Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1885. N°. 135. Woensdag 11 November. Jaargang 43.
BEKENDMAKING.
POSTKANTOOR HELDER.
GEZOCHT EN GEVONDEN.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Iheldersche®
en 1viëiiwedieper courant.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
De BURGEMEESTER der gemeente Helder brengt ter alge-
meene kennis, dat op den 10 dezer maand in deze gemeente
zullen aankomen twee gewapende uitleggers; dat die worden
opgesteld in de haven alhier, tegenover het fort op de Harssens
en dat op den 12 daaraanvolgende van af die schuiten met
scherp zal worden gevuurd.
Helder, 9 November 1885.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de tweede helft der maand Augustus.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming.
Wed. van Echte CornelisseAmsterdam.
Mej. M. M. Janssen Broitsma
P. Kuiper
T. MorraBaarn.
G. J. West Beemster.
Mevr. de wed. Berghuijs geb. De Vries, 's Gravenhage.
P. JansenNieuwediep.
P. v. Dort
Briefkaarten
D. VermeulenAmsterdam.
Van Veen
Mej. Tresier
Vos
Mej. L. BitterRotterdam.
Wed. Luppenga
Verzonden geweest naar Peru:
Domenico Da PassanoLima.
Blnnenlftnrt.
In 't jongste nommer van De Economist behandelt
de heer Mees de vraag, of de landbouw ondersteund
behoort te worden door een inkomend recht op granen.
Een inkomend recht van f 30 per last op tarwe, rogge
en gerst aannemende, zou de prijs van de 250,000 last
die hier geprocudeerd worden, en ook van de 160,000
last die wij uit het buitenland invoeren, inet ruim 12
millioen gulden verhoogd worden.
Daarvan zou, volgens den heer Mees, circa 5 millioen
Na het einde van dit feuilleton zal worden opgenomen:
,,TRUIDA'S HUWELIJK," de nieuwste pennevrucht van
W. HEIMBURG, schrijfster van Liesje van den Lompen
molenHaar eenige broederenz
Door GOLO RAIMUND.
Intusschen ging het jonge paar op de drukke straat snel en
zwijgend voort. Het geraas had zich van dit deel der stad naar
de voorstad verplaatst, het geratel was verstomd, maar bij eene
kromming der straat zagen zy den hemel in een rooden gloed,
en Erwin voelde den arm van het jonge meisje, die in den zijne
lag, zacht beven. Onwillekeurig trok hij haar vaster naar zich
toe. ,/De huizen zijn van elkaar gescheiden door een stuk grond,"
troostte hij, „en de brandweer was na het eerste alarm dadelijk
bij de hand."
,/U moogt u niet zoo ongerust maken, vóór gij weet, of er
werkelijk gevaar dreigt. Het is waar, dat brand steeds iets
angstigs en verwarrends geeft, maar ik geloof, dat uwe tegen
woordigheid van geest u niet zal verlaten, zelfs al ware het
gevaar grooter dan ik het schat. Hebt u nooit van nabij een
brand gezien?"
//O, een zeer grooten," antwoordde zij, ,/ik was eens in zekere
mate persoonlijk er door bedreigd. Het is nog tamelijk kort
geleden, vóór eenige maanden, in Hamburg, toen het hotel,
waarin ik my op mijne doorreis bevond, in brand geraakte."
Hij schrikte zoo merkbaar, dat zij het voelde.
//Doet gij een misstap?" vroeg zij bezorgd.
z/Neen, o neen," zeide hij, den jubeltoon onderdrukkende, die
zich uit zijn borst wilde dringen.
wMaar hoe toevallig, ook ik was dien nacht daar, en, zoover
van de plaats, waar nood en gevaar ons te zamen overvielen,
heeft het toeval ons hier tot elkander gevoerd. Ik hoop, dat u
in dien brand geen verlies hebt geleden?"
//Weinig van mijn bagage, maar ik verloor papieren, die mij
dierbaar waren," zeide zij met een lichten zucht.
„Ik had genoeg te doen met mijne oude Sabine, die eene
verdieping hooger in het achterhuis sliep, en van schrik alle
geestkracht verloren had, naar beneden te leiden, en intusschen
ad men myne koffers op straat geworpen. Het is natuurlyk,
dat op deze wijze vele zaken verloren gingen. Daarom was het
eene noodzakelijkheid voor mij, naar huis terug te keeren, en ik
ben het toeval dankbaar, dat uw doel u denzelfden weg wees."
Het toeval! Vond zij het dan zóó onaangenaam, hem iets
verplicht te moeten zijn, of was zij zoo bescheiden, dat zij niet
aan de mogelijkheid dacht, dat hij belang in haar stelde?
Ach, hoeveel belang, en hoe lang reeds!
„Die arme mevrouw Charlotte," begon zij weder, gewoon als
zij was het eerst aan anderen te denken, „hoe gelukkig, dat u
nu meekomt. Ik heb hoop, dat, wanneer zij ons beiden ziet, zij
nieuwen moed zal scheppen."
Zij waren nu zoo dicht bij de plaats des onheils gekomen,
dat zij, niettegenstaande de menschenmassa, die de afgesloten
BUREAU: MOLENPLEIN.
door den staat in den vorm van inkomend recht genoten
worden, circa 3 millioen door de eigenaars van gronden
die niet zeiven bouwen en 4£ millioen door boeren die
hun eigen grond bebouwen. Die millioenen zouden worden
betaald voor ruim 3 millioen door branderijen en brouwe
rijen, door de boeren zei ven voor zaaigraan en door eenige
andere bedrijven, terwijl zij voor circa millioen door
de inwoners van ons land als een belasting op de eerste
levensbehoeften, zouden moeten worden opgebracht.
Deze belasting zou neerkomen op 2J gulden per hoofd
en per jaar. Een werkmans huishouden van 6 personen,
zou dus betalen ruim f 13 's jaars, voor hem gelijkstaande
met 7 k S weken huur. Bij een huishouden uit den
gegoeden stand, gesteld dat het niet minder brood at, zou
die belasting gelijkstaan met 2 a 4 dagen huur. Zulk een
progressieve belasting in omgekeerde houding tot de draag
kracht kan natuurlijk, naar den schrijver meent, niet raad
zaam zijn.
Jl. Vrijdag ging de „Satoe" van de haven van Pernis
naar zee; 't is de eerste stoomkorder onder Nederlandsche
vlag, die de Noordzee gaat bevisschen. Het schip wordt
gevoerd door schipper M. Noordzij, met 1 stuurman, 4
matrozen, 1 machinist en 1 stoker als equipage. Het is in
den loop van den zomer op de werf van den heer P. Smit,
te Slikkerveer, gebouwd, voor rekening van eenige onder
nemende mannen, die niet langer dulden, dat ons land
met dezen tak van visscherij achterbleef. Op dezelfde werf
is ook de machine vervaardigd. De heer Speelman, reeder
te Pernis, heeft 't boekhouderschap" op zich genomen.
Het schip draagt P R 43 als onderkenningsmerk der vis-
schersvloot.
De Satoe is een keurig, hecht en sterk zeeschip. Het
voert 2 bommasten en sloepentuig. Langs beide zijden
liggen 2 zware korboomen van 56 E. v., terwijl de sleep
ij zers meer dan 1 M over kruis zijn. De kor heeft dus
een monding van ruim 16 M2, en loopt trechtersgcwijze
in een vischzak uit. Deze ontzaggelijke gevaarten worden
door een groote stoomlier aan boord geheschen. Behalve
voor dit doel, doet deze ook dienst bij de ankerwinding
en 't zeilen hijschen.
Aan eene dezer dagen van wege het bestuur van het
Waarborgfonds van het Nederlandsch Werkliedenfonds ver
spreide circulaire wordt het volgende ontleend:
De instelling, die zich ten doel stelt om den werkman
ruimte omringde, zien konden, dat het vuur zich tot het eerste
huis, waar het uitgebroken was, bepaald had, maar dat dit echter
onherroepelijk verloren was.
Slechts met moeite gelukte het Erwin, zich bij de wacht
hebbende schutterij te doen herkennen, en de dame aan zijn arm,
als eene bewoonster, veilig thuis te brengen.
Tot nu toe had zij al hare wilskracht te hulp geroepen, om
haar arm rustig in den zijne te laten, maar nu vloog zij, zich
losrukkende, de trappen op naar boven, waar de oude Sabine
radeloos en sidderend in het midden van baar kleedingstukken
en glaswerk stond, waarvoor zich geen redder opdeed, daar de
helpers zaken van meer waarde wegdroegen.
Nu gebood Erwin allen dit werk te staken, en al vond hij
zijne oude vriendin ook veel rustiger dan hij gedacht had, zoo
werkte toch zijn komst als het verschyncn van een veldheer op
het slagveld.
Hy gaf overal bevelen, schikte alles, en de meermalen op de
proef' gestelde zelfstandigheid van het jonge meisje verdween
ditmaal geheel, in het zoete, langontbeerde gevoel, een beschermer
en raadsman te bezitten.
Toen de nog hoog opstijgende vlammen eindelijk gebluscht
waren, en slechts nog hier en daar uit de rookende puinhoopen,
als gloeiende tongen, te voorschijn kwamen, keerde ook in haar
huis de rust terug.
De menigte op de straat verstrooide zich en slechts de wacht
posten bleven op de plaats, en alles werd stil.
Erwin was de laatste, die heenging, en voor de eerste maal
lag er zulk eene innigheid en teederheid in den toon, waarop
hij Veronika goeden nacht wenschte en haar bad, na den grooten
schrik rust te nemen, dat het haar hart, als een lang vergeten
klank uit schoonere tijden trof.
Hoe heerlijk was zulk een steun in de uren van gevaar, hoe
heft de hand van den man gemakkelijk de lasten op, die de
vrouw ter aarde drukken.
Yeronika verschrikte over hare eigene gedachtenwas de
zelfstandigheid, die haar, na zulke scherpe teleurstellingen en
ongelukken, zoo kostbaar toescheen, dan niets meer .voor haar
had zij haar mogen opgeven?
Zoo was het raadsel, dat hem zoo lang bezig had gehouden,
dus opgelost, en het was de stem van zijn hart geweest, die
hem reeds tot de jonge, eenzame kunstenares trok, vóór hij nog
getroffen was geweest door de overeenkomst van haar wezen
met het geestelijk beeld, dat zij onwetend van zichzelf ontworpen
had, toen zij hare geheimste gedachten en gevoelens aan de bladen
van haar dagboek toevertrouwde. Als een kostbare schat, dien
zijn oog plotseling ontdekt had, lag deze reine, maagdelijke ziel
voor hem, dit eene laatste ideaal van zijn leven was hem
trouw gebleven.
Had vroeger eene zekere onverschilligheid aan de veerkracht
van zijn geheele wezen afbreuk gedaan, zoo drong nu eene
levendigheid en elasticiteit des geestes in hem door, die bewees,
dat deze kracht slechts gesluimerd had, en nu naar een duidelijk,
ofschoon nog niet geopenbaard, doel streefde.
Koen en stoutmoedig had hy eens den strijd met het leven
gewaagd, zegepralend had hij zich uit smarten en teleurstellingen,
vervolgingen en ontberingen gered; hij was innerlijk en uiterlijk
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
de gelegenheid te verschaffen, zich op den ouden dag een
pensioen en bij overlijden zijnen nagelaten betrekkingen
eene uitkeering ineens te verzekeren, staat voor iedereen
open. Met nadruk wordt er op gewezen, dat de instelling,
door op deze wijze te werken, is en ook bedoelt te zijn
eene instelling van algemeen nut, wier streven het is, armoede
te voorkomen.
Eenige fabrikanten hebben reeds ten behoeve hunner
werklieden verzekeringen aangegaan tot uitkeering van een
wekelijksch pensioen op zekeren leeftijd en van eene uitkee
ring ineens bij overlijden. Onderscheidene werklieden sloten
dergelijke verzekering zelf.
De voordeelen, die het fonds aanbiedt zijn:
dat bij staking der premie-betaling, ook wanneer de patroon
de premie heeft voldaan, geen royement plaats heeft, doch de
bij polis bedongen uitkeering verminderd wordt in evenredig
heid tot de gedane betalingen;
dat de premiën zijn nctto-premiën, enkel strekkende tot
betaling van de bedongen uitkeering, zoodat het denkbeeld
om winst te behalen hier geheel is uitgesloten.
In de premiën zijn geene administratiekosten begrepen.
In verband met de verzekering tegen netto-premiën, wordt in
de kosten voor administratie door bijdragen en giften van
belangstellenden voorzien.
De som der jaarlijksche bijdragen beliep op 1 October
1885 f 1383; de som der giften ineens f 5293, terwijl in
1884 bovendien aan bijdragen was ontvangen f 730.50.
Het waarborg-kapitaal is insgelijks door belangstellenden
bijeengebracht. Het bedroeg op 1 October 1885 in aandeelen
en in inschrijvingen op de Grootboeken der N. W. S. te
zamen de som van f 61,943.50.
Met ingenomenheid op deze aanvankelijke resultaten wijzende
verklaart de directie van het Waarborgfonds, dat zij het
doel der instelling zou bereikt achten, wanneer de pensione
ring in het volksbestaan doorgedrongen en over het geheele
land verspreid zal zijn.
Hiertoe wordt de medewerking van alle weidenkenden
ingeroepen. Door toekenning van eenig bedrag, hoe gering
ook, ligt deelneming binnen ieders bereik. De gelegenheid
tot inschrijving op zoodanige wijze als belangstellenden ver
kiezen, hetzij voor eene jaarlijksche bijdrage, voor eene gift
ineens of voor een rentegevend aandeel, wordt op eerste
aanvrage verschaft door den in elke provincie woonachtigen
commissaris van het Waarborgfonds en door den secretaris,
een onafhankelijk man geworden, en nu zijn oog in het hare
staarde, overviel hem een onuitsprekelijk verlangen, haar te
zeggen; ik heb u gezocht!"
Zou zy zich echter ook laten vinden zou dit bitter teleur
gestelde, spoedig kwetsbaar hart, zich voor de tweede maal vol
vertrouwen overgeven, om in de koesterende stralen van ware,
innige liefde op nieuw te bloeien en te geuren-"
Nooit tooverde de vreugde een donkerder tint op hare bleeke
wangen, nooit straalden de zachte oogen helderder, wanneer hy
verscheen; hoop noch opgewektheid sprak uit hare rustige per
soonlijkheid, maar slechts alleen de vriendelijkheid, die zy een
ieder, zoowel rijken als armen toonde. Doch naarmate hy ver
trouwelijker en vroolijker scheen, werd zy stiller, en tante
Charlotte vertelde, dat nooit meer haar liederen door het huis
weerklonken.
Zij kwam veel minder bij tante Charlotte in het schemer
uurtje, wanneer hij deze geregeld bezocht, maar als hy zich
beklaagde, had zij steeds een aannemelijk voorwendsel. Intusschen
zette hij den aanbouw op zijn buitengoed met buitengewonen
ijver door; met de lente, met vogelenzang en bloemengeur wilde
hij er intrekken, zooals mevrouw van Marzdorf met een geheim
zinnig, veelbeteekenend lachje aan hare bekenden toevertrouwde.
Het was Yeronika met haren fijnen kunstenaarssmaak, die hem
overal met haar raad moest bijstaan.
„Help my toch, bid ik u," zeide hy eons tot haar, „let niet
op het geldelijke, kies voor my uit, wat eene vrouw altijd schoon
en liefelijk toeschijnt.
„Eene vrouw?" had zyne oude vriendin bevreemd gevraagd,
terwijl er om den mond van het jonge meisje een trek, als van
stil ingehouden smart, beefde.
„Nu ja, eene vrouw! Wie bouwt, moet voor de toekomst
zorgen" antwoordde hij, „zelfs bij de inrichting van het huis."
„Dat is goed en wel, maar hoe kan men den smaak eener
vrouw raden, die men niet kent, Erwin?"
„Juist omdat dit moeielijk is, verzoek ik juffrouw Veronika
mij te helpen. Laten wij aannemen, dat zij dezelfde neiging en
dezelfden smaak heeft als de toekomstige bewoonster.
„Erwin" zeide tante Charlotte ernstig, toen het jonge meisje
eenige oogenblikken daarna weder naar beneden was gegaan, „gy
moet u in acht nemen. Gij hebt al spelende iets zeer kostbaars
in de hand genomen: een jong, gevoelig, deemoedig hart! Leg
het neer, Erwin, en breek het niet."
De jonge man vatte onstuimig hare gerimpelde handen.
„Tante Charlotte, ik weet wat dat hard waard is, en u dwaalt,
wanneer u gelooft, dat ik het spelende in mijne hand houd.
Het is de geschiedenis van den verborgen schat; wie te vroeg
komt of niet het rechte woord uitspreekt, kan hem niet bezitten,
maar heeft hem voor altyd verloren!"
Een oogenblik zag de oude vrouw hem verbaasd en onge-
loovig aan, toen lachte zy schalks, en legde den vinger op den
mond.
„Weet gij wel, dat men zegt, dat zy niet schoon is?" vroeg
zij na een poos.
„Ja, maar ik geloof het niet." Weder knikte zij tevreden met
het hoofd, en daarbij bleef het gesprek.
Eenigen tijd later verhaalde zij hem, dat Veronika voor drie
dagen op reis was, om in eene nabij gelegene stad eene vriendin