HELDERSOHE
EN N1EIJWED1EPER COURANT.
en Advertentieblad voor Hollands Ninnilertwartier.
1885. N°. 110.
Jaargang 43.
Zondag 13 September.
BEKENDMAKING.
Blnnenlan d.
!8> DE VROUW HET DE KARBONKELSTEENEN.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer .15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
brengen ter openbare kennis, dat het 1 ste suppletoir kohier der
belasting op de honden, voor het dienstjaar 1885, door Heeren
Gedeputeerde Staten goedgekeurd is en van heden af gedurende
vijf maanden op de Secretarie der gemeente in afschrift vooreen
iéder ter lezing is nedergelegd.
Helder, 9 September 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
In „de Echo/ Volksblad voor Nederland, wordt de
aandacht gevestigd op Heide-ontginning als middel tot
neutraliseering van werkeloosheid. Het blad wijst er op
dat nog 700,000 hectaren grond in Nederland woest zijn,
een uitgestrektheid zoo groot als de provinciën Zuidholland,
Noordholland en Utrecht te zamen.
De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is in het oog
van de Echo aangewezen om het plan op touw te zetten.
Het plan wordt daarop nader uitgewerkt. Stukken heide
hier en daar aangekocht, wil het blad in de maanden November
doen bezetten door verschillende personen, allen in zoo
genaamde kermiswagens opgesteld. lederen wagen zou een
gezin herbergen. Op deze wijze bleef elk baas in zijn eigen
huis. Die gezinnen, in een kamp vereenigd, zouden onder
het bestuur van een directeur staan, van bazen enz. Er
zouden dokters, geestelijken, enz. medegaan; voor winkels
zou móeten worden gezorgd, kortom, liet zou een reizende
gemeente worden.
De Echo becijfert de kosten aan een en ander verbonden
en meent dat op deze wijze nog een tamelijke percentage
voor het eerst uit te schieten kapitaal zou worden ver
kregen.
De Kamer van Koophandel te Harlingen ducht van
de uitvoering van het plan der heeren Buma, Van Diggelen
c. s., tot indijking van de Zuiderzee, de geheele vernieti
ging van den handel en de scheepvaart van Harlingen.
Bij voorbaat protesteert zij daarom tegen het ontwerp,
zoodat zij dan ook geen afgevaardigde ter algemeene ver
gadering zal zenden.
Naar het Duitsch van E. MARLITT.
Hij nam een klein pakje uit den jaszak en legde dat op de
tafel. «Dat is het waarom ik hier binnengekomen ben, hierom
eenig en alleen!" zeide hij ook lachende. «Waartoe zal ik een
geheel pond thee, dat ik voor tante uit de residentie heb mede
gebracht, twee trappen opsleepen?" Nu nam hij de pelsmuts af
en schudde de laatste sneeuwvlokken weg. «Overigens vergist
gij u in uw veronderstelling ik vind het hier zeer prettig,
en uw gedekte tafel ziet er verre van kleinburgerlijk uit."
«Mag ik u een kop thee geven? Zij is juist klaar
«Wel zeker! Dat zal mij goed doen na den kouden rit. Maar
dan moet gij mij ook toestaan, dat ik mijn pels afleg." Hij deed
zijn best, om zich van den zwaren last te ontdoen. Onwille
keurig hief Margaretha de hand op, om te helpen, zooals zij
gewoon was bij oom Theobald te doen; maar hij trad driftig
terug. «Laat dat!" zeide hij kortaf. «Zulk een hulp mag
bij oom Theobald noodig zyn bij my nog niet!"
Wrevelig wierp hij met een laatsten krachtigen ruk de pels
van de schouders en legde hem op den stoel.
«Zoo, nu ben ik toch waarlijk hulpbehoevend ik smacht
naar uw heete thee!" zeide hij daarop en vlijde zich in den hoek
der sofa. Zijn gelaat was weer opgeruimd, en hij streek met
innig welgevallen over zijn baard. «Maar ik ben ook hongerig,
lief huismoedertje, cn zulk een broodje, zooals gy daar juist hebt
gereed gemaakt, zou mij wel smaken en in ieder geval beter
naar mijn zin zijn, dan de boterhammen, die mama altijd door
de keukenmeid laat klaar maken.... Later, in myn eigen huis
houding, zal ik er ten minste voor bedanken de huisvrouw
moet mij zulks met haar eigen handen klaar maken, als zij niet
wil, dat ik hongerig van tafel zal opstaan."
Margaretha overhandigde hem de thee; maar zij zweeg en
zag hem niet aan. Zij moest er aan denken, of de trotsche
Heloise werkelijk de etikette zoo zou vergeten om met haar
eigen verwonderlijk blanke handen de boterhammen voor haar
gemaal gereed te maken En Herbert zelf? Dacht hij in ernst
zoo burgerlijk huiselijk, de zoon van grootmama, de man van
vormen, waarmede hij indruk op de wereld maakte!
«Gij zijt zeer stil, Margaretha," hiermede verbrak hij het
stilzwijgen«maar ik zag een spotachtigen trek van uw mond
spelen, en dat spreekt duidelijker dan woorden. Gij drijft
inwendig den spot met huiselijkheid, zooals ik die verlang, en
meent, dat mijn wil menigmaal kan gedwarsboomd worden. Ja,
ziet gy, ik lees in uw gelaatstrekken als in een boek. Gij
behoeft daarom niet dadelijk te blozen als een maandroosje
ik weet meer van hetgeen er in n omgaat dan gy denkt."
Nu keek zy verstoord op. «Zendt gij uw gerechtsdienaars
werkelyk ook ter speurjacht uit naar gedachten, oom?"
«Ja, lieve nicht, dat doe ik met uw verlof, en dat moet ge
u laten welgevallen, antwoordde hy glimlachend. Ik stel belang
in alle weerbarstige gedachten en nog meer in zulke, die slechts
met tegenzin in het hoofd worden opgenomen, waartegen het
zich verzet als het jonge paard tegen zyn meester, en die ten
slotte zegevieren, omdat er een machtige drijfveer achter zit.
Hy bracht zyn kopje aan den mond en keek tegelyk met
oplettendheid naar het meisje, wier fijngevormde vingers het
j De Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van j
I sterken drank zal hare 50ste algemeene vergadering houden j
te Amsterdam op morgen (Zondag) avond te 7^ uur, in j
het kerkgebouw der Remonstrantsche Broederschap. De
Vereeniging wenscht bij die gelegenheid mede te herdenken
het honderdjarig tijdvak van den strijd tegen den sterken
drank, als volksdrank.
Op uitnoodiging van de broeders in Noord-Amerika
zullen de Vereenigingen, van gelijke strekking als de j
Nederlandsche, over de geheele wereld en omtrent den-
zelfden tijd, daaraan eene plechtige samenkomst wijden als
Centennial Temperance Celebration 17851885.
Als redenaar hoopt op te treden het eerelid der Veree-
niging ds. C. S. Adama van Scheltema. Het Zangkoor
Harpe Zions heeft medewerking toegezegd.
In een Noordbrabantsche gemeente, welker burge
meester tot de voornaamste personen des lands behoort,
werd, naar 't Haagsche Dagblad meldt, het dezer dagen
door den geestelijke noodig geacht in de kerk den ouders
op 't hart te drukken, dat zij toch hun kinderen zouden
verbieden om ten alle tijde en naar alle mogelijke voor
werpen, paarden en andere dieren met steenen te werpen,
daar dit zóó algemeen en veelvuldig geschiedde, dat Z. Eerw.
zelf bijna niet meer op straat kon komen zonder dat hem
steenen langs het hoofd vlogen.
Die mochten willen beweren zegt de Zw. Crt.dat onze bladen
in kleinigheden niet consciëntieus zijn, vergist zich. Dezer
dagen meldde het Haagsche Dagblad dat de vroegere bruigom
van de millioenen-juffrouw getrouwd was en de zegsman
illustreerde dit onbeduidende verhaal met de mededeeling,
dat Jannetje, toen zij in de gevangenis dat droeve feit
hoorde, flauw viel.
Nu komt de N. Rott. Crt. heel ernstig verzekeren dat
zulks niet waar is, want dat Jannetje nooit berichten van
haar ex-bruigom heeft ontvangen zoolang zij in Den Bosch is.
Een treurig ongeval kostte jl. Woensdag avond te
's Hage aan twee menschen het leven. De gebroeders R.,
langs de Hooftskade gaande naar de woning van hunnen
móéder aan de Beestenmarkt, geraakten omstreeks 11 uur
te water in de Singelvaart van den Zuidwal. Er kwam
wel spoedig hulp, maar het duurde toch nog vrij lang,
vóórdat men met haken de drenkelingen aan wal had
gehaald. Een hunner, die 't eerst was opgehaald, scheen
gewenschte broodje gereed maakten.
«Een blik in de woonkamer hier moet buitengewoon behage-
lijk en bekoorlijk zijn," begon hy met een blik op de vensters,
nadat hij weer een oogenblik had gezwegen. «Daar ginds"
hij boog het hoofd naar de huizen aan de overzijde der markt
«zou men ons zeer goed voor een jong echtpaar kunnen
aanzien
Margaretha werd vuurrood. «O neen, oom, de geheele stad
weet....
«Dat wij oom en nicht zijn zeer juist, mijn lieve nicht,"
zeide hij spottend op kalmen toon en greep weer naar zijn kopje.
Margaretha sprak dit niet tegenmaar zij had eigenlijk willen
zeggen: «de geheele stad weet dat gij verloofd zijt".... Nu mocht
hij denken, wat hij wilde! Hij plaagde haar op bijna over
moedige wijze, en de humor, die zij tot nu toe niet by hem had
opgemerkt, tintelde in elk zijner woorden. Hij was blijkbaar
goed geluimd en bracht in ieder geval verblydende vooruit
zichten uit de residentie mede. Maar zyzelf was niet in de
stemming, om zich met hem te verheugen, zij was erg terneer
gedrukt en wist niet waarom en daar men dikwijls als men niet
weet wat men doen zal naar iets grijpt, alleen om een wending
aan het gesprek te geven, zeide zij, terwijl zij hem het broodje
toereikte: «Heden morgen heeft grootmama bezoek gehad de
dames van den Prinsenhof zijn hier geweest."
Hij richtte zich fluks op en er teekende zich een onmisken
bare spanning op zijn gelaat. «Ilebt gij haar gesproken?"
„Neen," antwoordde zij koel. „Ik ontmoette de jonge dame
slechts vluchtig op do trap. Gij weet het best, dat zij mij de
eer niet kan aandoen mij toe te spreken, omdat ik op den
Prinsenhof nog niet ben voorgesteld."
„Och ja, dat vergat ik!" Nu, dat zult gij dezer dagen
wel in orde brengen."
Zij zweeg.
Ik hoop, dat gij het om mijnentwil zult doen, Margaretha."
Nu zag zy hem aan; het was een sombere toornige blik, die
hem trof. „Als ik het offer breng, mij in deze zware rouw-
kleeding en met mijn gemoedsgesteldheid tot dat ijdel vertoon
te leenen, dan geschiedt het alleen om een einde te maken aan
het dringen en plagen van grootmama," antwoordde zij scherp.
Zij gingen op den naasten stoel zitten en legde de handen ge
vouwen op de tafeL
Een nauw merkbaar lachje verscheen om zijn mond. „Gij
vergeet uw plicht als huismoedertje," zeide hy kalm en wees
op dc rustende handen. „De gastvrijheid vordert, dat gij my
gezelschap houdt en ook een kop thee gebruikt.
.,Ik moet op tante Sophie wachten."
„Nu, zooals ge wilt! De thee is heerlijk en zal mij toch wel
smaken.... Maar ik zou toch wel eens willen vragen, wat heeft
de jonge dame in den Prinsenhof u toch gedaan, dat gij altyd
zoo zoo boos wordt, als er over haar wordt gesproken?"
Een gloeiende blos bedekte haar wangen, „Zij mij?" riep
zy als verschrikt, als betrapt op een booze gedachte. „Niet het
I minste heeft zij mij gedaan! Hoe kon zij dat ook, daar ik tot
nu toe nauwelijks in haar trotsche nabijheid ben gekomen?" Hij
trok dc schouders op. „Maar ik gevoel instinctmatig, dat dit
der koopmansdochter nog te wachten staat
„Gij vergist u. Zy is goedhartig
I „Misschien uit onvoorzichtigheid het is mogelijk, dat zij
nog teekenen van leven te geven; althans tnen beproefde
zijn leven op te wekken en de bewoners der Hooftskade
verschaften daartoe al het noodige, maar de pogingen
mochten niet baten. Beide lijken werden per brancard naar
't Ziekenhuis vervoerd. De radeloosheid der moeder, eene
weduwe, die twee arbeidzame zonen op eenmaal verloor, is
niet te beschrijven.
De vorige week zi jn bij den predikant te Gramsbergen,
naar de Assert Crt. meldt, de glazen ingeslagen. Het was
kermis en de predikant hield niet van deze soort van ver
maken. Hij had er tegen gewaarschuwd, maar daar hij,
naar 't schijnt, de zwakheid van 't menschelijk vleesch kende,
had hij tevens de jonge meisjes, die anders allicht de hoofden
op hol en de beenen op de kermis zouden brengen, bij zich
op een theevisite gevraagd. Ten deele wellicht uit jaloersch-
heid, ten deele uit spijt, ten deele uit baldadigheid, zijn
daarop door de jongelieden, die natuurlijk om het huis,
waar hun kermismeisjes waren, bleven zwerven, de ruiten
ingegooid.
De zeemeermin, alias windwijzer, op de toren van de
nieuwgebouwde Groote Kerk te Hoorn, die het al spoedig
na den bouw der kerk in het hoofd kreeg om vast te
roesten en dientengevolge met echt ijzeren volharding
onveranderlijk naar een en dezelfden kant bleef uitkijken,
is thans, nadat men maanden en maanden gewacht had,
in de hoop dat ze alsnog uit haar zelve tot betere gedach-
ven zou komen, door de aannemer Vollewijns voor een
som van ongeveer f 200 van haar hoog standpunt gelicht,
om, na opnieuw verguld en in orde gebracht te zijn, her
plaatst te worden, teneinde voortaan zooals een goed zee
meermin, als zij boven een toren staat, betaamt, naar eisch
des tijds, met alle winden te kunnen meedraaien.
Door het Tuinbouwgenootschap te Berlijn was voor
eenigen tijd een prijs uitgeloofd voor een middel om ooft-
boomen meer vruchten te doen dragen. De prijs werd
behaald door het volgende middel: „De oppervlakte van
den grond moet, zoover de takken van den boom reiken,
inOctober met een dunne laag keukenzout worden bestrooid."
Gelijk bekend is wordt aan de telegrambestellers
uniformkleeding verstrekt. Thans is echter, volgens de
Goesche Crt., op de kantoren bericht {ontvangen, dat de
aanmaak onbepaald is verdaagd.
Naar men ^aan het Vaderland mededeelt, moeten
zich niet gaarne opwindt. Haar schoon gelaat
„Ja, schoon is zij, van een onvergelijkelijke schoonheid zelfs,"
viel hij haar in de rede. „En ik zou gaarne weten, of er heden
morgen nog iets van een heimelijk geluk in haar trekken is
te lezen geweest zij heeft gisteren een zeer verblijdende tijding
ontvangen."
„Och, daarom was hij dus heden avond zoo overmoedig, zoo
vol tintelenden geest; het „de zeer verblijdende" tijding betrof
hem en haar beiden."
„Vraagt gij mij dat?" riep zij met een bitter lachje. „Gij
moest toch het best weten, dat de dames van het hof veel te
goed gedrild zijn, om haar gemoedsaandoeningen voor iederen
ongewijden blik ten toon te spreiden. Van „heimelijk geluk"
kon ik niets bespeuren; ik bewonderde slechts haar klassiek
profiel, de bloeiende kleuren, de prachtige tanden, bij haar
lief lachtje en stikte bijna in den geur van viooltjes, die zij
om zich verspreidde, en juist deze overdaad, stond niet ge
distingeerd aan de aristocratische dame
„Zie, daar was al weer dadelijk die bittere nasmaak!"
„Ik kan haar niet uitstaan!" barstte zij los.
Hij lachte en streek vergenoegd over zijn baard. „Nu, dat
wa3 goed, eerlijk gesproken!" zeide hij. „Weet gy, dat ik in
den laatsten tijd dikwijls aan het kleine meisje heb gedacht, dat
vroeger met haar groote openhartigheid en waarheidsliefde haar
grootmama bijna tot wanhoop bracht?.... Het verkeer in de
wereld heeft deze openhartigheid in allerliefste, kleine, bevallige
boosaardigheden doen overgaan, en ik meende reeds, dat ook het
karakter veranderd was. Maar daar is het, blank en onbesmet!
Ik verheug mij over het wederzien en moet weer aan de tijden
denken, toen de gymnasiast openlijk in den tuin als een dief
werd gebrandmerkt, omdat hij zich een bloem toegeëigend had."
Reeds bij zijn eerste woorden was zij opgestaan om naar de
kachel te kijken. Zij legde geheel overbodig het eene stuk hout
na het andere in de helder opflikkerende vlammen, die haar
zichtbaar opgewonden gelaatstrekken beschenen.... Zij ergerde zich
onbeschrijflijk over zichzelf. Hetgeen zij gezegd had, was in
ieder geval de sterke waarheid geweest, maar bovendien een
onhandigheid, waarover zij zich levenslang moest schamen.
Zij bleef bij de kachel staan en dwong zich tot een glimlach.
„Gij zult mij gelooven, dat ik nu niet meer zoo angstvallig denk,"
antwoordde zij. „Het verkeer in de wereld hardt de ziel tegen
al te gevoelige opvatting. In de tegenwoordige maatschappij
worden zooveel gedachten gestolen, men neemt van den goeden
naam van den naaste, van zijn eerlijk streven, van de oprecht
heid zijner plannen zooveel af, als maar mogelijk is, en zou
somtijds nog het liefst de geheele persoonlijkheid van het tooneel
doen verdwijnen, even als vroeger de roos in uw zak wegge
moffeld werd. Deze strijd om het bestaan, of eigenlijk deze
diefstal uit zelfzucht en nijd kan men het best in het huis van
een aanzienlijk man opmerken. Ik heb er veel van in 't ge
heugen en deze wijsheid ook met een groot gedeelte van mijn
kinderlijk naïve opvatting betaald.... Gij zoudt nu in mijn bijzijn
alle rozen der schoone Blanca in den zak kunnen steken
„Die zouden nu veilig zyn voor mijn roofzuchtige hand
„Nu, dan voor mijn part het geheele rozenperk voor den
Prinsenhof!" viel zij hem nog meer opgewonden in de rede.
„O, dat zou toch te veel zijn voor het herbarium in mijn brieven-
taach, gelooft gy niet, Margaretha?" Hy lachte even in zichzelf