HELRERSCHE
EN NIEUWEDIEPER C 0 LI RAK T.
nieuws- en AtorteuMlai voor Hollands Noonlertwartier.
1885. N°. 122.
Zondag 11 October.
Jaargang 43.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
4"> DE VROUW MET DE KARBONKELSTEENEN.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der A d vertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Gronte letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Binnen 1 an<L
De jury van beoordeeling voor het aan den heer
F. L. Stracké, te Haarlem, ter uitvoering opgedragen
standbeeld van Hugo De Groot heeft daarover een gunstig
rapport aan het hoofdcomité uitgebracht. Het door genoem
den beeldhouwer in gips voltooide beeld is door haar
goedgekeurd en, behoudens bekrachtiging van het hoofd
comité, dat tot dat einde eerstdaags te Haarlem zal ver
gaderen, zal het beeld aan de gieterij kunnen worden
overgegeven, ten einde in brons te worden gegoten.
Men hoopt het beeld in Augustus 1886, op den sterfdag
van het Delftsch orakel, op de Groote Markt te Delft te
kunnen onthullen.
Met de taak van jury, die eerst de op de prijsvraag
ingezonden zeventien modellen en daarna de uitvoering
van het beeld naar het bekroonde ontwerp had te beoor-
deelen. hadden zich op uitnoodiging van het hoofdcomité
belast de heeren: J. D. Koelman, directeur van de Aca
demie van Beeldende Kunsten te 's Hage; F. Leenhoff,
beeldhouwer en graveur te Parijs; Bart Van Hove, beeld
houwer te AmsterdamPh. Sadée, schilder te 's Hage, en
C. Muysken, voorzitter der Maatschappij tot bevordering
van bouwkunst te Amsterdam.
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 8 dezer:
„In den loop dezer maand komt de waterleiding alhier
gereed en worden reeds vele ingezetenen van duinwater
voorzien. De concessie, vroeger, verleend aan de heeren
D. De Leeuw Jr. en T. Langeveld Pz., is overgegaan,
met 's Raads goedkeuring, op de naamlooze vennootschap
genaamd de Maatschappij tot exploitatie van waterleidingen
in Nederland."
Jl. Woensdag nacht, omstreeks 2 uren, werd er brand
ontdekt te Zaandam in een der gebouwen o^het terrein van den
reinigingsdienst; de brandweer wist spoedig het vuur te
bedwingen. In een tweede gebouw werd een voorraad ligt
ontbrandbare stoffen bijeen gevonden, waarbij sporen van
vuur zichtbaar waren. De directeur, die zijn ontslag had
aangevraagd, is na afloop van den brand levenloos uit eene
der sloten bij het terrein opgehaald.
Na het einde van dit feuillttjn zal worden opgenomen
„GEZOCHT EN GEVONDEN," van Golo R a i m u n d.
Naar het Duitsch van E. MARLITT.
(Slot.)
Hij had zich reeds lang zoo geplaatst, dat hy haar met
zijn hooge gestalte tegen loeienden wind beschutte; nu boog
hij zich en kuste haar hartelükdaarop nam hy zijn
zyden halsdoek en bond dien zorgvuldig om haar ongedekt hoofd.
Nu gingen zij in vluggen stap naar de fabrieken onderwijl
vertelde hy haar, dat hij reeds van zijn studententijd bevriend
was met den jongen vorst von X. Deze hield veel van hem en
hechtte veel gewicht aan zyn oordeel. Een halfjaar geleden had
een jongeie broeder van den vorst de schoone Heloïse aan het
hof van haar oom leeren kennen en een vurige liefdo voor haar
opgevat. Deze liefde was van haar kant ook beantwoord, en haar
oom, de hertog, was er mee ingenomen geweest. Daarentegen
was de vorstelijke broeder een beslist tegenstander der verbin
tenis geweest op grond van de onwettige geboorte der jonge dame.
De hertog had eindelijk hem, Herbert, met het geheim bekend
gemaakt en hem opgedragen de zaak in orde te brengen, en
dat, hem dit gelukt was, bewees het feest van heden in den
Prinsenhof.
Hebt gy het heerlijk pianospel gehoord?" vraagde hij ten slotte.
Zij antwoordde toestemmend.
„Nu, dat was de bruidegom, die aan zijn geluk in jubelende
tonen lucht gaf.... Morgen zal onze goede stad buiten zichzelf
zijn van verbazing over deze gebeurtenis. Aan beide hoven is
het strengste zwijgen in acht genomen, en dat ik het geheim
even streng bewaarde spreekt van zelf. Alleen mijn goede papa
was er mede bekend. Ik zou het niet kunnen verdragen, als hij
ook maar het minste geloof had geslagen aan het overal ver
spreide sprookje van myn aanzoek om de hand van freule Von
TaubeneckMaar met u heb ik nu nog een rekening te sluiten.
Gij hebt mij voor een aartsbooswicht uttgemaakt, gij hebt mij de
grootste hatelijkheden toegevoegd over mijn streven naar vorsten
gunst; gy hieldt my voor een dier gewetenloozen, die, het
levensgeluk van anderen vertredende, den hoogsten top van den
prijsmast achtte te bereiken, onverschillig, of zij voor een
hooge, belangrijke betrekking bekwaam zijn of niet, en nog meer
dergelijke liefelijkheden wat hebt gij daartegen in te brengen?"
„O, zeer veel!" antwoordde zij, en als het niet stikdonker was
geweest, dan had hy moeten zien, hoe het aanminnige schalksche
lachje, dat hem bij het eerste wederzien in de „overmoedige
Margaretha" had verrast en betooverd, haar gelaat verlevendigde.
„Wie heeft mij met opzet in het geloof versterkt, dat de landraad
Marschall naar de hand der van den nicht hertog dong? Gijzelf.
Wie heeft het verteerende vuur der Ijverzucht in een arm meisjes-
hart ontstoken en moedwillig tot een heldere vlam aangewakkerd
Gij, niemand dan g|j! En als ik in den beginne niet kon ge-
looven, dat gij liefde, ware, oprechte liefde voor de schoone, maar
vrceselyk koude Heloïse gevoeldet, zoo geschiedde dit slechts uit
eerbied voor uw helder verstand, en ik moest wel, even als de
booze wereld, tot het besluit komen, dat de blanke handen der
nicht van den hertog waren uitverkoren, om u tot aan den
hoogsten top van den prijsmast, de waardigheid van minister te
helpen.... Om verschooning vragen zal ik niet wij zijn quitte'
G|j hebt zelfs een schitterende weerwraak genomen. Denk maar
B. en W. van Amsterdam hebben den Raad voorge
steld geen concessie te verleenen voor een electrische
verlichting van de gemeente. Zij achten den tijd daarvoor
nog niet gekomen. De levensvatbaarheid toch van onder
nemingen tot exploitatie van electrische verlichting op
eenigszins uitgebreide schaal is, voor zoover hun bekend,
nog niet gebleken. De vele maatschappijen en ondernemin
gen, die hiervoor zijn opgericht en vaak schatten hebben
besteed om zich baan te breken, en die toch ondanks
zeer vrijgevige voorwaarden in sommige steden alle, de
een wat spoediger dan de andere, het werk hebben gestaakt,
strekken daarvan tot bewijs. Het stelsel eener algemeene
verlichting door middel van electriciteit verkeert ook nog
te zeer in zijn kindsheid, dan dat reeds thans het tijdstip
kan zijn aangebroken om een concessie te verleenen. Het
gevaar van zich bij het stellen der voorwaarden te ver
gissen is daartoe te groot.
Burgemeester en Wethouders willen echter het nemen
van proeven wel bevorderen. „Iets anders toch zeggen
zij geldt ten opzichte van vergunningen voor het ge
bruik van den openbaren grond tot het nemen van proeven
met electrische verlichting van enkele deelen der gemeente.
Hiertegen gelden de zooeven genoemde bezwaren niet, of
zij kunnen worden uit den weg geruimd.
Zij stellen ten slotte den Raad voor vergunningen voor
dergelijke proeven te verleenen voor niet langer dan 6
jaren, terwijl zij voor het uitsluitend recht, om in een
bepaald aangewezen stadsgedeelte geleidingen voor electrische
verlichting in den openbaren gemeentegrond of in het
openbare gemeentewater te leggen en te hebben, onder
meerdere voorwaarden stellen, de uitkeering aan de gemeente
van ten minste 10 pet. der bruto ontvangsten.
Aan het station te Venloo liep jl. Woensdag avond
een exprestrein van Leeuwarden kinnen met 180 stuks
fokvee, bestemd voor Italië. Bij het afzenden van dit
bericht was gemelde trein vandaar nog niet vertrokken,
omdat Pruisen den in- en doorvoer verbiedt. Men staat
met verschillende autoriteiten reeds den geheelen dag in
verbinding, doch heeft tot nog toe geen resultaat.
aan het arme meisje, dat gij door duisternis en nacht tot een
„gang naar Canossa hebt gebracht!"
Hij lachte in zijn vuist. „Dat kon ik u niet besparen ik
heb er zelf onder geleden. Maar het was toch schoon te zien,
hoe gij my langzamerhand nader kwaamtl.... Nu is er evenwel
genoeg gestreden! Vrede, zalige vrede heerschte tusschen ons!"
Hij sloeg zijn arm om haar schouders, en nu ging het in stormpas
verder.
Den anderen morgen was het, alsof de goede stad B. plotseling
door het roeren der oorlogstrom uit haar gewone sleur was opge
schrikt. Het gerucht van de verloving op den Prinsenhof ging
van mond tot mond, en dat er niemand ook maar het minste
vermoeden van had gehad, ja, dat zelfs de dameskransjes met
hun onbetwist monopolie voor het uitvis3chen en het maken van
gevolgtrekkingen zoo stekeblind waren geweest, dat bracht de
menschen geheel en al van streek.
Door de kamenier kwam ook de geruchtmakende tijding kers-
versch in de slaapkamer van mevrouw de ambtsraad.
„Onzin!" riep de oude dame verachtelijk, maar wipte een,
twee, drie toch haar bed uit en stond na eenige oogenblikken in
haar ochtendjapon voor haar zoon.
„Wat is dat voor een onzinnig praatje over Heloïse en den
prins van X, dat door bakkers-jongens en slagers van huis tot
huis wordt uitgestrooid vraagde zij, met de deurknop in de hand.
Hij stond haastig van zijn stoel op en bood haar de hand, om
haar verder in de kamer te brengen, maar zy wees hem af.
„Laat dat!" zeide zij bitter. „Ik ben niet voornemens hier te
blijven. Ik wil maar weten, hoe het mogelyk is, dat er zulk
een ongegrond gerucht kon ontstaan."
Hij aarzelde een oogenblik. Het deed hem leed, dat zij dezen
bitteren kelk moest ledigen, ofschoon het haar eigen schuld was
maar nu zeide hy bedaard: „Lieve mama, de menschen zeggen
de waarheid, freule Von Taubeneck is gisteren met den prins
van X verloofd."
De deurknop ontgleed aan haar hand zij wankelde. „Waar?"
stamelde zij en bracht de hand aan haar voorhoofd, alsof zij aan
haar eigen verstand twijfelde. „Werkelijk?" herhaalde zij en zag
haar zoon met fonkelende oogen aan, toen barstte zij in zenuw
achtig gelach uit en sloeg de handen ineen. „Dan hebt gy u
toch mooi laten beetnemen!"
Hij bleef volkomen kalm. „Ik ben niet beetgenomen, ikzelf
heb het bruidspaar bij elkaar gebracht," antwoordde hij zonder
de minste opgewondenheid en deelde toen in weinige woorden
den loop der zaak mede.
Zij had hem, terwijl hij sprak, hoe langer hoe meer den rug
toegekeerd en beet zich op de lippen. „En dat alles verneem
ik nu eerst?" vraagde zy hem, nadat hy ophield te spreken.
„Kunt gij van mij uw zoon verlangen, dat hij een hem toe
vertrouwd geheim aan dames zal mededeelen Ik heb mij zooveel
mogelyk tegen uw dwaling verzet; ik heb u dikwijls genoeg
verklaard, dat freule Von Taubeneck mij geheel onverschillig
was, dat het niet in mijn gedachten kwam mij ooit zonder liefde
aan een vrouw te verbinden. Gij hebt al deze verzekeringen
slechts met een geheimzinnig lachje en met schouderophalen
beantwoord
„Omdat ik zag, hoe Heloïse u met haar blikken vervolgde
en
Hij bloosde als een meisje. „En is dat niet eenzijdig geweest
Kunt gij van mij hetzelfde beweren? Freule Von Taubeneck is
zich harer schoonheid bewust en koketteert met iedereen. Zulke
blikken beteekenen niets op m|j maken z|j niet den minsten
In het Amstel-Hötel te Amsterdam zijn jl. Woensdag
avond aangekomen HH. KK. HH. de Kroonprins en de
Kroonprinses van Zweden en Noorwegen, vergezeld van
gravin Anker Krona, freule Von Munck, graaf L. Douglas
en verder gevolg.
De Rechtbank te Rotterdam heeft jl. Donderdag
Maarten Pronk van het hem ten laste gelegde, in zake de
aanvaring van de Zeemeeuw met de Oude Maas II, vrij
gesproken.
De instructie in de zaak van poging tot ontvoering
der beide kinderen van den heer J. Hoek is jl. Donderdag
te Apeldoorn aangevangen. De heeren Hoek en Ender
(directeur van den speeltuin van mevr. B.) zijn dien dag
gehoord.
Bij een kastelein aan de Kruisberg nabij Deutichem
broeide een hen den 29 Maart jl. negen kuikens uit,
waarvan reeds op 6 Juni twee eieren begonnen te leggen
en dit nu nog blijven doen. De twee jonge kippen hebben
nu al te zamen ruim 200 eieren gelegd.
Een schaap van den landbouwer D. Klopper, in de
Beemster, heeft binnen één jaar tijds tweemaal twee lam
meren ter wereld gebracht, die zich allen in goeden wel
stand bevinden.
Nadat eenige weken geleden te Baarn een hoepel
wedstrijd werd gehouden, heeft jl. Woensdag vanwege de
zelfde Commissie een wedstrijd voor meisjes in het touwtje
springen plaats gehad. Ruim 250 prijzen werden uitgedeeld.
Des avonds was er een optocht met fakkellicht door de
gemeente.
Te Ootmarsum is eene boerenwoning met 30 koeien
en 7 paarden totaal door brand vernield.
Jl. Dinsdag is te Katwijk aan Zee de reddingboot
bij het beproeven tusschen de buitenste en breede bank
omgeslagen; dientengevolge dreven negen man in zee rond,
terwijl de boot niet van zelf omkeerde, wat men toch mocht
verwachten. Zeven man wisten zich op de omgekeerde
boot te redden en werden door de golven naar het strand
gedreven. Ook de twee anderen, elk op een roeispaan en
hun kurken gordingen vertrouwende, konden gered worden
indruk. Maar gij moest toch weten, dat het een vermakelijk
spel is, dat de meesten voor geoorloofd en volstrekt niet voor
verbindend houden. Freule Yon Taubeneck zal desniettemin
een brave vrouw worden daarvoor is de groote kalmte van
haar gemoed mij borg."
De deur viel weer dicht, en de oude dame verdween met bleek,
verstoord gelaat weer in haar slaapkamer. Maar een uur later
y'lde de kamenier naar de modemaakster en den juwelier, en de
huisknecht was op den zolder bezig en sleepte verscheidene koffers
en koffertjes de trap af mevrouw de ambtsraad wilde op reis
gaan naar Berlijn naar haar zuster.
En toen tegen den middag de ambtsraad zijn intocht hield en
aan den arm zijns zoons de trap opklom, kwam juist zijn vrouw
met mantel en hoed van boven, om afscheidsbezoeken in de stad
te gaan afleggen. Zij sprak overal van haar langgekoesterden
vurigen wensch toch eens weer een goede opera en goede con
certen te hooren, zie daar door voelde zij zich nu onweerstaan
baar naar Berlijn getrokken. De gebeurtenis op den Prinsenhof
werd slechts ter loops en lachend besproken als iets, dat zij reeds
lang had geweten, waarover zich natuurlijk ieder een van harte
moest verheugen. Maar haar meest intime kennissen fluisterde
zij in het oor, dat zij den eersten tegenstand van den vorst von
X zeer goed begreep het was ieders zaak niet de dochter
eencr voormalige balletdanseres in zijne familie op te nemen.
Met haar vertrek werd het gedurende eenige dagen stil en
vreedzaam in het oude koopmanshuis; maar toen kwam er nog
een storm opzetten, die alle bewoners met angst vervulde. Rf
hold moest eindelijk de verandering in defamüie-omstanditast
vernemen. De onde ambtsraad en Herbert waren zoo «legde,
mogelijk te werk gegaanmaar hun mededeelingen laders bij
de uitwerking als van een springende bom geb'
barstte in vreeselijke toorn uit. Hij raasde en tie werd door
vreesclijkste beschuldigingen tegen zijn overl eenigen zoon
hartstochtelijk verzet hielp hem echter niets/opoffering, den
ten slotte in schikken. Maar van toen af zorvan het groote
meer dan vroeger van zijne familie af hin de steeds be-
zijn kamer, uit vrees, dat hij zijn kleinen j)iet meer over-
karaer zou ontmoeten; want met dien knaap;, en zijn' zoon
nimmer iets te doen hebben, al werd hij ook met zijne denk-
herhaalde hy telkens. toelagen waren
Dit gezegde beantwoordde de huisdokter s'levenswijze was
lijdend lachje hij wist maar al te goen de opvoeding
patiënt op een langen levensduur mocht rek.
daarom de meest mogelijke toegevendheid a zijne papieren,
den kant der bloedverwanten voor den ziekke, voornemens
zeer bereidwillig voldaan. De kleine Max kwf den jongen
weg. "De deur naar het pakhuis was niet dichtgenisneming
dezen weg werd een levendig verkeer tusschen het der
achterhuis onderhouden..De ambtsraad had den flinken jo
aan het hart gedrukt, al ware hij ook een kind zijner overledt.
dochter geweest, en Herbert was zijn voogd geworden.
In stad en land verwekte, zooals te voorzien was, het openbaar
gemaakte geheim der familie Lamprecht veel opzien; het bleef
lang het onderwerp der dagelijksche gesprekken, en in sociëteiten,
dameskransjes en bierhuizen werd het telkens opnieuw opgehaald
de Lamprechts gingen inderdaad bij iedereen over den tong."
Deze praatjes bleven echter zonder eenigen invloed op het een
zame familieleven in de kamer van grootpapa, het roode salon.
Men kwam daar dagelijks bijeen, 't was een kleine kring van
menschen, die door innige liefde en genegenheid verbonden waren.
En op dit beeld van eendracht tusschen oud en jong zag de
vrouw met de karbonkelsteenen glimlachend en met van vreugde