HELDERSCHE
m iVIEUWEIMEPER COURANT.
Nieuws- eu Advertentieblad voor Hollanfc Noorderkwartier,
1885. N°. 129.
Woensdag 28 October.
Jaargang 43.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
POSTKANTOOR HELDER.
„Wij huldigen
het goede/'
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad verten tiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat de Raad zal vergaderen op
DONDERDAG den 29 OCTOBER 1885, des avonds te 7 uren.
Helder, den 26 October 1885.
De Voorzitter voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
HJNTEN TER BEHANDELING:
1. Begrooting gemeente enz. 1886.
2. Benoeming ontslag en overplaatsing onderwijzers en onder
wijzeressen.
3. Adres Officieren Schutterij toelage muziek.
4. id. Floralia om toelage.
5. Mededeeling ingekomen stukken.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de eerste helft der maand Augustus.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming.
D. BatesAmsterdam.
RuisArnhem.
W. DynoltDordrecht.
L. A. Reis's Hertogenbosch.
W. v. d. HoefSchiedam.
P. H. Jinij
Van het Hulpkantoor Anna Paulouma-polder
Wed. KlinkspoorAmsterdam.
Verzonden getceest naar Amerika-.
P. BommeljeWankesee.
Duit sc hl and
J. N. v. SoelenBrunswijk.
Engeland
G. RuischMartha
Binnenland.
Bij de firma Pull te Apeldoorn is een brochure uitge
geven, waarin de heer B. J. Bouwmeester Wz. eenige denk
beelden ontwikkelt over het sparen. Schrijver meent in
de scholen voor kosteloos onderwijs een krachtig middel te
vinden om armoede te bestrijden. Door de kinderen
onmiddellijk tot bezitters te maken zij ontvangen boek
7> GEZOCHT EN GEVONDEN.
Door GOLO RAIMUND.
Het jonge meisje antwoordde niet dadelijk, haar blik volgde
de trotsche, krachtige gestalte, die juist het huis verliet en met
veerkrachtigen tred over het plein ging. Eerst toen hij eindelijk
by een hoek verdween, en hare moeder bijna ongeduldig de vraag
herhaalde, wendde zy zich om.
Wat ik er van zeg? Hij is een man met wien men zich
vertoonen kan, zelfs ik."
„Wees nu niet kinderachtig, Hortense ik ben er niet toe
gestemd, mijn vraag in spotternij opgenomen te zien. Zij is ten
minste zoo ernstig gemeend, dat ik er een beslissend antwoord
op verwacht.
«Dat gaf ik u immers," antwoordde het jonge meisje met een
overmoedig lachje; het is in ernst. Hij is verreweg de indruk
wekkendste verschyning, die ik ooit ontmoet hebvan top tot teen
een beschaafd man, jong, schoon, van ouden adel en, zooals uit
zijne brieven aan grootpapa bleek, met een bclangryk vermogen.
Wat wilt ge nog meer!"
«Dus eindelyk, eindelijk een man die u bevalt!" zeide mevrouw
van Marzdorf met een zucht van verlichting, en Hortense zuchtte
haar spottend na.
«Ja, eindelyk, mama! Tot nu toe heb ik deze eigenschappen
ook wel bij anderen gevonden, maar altijd verspreid; hier vind
ik voor de eerste maal alles, wat ik verlang, vereenigd."
«Er ontbreekt dus niets dan zyn liefde." Het jonge meisje
lachte hartelijk.
«Niets anders? Och, laat dat maar aan mij over."
«Hortense, wees verstandig!" waarschuwde de moeder, „hy is
geen gewoon man, zooals al die anderen."
«In elk geval heb ik mij verstandiger betoond dan gy, ant
woordde Hortense, «want indien ik aan uw raad en wensch
gevolg had gegeven, zou ik nu de vrouw van den ouden baron van
Schlieben zijn."
«Kind, wel mocht ik ook aan Erwin's komst twijfelen, toen
hij met geen letter op myne uitnoodiging antwoordde. Het was
niet meer dan natuurlyk, dat ik mijne plannen veranderde,"
antwoordde mevrouw van Miirzdorf.
«Het speekwoord zegt: Haast u langzaam, zulke snelle com
binaties zyn juist niet goed. Ik ben in alle geval voorzichtig
geweest, toen ik mijn jawoord nog wat uitstelde."
Haar moeder kuste haar op het blanke voorhoofd. «Dan zal
ik u dus maar laten begaan, en u slechts nu en dan een wenk
omtrent zijn eigenlijk karakter geven, dat ik, ten minste nog
van zijne jeugd, ken. Gij ziet aan de uitwerking van myn brief,
dat ik hem volkomen juist beoordeeld heb, en het komt er nu
maar op aan, dat tante Charlotte u geen streek speelt, waartoe
zij werkelijk in staat is."
Het jonge meisje trok haar tot eenig antwoord naar den spiegel,
waarin haar beeld haar vol betooverende schoonheid tegenstraalde.
Gelooft gy, dat ik in een wedstryd met haar het onderspit zal
delven?" vroeg zy zegepralend.
«Dat nu juist niet zoo gemakkelijk, maar wees toch op uwe
hoede!"
Intusschen wandelde het voorwerp van al deze plannen en
opmerkingen rustig naar het aangewezen huis in de voorstad.
Hij bleef hier en daar staan en keek om zich heen; veertien
jaren hadden aan de straten en pleinen een veranderd aanzien
gegeven; nieuwe huizen, paleizen gelijk, waren verrezen, en uit
de oude zag hjj niets dan vreemde gezichten.
en lei ten geschenke, waarin en waarop de waarde van
centen duidelijk is geboekt en tevens een spaarbankboekje
wordt de lust tot bewaren opgewekt. Bewijzen van
goedkeuring kunnen tegen kaartjes en later tegen post
zegels worden ingewisseld, welke, op een formulier geplakt,
allengs het grond kapitaaltje worden, waarover het kind kan
beschikken.
Het stelsel wordt in den breede in de brochure uitge
werkt. Het beveelt zich, naar de schrijver meent, door
't volgende aan:
1. wat bet kind spaart, heeft bet zich verworven door
eigen arbeid, door eigen krachtsinspanning, door eigen vlijt
zijn spaarpot groeit niet in de eerste plaats aan uit de
centen, die bet van vader of moeder ontvangt, misschien
afbedelt;
2. bet armste kind beeft denzelfden kans om zich een
welvoorzienen spaarpot te verwerven, als zijn meer bevoor
rechte schoolkameraad
3. het kind wordt gewend aan het ontzien en met zorg
behandelen van zijn scboolgereedscbap
4. ook bet armste kind kan na volbrachten leertijd in
liet bezit zijn van een kapitaaltje, door hemzelven bijeen
gebracht; elk kind wordt bezitter en is niet meer arm;
5. bet kind, de resultaten van spaarzaamheid, reinheid,
netheid, orde en vlijt van jongs af ziende toenemen, zal
leeren „zichzelven' te helpen; bet gevoel van eigenwaarde
zal bij hem worden verlevendigdfier, zijn eigen brood te
eten, zal bet getal dergenen, die hulp vragen aan diaconie
of burgerlijk armbestuur, gaandeweg verminderen mis
schien eindelijk beperkt worden tot stokouden en gebrekkigen
6. voor ben, die gaarne medewerken om de kwalen der
maatschappij, die door armoede gevoed wordenj weg te
nemen, wordt in het besproken stelsel een breed arbeidsveld
geopend, dat rijk gezegende vruchten zal afwerpen.
De minister van Koloniën beeft op de Indische be
grooting ten behoeve van de expeditie naar Nieuw-Guinea,
welke door het Aardrijkskundig Genootschap wordt voor
bereid, een bedrag van f 25,000 uitgetrokken. Wanneer
deze som wordt toegestaan, heeft de heer G. Von Rosenthal,
De tijd, die zooveel ruwe hoeken gladgeslepen, zooveel verzacht
en gelijk gemaakt had, heeft ook hem veranderd het wantrouwen,
waarmede hij steeds aan deze bloedverwanten gedacht had, hetwelk
zelfs in de zachtste gemoedsstemming van verzoening, toch nu
en dan zijn hart binnengeslopen was, werd bij Hortense's onge
dwongen hartelijkheid overwonnen.
Het liefelijke beeld dat hem tegenlachte, toen hij haar voor
den spiegel verraste, kwam steeds weer m zijne herinnering op
zij scheen hem nog een echt eenvoudig kind toe.
De nieuwe voorstad, die hij nu doorging, toonde lieve, zelfs
statige huizen, vroolijk versierd met groote eu kleine tuinen.
Voor het ijzeren hek, hetwelk een tuintje, dat voor een dezer
huisjes lag, omsloot, zat een klein meisje te spelen en hield bij
Erwin's stem op.
Hij wees op het huisnummer en vroeg of mevrouw de weduwe
Jager hier woonde, en het kind, dat schuw en verlegen van
aard scheen te zijn, knikte zwygend van ja.
«Woont gij hier en, wilt gij mij naar binnen brengen vroeg
hij, vriendelijk het krulkopje streelend, niet dewijl hij een weg
wijzer noodig had, maar omdat hij een groot kindervriend was.
Weer knikte de kleine stom en verlegen, maar liep toch
vooruit, de trapjes op en maakte met een ongedwongenheid, die
verried, dat zij dikwijls gewoon was het te doen, de slechts half
gesloten deur open.
Het kind ging zoo snel en zeker naar binnen, dat de vraag
byna overbodig was, of hier de weduwe Jager woonde. Hij zag
wel een bel naast de deur, maar hij wilde haar liever ver
rassen; zij was toch geen vreemde voor hem, maar zijne tweede
moeder, en zoo liet hij zich, zonder verder nadenken, door de
geopende deur leiden, die de kleine weer even zoo spoedig achter
hem sloot.
Deze morgen scheen bestemd om hem plotselinge en verras
sende indrukken te geven, die wel een zekere overeenkomst
met elkander hadden.
Reeds bij den eersten blik bemerkte hy, dat hij verkeerd was,
en hij wilde, verschrikt over zijn vrijpostig binnenkomen, zich
dadelijk weer verwijderen, toen de bewoonster van het behagelijk,
gezellig vertrek hem bemerkte, en hij moest trachten zich te
verontschuldigen. Het was niet zijne oude vriendin, die hij
begroette, maar hij verraste, gelijk eenige uren vroeger, een jong
meisje, ook met bloemen bezig, doch niet om zich er mede te
versieren, maar om de prachtige rozen te schilderen, die in een
vaas voor haar op tafel stonden, terwijl zij ijverig over haar
arbeid heengebogen zat. Het zachte tapijt had wel zijn tred
gedempt, en zij had niet opgezien, toen de deur zich opende,
maar hij stootte, toen hij zich weder terug wilde trekken, tegen
een stoel en de jonge dame hief het hoofd op.
Het was niet Hortense's bekoorlijkheid, die hem op den drempel
weerhield, het was een ernstig, weinig schoon gelaat, dat vragend
tot hem opkeek, maar de blik, die hem trof, kwam uit wonder
baar diepe, donkere oogen, welke de onregelmatige trekken van
het gelaat en de te volle lippen deden vergeten.
Er lag zooveel rustige goedheid in de vragende uitdrukking,
waarmede zy opstond, dat hij zelf zich onbeholpen voorkwam in
de verontschuldiging, die hij stamelde.
Een lachje gaf een vriendelijke uitdrukking aan het gelaat der
jonge dame.
«Ik bid u, vorontrust u daarover niet," zeide zij. „Gy zijt
volkomon in uw recht nu gy den naam myner oude vriendin
noemt, en de kleine Nelly moet gij ook verontschuldigen, dat zij
u hierheen gevoerd heeft, daar mevrouw Jager mij eerst weinige
minuten geleden verlaten heeft,"
bankier te Amsterdam, een som van f 10,000 ter beschikking
van het comité gesteld, terwijl ook uit de kas van het
Aardrijkskundig Genootschap een subsidie zal verleend
worden, zoodat zij dan f 48,000 te harer beschikking zal
hebben. Voor deze som zal een stoomjacht worden aan
gekocht, vermoedelijk dat, waarmede Jules Verne zijn
tochten deed en dat waarschijnlijk in Juli 1886 zal ver
trekken. Reeds zijn de noodige zee-officieren en natuur
onderzoekers voor die expeditie gekozen.
Het eeuwfeest der Kweekschool voor de
Zeevaart te Amsterdam. Gelijk men weet, heeft
de Kweekschool voor de Zeevaart haar ontstaan te danken
aan de geestdrift voor het zeewezen, welke door den slag
bij Doggersbank werd opgewekt. Die geestdrift deed zoovele
en zulke belangrijke giften inkomen, dat de grondslag der
school, het voordeelig saldo van een in 1781 opgericht
„Vaderlandsch Fonds tot aanmoediging van 's lands zee
dienst," weldra genoeg gestijfd was om het voor dat doel
door de Regeering van Amsterdam geschonken pakhuis
„de Pool" op den Buitenkant, bij de Schippersgracht, in
eene „Kweekschool voor de Zeevaart" te verbouwen. Den
24 October 1785 werd in het nieuwe gebouw de eerste
bestuursvergadering gehouden en den 21 November van
hetzelfde jaar nam de Kweekschool haar eersten kweeke-
ling op.
Als vele andere nuttige instellingen verdween de Kweek
school onder het Keizerrijk, maar in 1814 werd zij door
Koning Willem I hersteld en sedert is zij steeds in bloei
toegenomen en heeft een aantal wakkere zeelieden aan
's lands vloot verschaft. Men zal zich herinneren, dat de
Kweekschool in 1880 belangrijk werd vergroot en uitgebreid
en verplaatst naar het nieuwe gebouw aan de Prins Hendrik
kade, waarin zij tegenwoordig gevestigd is.
Jl. Zaterdag werd het lOOjarig bestaan dezer nuttige
instelling met een huishoudelijk feest herdacht. Tegen
half vier vereenigden zich in het gebouw der Kweekschool
voor de Zeevaart de commissarissen, alsmede de verschil
lende autoriteiten, tot bijwoning der plechtigheid uitge-
noodigd, onder wie zich bevonden de ministers van Binnen-
„Ik dank u zij woont dus toch in dit huis?"
„Een trap hooger; wanneer u 't mij vergunt, zal ik de meid
bellen, om u aan te melden."
„Gij zijt al te goed, mejuffrouwik maak van uw aanbod om
mij te doen geleiden gebruik, ten einde eene gelijke vergissing
als van daareven te voorkomenwat het aanmelden betreft, wys
ik dit af; ik wilde haar gaarne verrassen."
Zult gij het onbescheiden vinden, indien ik u ongevraagd den
raad geef, dit niet te doen?" vroeg zij eenvoudig. Mevrouw is
twee-en-zeventig jaar oud en nog pas hersteld van een zware
ziekte. Ik vrees, dat eene verrassing, hoe aangenaam ook, haar
zal schaden."
„Een zware ziekte" riep hij getroffen uit, „ach daar wist ik
niets van. Men heeft het mij niet gezegd."
„Maar gij hebt gelijk, mejuffrouw; ik moet dan wel zeker
voorzichtig zijn, en daar u nu eenmaal dc goedheid gehad hebt,
mij uw raad te schenken, bidt ik u, mij verder te helpen hoe te
handelen. Vergun mij, mij aan u voor te stellen ik 'oen
Erwin van Marzdorf.'
„Ik giste het reeds, want uw naam is mij niet vreemd," zeide
zy met eene lichte buiging, „de weduwe heeft hem dikwijls en
met moederlijke teederheid genoemd."
Dit alles zeide zij zoo rustig en eenvoudig, en toch deed hem
dit kleine bewijs der moederlijke liefde, die de oude vrouw hem
toedroeg, zoo goed.
De jonge dame belde, waarop eene oude, nette vrouw verscheen.
Zij verzocht deze, aan de weduwe te melden, dat er buiten iemand
wachtte, die nieuws uit Amerika kwam brengen, en dat zij het
er voor hield, dat het de heer Marzdorf zelf was.
Erwin bedankte nogmaals, zij groette hem vriendclyk, en hy
volgde de dienstbode de trappen op.
Het tweede beeld, door hem in zijn hart opgenomen, had niet
zoo overweldigend op hem gewerkt, zijne zinnen niet zoo met
glans en bloemengeur bedwelmd als het eerste, toen Hortense
hem in hare betooverende, jeugdige schoonheid tegemoet trad.
Het ernstige, donkergetinte gelaat, dat hij zooeven gezien had,
waarin niets aantrok of blonk dan de zachte, bruine oogen, was
niet geschikt, om de verbeelding van een man te doen werken.
Erwin's gedachten richtten zich op de oude vrouw, die hem
verwachtte cn weinige minuten later kuste hij vol ontroering de
trouwe hand, die zij hem sidderend en sprakeloos toestak. Het
was een veel stiller wederzien dan in het huis van zijn tante;
de vele jaren en alles wat zij voor altijd van het menschenleven
in hun loop medevoeren, verhieven hunne stemmen.
De oude vrouw beschouwde hem half schuw, half verheugd;
deze baardige man, in wiens trotsch, gebruind gelaat zij slechts
langzamerhand de trekken terugvond, die haar veertien jaren
geleden verlaten hadden, toen het eerste dons pas boven de lippen
begon te komen, was haar geheel vreemd geworden; zij wist
niet dadelijk den rechten toon aan te slaan.
Zij was oud geworden, zij waren lang gescheiden geweest; zy
kende zijn hart niet meer, dat zich zooveel jaren van het vader
land, ja zelfs van haar vervreemd had, en wanneer zij ook al
de oude teederheid voor hem gevoelde, miste zy toch de vroegere
ongedwongenheid, die mevrouw van Marzdorf in znlk een hooge
mate bezat en die haar zoo vele hartelijk klinkende woorden in
den mond gaf.
Hy merkte op, dat zij, niettegenstaande do onuitsprekelijke
vreugde, een weinig beklemd was, en hy kwam haar te hulp
door van zich zelf te verhalen, van al hetgeen hij ondervonden
had, en daardoor meer dan ooit den indruk dieper te maken,
dat hy een ander mensch was geworden, dat het vurige karaktec