Weeshuis), die zich mede op het ijs bevond, waagde het,
do.or zich te water te begeven, de drenkeling te naderen en
stak haar de handen toe, waarop beiden door inmiddels
toegesnelde personen op het droge werden gebracht.
Te Rotterdam zakten twee jongens van 12 en 13 jaar
door het ijs en verdronken,
Men schrijft ons uit Schagen, dd. 23 dezer:
„JÏ. Zondag gaf onze liedertafel „Euterpe" een concert
met medewerking van de heeren F. Baggerman, pianist,
en H. Mesker clarinettist, die het concert door het uit
voeren van een drietal solonummers opluisterden.
Uitgevoerd werden: 1. U Aquila, (Solo voor Piano, door
den heer F. Baggerman), Maurice Hagemann. 2. O! zag
yk u op een woeste heiKuecken. 3. Fantasie „Robert le
Diable" (Solo voor Clarinet, door den heer H. Mesker),
Jos. Beltjens. 4. Een Werkmanslied (Koor met Soli en
begeleiding), Joh. M. Coenen. 5. Goeden nacht, gij mijn
lief kind, F. Abt. 6. Hulde aan het onderwijs (Koor met
Soli en Kinderstemmen en begeleiding), L. F. Brands Buys.
7. hme air varié (Solo voor Clarinet door den heer H.
Mesker), F. Berr. 8. Kringloop, Otto. 9. De stroom
(Koor met quartet, Soli en begeleiding), Paul C. Koerman.
Dat Euterpe zich eene gunstige reputatie heeft ver
worven bleek uit de talrijke opkomst. De zaal was vol.
Iets wat men tegenwoordig zelden beleefd.
Uit verschillende omliggende gemeenten waren dan ook
de beminnaars van de edele zangkunst opgekomen om
getuige te zijn van de wijze waarop Euterpe de schep
pingen van de van het nieerendeel Hollandsche compo
nisten zou vertolken.
De hoorders konden tevreden zijn. De uiterste zorg
was bij de bestudeering in acht genomen en de uitvoering
overtrof dan ook in de meeste gevallen de verwachtingen.
Dat wil nog al wat zeggen, want de nommers 4, 6 en
9 zijn zangstukken waarvan men de uitvoering niet aan
iedereen kan toevertrouwen.
Het verdient dan ook waardeering, dat het mogelijk is
in onze landelijke gemeente eene Vereeniging als Euterpe
in stand te houden; dat het ons niet ontbreekt aan eene
bekwame en ijverige directeur, noch aan solisten, noch
aan eene accompagnist. En bovenal dat de liefde voor
de kunst bij die allen sterk genoeg is om een band te
te vormen die ze allen samenbindt zóó hecht, dat ver
schillende kleine storingen en verwikkelingen die in het
leven van iedere corporatie van tijd tot tijd voorkomen
kunnen worden vergeten en ter zijde gezet wanneer de
kunst dat eischt. 't Is goed zoo, leden van Euterpe! de
edele toonkunst komt zeker nooit beter tot haar recht,
dan wanneer het streeven naar volmaakte harmonie ons
tevens de waarheid van het oud-Hollandsche spreekwoord
meer en meer doet gevoelen: Eendracht maakt macht."
Nog een woord van lof aan het adres der solisten, de
heeren Baggerman en Mesker, en van harte aan alle uit
voerenden een tot weerziens."
Yan Texel wordt dd. 22 dezer gemeld:
„Zoo ooit eene Vereeniging op ons eiland getoond heeft
nuttig werkzaam te zijn in het belang van het algemeen,
dan is dit de Sociëteit Neptunus te Oudeschild, welke gisteren
25 jaren heeft bestaan. Yan de 8 oprichters is alleen de
president, de heer T. Mets, nog in leven. Het zilveren
jubilé van Neptunus werd door de leden met hunne
vrouwen zeer gezellig gevierd. Het vergaderlokaal in
lastig zoo'n brief te moeten schrijven! Waarom doet gy 't zelve
niet
„Omdat ik vrees dat mijn antwoord niet koel en vormelijk genoeg
zou uitvallen," antwoordde het meisje bedaard.
„Is hij u dan niet onverschillig?" vroeg hare zuster.
Het jonge meisje nam geen notitie van deze vraag. „Ik zou
licht bitter worden, en 't is beter de zaak kortaf en zonder ver
dere uitweidingen af te doen."
„Ge zijt onbetaalbaar!" zeide de jonge vrouw lachende. „Hoe
jammer dat ge niet in de middeleeuwen hebt geleefd, toen de
ridders hun liefde met allerlei bewijzen moesten staven! Dwaze
meid, leer toch de wereld zien zooals zij isDenkt ge dat Arthur
mij ooit tot vrouw had gevraagd, als ik geen geld had gehad?
Hij zou er nooit aan gedacht hebben, dat verzeker ik uEn denkt
ge dat ik hém had genomen, als ik niet wist dat hij fortuin had?
Goede hemel, stellig nietl Wat wilt ge dus nog meer? Zijn wij
niet betrekkelijk gelukkig samen?"
„Betrekkelijk gelukkig?" herhaalde Truida binnensmonds, terwijl
zij de groote blauwe oogen met een verwonderde en vragende
uitdrukking tot hare zuster ophief.
„Nu ja, hij heeft zijn eigenaardigheden, maar daar went men
wel aan!" hernam hare zuster.
„Kinderen, vandaag geen gehaspel, als 't u belieft!" kwam
mevrouw Baumhagen hier tusschenbeide, den knijpbril van haar
stomp neusje nemende; „ik zal dan wel schrijven daarvoor
ben ik moeder," ging zij zuchtende voort. „Maar, Geertruida,
ik ben het volkomen met Jenny eens, dat gij de wereld vaneen
veel te idealistisch standpunt bekijkt. Waarheen dit leidt
dat hebben wij allen gezien." En wederom zuchtte zij. „Ik zal
u niet dwingen, ik heb Jenny ook geheel vrijgelaten in hare
keus, dat weet ge wel! Wat mij betreft, zou ik niets tegen dien
mijnheer van van och, hoe heet hij ook weer? in te brengen
hebben."
Het jonge meisje glimlachte, al kon zy nauwelijks een min
achtende trek op haar gelaat weerhouden. „Zijn adres staat duidelijk
iu den brief opgegeven," zeide zij.
„Het heeft toch niet zoo'n geweldige haast?" hervatte hare
moeder. „Ik heb van avond mijn whistpartytje, en als ik niet
op mijn tijd pas, moet ik boete betalen. Ook heb ik vandaag niet
veel zin in schrijven," liet ze er geeuwend op volgen. „De avonden
beginnen al geducht lang te werden Weet ge ook, Jenny, of
we weer een operatroep krijgen
De jonge vrouw beantwoordde deze vraag bevestigend. „Maar
nu moet ik toilet gaan maken!" riep zij eensklaps. „Goeden
avond, mama! Wij zullen elkaar dus vandaag niet meer zien!"
„Goedenavond, mama!" zeide Truida ook.
„Gaat gij met Jenny mede?" vroeg mevrouw Baumhagen -
Het meisje schudde ontkennend het hoofd,
„Hoe zult ge dan den geheelen avond doorbrengen?"
„Dat weet ik nog niet, maar ik heb van alles te doen. Mischien
ga ik wat lezen."
„ZooNu, kind, dan tot morgen!"
Zij wenkte met de hand en Geertruida verliet het vertrek.
Schielijk verwisselde zij in hare slaapkamer haar zijden japon
met een flanellen huisgewaad, en keerde vervolgens naar hare
eigen zitkamer terug. Het begon reeds te schemeren en beneden
op straat werden de lantaarns aangestoken. Zij stond voor het
raam en zag hoe de eene gasvlam na de andere vuur vatte en
ook de vensters van de huizen allengs verlicht werden. Zelfs
de fruitvrouw, die bij het beeld van Roland post had gevat, stak
haar lantaarntje aan onder de groote katoenen paraplnie, die
haar tot dak diende. Truida kende dit alles precies; zoo had
het er daarbuiten al uitgezien, toen ze nog een kind was, en
zoo zag het er ook nu nog uit alleen daarbinnen was het
anders, geheel anders geworden. (Wordt vervolgd.)
De Zeven Provinciën was smaakvol verlicht en gedrapeerd.
De verschijning van Neptunus, in gezelschap van een paar
vlugge zeelieden en een :iardigen kastelein, benevens andere
vertooningen, voordrachten en zangstukjes, droegen niet
weinig bij tot verhooging der feestvreugde.
Door de bemoeiingen dezer Sociëteit verheugt zich het
dorp in eene telephonische verbinding met het telegraafnet,
in een bloeiend ziekenfonds, een bibliotheek, rederijkers
kamer, enz. enz.
Ook de reddingskaap op Onrust en de goede verlichting
der Texelsche haven zijn door de bemoeiingen van Nep
tunus in orde gekomen."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
„Ofschoon het weer in de laatste dagen niet aan Bloei-,
maand deed denken, prijkt toch in een tuin te De Cockè-
dorp een peerenboom met bloesems, 't Zal wel zelden voor
komen, dat een perenboom in de open lucht bloeit, als de
jeugd zich in de nabijheid van dien boom in het ijsvermaak
verlustigt."
De eerstvolgende oproeping van jongelieden voor het
instructie-bataillon te Kampen geschiedt tegen 13 Januari.
De bekende chevalier dyindustrie Schoemacher, wonende
aan den Nieuwen Vogelzang No. 41, te Rotterdam, is
dezer dagen op zeer aardige wijze in de val geloopen.
Hij had namelijk eenige weken geleden aan een handelaar
te Oosthuizen (Noordholland) eene partij kaas besteld.
Niet lang na de ontvangst daarvan deed hij eene tweede
bestelling, met de bepaling, dat de eerste bij de ontvangst
der tweede zou worden betaald.
Deze conditie liep geregeld af, doch volgde weldra daarop
eene derde bestelling, nu van zes honderd stuks kazen,
onder dezelfde bepaling, dat het bedrag van de tweede
bestelling, ad f 134, zou worden betaald, wanneer de 600
stuks zouden arriveeren.
Door die spoedige orders kreeg de koopman argwaan en
informeerde bij de politie naar genoemden Schoemacher.
Het daarop gevolgde antwoord laat zich gemakkelijk
raden, en nu kwam de koopman, die niet gaarne zijn f 134
wilde missen, op de lumineuse gedachte eene partij kool
rapen, behoorlijk ingepakt, aan den kaasliefhebber toe te
zenden, met het gevolg, dat deze, de bezending gearriveerd
ziende en in de meening dat hij kazen ontving, de tweede
bestelling betaalde en op eene door den afzender weinig
kostbare wijze tot groentenboer werd geïnstalleerd.
Uit de gemeente Eenrum, is het volgende, van 64
handteekeningen voorzien adres opgezonden aan den Minister
van Binnenlandsehe Zaken:
Excellentie
Geven met verschulcligden eerbied te kennen, onderge-
teekenden, ingezetenen der gemeente Eenrum (Groningen)
en kiezers voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
dat zij niet kunnen nalaten u er op te wijzen, dat de inge
zetenen, die winkelnering en herberg hebben, door de wet
tot regeling van den kleinhandel in sterken drank van den
28sten Juni 1881, laatstelijk gewijzigd den 16 April 1885
(Staatsblad No. 78), ten zeerste in hunne vrijheid zijn
geschaad, bij art. 3 der Grondwet gewaarborgd, wijl art. 3
(al. 8) en art. 26 geboden, dat winkel en herberg binnens
huis geene gemeenschap mochten hebben, zoodat de eige
naar zich niet meer in eigen woning mag bewegen, wat
natuurlijk groot ongerief veroorzaakt; dat zij innig over
tuigd zijn, dat de aangebrachte scheiding ten plattelande
geen invloed heeft op het meerder of minder gebruik van
sterke dranken; dat de genoemde artikelen der drankwet
geene waarde hebben voor 't algemeen belang; weshalve
zij u dringend verzoeken eene zoodanige wetswijziging bij
de Staten-Generaal aanhangig te maken, waardoor de gemeen
schap binnenshuis tusschen winkel en herberg weder geoor
loofd zij.
De bekende geluid- en signaalkundige, de heer Lefèbre,
schrijft in de N. Rott. Crt.:
„Een treffend geval wordt vermeld in de mailberichten
in uw geacht blad van 14 dezer, namelijk het dramatische
voorval aan boord van het stoomschip Zeeland, van de
Rotterdamsche Llovd, op de reis van Rotterdam naar Java,
bij welk ongeval door den commandant, den heer W. Van
der Sprang van Lee, alle mogelijke pogingen werden in
het werk gesteld tot redding van twee menschenlevens.
Bij al die edele en snelwerkende pogingen werd de
voorhanden zijnde reddingsboei buiten boord geworpen
doch, helaasal dat pogen mocht met geen gewenschten
uitslag bekroond worden, zoo o. a. luidt het mailbericht:
„Gedurende ruim vier uren werd met het stoomschip en
de reddingsloep al het mogelijke gedaan om de ongelukkigen
op te sporen, doch te vergeefs, en zelfs de over boord
geworpen reddingsboei kon, tengevolge van het onstuimig
bruisen der zee, niet worden ontdekt, enz."
Wanneer men nu aan deze laatste omstandigheid voor
een oogenblik zijne belangstelling wil schenken, namelijk,
dat de over boord geworpen reddingsboei noch door het
stoomschip, noch door de reddingsloep na 4 uren arbeid
en inspanning, opgespoord is kunnen worden ('t welk geen
verwondering kan baren wegens de kleinheid van den boei,
waarbij dikwijls nog komt eene verkeerde soort van kleur
die men er aan geeft), dan kan men gereedelijk aannemen,
dat de ongelukkigen den hun toegeworpen toestel niet
hebben kunnen opmerken. De reddingsboei, wil hij in volle
of onstuimige zee effect maken, moet boven de waterlijn
èn hoorbaar, maar bovenal goed zichtbaar zijn bovendien
behoort zoodanige boei van een zeker aantal drijvende
grijpboeien voorzien te zijn.
Na herhaalde proefnemingen, zoowel in volle zee als in
de branding van het Scheveningsche strand, in tegenwoor
digheid van vele zeelieden gedaan, is, na vele verbeteringen
er aan te hebben toegepast, een zoodanige zee-reddingsboei
verkregen, en zijn de volledige modellen daarvan te bezich
tigen en te onderzoeken in het Museum Prins Hendrik te
's Gravenhage.
Wij zijn met den schrijver van oordeel, zegt de Amst. Crt.,
dat het hoog tijd wordt dat de belangen van onzen wakkeren zee
mansstand ook op het gebied der reddingtoestellen beterworden
behartigd, en de gezagvoerders der schepen verplicht
behooren te zijn zich die verbeterde reddingsboeien aan te
schaffen.
De heeren Rosenstein Brothers te New-York beklagen
zich volgens de VI. Crt. dat hun circulaire over de slechte
haring verkeerd is opgevatzij hebben toch alleen geklaagd
over de in 1884 aan wal gekaakte haring. Verder zeggen
zij „dat de haring van dit jaar van de voortreffelijkste
hoedanigheid is en dat er niets is op af te wijzen.
Mevrouw Sophie De Vries ontving gisteren avond
te Amsterdam ter gelegenheid van haar zilveren jubilé als
tooneelspeelster van de feestcommissie een zilveren thee
servies, waarvan de suikerpot met een bijzonder soort
suiker was gevuld. De artisten boden haar een beeld op
voetstuk aan, dat zeer artistiek is uitgevoerd. Door het
Amsterdarasch Studentenkorps, de Vereeniging Thalia en
het hoofdbestuur en de afdeeling Amsterdam van het Ned.
Verbond werden aan de jubilaresse bloemruikers vereerd.
In den avond van 15 dezer overleed te Sittard op
54jarigen leeftijd, de heer J. Tomei, in leven postdirecteur
en lid van den Gemeenteraad. Jl. Woensdag heeft de
begrafenis plaats gehadhet muziekcorps van de Xaverius-
Vereeniging opende den treurigen stoet, waaraan vervolgens
de autoriteiten dezer stad en een groot aantal vrienden en
belangstellenden deelnamen, de lijkbaar werd gedragen door
het personeel van het Postkantoor aldaar, terwijl de slippen
door de vier jongste leden van den Gemeenteraad gehouden
werden. Bij de geopende groeve voerde de burgemeester
dier stad, de heer H. Rutten het woord en bracht hulde
aan den dierbare ontslapene als trouw ambtenaar en ijvervol
lid van den Gemeenteraad.
Tomei, zoo eindigde de geachte spreker, is gestorven en
de droefheid bij zijn verlies is algemeenzijn zacht karakter
en zijne dienstvaardigheid voor een ieder, hadden hem de
sympathie van allen doen verwerven; rust dan in vrede
en ontvang onze dankbaarheid en de belooning uwer ver
diensten bij God. Vaarwel. (Ingezonden).
Van den heer Schürmann ontving het Vaderland
een afschrift van een schrijven van dr. Arthur te
Parijs aan Adeline Patti, waarin deze medicus aan de
diva mededeelt, dat hij haar tot herstelling harer gezond
heid minstens een maand onder zijne behandeling moet houden.
Het strafregister van het regiment huzaren te 's Hage
was eenige dagen zoek. Het is nu teruggevonden in de
sloot vóór de kazerne.
Naar gemeld wordt, is de heer E. Kiderlen jl. Zaterdag
avond om 9 uren per velocipède van Delfshaven over
Utrecht, Amersfoort, Harderwijk, Elburg, enz. naar Leeu
warden vertrokken, waar hij Zondag avond even over half
zeven aankwam.
Omtrent deze tocht wordt het volgende medegedeeld:
Omstreeks half 12 Zaterdag avond kwam de heer Kiderlen
te Utrecht aan. Vandaar reed hij naar Amersfoort, waar
hij, met inbegrip van oponthoud, te ongeveer 1 uur des
nachts aankwam. Van Amersfoort werd de reis, na eene
korte rust, voortgezet. Zondag morgen vertrok hij te 5i
ure van Apeldoorn, om 10 uur 10 minuten van Zwolle
en kwam te midden van duizenden menschen, die hem
langs den Heerenveenschen straatweg waren tegemoetgegaan,
des avonds 6 uur 35 min., bij zwaar mistig weder, te
Leeuwarden aan.
Een talrijke menigte was op de been, die den onvermoei-
den rijder met een luid hoerah verwelkomde, terwijl de
heer S. Beekkerk, secretaris van het Algemeen Nederlandsch
Wielrijdersbond, hem een eindweegs tegemoet was gereden.
Onderweg is hij door verschillende leden van het alge
meen Nederlandsch wielrijdersbond vergezeld. Jammer
dat het weer zeer mistig was. Een andere teleurstelling,
van ernstiger aard, schijnt de koene reiziger des nachts
tusschen Voorthuizen en Millingen, nabij het Soerensche
bosch, te hebben ondervonden. Hij moet daar een onaan
gename ontmoeting gehad hebben met twee kwaadwilligen,
die aldaar een touw over den weg hadden gespannen.
Hij was op dat oogenblik alleen, daar zijn geleider, die
hem gedurende den nacht zou vergezellen, minder vlug
reed en hij dus genoodzaakt was geweest deze in den
steek te laten.
De afstand van Rotterdam langs den genomen weg tot
Leeuwarden bedraagt p. m. 260 kilometer of circa 47 uren
gaans, en is alzoo, als men er ruim vier uren voor rust
afrekent, in 18 uur door dezen wielrijder afgelegd.
De heer Kiderlen was voornemens gisteren te Leeu
warden te blijven en heden via Harlingen per stoomboot naar
Holland terug te keeren.
Ook Utrecht schijnt in den laatsten tijd eene bende
gelukzoekers te huisvesten, die op het voorbeeld van den
„heer" Doesburg en anderen zich ten koste van argelooze
fabrikanten en handelaars trachten te verrijken. Het hoofd
van deze dievenbende schijnt te zijn G. J. Busbroek. De
bestellingen worden o. a. mede onderteekend door G. G.
Klaassen en W. Willemse. Men zij voor deze „heeren,"
op wier vóórman de politie reeds lang een opmerkzaam oog
gericht houdt, gewaarschuwd
Te Gieten, zegt de Asser Crt., is een persoon, die
eigenaar is van eenige honderden Friesche schapen, die
hij op „half gewin" ter leen geeft. Men spreekt er van
dat het getal zijner dieren wel bij de duizend stuks be
draagt. Het overdoen van Friesche schapen op half gewin
is hier en elders gebruikelijk. De opbrengsten aan wol en
jongen worden door den eigenaar en den leener gedeeld.
Zoodoende wint het getal schapen van den eigenaar er bij,
terwijl tevens de arbeider of keuter, die gebruiker is',
mede op gemakkelijke wijze in het eigen bezit van schapen
komt. De handelwijze is sedert lang in gebruik en in vele
opzichten bij uitstek praktisch.
Een op graanzolders voorkomend insect isdeklander
(Calandra granaria't welk soms groote schade in het
graan aanricht. Volgenderwijze bestrijdt men dit insect:
een schapenvacht wordt met de wol naar beneden bovenop
den graanhoop geplaatst. De insecten kruipen alsdan in de
wol, en door nu het vel weg te nemen en boven een vat
met kokend water uit te schudden, vernietigt men massa's
er van. Tegen 't voorjaar brenge men dit middel in
praktijk, want alsdan komen de insecten uit hunne schuil
hoeken te voorschijn.
Een voorzichtig drinker. Gast (het eerste glas van de
vijfde flesch inschenkende). En nu waarde gastheer, ik wensch
u goeden nacht.
Gastheer. Wat! wilt ge dan al heengaan?
Gast. Neen, dat niet, maar ziet ge, als we deze flesch
ledig zullen hebben, is het sterk te betwijfelen of we
elkander nog wel zullen herkennen.
Bulteniana.
Volgens berichten uit Konstantinopel van den 21 dezer,
in de Londensche bladen opgenomen, zou de Porte aan
Servië den gebiedenden eisch hebben gesteld, Bulgarije
onmiddellijk te ontruimen.
In de aristocratische kringen te Londen heeft een
buitengewoon voorval zeer veel opzien gebaard. Lady
Gordon, dame du palais der Koningin, heeft onder den naam
„madame Licvre" in Coventgarden een groot modemagazijn
opgericht, waarin zijzelve de klanten bedient.