de ooren tot aan het einde van den rug, waar de staart
begint en teekent het aantal duimen op. Daarna wordt de
omvang van het varken onmiddellijk achter de voorpooten,
maar loodrecht van den rug naar beneden, gemeten en de
beide getallen met elkaar vermenigvuldigd. Het nu ver
kregen getal wordt gedeeld door 11 als het varken flink
gemest, door 12 als het mesten slechts middelmatig was
en door 13 als dit slechts onvolkomen geschiedde Het
gevonden getal duidt dan het vleeschgewicht aan, b. w de
lengte bedraagt 50 duim, de omvang 49 duim; 50 X 49
2450. Aangenomen, dat het varken goed gemest was,
dan is 2450, door 11 gedeeld, dus 223, het getal dat het
vleeschgewicht in ponden aangeeft.
"f Men schrijft ons van Texel, dd. 13 dezer:
,/Dezer dagen werd hier een varken geslacht, hetwelk
den 25 December 11. op dit eiland werd geboren.
Dit varken, gemest van 2 Februari tot 12 November,
werd in dien korten tijd 360 halve kilogrammen zwaar,
schoon aan de haak. In de slagerswereld geldt dit ate
eene groote bijzonderheid."
Heijer, Saur en Geel, de bekende socialisten, waren
gisteren ruim een half uur op audiëntie bij den burge
meester van Amsterdam. De beide eersten verstrekten
inlichtingen omtrent den arbeidsnood en vroegen raad. De
burgemeester verklaarde zich dankbaar voor de inlich
tingen, doch zeide dat hij persoonlijk niet in alle nooden
kon voorzien. Straatdemonstraties achtte hij allerminst
geschikt om hulp te verleenen. Kwam men zoo als nu,
aan zou hij ieder aanhooren, en hij beloofde zijn invloed
aan te wenden om nog meer dan reeds geschiedde werk
te verschaffen en nood te lenigen.
Heijer en Saur waren blijkbaar ingenomen met de wel
willendheid des burgemeesters. Geel had zich daarna te
verantwoorden over onjuiste berichten omtrent handelingen
van de politie.
Een passagier van de Zeeland plaatst in de Sumatra
Crt. het volgende treffende bericht:
Nadat de Zeeland, commandant W. Van der Sprang Van
Lee, van de Rotterdamsche Lloyd, (den 15den Augustus
van Rotterdam naar Nederlandsch Indië vertrokken en 28
September te Padang ter reede aangekomen), den 15den
September voorbij Socotra was weerklonk plotseling de
kreet: „man over boord!' en zoo was het ook; bij het
uithalen eener nieuwe zonnetent op het salondek, had de
matroos Verbeek het ongeluk eene boelijn te laten slippen
en stortte hij achterover in zee. Gaat men nu na, dat de
Zeeland, met eene stijve koelte en zeil bij, met eene 10
mijls vaart door de nog al onstuimige zee liep, dan is het
te begrijpen dat de kans op redding van den ongelukkige
zeer gering was. Doch onmiddellijk werd door den wak
keren commandant alles gedaan wat in zulk geval behoort
en kan gedaan worden, nl. eene reddingsboei werd over
boord geworpen, het roer omgedraaid, de machine gestopt
en eene reddingsloep met 6 kloeke zeelieden bemand, te
water gelaten. Te midden der ontsteltenis werd echter tot
aller ontzetting v<: rnomen, dat de vierde officier Albert
John Howard den drenkeling was nagesprongen.... en inder
daad het was zoo. Deze jeugdige en moedige Brit had
zich in een oogwenk slechts twee personen zagen het
van zijn jas ontdaan en was, geen rekening houdende
met de woeste golven, vol edelen moed over boord ge
sprongen ter redding van zijn in nood verkeerenden
medemensch.
Helaas! die heldenmoed mocht niet met goed gevolg
worden bekroondook deze edele jonge man vond zijn
dood in de golven. Gedurende ruim vier uren werd èn
met het stoomschip èn met de reddingsloep al het mogelijke
gedaan om de ongelukkigen op te sporen, doch zelfs de
overboord geworpen reddingsboei mocht ten gevolge van
het onstuimige bruisen der zee niet worden ontdekt, en
werd, na gehouden grooten scheepsraad, de reis naar Insu-
linde in droevige stemming vervolgd. Edele Howard, zoo
besluit een ooggetuige in de Sumatra Crt. het bericht,
menschlievende en moedige zoon van oud-Engeland, in de
eindelooze, peilloos diepe zee verliest zich uw stoffelijk
overschot, maar over haar golven klinkt luide uw naam
in de harten van allen, die van uw zelfopofferende daad
kennis bekomen en eerbied koesteren voor alles wat groot
en edel is in den mensch
De Rechtbank te Roermond heeft mr. P. Dozv te
Nijmegen, die op jacht te Reuver bij Venloo bij ongeluk
een boerenknaap doodschoot, veroordeeld tot 45 celstraf
en f 25 boete.
Indien in de avonden van 26 tot 28 dezer de lucht
onbewolkt is, zal men waarschijnlijk een prachtigen sterren
regen kunnen waarnemen. Omstreeks dien tijd gaat nl.
de aarde elk jaar door de baan der komeet van Biela; dit
jaar ontmoet zij vermoedelijk, evenals in 1872, dan een
gedeelte der komeet zelve, waardoor stukjes van dit hemel
lichaam als sterren op de aarde kunnen vallen. Dit jaar
nadert de aarde zelfs de kern der komeet nog dichter dan
in 1872. Intusschen kent men noch den loop der komeet,
noch de eigenaardigheden van haar samenstelling voldoende,
om met volkomen zekerheid te kunnen aankondigen wanneer
precies het verschijnsel zich zal vertoonen en in welken
omvang. Daar de maan in het laatst dezer maand laat in
den avond opgaat, zal men in den vooravond het verschijnsel
het best kunnen waarnemen.
Berichten uit Batavia, loopende tot 9 October 11.,
luiden o. a.
Het groote nieuws van den dag is de sluiting, op last
der Regeering, van de drukkerij der firma H. M. Yan
Dorp Co., uitgevers van de Java-Bode. Het Alg. Dagbl.
van 8 October deelt daaromtrent het volgende mede:
„Heden morgen tegen 11 uren traden de resident, de
adsistent-resident voor de politie, de schout van de beneden
stad en een paar oppassers de drukkerij der firma H. M.
staande vlijt en moeite, zonder een teeken van hare genegenheid
voor u te verschijnen, en ik zelf gaf haar den raad, het door
de schuld van een knecht verongelukte schilderstuk met een
ander te vervangen. Want, hoe het ook zy, wanneer dat
ten minste eenige waarde voor u heeft kan zij u verzekeren,
dat zij u vol blijden ijver tijd en moeite gewijd heeft, en het
was dus slechts het zichtbare bewijs dezer verzekering, waar
mede zij zich een kleinen onschuldigen ruil veroorloofde, die
zich zoo vrcesclijk op haar wreekt. Wij verzochten een kunst-
kooper, ons het een of ander passend stuk te geven, dat in
waarde aan Hortense's werk gelijk stond, en heden morgen is
dit ons ter hand gesteld.
Daar hebt gij nu onze verklaring; een klein bedrog is er wel
gepleegd, maar er is geen boosheid mee bedoeld, geef ons nu
de uwe, Erwin." (Slot volgt.)
Yan Dorp Co., uitgevers van de Java-Bode, binnen en
verzegelden nadat uit de drukkerij het werkvolk, niet
zonder een hoeratje, uitgelaten was de deuren dier
werkplaats, die voor een gedeelte aan de straat uitkwamen.
Aan de overzijde der straat stonden eenige Europeanen
het geval te bespreken; op den stoep van het Postkantoor
keken eenige Arabieren, Chineezen en inlanders toe, en een
kwartier later was de uitvoering afgeloopen van een aan
de firma H. M. Van Dorp Co. in afschrift verleend
besluit, waarin wegens de beweerde strekking van voort
durend in de Java-Bode voorkomende artikelen, vooral
blijkende in het veel besproken artikel van 29 September
(zie dat artikel hieronder), ertoe wordt overgegaan om art. 5 van
het drukpers-reglement tweede lid toe te passen; aan de
personen, uitmakende de firma H. M. Van Dorp Co.,
de uitoefening van de beroepen van drukkers en uitgevers
van drukwerken te verbieden, en de gebouwen, waar die
beroepen door hen worden uitgeoefend, door het plaatselijk
bestuur te doen sluiten.
Het artikel van de Java-Bode, dat aanleiding heeft gege
ven tot schorsing van dat blad, behelst een betoog van het
gevaarlijk karakter der dweepzucht in de Preanger. Bepaalde
lijk wordt gewezen op eene beweging te Soekaboemi. Het
gevaar van een „heiligen oorlog" bestaat, zeide het blad,
en het zal losbarsten boven onze hoofden, zoo niet binnen
drie maanden, dan binnen wat langer tijd.
„Ten minste," zoo schreef de Java-Bode verder, „als het
Gouvernement geene strenge maatregelen neemt! Is het
Gouvernement dat van plan? Wij weten er niets van. Ons
Gouvernement is een sphinx, welks raadselachtige, diep
geheime, politieke bedoelingen alleen op een paar hoofd
lijnen, zooals zout-contract, Atjeh-vrede en Nisero-verne-
dering, openbaar zijn geworden. De Nederlandsche politiek,
de koloniale in het bijzonder, is zóó ondoorgrondelijk, dat
het misschien wel tot het programma behoort om de zaken
zeer ver, zelfs te ver te laten komen. De treurige staat
onzer defensie, de schandelijke staat in Atjeh en de lauw
heid, waarmede ondanks herhaalde waarschuwingen de
fanatieke beweging behandeld is, geven grond tot dat
vermoeden. Daar komt bij de slaperigheid van gewestelijke
autoriteiten, de traditioneele aanbidding van het dogma der
„rustige rust" en de gewone kinderachtige neiging, om
niet te gelooven wat men niet gaarne gelooven wil. Zoo
was het ook in Britsch-Indië, even vóór den opstand van
1857, toen de moordtooneelen en andere gruweldaden beraamd
en afgesproken werden, tot onder het gehoor der niets
kwaads vermoedende Engelschen. Ook toen waren er
waarschuwingen, die men spottende in den wind sloeg."
Onze welbekende wielrijder de heer E. Kiderlen te
Delftshaven heeft eene weddenschap aangegaan, om den
21 dezer maand, des avonds te 9 uren per rijwiel te ver
trekken van Delft naar Leeuwarden, waar hij den volgen
den avond te 5 uren zal moeten zijn aangekomen.
Provinciale Staten van Noordholland.
Zitting van Donderdag 12 Xovcuiber.
In deze vergadering is ingekomen een brief van den heer
Jacob Vis Pz., waarbij hij wegens verandering van woonphiats
bedankt als lid der Staten.
Door Gedeputeerde Staten is ccne gewijzigde regeling ontworpen
ter voorziening in dc kosten der uitbreiding van het gesticht
Meerenberg.
Overeenkomstig hun voorstel is besloten:
1. de som van f 25,819.52, op de begrooting van het gesticht
Meerenberg voor 188G nog beschikbaar, aan te wijzen voor de
uitbreiding van dat gesticht;
2. ten laste der provincie voor evengenoemd werk eene. geld-
leening aan te gaan van ten hoogste f 300,000;
3. vast te stellen eene tweede suppletoire begrooting voor de
provincie en eene eerste suppletoire begroot,ing voor het gesticht
Meerenberg, beiden voor den dienst van 1886, tot regeling der
in dat jaar vermoedelyk benoodigde gelden voor dc uitbreiding
van Meerenberg.
Na discussie is aangenomen eene motie van den heer Boissevain,
gewijzigd naar aanleiding van eene opmerking van den heer
Rutgers van Rozenburg, waarbij op de noodzakelijkheid wordt
gewezen van de vergrooting der haven van IJmuiden en het
maken van een tweede zeesluis nevens de bestaande, en Gede
puteerde Staten worden uitgenoodigd, hunnerzijds alle pogingen
aan te wenden tot oplossing der gerezen bezwaren tegen het te
dezer zake van Regeeringswege opgemaakte plan en tot uitvoering
van het werk.
De najnars-vergadering der Staten is daarna door den Voor
zitter in naam des Konings gesloten.
Buitenland.
Uit Constantinopel wordt dd. 13 dezer gemeld:
In de zitting van gisteren der Conferentie stelde de
Porte voor: dat zij in gemeenschappelijk overleg met de
mogendheden Vorst Alexander zou sommeeren, Oost-Roe- j
melië met zijn troepen te ontruimen.
De Sultan zou vervolgens een buitengewoon commissaris
naar Roemelië zenden om er onder goedkeuring der mogend
heden, haar gezag uit te oefenen tot dat een definitief
gouverneur zou gekozen zijn.
Ten slotte zou eene gemengde enquête-commissie ge
durende het bestuur dezer voorloopige administratie onder
zoek doen naar de wenschen der Roemei iërs.
Omtrent de twee laatste voorstellen meent men dat wel
een overeenstemming tot stand zal komen: omtrent het
eerste echter blijven Frankrijk en Engeland bij hun eisch,
dat de sommatie alleen uit naam der Porte geschieden zal.
Te Galveston (Amerika) zijn gisteren zestig blokken
huizen door brand vernield. De verwoesting strekt zich
over eene lengte van anderhalve Engelsche mijl uit. De
schade bedraagt vier millioen dollars.
Uit Philadelphia wordt dd. 10 dezer gemeld
„De passagiers-stoomboot Algoma, van de „Canadian
Pacific Railway," is jl. Zaterdag morgen te 4 uren aan
den noordwestelijken oever van het Oppermeer bij het
naderen van Port Arthur tijdens een zware sneeuwstorm
op Isle Royal geloopen. Het stoomschip is geheel weg
en 37 opvarenden zijn verdronken. Het stoomschip Atha-
basca zag gisteren het wrak van de boot en trof de overige
schepelingen en passagiers in stervenden toestand op de
Isle Royal aan, waarvan hij hen naar Port Arthur over
voerde. Sleepbooten zijn afgezonden, om verdere veronge
lukten op te sporen en de lijken weg te brengen.
Een later bericht luidt, dat de kapitein, 11 schepelingen
en twee passagiers zijn gered. Eerstvermelde is zwaar
verwond. Er zijn 48 personen verongelukt."
Eerstdaags wordt te Toulon een bataillon marine
fuseliers verwacht, dat 2$ jaar in Tongkin en op Madagascar
"gediend heeft. Van de 600 man, waaruit het ten tijde
van het vertrek bestond, zijn slechts 113 overgebleven!
Na het uitspreken van het vonnis in do Pall-Mal
zaak noemde de voorzitter van het Hof Stead's gedrag
roekeloos, ondanks zijn goede drijfveeren. De door hem
genomen proef faalde, en zij moest falen, daar hij zich
afhankelijk maakte van een totaal onbetrouwbaar geblekene
vrouw, de verdorvene Rebecca Jarett. De artikelen van
de Pall-Mall noemde hij een schandvlek voor de pers. De
bekende onwaardige opstellen van het blad waren eer
geschikt om jeugdige gemoederen te bezoedelen, dan te
helpen. Stead had bovendien niet alleen aan de maatschappij
kwaad berokkend, maar in het bijzonder ook aan de familie
Armstrong, door de stelselmatig schandelijke, totaal onge
gronde betichtingen van die familie. Stead werd ongetwijfeld
geleid door goede bedoelingen, maar dit gaf hem geen recht
de wetten te overtreden. Ten opzichte van vrouw Jarett
overwoog het hof, dat zij handelde als Stead's werktuig,
hetgeen als verzachtende omstandigheid kon gelden. Alle
vei'oordeelden hoorden hun vonnis zonder aandoening aan.
Den citoyen Lisbonne, gewezen kolonel van de Com
mune, gaat het naar den vleesche in de taverne La Bagno
te Parijs, waar, gelijk men weet, knechts, als galeiboeven
gekleed en met den kogel aan het been, de gasten bedienen.
Deze moeten queue maken, willen ze in dat hol hun offer
nederleggen op het aldaar der wufte, ondoordachte nieuws
gierigheid. Ja, nieuwsgierigheid is 't, die den gewezen
galeiboef Lisbonne rijk maakt; maar eene hoogst treurige
nieuwsgierigheid, welke den mensch in zijn eigen oog moet
vernederen.
Albert WolfPs artikel in de Figaro verdient wel over
weging. Zal Lisbonne, zoo vraagt hij, zijne winsten nu
broederlijk gaan deelen met het arme volk, hij, die altijd
zoo heeft gescholden op de „infame burgerij," op „het
afschuwelijk kapitaal?" Als hij genoeg overgegaard zal
hebben, om een huis te koopen, en dit zal niet lang duren,
zal hij dan de werklieden, die hij jl. Woensdag nog heeft
opgezet tegen de bezitters, voor niet huisvesten en voeden?
Of zal hij, integendeel, op zijne beurt, zich thans vetmesten
met het zweet des volks?
De taverne van den citoyen Lisbonne heeft nog eene
pijnlijker beteekenis dan die van eene zedelooze geldmakerij.
De gebeurtenissen der Commune belmoren tot de betreu
renswaardigste episoden onzer geschiedenis, zegt Wolft. Het
bloed heeft over en weer gestroomd in een broedermoor
denden oorlog, waarvan de toekomstige eeuwen nog zullen
gewagen. Het eenvoudige gezond verstand zou willen, dat
men er met ontroering aan dacht, ik zeg niet met toorn,
want de amnestie is er over heen gegaan. Van dat zoo
bedroevende tijdperk uit onze historie een speculatie te
maken, dat is op zichzelf niet sterk; maar het hart krimpt
ineen, als men de kwinkslagen der menigte hoort te midden
van zooveel bloedige herinneringen. Al wat ge er ziet, de
muren, de mannen, de schilderijen, spreken van een tijdperk,
dat men uit het geheugen moest wisschen als de sporen
van eene verschrikkelijke nachtmerrie, die het hart van het
Fransche volk beklemt. Dat de citoyen Lisbonne daar
triomfantelijk bij het buffet staat, na in het bagno de stok-
slagenstraf ondergaan te hebben, er is niets in deze
apotheose, waarover men zich heeft te verwonderen, want
in een revolutionair land heeft elk op zijne beurt zijn dag
van opkomst. Maar dat Parijs behagen kan scheppen in
deze beleedigende verheerlijking van den burgeroorlog, dat
getuigt zeker van eene diepgaande verlaging van het gezond
verstand en van een bitter verval van het openbaar be
wustzijn.
Terwijl in ons land op de scheepswerven gebrek aan
werk is, schijnt het in sommige plaatsen drukker te zijn.
Zoo zijn op de werf van de „Vulcan" scheepsbouwmij te
Bredon bij Stettin op het oogenblik ruim 40,000 werklieden
bezig bij het bouwen en vervaardigen der machines van
20 schepen; o. a. zijn er in aanbouw 6 stooombooten voor
de „Nord Lloyd" te Bremen (3 3000 tons en 3 4000
tons), 2 pantserschepen voor de Chineesche oorlogsmarine
a 7000 tons, en een snelvarende kruiser voor 't Duitsche Rijk.
Een heer uit Kopenhagen had op een Parijschen
boulevard kennis gemaakt met twee onbekende heeren, met
wie hij naar de opera en daarna soupeeren ging.
Na het souper viel de Deen in slaap en toen hij weer
wakker werd miste hij zijne ringen, ter waarde van 5000
francs, zijne portemonnaie met 4000 francs, een prachtigen
gouden chronometer met ketting en.... zijne twee „vrienden."
Een Amerikaansch blad meldt, dat de heer Washburn
een scheepsroer heeft uitgevonden, dat door electriciteit
bewogen wordt. Op een verticale stang is een magneet
naald bevestigd, welke zich tusschen twee contactpunten
kan bewegen. Indien het schip van zijn koers afwijkt,
raakt de naald een der contacten en sluit daardoor een
keten, waardoor een der toelaatkleppen van een kleinen
stoomcilinder bewogen wordt, welke laatste op zijn beurt
werkt op de klep van een grooten cilinder, die het roer
beweegt. De minste afwijking zou dus de stang doen be
wegen en zou het schip in zijn koers terugbrengen. Op
verschillende punten van het schip zijn commutators geplaatst,
die veroorloven het roer onafhankelijk van de kompassen
te bewegen. Daarenboven verwittigt een electrische schel
in de kapiteinshut den gezagvoerder van iedere verandering
van koers.
benoemingen, enz.
De luits. ter zee 2de kl. O. H. Kuyck, F. W. Planten en
E. O. Kerkhoven, uit Oost-Indië teruggekeerd, zijn op non-acti
viteit gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. C. A. Dominicus, dienende aan boord
van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, wordt met den 30 dezer
op non-activiteit gesteld.
V lsoütoerloliten.
Door 47 beugers werden jl. Donderdag 30 tot 150 schelvisschen
en 5 tot 8 kabeljauwen, en door 25 korders 70 tot 210 groote
tongen, 100 tot 380 kleine en middelbare idem, 3 tarbotten, 60
roggen en 5 tot 15 mandjes kleine schol aangevoerd; schelvïsch
werd algeslagen tegen f 24.50 tot f 32.50 't honderd, kabeljauw
tegen f 2.20, groote tong tegen 40 a 50 e., kleine en middelbare
tegen 7 k 20 c., tarbot tegen f 8 tot 1 13, rog tegen 66 k 80 c.,
alles per stuk, cn kleine schol tegen f 2.30 per mandje.
Burgerlijl^e Stanfl.
Gemeente HELDER, van Denderdag tot Zaterdag.
OndertrouwdH. Ike, kok bij de Marine, en A. Tcerink.
C. Krynen, stoker bij de Marine, en M. Kwinkelenberg.
GehuwdGeene.
Bevallen: C. A. Geertse, geb. De Haas, D. C. De Zeeuw,
geb. Zwaai, Z. G. Vcgtel, geb. Sevenhuijscn, Z. C. Prins,
geb. Bomhofl", D.
Overleden: D. Stark, 8 maanden. Levenloos aangegeven 1