbenoemd, en verklaarde die benoeming aan te nemen. Mededeeling geschiedde daarna van u. Missive van heeren Gedep. Staten, waarbij ter uitreiking werd toegezonden, de beschikking van dat Collegie op een bezwaar schrift van den heer K. W. Van Sandich, in zake diens aanslag in den hooidelijken omslag. De Voorzitter deelde den Raad mede, dat die beschikking afwijzend was geweest. Aangenomen voor kennisgeving. b. Van het Bestuur der Landbouw-Societeit „Cercs," waarby dit den Raad bericht niet bevoegd te zijn, naar aanleiding der statuten van de vennootschap, om te treden in des Raads voorstel, tot het aangaan eener huur-overeenkomst met de gemeente, voor het gebruik van het Beurslokaal als botermarkt, en mitsdien mocht blijven percisteeren by haar reeds in den aanvang dezes jaars gedaan verzoek, om, voor het loopend jaar, van de gemeente, als tegemoetkoming in de door dat gebruik vermeerderende onder houdskosten, eene tegemoetkoming te mogen genieten, groot f 50, welke tegemoetkoming werd verleend. Gelezen werd vervolgens een adres van het Bestuur onzer Harddraverij-Vereeniging, waarbij dit, onder mededeeling dat alhier harddraverij zal worden gehouden op Dinsdag 22 dezer, verzocht, het vrije gebruik der gedempte gracht daarvoor, politie- adsistentie van gemeentewege, afsteken vati het vuurwerk op dien dag, enz. enz., welke verzoeken werden gefiatteerd. De Voorzitter deelde daarna mede, dat, tengevolge der veran derde inrichting van het openbaar lager onderwijs alhier, wyziging der instructie voor het onderwijzend personeel noodig was geworden en dat B. en W.mitsdien eendesbetreffendconcepthaddenontworpen. Na de voorlezing daarvan, bleek geen der Raadsleden daarop eenige aanmerking te hebben, doch werd, conform een voorstel van B. en W., besloten, het concept, vóór deszclfs definitieve vaststelling, te onderwerpen aan het oordeel der Schoolcommissie. Namens B. en W. wordt vervolgens door deu Voorzitter ter kennis der vergadering gebracht, dat sommige ingezetenen stillekens bezig waren met het annexeeren der gemeenteslooten, door de sehoeiingen langs hunne erven telkens verder in de vaarten te plaatsen. Machtiging werd gevraagd en door den Raad verleend om: 1. die schoeiingen, bij blijkenden onwil van den kant der eigenaren, van gemeentewege, ten koste der onwilligen, tc doen terugzetten ter plaatse waar zij rechtens behooren te staan; 2. door den landmeter te doen opnemen hoeveel water wederrechtelijk is in bezet genomen; zullende deze maatregel moeten worden toegepast op eenige perceelen aan de oostzijde der Marktplaats. Volgde de mededeeling dat, naar aanleiding der deswege ge plaatste oproeping in de couranten, zich eenge gegadigden hadden aangemeld ter bekoming van inlichtingen betrekdelijk de exploi tatie der gasfabriek alhier, doch tot heden nog geen aanbiedingen voor die exploitatie waren ingekomen. Aangenomen voor kennisgeving. Bij do daarna volgende rondvraag vroeg de heer Van der Maaten, of, gelijk hy had vernomen, het Hoofd der gemeente school eigener autoriteit, nog meer veranderingen aan de school banken had laten maken dan die, opgenomen in het door den Raad goedgekeurd bestek. De Voorzitter antwoordde, dat hem zulks niet bekend was, doch mocht zulks bij onderzoek blijken waar te zijn, dan was hij het met den sprekers eens, dat liet Hoofd der school die veranderingen ook zou moeten betalen. Nog deelde de heer Van der Maaten mede, te hebben vernomen, dat genoemd Hoofd privaatlessen gaf. Juist opdat de krachten van het Hoofd der school geheel ten bate van het openbaar onderwijs zouden komen was diens jaarwedde tot f 1500 opgevoerd; bleek nu het verbieden van het geven van privaatonderwijs, illusoir gemaakt, door eene beslissing der Regeering, dat de gemeente besturen niet bevoegd zijn tot het maken van zulk eene beper kende bepaling, dan achtte spreker ook de benoeming van den heer Kloeke onwettig, en zou hij een nieuwe benoeming tegen lagere jaarwedde voorstaan. Bespreking der zaak met het Hoofd der school, werd door hem in elk geval wenschelijk geacht. Dien overeenkomstig werd besloten. De heer Voorman wees ten slotte op den slechten staat waarin zich de brug bevindt over de vaart aan de Hoep, ter hoogte van het stationskoffiehuis. De Voorzitter gaf de verzekering, dat eigenaars dier brug tot herstel daarvan zullen worden aangemaand. Daarna werd de zitting gesloten. Akte van beschuldiging tegen Jeanne Marie Lorette. (Moord, gepleegd te Rotterdam, op den Japanschen zaakgelastigde Sakurada). Wij ontleenen aan deze akte hetgeen noodig geacht kan worden om de aan slaande behandeling dezer zaak te kunnen volgen. Jeanne Marie Lorette is 21 jaren oud, geboren te Molenbeek St. Jean, by Brussel. Op den leeftyd van l? jaren, aan zichzelven overgelaten, wist zij het in zang en pianospel zoo ver te brengeu, dat zij als private onderwijzeres in die vakkeu op een inkomen kon rekenen vau 600 a 700 frankeu 's maands. Doch de keerzijde van dit gevaarlijk beroep was, dat zij veel op straat zijnde, de aandacht trok van heeren, die niet altijd de musicale wetenschap uitsluitend beoefenden. Bet is tevens een feit, door de beschuldigde zelve erkend, dal zij reeds op 17jarigeu leeftijd te Brussel intirue relatien had aangeknoopt met een bejaard heer uit den deftigen stand, die baar geruimen tijd heeft onderhouden en by wieo zy zelfs een kind heeft gehad. Den hier Sakurada heeft zij eerst veel later leeren keuueu, in November 1883. Zij volgde dezen in Maart 1884 naar den Haag, zyne eigenlijke residentie, cn woonde daar eerst in de Witte de Withstraat en later aan deu Kauanlweg. Volgens getuigenis van buren, leidde zij daar een ingetogen leven en ontving nimmer oudere heereu dau den heer Sakurada. In het begin van dit jaar deden zich sporen van verkoeling voor, althans worden die toen merkbaar voor de omgeving. Toen de beschuldigde in Februari te Brussel vertoefde, gaf zij te kennen, dat zij zich zeer ongelukkig gevoelde on soms aan zelfmoord dacht. Gok bleek zij toon vernomen tc hebben, dat de heer Sakurada gehuwd was. De beschuldigde schijnt omstreeks dien tijd toe gestemd tc hebben in eeue scheiding; tcgcu uitkeering van 3000 franken zou zij binnen weinige dagen Den Haag verlaten. De beschuldigde ontving de 3000 franken cn nam ze aan, en de heer Sakurada gaf aau de bedienden last, de deur voor haar gesloten te houden, Alles scheeu dus voor goed geëindigd. Niettemin wist de beschuldigde nog herhaaldelijk met hem in aanraking te komeu. Den 8 Maart van dit jaar wareu beiden zamen, eu bij die gelegenheid dreigde zy zich van het leven te beroovcu. Het blykt, dat zij den dag te voren huren revolver by een wapensmid had laten nazien. Wellicht ook onder den indruk vau gedachten aan zelfmoord, vervoegde zy zich den volgenden dag bij een geneeskundige, met verzoek haar een flinke aderlating te bewerkstelligen, hetgeen haar echter geweigerd werd. Het blijkt uil verschillende bijzonderheden, dat de heer Sakurada er ten slotte aau dacht, zich, door op reis te gaan, uau verdere banden tc onttrekken cn daarbij trachtte, door valsche telegrammen voor haar zijn spoor te verbergen. Den 14 Maart ging hy werkelyk uit deu Haag op reis. Dc trein van lü.30 lloll. spoor was uitgekozen, doch toen zijn bediende onderweg de be schuldigde opmerkte, die dus ook zyn meester kou opgemerkt hebben, werd vau richting veranderd en koos men den train vau 10.30 Rijnspoor uit om te vertrekkeu. Met dien treiu bereikte de heer Sakurada Gouda, en de beschul digde, die inderdaad zich naar dc station vau de Hollandschc spoor gespoed liud om hem te ontmoeten, vond daar niemand. Zy ylde toen uuar do station van de Rijnspoor. hoorde daar, dat de gezant naar Gouda vertrokken wa» en reisde met deu volgenden trein derwaarts, na alvorens bij een messenmaker tc hebben afgehaald een aldaar den voorguauden avond voor f 7 gokochteu dolk. Zij ontmoetten elkaar daar-, er had een onderhoud plaats cn gezamenlijk begaven zij zich naar Rotterdam, waar zij hun intrek namen in het „Hotel de Hollande." De beschuldigde Lorette, bij wie tijdens haar verblijf in Nederland eeu jonger broertje inwoonde, had na aankomst tc Rotterdam dit knaapje mot ecuigc boodschappen naar Scheveningen gezoudeu, en vernam bij zyne terugkomst, dat gedurende den dag aan hare wouing een boodschap was geweest om dc beschul digde aan het bureau van den commissaris van politie te outbiedeu. Voorts was er een telegram uil Parijs voor haar aangekomen, hetwelk bij opening heette verzoudeu te zijn door den heer .Sakurada, op dat oogenblik te Rotterdam. Door een cu ander was zij zeer ontstemd geraakt. Nadat men 's avonds de slaapkamers betrokken had, zijn beider aangelegenheden nog lang het onderwerp van het gesprek geweest, en ook vooral een op nieuw door de beschuldigde opgeworpen vermoeden van welhaast moeder tc zullen worden. De bespreking kwam niet tot een bevredigend einde. Alsnu naderde de noodlottige ontkuooping, waaromtrent de akte het volgende mededeelt De beschuldigde kwam allengs tot het besluit om de poging tot zelfmoord niet alleen te doen staan, maar daaraan te verbinden een moordaanslag op den persoon, dien zij als de oorzaak beschouwde van al hare grieven. Zij begeeft zich daarop naar dc kamer No. 16 van haar broertje en schrijft daar met jiotlood het volgend brieQe, het regel voor regel omslaande, opdat hnar broeder het niet zou lezen cu het vervolgens medenemende naar kamer No. 12. „.Te me tue et eet homme aussi, qui est un miserable égoïste c qui n'acceptent les Europcennes, qu'au t:tre dc conside'ration des Japonaiscs. „Nous sommes civilisées et instruites et on ne nous homilie pas impunémenl, „Avis au Japonais hypocrites et l&chea. J. Lorette." „Je désires le moins do bruit possible pour tous deux c'est mauvais. „Adieu tous ceux, qui m'ont ui més chèr père, chèrc soeur et frère. „Pardonncz moi." (Ik breug my om het leven en ik dood dien man, die een ellendige egoïst is en die een Europeesche vrouw niet anders weet te behandclon, dan een Japausche. Wij, Europeanen zijn echter beschaafd eu outwikkeld en men vernedert ons niet ongestraft. Laat het een les zyn voor de huichelachtige en laffe Japaneezcn. J. Lorette. Ik hoop dat er zoo weinig mogelijk gerucht over worde gemaakt; voor beiden zou dat niet goed zyn. Adien, allen die mij hebben liefgehad, lieve vader, zuster en broeder. Vergeef mij.) Te ongeveer half vijf ure des morgens haalde de beschuldigde uit hare japon, die over een stoel hing, den revolver, waarmede zij zich tot den vcrslagenc wendde, die toen wel niet sliep, maar toch niet bemerkte wat er verricht werd, en bracht tot tweemaal toe den revolver tegen zijn rechterslaap en trok dien telkens terug, waardoor zij de overtuiging verkreeg, dat deze handgreep niet werd opgemerkt. Daardoor aaugemoedigd, deed zij hetzelfde ten derden male, doch trok toen het vuurwapen af, dat van zes scherpe patronen voorzien was, waarop zij zoowel door den knal als door het vuur en het uit het lichaam stroomend bloed ont waarde, dat het schot maar al te goed getroffen had. De beschuldigde beweert, alstoeu onmiddellijk den revolver op zichzelven te hebben willen afschieten, hetgeen niet gelukte, waarop zij dien wegwierp eu zich inet deu op de nachttafel klaar liggenden dolk verschillende sneden in de beide polsen toebracht, die echter van geheel onbednidenden aard waren, zoodat het gebruik der handen er niet door werd belemmerd. De verwonde, die geheel bewusteloos was, is naar het gemceutelyk Zieken huis overgebracht, alwaar hij, steeds in denzelfden toestand, met reutelende ademhaling, des avonds van 15 Maart te 10.35 is overleden. Bij proces-verbaal van don heer officier vau justitie te Rotterdam van den 15 Maart 11. is nog geconstateerd, dat op dien dag omstreeks 4 uur des na middags de beschuldigde bij het ziekbed van den verslagene is gebracht, waarop zij aanhoudend riep - „piticl pitidpardon, pardon! je „sui9 une miserable!* (Heb medelijdenHeb medelijden Vergeviug! Vergeving! Ik ben een elleudeling eu ofschoon de lijder nog eenige beweging maakte, „il est mort, moi je 1'ai fait, je suis „une miserable!* (Hij is dood; ik heb het gedaan, ik ben eeu ellendeling) Op grond van een en ander wordt Jeanne Marie Lorette door den procureur-generaal beschuldigd van meedwilligen doodslag met voorbedachten rade en geleider lage.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2