De Eerste Kamer heeft gisteren het ontwerp van
wet betrekkelijk de exploitatie van den spoorweg Amers-
foort-Kesteren verworpen met 20 tegen 12 stemmen.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft de zaak-Bulklev
verwezen naar de Rechtbank aldaar, en tevens de in
vrijheidstelling van mevr. Bulkley gelast, die gisteren
middag uit Zutfen naar Arnhem is vertrokken. Kloppers
blijft nog in hechtenis te Zutfen.
Door de Vereeniging Het Friesch Rundveestamboek
is een hulpstamboek uitgegeven. Het is zijn ontstaan ver
schuldigd aan een besluit der algemeene vergadering van
19 Mei 1883, om de aanvragen tot keuring, na 1 Mei 1884
ingediend, tot erkende afstammelingen van reeds ingeschreven
vee te beperken. Het meerendeel der leden toch was van
meening, dat op dat tijdstip nog niet al de uitmuntende
exemplaren waren ingeschreven, en dat er dus ook na dien
datum nog uitstekende exemplaren zouden voorkomen,
waarvan het te betreuren zou zijn, indien daarvan de afstam
ming niet kon worden gevolgd. Vandaar het openen van
een hulp-stamboek, waarvan de erkende afstammelingen in
het stamboek overgaan, indien zij bij keuring inschrijvings-
waardig blijken te zijn. Het hulp-stamboek bevat 113 stieren
en 100 koeien, alle zwartbont. Een 7tal eigenaren houden
eendoor de Vereeniging uitgegeven fokboek met melkregister
van hun geheel beslag aan.
Bij de op 8 dezer gehouden verkiezing is tot lid van
den Raad der gemeente Warmenhuizen gekozen de heer
K. Blom, burgemeester aldaar.
Toen een boer uit Scharwoude jl. Dinsdag met een
wagen met drie varkens naar de Purmerender weekmarkt
ging, schrikte opeens het paard, met het gevolg, dat wagen,
varkens en voerman te water geraakten. Daar het nog
vroeg in den morgen was, was er weinig hulp; toch werd
alles gelukkig weder op het droge gebracht. Het paard
bleef echter ongeveer een uur te water.
Het zoogenaamde „Nieuwjaarwenschen behoort ook
te Nieuwe Niedorp tot de geschiedenis. De vergunning
daartoe is door den burgemeester dier gemeente ingetrokken.
In het algemeen vindt deze maatregel toejuiching bij de
burgerij, omdat daardoor een einde is gemaakt aan een
gebruik of misbruik, dat, ook om den last dien het ver
oorzaakte, voor velen hinderlijk was. Men kon dan ook
voorheen op den oudejaarsdag want dan werd die ver
momde bedelarij toegelaten wel met de kruk van de
deur in de hand blijven staan. Van den morgen tot den
avond werd er onophoudelijk gescheld, en vooral kwamen
zwermen van kinderen, „veel zegen in het nieuwe jaar"
wenschen. Allerminst echter bracht deze manier van doen,
den kinderen zei ven zegen aan: immers zoo leerden zij op
jeugdigen leeftijd bedelen. Daarom verheugen zich velen
dat dit voortaan niet meer zal geschieden. En de waarlijk
behoeftigen zullen daardoor geen stoffelijke schade lijden.
Immers, eene Commissie is opgetreden, die aan de meer
gegoeden eene lijst van inschrijving aanbiedt, en hunne
bijdragen ontvangt tot schadeloosstelling voor de armen.
Aanvankelijk vloeien de bijdragen mild en in de volgende
week zal die commissie, voorgelicht door vertegenwoordigers
der burgerlijke en kerkelijke armbesturen, de ingezamelde
gelden naar billijkheid verdeelen en aan de behoeftigen
uitreiken.
Door het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw is het volgende adres gericht aan den
minister van Financiën.
Op algemeen en dringend verlangen uitgesproken door
de Afdeelingen der Maatschappij, waarvan de belangen
aan ons zijn toevertrouwd, wenden wij ons tot Uwe Exc.
met het verzoek, dat de termijn, gesteld bij de Wet tot
herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen, art.: 19 en 20, op 30 dagen voor het ter
visie liggen en voor het indienen van bezwaren, zoo het
eenigszins mogelijk is, op wettelijke wijze worde verlengd.
De redenen, die daartoe hebben geleid, zijn de volgende:
1Dat de eigenaars, hetzij zij zeiven hun goed bewonen,
hetzij zij elders woonachtig zijn, door onbekendheid met de
bepalingen der Wet en met de ligging van het perceel,
dat tot type is genomen, dikwijls niet in de gelegenheid
zullen zijn zich te overtuigen of dc schatting volgens
billijkheid is gedaan.
2. Dat dit bezwaar wordt vergroot, doordat niet eene
hofstede in haar geheel is geschat, maar slechts een enkel
perceel daaruit is genomen, om als type te dienen.
3. Dat de termijn, vallende in den winter, de beoordee
ling der gronden daardoor zou kunnen worden bemoeielijkt.
4. Dat de omstandigheid, dat nog niet in alle provinciën
de typen ter visie zijn gelegd, ook voor uitstel pleit.
5. Dat het wenschelijk is, dat voor genoemde Wet van
1879, waarvan de uitvoering met zooveel zorg plaats heeft,
doch waartoe zoo langen tijd wordt gevorderd, de termijn
voor het indienen der bezwaren ook worde verlengd en
op 100 in plaats van op 30 dagen worde gesteld.
Jl. Maandag kwam te Terschelling het telegrafisch
bericht, dat weder twee zeelieden van dat eiland, door het
vergaan der stoomboot Hecla, in de golven hun dood
vonden. Beiden waren vaders van gezinnen; de eene laat
eene weduwe met zes, de andere met vier kinderen achter.
Door den commissaris van politie te Alkmaar is
aangehouden en ter beschikking van den heer officier van
justitie gesteld zekere F. S-, verdacht van diefstal ten
nadeele van A. De W., te Schoorl, gepleegd met geweld
en bedreiging op den openbaren weg onder Warmenhuizen.
Verder is tegen zekeren H. L. proces-verbaal opgemaakt,
ter zake van diefstal van een vat krenten van den open
baren weg aldaar.
Tot directeur van den stadsreinigingsdienst te Zaandam
j is benoemd de heer P. F. Poederbach, te Leeuwarden.
Als hoofdingeland van de banne Graft, van den
Eilandspolder, is herkozen de heer J. Maas, te Oost-Graftdijk.
Donderdag a. s. zal voor het Gerechtshof te Leeu
warden in hooger beroep worden behandeld de zaak van
B. A. de J., oud 40 jaren, kastelein, vroeger scheepskapitein,
wonende te Groningen, die in hooger beroep gekomen is
van het vonnis der Rechtbank te Winschoten, waarbij hij,
ter zake van poging door een schipper, tot het wederrechtelijk
doen zinken van een schip, waarop hij als zoodanig fungeert,
is veroordeeld tot 1 jaar celstraf, omdat hij 17 Mei 1884
I in volle zee op den Zuid-Atlantischen O.ceaan getracht
heeft het Nederlandsche schoonerschip Albertha, waarop
i hij kapitein was, te laten zinken.
De heer J. H. Emck Uz., te Gorinchem, die in het
I vorige jaar eene eervolle vermelding voor schoonschrift
ontving van de firma Perry Co. te Londen, heeft thans
bij den internationalen wedstrijd, door genoemde firma
uitgeschreven, den eersten prijs in het schoonschrijven
behaald.
Meijer de liedjesdichter, een Amsterdamsche straat
figuur, trouwens door heel den lande bekend, is jl. Maandag
avond te Amsterdam, aan de gevolgen eener beroerte,
overleden.
Het volgende zij aan zijne levensgeschiedenis ontleend.
Cornelis Meijer werd den 26 October 1818 in de Foelie
straat te Amsterdam geboren. Zijn vader was zeilenmaker.
I Van zijn 6de tot 9de jaar bezocht hij de kerkelijke school
van de Hervormde gemeente, doch bleef overigens van
onderwijs verstoken. Hij verloor vroeg zijn vader en
i moest al dadelijk zijne moeder, die melkslijtster was, van
dienst zijn.
Op zijn 14de jaar werd hij kantoorlooper, twee jaar
later banketbakker en kok, eindelijk, in 1837, soldaat.
vraag ik je, of ik ter wille van dat oude hijgende schepsel nog
een knecht zou huren, die de portcbrisee voor haar open en dicht
doet? 't Zou wat moois zijn! Van morgen heb ik tegen haar
gezegd: «Vrouw Hamel, ge kunt met Paschen optrekken, ik zal
je je loon als pensioen blijven geven en daarmeê is het uit."
Ze was half gek van blydschap, dat ze nu bij haar dochter kan
gaan inwonen."
«Ja, oom, ik weet wel tot wien ik mij gewend heb, ik kan
wel op u vertrouwen, hernam Truida vleiend. «Gij zult eens
met Frans spreken, niet waar?"
«Nu ja, ja word maar niet zoo roodKijk, nu hebt ge my
met al dat praten het dessert bedorven! Wanneer komt Hare
Hoogheid thuis?"
„Ik weet het niet, oom," was het antwoord.
,,'t Is waar, die babbelarijtjes duren soms onberekenbaar lang.
En dus ziet gy en je minnaar elkaar alleen maar bij groote
festiviteiten, zooals Romeo en Julia bij derden of als hier eens een
partij is?"
Truida knikte zwijgend en toestemmend met het hoofd.
«Hoe is 't mogelijk!" zeide oom Henri, opstaande. «Alsof de
engagementstijd niet de eenige, volmaakt gelukkige tijd in het 1
leven is want later komt het proza, kind! En die wordt u 1
nu op die manier vergald maar wacht! Ik moet nu naar
mijn ombcrclub; van avond zal ik eens bij je mama aangaan.
Goeden dag en groet hém eens van mij als ge schrijft!"
„Adieu, oom! Vergeet niet dat ik op uw egoïsme vertrouw!"
En toen de oude heer de deur achter zich had gesloten, ging
zij aan haar schrijftafel zitten en kreeg een brief uit een der
laden, dien zij begon te lezen. Het wa3 zijn laatste brief, dien
ochtend ontvangen en in dichtmaat geschreven
„Zal ik u zeggen wat liefde is?
Wio heeft 't in woorden beschreven?
't Is onrust, verlangen te allen tijd.
Geluk, dat gij slechts kunt geven.
'k Zie in gedachte op de markt in de stad
Een sierlijk balkonnetje blinken,
En weet dat daarachter myn liefste staat
En de zon in het westen ziet zinken.
'k Weet dat haar oogen, groot en blauw,
Zich vragend naar 't westen wenden,
Of niet van daar, geliefde vrouw.
Twee lippen een boodschap u zenden?
„Hoor ik myn klok in het stille vertrek,
En den zuidenwind tegen de ruiten,
Dan juich ik dat de winter verdwynt,
Dat 't gras en de bloesems ontspruiten.
Wie eenzaam en afgezonderd leeft,
Ziet langzaam de uren verloopcn;
Maar 't is mij een troost dat ik 't woord bezit:
„Op de lente willen wij hopen!"
't Is één troost: als in eeuwigheid
Twee harten elkander behooren,
Dat menschentongen en menschennijd
Dien band niet kunnen verstoren."
Hoe verkwikten die regels haar in hare droefheid. Niets ter
wereld kon hen scheiden. Één in vreugde en één in leed.
Duizendvoudig zou ze hem door hare liefde vergelden, wat hij
zich nu om harentwil moest getroosten. Met tal van goede,
hartelijke woorden trachtte ze hem de minachting te doen ver
geten, die men voor hem, den brutalen indringer, maar al te
weinig verborg. Zijn mannelijke trots had het zwaar te ver
duren; menigmaal was het bloed hem plotseling naar de slapen
gestegen, en meer dan eens was hy vroeger heengegaan dan zijn
plan was geweest, alsof het hem niet mogelijk was langer bedaard
te blijven en hij ter wille van den lieven vrede zijn heil in de
vlucht zocht.
„Ik wenschte dat ik u maar op Niendorf bad, Truida!" zeide
hy nog bij het laatste afscheid. „Ik kan het bijna niet meer
verduren, door uwe moeder zoo totaal geïgnoreerd te worden."
Zij had het hoofd tegen zyn arm gevlijd, bevend van ontroering.
„Mama meent het zoo kwaad niet, Frans!" zeide haar mond,
maar in haar hart wist zij wel beter. En toen had hij haar
onstuimig aan zijn borst gedrukt, zeggende: „Als ik niet zooveel
van u hield, mijn beste 1"
„We zullen maar hopen op de lente, Frans!"
En nu was vandaag dat vers gekomen met een ruiker violen
Verschrikt zag zy op. Ze hoorde Jenny's stem, en binnen
eenige oogenblikken trad hare zuster boos en driftig by haar
binnen.
„Ik kom eens even bij u uitblazen, Truida," begon zij. „Is
Linden niet hier? Gelukkig! Beneden kan ik het niet meer
uithouden; de kleine is zoo onrustig en schreeuwt en kermt, en
de dokter zegt dat hy in bed moet blijven. Ik heb hem er nu
in laten bezorgen. Goede hemel, daar is altijd iets, men heeft
nooit rust met zoo'n kind."
Truida luisterde bezorgd. Nu, voor het oogenblik paste de
trouwe Line hem ten minste op, dacht zij. „Gij en Linden gaat
zeker naar het bal masqué?" vroeg de jonge vrouw.
„Neenantwoordde het meisje, terwijl ze haar brieven wegborg.
„Waarom niet?"
„Wat zouden wij er aan hebben Ik houd niet van dansen
dat weet ge wel, Jenny."
„Is oom Henri hier geweest?"
„Ja, Maar zeg, Jenny, de kleine is toch niet erg ziek?"
„Wel neen. Wat koorts, anders niet. Van avond willen we
eens naar Dressels gaan. Arthur heeft platen voor onze kostumen
uit Parijs laten komen en nu moeten we een keus doen. Maar
dit kan u toch niet schelen. Gij zult je later nog geheel op dat
Niendorf gaan begraven, vrees ik. Onlangs zeide de gouverneur
nog tot Arthur: „'t Is jammer van uwe schoonzuster! Ze had
iemand van hoogen stand moeten trouwen en zou een sieraad
van elk salon zijn. Nu gaat ze naar den koestal te Niendorf."
„Als ge wist hoe ik mij daarop verheug!" zeide Truida met
schitterende oogen.
„Mevrouw Fredericb," klonk eensklaps de bezorgde stem van
het kindermeisje, „kom toch eens beneden, de kleine jongen
wordt zoo onrustig en benauwd."
Jenny knikte toestemmend, bekeek nog in allerijl het naaiwerk,
waaraan ze begonnen was, en verliet de kamer. Toen Truida
haar na eenigen tijd volgde, hoorde zij dat het kind niet erger
was en dat mijnheer en mevrouw Frederich toilet maakten voor
's avonds. En zoo ging zij naar haar eigen kleine kamer terug.
(Wordt vervolgd.)
Wat bij in het militaire leven avontuurlijks vond, teekende
hij op in zijne Portefeuille van Oorlog." Uit den dienst
teruggekeerd, trok hij weder het kokspak aan: op een
Hamburger boot, in Brack's Doelen te Amsterdam, weldx-a
op Zeist-Driebergen en in 1849, toen hij in het huwelijk
trad met Dina Settels, te Arnhem. Een man van beteekenis
werd hij te Doorwerth, waar de hótelhouder op den Duno
tot wethouder werd verheven, een titel, dien hij sedert,
evenals dien van „eerelid van het eerste Letterkundig
Genootschap te Utrecht," triomfantelijk onder zijne liedjes
plaatste.
De gloeiende dichtersnatuur van den man maakte echter
dat de zaken meer en meer verliepen; van hötelhouden
kon althans geen sprake meer zijn. Hij stortte een tijd
lang zijn dichtershart uit in de pers van Thieme, bracht
later te Leiden zijn open tafel om die reden zelfs in den
smaak van heeren studenten, maar toen hij eenmaal over
het paard getild en de mondkost niet meer te genieten
was, stond Meijer op straat. Hij dwaalde in 1862 te
's Hage als volksdichter langs 's heeren wegen; het jonge
volkje hing hem aan wegens de schuwe taal die hij in
zijn liedjes bezigde, maar bespotte en vervolgde hem
allengs meer, tot de faam hem vooruitging naar de hoofd
stad, waar hij, na eenige jaren in haar midden een kluize
naarsleven te hebben geleid, nu den laatsten adem heeft
uitgeblazen. (Amsterd. Crt.)
In „Hvgiène en Industrie," bijblad van het „Maandblad
tegen de vervalsching van levensmiddelen en handelsarti
kelen," nominer van 1 December jl., leest men:
„Onder den naam van „eikelcacao" wordt tegenwoordig
een product in den handel gebracht, dat, blijkens proef
nemingen door Prof. Leibrech en prof. Senator te Berlijn
gedaan, zeer uitmuntende eigenschappen bezit en als dage-
lijksche drank uit een gezondheidsoogpunt boven thee en
koffie verreweg de voorkeur schijnt te verdienen. Het
preparaat wordt vervaardigd door cacao met een sterk
aftreksel van gebrande eikels te behandelen en bezit dus,
behalve de voedende eigenschappen van cacao, de adstrin-
geerende werking van de eikels.
„Het ware zeer wenschelijk, indien in dit eikelproduct
inderdaad een toekomst zit, dat ook ons land zich met de
vervaardiging ging bezig houden, daar het hier weer een
grondstof geldt, welke als nagenoeg waardeloos beschouwd
wordt."
Ook te Breda werd in September jl. een brief ont
vangen uit Barcelona van soortgelijken inhoud als die in
een vorig nummer vermeld. Die brief werd door den
officier van justitie opgezonden aan het hoofd der politie aldaar.
De veehandel in de veerijke streken van Overijsel
en Gelderland, en niet het allerminst in de IJselstreek, is
in den laatsten tijd belangrijk gunstiger geworden. De
eerste soorten, voornamelijk die exemplaren, welke de
noodige kenteekenen dragen van melkgeving, vleesch- en
vetvorming, alsmede de gunstige haar-kenmerken, worden
voor de veredeling van de veestapels in het buitenland,
zelfs in overzeesche gewesten, duur aangekocht. De tweede
kwaliteit vee is ook iets vlugger in prijs, terwijl de enorme
hoeveelheid vette exemplaren, die voor consumtie zijn
gevallen, den resteerenden voorraad mede in prijs hebben
doen stijgen. Vette varkens zijn en blijven goedkoop,
hoewel de laatste week de dalingsneiging heeft doen bedaren.
Eenige dagen geleden heeft te Arum (Friesland), bij
gelegenheid van de inwijding van een nieuw orgel in het
Ned. Herv. kerkgebouw, een huiselijk vechtpartijtje plaats
gehad tusschen de geloovigen, waaraan door dominé en
den burgemeester een einde werd gemaakt.
Een 79jarige grijsaard te Winschoten, kromgebogen
van aanhoudenden zwaren arbeid en tot op heden bekend
als onberispelijk van zeden, heeft zijne 82jarige zeer ge
brekkige vrouw verlaten en in gezelschap van zijne dienst
meid zijne woning ontruimd, om elders zich te vestigen.
Het bejaarde echtpaar stond bekend als vrij bemiddeld
naar zijn stand.
Een voddenraper te Wehringausen, in de nabijheid
van Hagen (Westphalen), beeft een ezel, die sedert tal
van jaren trouw en ijverig voor het karretje van den man
dienst doet.
In den laatsten tijd scheen het grauwtje niet zeer zeker
meer in zijne bewegingen te zijn en door een onderzoek
bleek, dat het dier bijziende was geworden.
Men kocht eenvoudig een bril voor het ezeltje, die het
beest met veel waardigheid en zelfbewustzijn op den neus
draagt. Van de bijziendheid heeft langoor volstrekt geen
last meer.
Gemeenteraad van Schagen.
Zitting van Woensdag 9 December.
In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring der notulen
van de vorige vergadering, in de eerste plaats mededeeling
gedaan van
a. Missive van Gedeputeerde Staten, waarbij goedgekeurd
worden teruggezonden de supplctoire kohieren voor den hoofde-
lijken omslag en de belasting op de honden;
h. idem van J. W. J. Klaassen, te Zwolle, waarbij deze de
ontvangst bericht van het Raadsbesluit, in afschrift, waarbij hem
concessie wordt verleend voor de exploitatie eener Gasfabriek
alhier;
c. van den administrateur der Holl. Spoorweg-Maatschappij,
houdende mededeeling, dat voortaan de alhier aan het station
per spoor aankomende bestelgoederen weder, evenals vóór 1 Nov. 11.,
zullen worden besteld door de zorg der Maatschappij
d. van regenten van het Geref. Weeshuis alhier, waarbij kennis
wordt gegeven, dat door hen ten behoeve van het Weeshuis
in dank wordt geaccepteerd de door den Raad aangeboden
bijdrage ad f 10.per jaar, in het onderhoud van den ten
laste van genoemd gesticht zijnden weg, van de „Laan" naar de
kantonnale griffie.
Alle welke missives werden aangenomen voar kennisgeving.
Aan de orde was daarna de benoeming van een lid der Com
missie voor het Rietbosch, wegens periodieke aftreding als zoo
danig van den heer Jb. Stammes, die echter werd herkozen, en
verklaarde zich die benoeming te laten welgevallen. Nog werd,
op voorstel des Voorzitters, besloten, den tegenwoordigen keur
meester van het wolvee, den veearts C. Raven, ook voor 1886
als zoodanig te continuëeren.
Volgde de bespreking der in deze maand te honden jaar-
lijksche vorpachtingen van marktgelden, riet- en grasgewas, en
het ophalen der haardasch en vuilnis. Nadat vooraf was bepaald,
dat die zullen plaats hebben op Donderdag 24 dezer, 's morgens
10 uren, worden de gebruikelijke voorwaarden voor de verpach
tingen gelezen en bijna onveranderd vastgesteld, zijnde de voor
naamste wijziging deze, dat het ophalen der haardasch en vuilnis
niet voor één jaar, maar voor drie jaren zal worden verpacht.
Bij de nu volgende rondvraag stelde de heer Voorman voor,