De burgemeester van Amsterdam is het requestreeren
der socialisten enz. van den laatsten tijd moede geworden.
Jl. Maandag weder hadden de heeren J. A. Fortuvn,
P. F. Koning en C. H. Frans zich als gecommitteerden
van een onlangs gehouden bijeenkomst van afgevaardigden
van een twaalftal vakvereenigingen, bij den burgemeester
ten stadhuize doen aandienen, ten einde een vastgesteld
adres te overhandigen.
Toen de burgemeester op schrift kennis had gekregen
van de bedoeling der afgevaardigden, liet hij hun ant
woorden, dat hij een man als Fortuyn niet kon ontvangen
en de andere heeren evenmin, zoo zij zich eens verklaarden
met de argumenten in het adres vervat.
Het drietal vertrok daarop weder.
Jl. Dinsdag is te Amsterdam eindelijk eene vergade
ring van sociaal-democraten door een lOOtal politie-agenten
uiteengedreven, omdat Fortuyn zich veroorloofde te zeggen,
dat de Regeering en de regeerende klasse.... dieven waren.
Het lokaal, te half acht nog in goeden staat, mocht te
half negen uur niet meer op den naam van respectabele
zaal aanspraak maken. Stoelen, tafels, kachels en al wat
tot een café behoort, waren 't onderst boven gekeerd; het
geleek een chaos van verwarring; geen stuk stond meer
overeind of op zijne plaats.
Het was een algemeene „sauve qui peut" door deuren
en vensters, toen de agenten er op insloegen.)
Fortuyn vluchtte niet, hij bleef vrij kalm voor de
katheder het ongewone schouwspel gadeslaan evenals de
journalisten.
Te Akkrum heeft men reeds een hardrijderij van
mannen op schaatsen gehouden, waaraan 23 rijders deel
namen. De prijs werd gewonnen door J. Jarings, de
premie door W. Dijkstra, beiden aldaar.
De predikant te Buitenpost wilde jl. Zondag ook des
avonds godsdienstoefening houden. De kerkvoogden wilden
dit beletten door de lampen uit de kerk te halen, doch
nu namen de gemeenteleden zelf een lamp mee, zoodat de
godsdienstoefening kon doorgaan; het orgel zweeg evenwel.
Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in
Hollands Noorderkwartier.
Vergadering, gehouden te Purmerend, op
Woensdag 25 November 1885.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. P. VAN FOREEST.
Te ruim 10 uren des voormiddags werd deze bijeenkomst, die
door 70 leden werd bijgewoond, door den Voorzitter geopend.
De uitvoerige en zeer belangrijke aanteekeningen van het ver
handelde in de voorjaars-vergadering werden door den Secretaris,
den heer Teengs, gelezen en bij acclamatie goedgekeurd.
Uit de mededeelingen des Voorzitters bleek, dat het ledental
thans 180 bedraagt, d. i. 12 minder dan in het voorjaar.
Na eenige discussie werd bepaald, dat van getuigschriften, door
de Vereeniging afgegeven, van ieder één afschrift kan worden
gegeven tegen betaling van f 5 per afschrift.
Omtrent het technisch onderzoek van blauwe kaas was men,
volgens de mededeeling des Voorzitters, nog niet tot eene beslis
sing gekomen. De heer dr. Boeke, van Alkmaar, stelde zich
voor, later daaromtrent te adviseeren.
Mede geschiedde mededeeling, dat de heer Weels, te Jowa, in
Noord-Amerika, bericht heeft ingezonden, dat het niet meer
naam van Holstein-Friesch-Rundveestamboek.
Een belangrijke discussie ontspon zich, naar aanleiding van de
mededeeling des Voorzitters, dat de staten omtrent de herziening
der grondbelasting, blijkens de gedane afkondiging, gedurende den
tijd van 30 dagen voor belanghebbenden ter inzage liggen, aan
welke mededeeling de Voorzitter had vastgeknoopt de aansporing
en opwekking om van die staten te gaan kennis nemen.
Uit de gedachtenwisseling bleek, dat men algemeen een lange-
ren duur van dien termijn wenschte en ook dat men, nu de
staten van Limburg en Groningen nog niet trereed zijn, daarop
vooral aandrong, ten einde tot eene vergelijking der aanslagen
in de verschillende deelen des lands te geraken. Ten slotte
werd, op voorstel van den heor Waller, met 54 tegen 10 stem
men besloten, dat het Bestuur van deze Vereeniging zich zal
wenden tot de Hooge Regeering en tot de Hoofd-Commissie
voor de herziening, ten einde te verkrijgen, dat een gelijktijdig
onderzoek mogelijk worde omtrent de voorgestelde aanslagen in
de verschillende provinciën.
Gedurende de discussie kwamen ter vergadering de heeren
Van der Oudermeulen, Voorzitter, Waldeck, Secretaris, en De
Bruyne, lid van het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
Onderscheidene ingekomen stukken werden medegedeeld en
ter visie gelegd.
Op voorstel van het Bestuur werd besloten, bij de Tweede
Kamer een adhaesie-adres in te zenden, ter ondersteuning van
zijn door de familie Baumhagen besproken ik ontving No. 37."
Ook schreef hij er nog bij, dat de Baumhagens tot de aanzien
lijkste en rijkste Patriciërs van de stad behooren dus blijkbaar
menschen die daar de eerste viool spelen.
;/Ge weet hoe ik over geldmenschen denk zooveel raogelyk
houd ik mij op een eerbiedigen afstand daarvan. Om kort te
gaan, ik ergerde mij geducht en zond hem het kaartje terug met
de opmerking, dat ik liever trappen schuren hoorde dan muziek.
Hij hoeft al meer dergelijke manoeuvres beproefd: vermoedelijk
is er een volwassen dochter.
„Maar om nu eindelijk tot het doel van mijn schrijven te
komen ge weet dat Wolf een groote hypotheek op Niendorf
heelt, tegen een kolossaal hooge rente. Ik kan die niet betalen
en zal hem de hypotheek opzeggen; zou uwe zuster haar tegen
redelijke percenten willen overnemen Alle verdere inlichtingen
daaromtrent zijn ter uwer beschikking. Wat zal ik u nog verder
schrijven? Apropos, die tante ge hebt deze geheel verkeerd
beoordeeld en smadelijk onrecht aangedaanNooit of nergens
heb ik zoo'n eenvoudige, tevreden ziel aangetroffen als die oude
vrouw. Een nichtje, dat jaarlijks ééns op Niendorf komt logeercn
en waarmee zij vreeselijk ingenomen schijnt te zijn, haar tamme
vink en de papieren bloemen, die zij altijd knutselt, maken hare
geheele wereld uit. Ze vroeg benauwd of ze wel in haar kamers
mocht blijven wonen, totdat ze dood was? Nu, met woord en
handslag heb ik haar dat beloofd. Zij heeft mij alles moeten
vertellen van oom's laatste levensjarenhij is een rechte zonder-
ling geweest. Wolf kwam eiken dag by hem op bezoek en speelde
dan écarté met hem en den schoolmeester. Hij is dan ook om
zoo te zeggen aan de speeltafel gestorven. De oude dame ver
telde met een ware grafstem, dat hij juist ruitenboer en klaveren
negen in de hand had en geroepen hadDaar ligt hijEen
bom van een solo!" en toen ineen was gezakt. Ik geloof dat
ze er nog van griezelde. Straks denk ik, ondanks regen en
storm, eens naar de stad te gaan, om een paar bezoeken af te
leggen. Dat moet toch ééns gebeuren! Ik neem den rentmeester
mede. Hij moet een nieuw span werkpaarden halen, dat hij daar
voor een paar dagen heeft gekocht. Misschien zie ik toevallig dat
jonge peettantetje nog wel eens, van wie ik u laatst heb geschreven
tot hiertoe is het geluk mij niet gunstig geweest."
(Wordt vervolgd.)
een verzoekschrift betreffende het aanhangig wetsontwerp op den
kinderarbeid, welk verzoekschrift door het Hoofdbestuur der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw bij de genoemde Kamer
is ingezonden.
Voor kennisgeving werden aangenomen de mededeelingen, dat
by schrijven van den heer C. F. Kreenen, der Vereeniging dank
is betuigd voor de bijdrage van f 25 aan het Sloet-fonds en
door de afdeeling Alkmaar der Hollandsche Maatschappij van
Landbonw voor het in de voorjaars-vergadering toegestaan
subsidie van f 50, ten behoeve van de Paaschtentoonstelling te
Alkmaar.
De gemotiveerde rapporten der jury's voor de in het voorjaar
gehouden Tentoonstelling te Hoorn werden door den Voorzitter
ter tafel gebracht. Aan de leden der jury's werd dank gebracht.
Voor de pnbliceering dier rapporten zal worden zorg gedragen,
daar het blijkt, dat dit algemeen wordt gewenscht.
't Verslag der algemeene vergadering van het Rundveestam
boek werd, uithoofde van de afwezigheid des heeren D. Breebaart,
afgevaardigde naar die vergadering, uitgesteld.
Een keurig en zaakryk verslag werd uitgebracht door den
heer J. Zijp Kz., die als afgevaardigde het Landhuishoudkundig
Congres te Gouda heeft bijgewoond.
De Commissie voor het onderzoek der rekening van dit en
der begrooting voor het volgende jaar werd bij stemming samen
gesteld uit de heeren P. D. Schenk, L. Visser en dr. Spaander.
Mede bij stemming werd bepaald, dat de voorjaars-vergadering
in 1886 zal plaats hebben te Winkel.
Namens het Bestuur werd door den heor J. Zijp Kz. voor
gesteld om op twee plaatsen in dit deel der provincie, Wierin-
gerwaard en Hugowaard, hengsten te stationeeren en daarvoor
in 1886 f 500 en in 1887 f 250 te bestemmen, terwijl het dek-
geld zal bedragen f 10. In Wieringerwaard heeft men reeds,
volgens de mededeeling des sprekers, de noodige aandeelen
geplaatst; in Alkmaar's omstreken hoopt men alsnog te slagen.
Bij de discussie over dit onderwerp werd op de wenschelykheid
gewezen, om zich bij deze zaak, met het oog op do levering van
remonte-paarden, met Z. Exc. den minister van Oorlog te verstaan,
't Voorstel werd aangenomen.
De heer G. Wonder leidde het tweede voorstel van 't Bestuur
in, de strekking hebbende om eene tentoonstelling te houden van
afstammelingen van de in 1883 en 1884 gestationeerd geweest
zynde stieren en andere; en het verbinden hieraan van eene
tentoonstelling van Texelsche en gekruist Texelsche schapen en
rammen. Na korte discussie werd dit voorstel van 't Bestuur
bij acclamatie aangenomen.
Het stichten van een Paardenstamboek, door 't Bestuur voor
gesteld, werd besproken door den heer J. Breebaart, die zulks
ten zeerste aanbeval, doch daarbij in overweging gaf om er naar
te trachten tot een Nederlandsch Paardenstamboek te komen. By
acclamatie werd ook dit voorstel aangenomen, met de bepaling,
dat het Bestuur de Commissie hetzij uit zijn midden of daar
buiten zal samenstellen.
Hoogst belangrijk was de discussie over de heffing der wik-
en weegloonen, zooals die te Alkmaar, te Hoorn en te Purmer
end worden geheven. De discussie over dit onderwerp werd inge
leid door den heer J. Zijp Kz., die, nu deze zaak aanhangig is
gemaakt bij de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, een
algemeen petitionnement wil uitlokken ter bevordering van
afschaffing dier rechten, waaromtrent indertijd bij de Hooge
Regeering de meening bestond, dat die loonen vrijwillig door de
marktbezoekers werden betaald. De heer De Jong omhelsde
die meening niet. Hij wilde de zaak, nu de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw die heeft aangevat, laten rusten. Hij achtte
de waardigheid dezer Vereeniging, die de koe't eerst bij de horens
vatte, daardoor wel geschaad. Hij stelde ten slotte voor, deze
zaak nu voor het vervolg van het programma der Vereeniging
te schrappen. Door een aantal sprekers werd nog naar aan
J'4 AM'Iot'IWmm. »'tn 1-1 crtwrÏBQolfl
Breedvoerig werd o. a. door den heer Cohen Stuart. uiteengezet,
dat het best was, nu de meergenoemde Maatschappij de bewuste
zaak zal onderzoeken, van deze zijde voorloopig daarin te berusten,
om, indien het noodig is, daarop later terug te komen. De
heer Zijp betuigde zijn verwondering, dat de heerDeJongh, die
deze zaak in de vorige bijeenkomst zoo grondig heeft toegelicht,
nu een voorstel doet om die aangelegenheid voortaan geheel te
laten rusten.
De heer De Jongh verdedigde zich en wees daarbij op het ge
beurde in de jongstgehouden vergadering der afdeeling Alkmaar
van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Hij verklaarde
ten slotte, dat, mocht de vergadering met den heer Zijp
medegaan, hij zich zou genoodzaakt zien, om de betrekking van
president dezer Vereeniging, waartoe hy gekozen is, niet te
aanvaarden.
Ten slotte werd door de vergadering met 55 tegen 15 stemmen
aangenomen deze motie van den heer Waller, met welks aan
neming door den heer De Jongh genoegen werd genomen;,De
vergadering, overwegende de wenschelijkheid om, hangende het
onderzoek van het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw, over de kwestie der wik- en weegloonen geene
beslissing te nemen, verdaagt de bespreking tot na het inkomen
van het advies van het Hoofdbestuur, waarschijnlijk tot de voor
jaars-vergadering van 1886."
Belangrijk was mede de bespreking van het volgende punt van
behandeling: de al of niet wenschelijkheid van het heffen van
beschermende rechten. De heer Th. J. Waller leidde de be
spreking van dit punt in. De inleider bracht in herinnering de
bespreking dezer zaak op de laatstgehouden vergadering der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw en op de door den
heer Van Wessem verkondigde meeningen ter gunste van het
beschermende stelsel. Spreker deed uitkomen, hoe het voor een
kleinen Staat, als de onze, een dwaasheid is, het vrijhandelstelsel
te verlaten. Hij drukte den wensch uit, dat de vorgadering met
hem zoude instemmen, dat het streven, ook by onze Regeering merk
baar, om beschermende rechten in te voeren, als een onheil
moet worden beschouwd.
De heer Mac Donald betoonde zich in een rede, die met veel
aandacht werd gevolgd, een voorstander van het stelsel van be
scherming des handels. Hij deed uitkomen, dat de voorstanders
van *t Vrijhandelstelsel hun stelsel als een dogma verkondigen.
Hij wees er op, dat onze schatkist behoefte heeft aan meerdere in
komsten, door die rechten te verkrijgen. Spreker deed opmerken,
dat ieder hier te lande ter markt kan komen met zijne producten
en met elk kan mededingen. Waarschuwend, zegt spreker, wijst
de ledige schatkist des lands op de noodlottige gevolgen van
't stelsel van vrijen handel. De heeren Zijp en Cohen Stuart
bestreden daarna het gevoelen van den heer Mac Donald en
wezen er op, dat de beschouwingen, geleverd in 't belang der
invoerrechten, geen steek houden, maar tot nadeel voor ons land
en volk zouden uitloopen. De heer Mac Donald repliceerde,
waarna de heer Waller zijne stellingen verdedigde en zijne
motie, strekkende om te verklaren, dat de invoering van het
beschermend stelsel als een ramp voor ons vaderland is te
achten, werd ten slotte met 50 tegen 8 stemmen aangenomen.
't Laatste punt van behandeling luidde aldus: Wat kan er
gedaan worden in het belang der zuivelbereiding? Zou niet,
door tusschenkomst der Vereeniging, het zoogenaamde systeem
Boekei ter nadere kennismaking en beoordeeling voor de zuivel-
bereiders onder ieders bereik kunnen worden gebracht? De heer
De Jongh leidde de bespreking van dit onderwerp in. Spreker
bracht hulde aan den heer Sluis, die steeds getoond heeft zijne
kennis van het kaasmaken dienstbaar te willen maken aan
anderer voordeel. Hy doet uitkomen, dat de heer Boekei te
Wieringerwaard niet alzoo gezind is om belangeloos anderen tot
voorlichting te strekken en besluit zyne rede met het doen van
het voorstel, dat deze Vereeniging pogingen aanwende, om met
den heer Boekei eene overeenkomst aan te gaan, ten einde zyne
kennis van de zuivelbereiding te doen strekken tot voorlichting
van anderen. Ilij geeft in overweging, dat. het Bestuur ge
machtigd worde, om in dien zin tegen de voorjaars-vergadering
het nemen eener beslissing in deze voor te bereiden.
Na eene discussie, waaraan o. a. ook door den heer Sluis werd
deelgenomen, werd, overeenkomstig het voorstel van den heer
De Jongh, met eenparige stemmen besloten.
Vóór het einde der vergadering werd door den heer J. Zijp Kz.
aan het Bestuur in overweging gegeven, om als punt van behan
deling in de volgende vergadering op te nemen, de vraag, of
het niet wenschelijk zou zijn op de eene of andere wijze de voor
lichting in te roepen van deskundigen, ter zake van beschadiging
der landeryen door insecten, enz.
Bij monde van de heeren Waller en Cohen Stuart. werd hulde
gebracht aan de verdiensten van den aftredenden Voorzitter, den
heer Van Foreest. Deze sloot de vergadering met een gepast
woord, waarin hij de met hem aftredende leden des Bestuurs, de
heeren J. Zijp Kz. en J. Breebaart, erkentelijkheid betuigde voor
al hetgeen zij hebben toegebracht om de belangen dezer nuttig
werkende Vereeniging te bevorderen.
Staten-Generaa.1.
Marine. In zijn memorie vau antwoord op Hoofdstuk VI der
Staatsbegrooting ontkent de minister van Marine het beweerde
gemis aan zuinigheid zijnerzyds. De verhooging der artikelen is
eensdeels toe te schrijven aan juistere ramingen, anderdeels aan
den eisch om onze verdedigingsmiddelen te versterken. Overtuigd
dat het verbeteren der verdedigingsmiddelen ter zee dringend
noodig is, dient de minister de hand daaraan te slaan, zonder
overmatige opdrijving der uitgaven, maar ook zonder te streven
naar lage ramingen, die door de uitkomsten zouden worden
gelogenstraft. Ook hij meent dat forten bij de verdediging onzer
zeegaten en binnenwateren de hoofdrol zullen moeten vervullen,
maar bijstand van schepen is daarby volstrekt noodig. Tenge
volge van de pertinente bestrijding door de Kamer van verhooging,
heeft de minister het daarvoor voorgestelde bedrag van f 4352
teruggebracht tot f 2010.
De uitgaven voor torpedomateriëel rekent de minister tot de
gewone. Hij vindt geen vrijheid om de posten voor uitbreiding
van den torpedodienst en de verwapening uit de begrooting te
lichten en na Januari eene suppletoire begrooting in te dienen.
De minister gaat voort de uitvoering voor te bereiden of te doen
plaats hebben van de maatregelen, noodig tot verbetering van
de Rijkswervenhij houdt daarbij rekening met het rapport der
commissie, waaromtrent hij zich in hoofdzaak kan vereenigen
met de denkbeelden van zijn voorganger.
Aan het loodswezen zal de minister zijne bijzondere aandacht
wijden en nauwkeurig toezicht houden op het loodspersoneel.
Buitenland.
De vijandelijkheden in het Bulkangebied zijn hervat.
Een rust van twee dagen schijnt voor de Bulgaren vol
doende geweest te zijn om hun dooden en gewonden te
bezorgen en thans maken zij zich gereed de Serviërs den
aanval in hun gebied betaald te zetten. Zondag zijn de
Serviërs geheel van de hoogte ter linkerzijde van de Dra
goman-pas verjaagd en vorst Alexander is op het punt op
zijne beurt de vijandelijke grens te overschrijden. Reeds
is hij bij Zaribrod vlak op de grens, de plek waar voor
eenige dagen het hoofdkwartier van Milan was gevestigd.
Hij stelt nu eischen en moet verklaard hebben geen wapen
stilstand te willen sluiten voor hij met zijn troepen in
Servië is doorgedrongen.
De Koning van Spanje is gisteren morgen te 9 uren
II Ij Iij4o»Jo ocin JipbtAritifi.
De Prinses van Asturiën, Marie de las Mercedes (vijf
jaar oud), zal geproclameerd worden als Koningin, onder
liet regentschap harer moeder, gemalin van wijlen Konin*»
Alfonso.
Het ministerie heeft zijn ontslag ingediend. Sagasta zal
een nieuw Kabinet vormen, met maarschalk Jovellar (oorlog),
Camacho (financiën), Martos(buitenlandschezaken), Venancio
Gonzales (binnenlandsche zaken), allen liberalen. Maarschalk
Martines Campoz zal het opperbevel over het noordelijk
leger op zich nemen. Te Madrid heerscht volmaakte rust.
Paus Leo XIII heeft den Pruisischen gezant bij het
Vaticaan twee exemplaren van zijn nieuwe Encycliek in
prachtband overhandigd. Bij het exemplaar, 't welk voor
Bismarck bestemd is, heeft de Paus ook zijn jorigste bundel
gedichten gevoegd.
Het jaarlijksch inkomen van de twee Frankforter
Rothschilds wordt geschat op circa f 2,800,000 en f 2,700,000.
In een vorig nummer maakten wij melding van den
vermakelijken bedrieger, die zich in zijn schitterende uniform
van kolonel bij het Servische leger met zeldzame onbe
schaamdheid bij de hoogste militaire en burgelijke autori
teiten te Brussel wist in te dringen.
Thans wordt uit Antwerpen bericht, dat hij ook die
stad met een bezoek heeft vereerd. Prachtiger uitgedoscht
dan ooit, de orde van Medjidieh tusschen een rij van
minder bekende eereteekenen op de borst, gedekt niet een
rijk versierden berenmuts van ontzagwekkende afmetingen,
liet hij zich bij een koopman te Antwerpen aandienen5als
aide de camp van den Koning van Servië. Hij vertelde
den verbaasden man van zaken, dat hij op uitdrukkelijken
last van den minister van Oorlog gekomen was om hem
te benoemen tot agent van Servië, belast met het ontvangen
en verzenden van een groote menigte kanonnen en ander
oorlogsmateriaal, bestemd voor het Servisch Gouvernement.
De agent „in spe" meende echter onmiddellijk in zijn
aanzienlijken bezoeker een persoon te herkennen, die twee
jaren geleden te Antwerpen woonde en zich onder den
naam van Cooke voor correspondent van een der grootste
Engelsche bladen uitgaf. Hij verdween toen na een aantal
personen opgelicht te hebben.
Een onmiddellijk ingesteld onderzoek bevestigde de juist
heid van dit vermoeden.
Zoodra de gevaarlijke Servische kolonel bemerkte, dat
er voor hem te Antwerpen geen voordeel te behalen viel,
begaf hij zich onmiddellijk naar Parijs, waar het hem, naar
sommige bladen aldaar mededeelen, nog gelukt is eenige
winkeliers beet te nemen.
In de bekende, prachtige uitrusting bezocht hij eersteen
wapenhandelaar in de rue Lafayette en kocht daar een
kostbaar jachtgeweer. In betaling bood hij een wissel van
375 francs op Londen aan, die echter niet aangenomen
werd. De kolonel schikte zich in het onvermijdelijke en
stak den wissel weder bij zich, doch had eerst het stempel
der firma, dat toevallig in zijn nabijheid lag, met een
werkelijk zeldzame behendigheid aan de achterzijde van het
papier afgedrukt. Nu gelukte het hem gemakkelijk liet
geheel waardelooze papier bij een goudsmid, waar hij
eenige snuisterijen kocht, gewisseld te krijgen.
Ook te Parijs wist hij zich nog juist op het laatste
oogenblik, vóór dat zijne bedriegerijen aan het licht kwamen,
uit de voeten te maken.