HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en AdvertatieMai voor Hollands Sooiilertwartier.
1886. N°. 20.
Zondag 14 Februari.
Jaargang 44.
„Wij huldigen
het goede."
Yerachijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1i regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Blnnenlana.
De Koning en de Koningin hebben bun jaarlijksclï
bezoek aan Amsterdam bepaald van 27 April tot 3 Mei a. s.
Omtrent de eerste opvoering van het nieuwe tooneel-
st.uk: ,/Gutenberg," door Louis Figuier, lezen wij in het
Vaderland o. a. het volgende:
Het is moeielijk te zeggen op welk standpunt men zich
moet plaatsen, om met eenige waardeering en achting over
„Gutenberg" te spreken. Is het voor kinderen geschreven?
Neen, want daarvoor speelt „1'amour," zoowel zondige als
andere, een te groote rol. De echtbreukige en hartstoch
telijke tooneelen tusschen SchefFer en Annette zijn blijkbaar
voor een volwassen publiek berekend. Dient Louis Figuiers
„Pièce historique et scientifique" voor het volk, voornamelijk
voor het publiek eener Porte-Sant-Martin? Dan betreurt
men, dat een man als Figuier, die veel voor de populari
seering der wetenschap gedaan heeft, plotseling heil ziet
in het opdisschen van fabeltjes en sprookjes en die het
volk voor te zetten als //historie" en „science." Heeft hij
gemeend, dat zijn stuk dramatische waarde heeft en een
beschaafd publiek het als een vrucht der fantasie zou
kunnen genieten, ook dan heeft hij schromelijk gedwaald.
Gutenberg is een draak der draken en verplaatst ons als
kunstwerk vijftig jaren terug, toen men bv. ook stukken
schreef expresselijk vervaardigd voor den beroemden dieren
temmer Martin en waarin de voornaamste acteurs Martins
leeuwen waren.
De costumes blonken evenmin uit door historische juist
heid of schoonheid. Vooral onder de werklieden herkende
men menig Haagsch figuranten- of choristenpak in de
lichte maskerade- of opera-bouffekleurtjes. Daar heb ik
het woord: „opera-boufFe." Alleen als zoodanig is
//Gutenberg" door de lieden, die geschiedenis en weten
schap op prijs stellen, te genieten. De echt negentiende-
eeuwsche boulevard-Franschen, uiting van hartstochten en
woordenkeus, ondersteund door de muziek, die zich telkens
midden in het stuk doet hooren, wanneer een acteur
optreedt of weggaat, zijn nauw verwant aan het burlesque
genre van Offenbach. Oosters dochter, die later als non
12) PIA DE' TOLOMEI.
Door ERNST ECKSTEIN.
Ugo de' Falconari stak het plein over en begaf zich werk
tuigelijk naar Gian Taddeo de' Ricci, met wien hij zich, blijk
baar verstrooid, eene wijle onderhield.
Daarna groette hij hem en liep door de smalle Via delTando
naar de herberg, waar Ersilio Cagnafidardo vol ongeduld op hem
wachtte.
«Hier," sprak hij, den jonkman ter zijde nemend, «hebt gij
twee honderd scudi en uwen reispas. Gy hebt de komedie
voortreffelyk gespeeld. Madonna Pia is vast overtuigd dat zij
met haren broeder gesproken heeft."
z/Ik dank u, Signore. Het was gemakkelijker dan ik mij had
voorgesteld. Eerst de omhelzing heilige Chrysostomus, hoe
zoet waren die kussen! nu, dat ging natuurlijk van zelf.
Daarna vroeg zij naar allerlei dingen, maar in hare ontroering
liet zij my bijna geenen tijd tot antwoorden. Zij vond my grooter
en zwaarder geworden, hetgeen ik met een veelbeteekenend knikje
beaamde. Ik sprak niet dan fluisterendhet was donker onder
de boomen en den hoed had ik diep in do oogen gedrukt. Onder
die omstandigheden is het waarlijk geen wonder; de vertooning
zou gelukt zijn al geleek ik slechts half zoozeer op den dooden
Signore de' Tolomei, als Uwe Edelheid verzekert."
z/Gij zyt een slimme vos! Nu, mij dunkt, ik van mynen kant
heb u getoond dat ik erkentelijk weet te zijn voor kleine diensten
die men mij bewijst. Ik verzoek u echter vricndelyk hier niet
langer te blyven dan strikt noodig is Redenen die ik u on
mogelijk kan uitleggen, maken het wenscbelijk...."
«Ik kan oogenblikkelijk heengaan," zei Ersilio.
«Uitstekend. Welken weg denkt gij in te slaan?"
z/Den eersten den besten, dien over Torremire misschien."
«Goed. Wanneer gy u een jaar lang in het zuiden hebt
opgehouden, dan moogt gij u laat ons zeggen den laatstcn
April by Carlo Cetagna, den alombekcnden koopman in de
Via San-Bartolo te Amalfi, aanmelden, en dezen pas gebruiken
bij wyze van aanbevelingsbrief. Daar zal ik u, in geval gij tot
zoolang gezwegen hebt, nogmaals twee honderd scudi laten uit
betalen. Hebt gij mij begrepen, Ersilio?"
//Volkomen. Uwe Hoogheid zal zich niet over mij te beklagen
hebben.
«Welnu, goede reis dan!"
Zoo sprekend, liep Ugo de' Falconari do waardin voorbij, die
vol verbazing eene eerbiedige buiging maakte.
Ersilio Cagnafidardo wierp zijn buideltje over den schouder en
verliet eveneens de herberg.
Terwijl Ugo den weg naar het paleis insloeg, koos Ersilio
welgemoed dc richting die naar de poort leidde. Het goud, dat
hij in den linkerzak van zijn wambuis veilig tegen zyn hart
voelde rusten, gat hom eene zoo aangename gewaarwording, dat
hij zich niet geroepen achtte diep na te denken over de wijze
waarop hij het verdiend had. Signore de' Falconari mocht het
verantwoorden, indien de zaak niet geheel was zooals zij behoorde.
De Capitano had zich onverweild naar zijne afzonderlijke ver
trekken begeven en aan zijne gemalin laten zeggen dat zij hem,
in geval zy zich nog niet ter ruste had begeven, in dc balkon
kamer naast do groote zaal verwachten kon; voorloopig echter
werd hij nog door bezigheden van dringenden aard opgehouden.
Wel had Pia het ietwat zonderling gevonden, dat haar Leone
haar niet dén enkel oogenblik gunnen kon, maar zoo dacht
zy in tyden van spanning en gevaar gelijk deze, moest de
lief hebbende echtgenoot voor den bevelhebber der stad wijken, en
in een heerlijk lichtblauw pakje telkens uit de lucht valt,
om Gutenberg te beschermen, is als uit de opera-bouffe
geknipt. De houdingen en afwijzende gebaren van Annette,
wanneer SchefFer haar wil verleiden, grenzen zeer na aan
het komische. Is dat de beroemde Russische Parijsche
artiste madame DaskofF? Ik had mij haar bediende zoo
ongeveer vooi-gesteld.
Met de volgende regelen besluit het Vaderland zijn
verslag
Plet nieuwe genre van Louis Figuier, zooals het thans
is, lijdt aan twee voorname gebreken: 1. dat zijn schrijven
burlesque denkbeelden koestert over historie en wetenschap;
2. dat hij uit het oog verliest hoe het drama tot de kunsten
behoort en de wetenschap zich in gevaar brengt met
gedrochtelijke allianties te zoeken.
Zou Den Haag in den vreemde zulk een ongunstigen
naam hebben op kunstterrein, dat juist de vorstelijke
residentie gekozen werd voor de première van Gutenberg?
En weet Figuier niet, dat juist te 's Hage Van der Linden's
z/Costerlegende" geschreven werd, die voor goed heeft
uitgemaakt, dat de fabel van Oosters uitvinding gegrond
is op een weefsel van onkunde en misdadige vervalsching
Alle beminnaars van wetenschap en kunst, die eens
hartelijk lachen willen, raden we aan een paar bedrijven
van Guttenberg te gaan zien.
Jl. Woensdag avond had te Hoorn de voorloopige
bespreking plaats voor het stichten van een huldeblijk ter
nagedachtenis van J. Pz. Koen. De burgemeester, mr. W.
K. baron Van Dedem, deed in eene keurige toespraak de
verdiensten van den man uitkomen, van wien gezegd kon
worden, dat hij de grondlegger van onze macht in den
O.-I. Archipel was. Uitgaande van het vermoeden, dat
men een standbeeld zou willen oprichten, deelde hij mede,
dat volgens eene voorloopige begrooting, door de heeren
Van Kempen en Zoon opgemaakt, een standbeeld met
voetstuk van 4 meter hoog 5000 6000 gulden zou
kosten. Eene zuil, door den heer Vorderman voorgesteld,
zou bij eene hoogte van 15 meter f 3400 kosten, behalve
de daarop te plaatsen tropheeën en de fundeering. De
Leone _zou ongetwyfeld goede redenen hebben voor dit uitstellen
hunner ontmoeting.
In weerwil van hare innerlijke onrust, bleef zij geduldig
zitten wachten in haren zetel bij het venster, half door de van
de zoldering af hangende lamp, half door het maanlicht omstraald,
dat met blauwachtig zilveren glans door de ronde vensterruitjes
viel.
Leone had zijn gevolg terstond weggezonden. Zijn toestand was
met geene pen te beschrijven.
Nu liep hij met starenden blik en heftig zwoegenden borst in
zyne kamer op en neder, eenen gekerkerden leeuw gelijk; dan
weer drukte hij het kloppende hoofd tegen den konden muur, als
ware hij een doodelijk gewonde, die steun zoekt, om niet machte
loos ineen te zinken.
Nu was zyn noodlot dus werkelijk vervuldHet angstige ver
moeden, dat hem reeds jarenlang heimelijk gekweld, dat hij met
inspanning van alle krachten in zijne ziel teruggedrongen had,
was dus geen bedriegelyke waan geweest, maar een voorgevoel
van hetgeen hem wachtte, een duister besef van hetgeen toen
reeds gebeurde wellicht... Wie zou zeggen hoe lang Pia, die zondares
met het engelengelaat, zijn vertrouwen reeds had geschonden? Sedert
jaren misschien was hij onteerd en ten spot geweest aan laaghar
tige schurken, terwijl hij der mcineedige de vurigste liefde bleef
toedragen en zichzelven van de zwartste ondankbaarheid beschul
digde, omdat hij een oogenblik aan hare liefde, ja aan hare deugd
had durven twijfelen
Er was iets duivelachtigs in dat schijnheilige gedrag, in die
voorbeeldelooze valschheid, die arglistigheid zonder wederga-
Hoe had hij haar van den eersten dag af vergood en aange
beden, de erbarmelijke deerne, die nu zijne eer in het stof vertrad I
Geene straf was gruwzaam genoeg om zulk eene misdaad te wreken
en hoe duidelijker hij gevoelde dat hy haar, in weerwil van
hare zonde, nog liefhad, hoe meer zijn toorn klom, hoe meer
eene blinde vernielzucht zich van hem meester maakte.
Eindelijk liet hy zich op dc met kussens belegde rustbank
nedervallen, sloeg zijne ijzeren vingers met zooveel kracht aan
de eikenhouten leuning, dat het sierlijke snijwerk splinterde,
zette de tanden in het goudkleurige bekleedsel, cn schreide en
snikte als een kind....
Daarna trad Ugo' de Falconari de kamer binnen.
Leone had zich juist opgericht. Hij was kalmer geworden.
Wat het nooodlot hem had opgelegd, moest hij dragen. Als een
man zou hy volhouden, als een man straffen. Wanneer de eerlooze
huichelaarster zich als een worm aan zijne voeten kromde en om
den dood smeekte als laatste genade, wanneer zij in radelooze
wanhoop zijne knieën omvatte, wanneer hij haar dan verachtelijk
terugstiet en haar brandmerkte met eenen naam, die haar zou
doen inzien hoe diep zij gevallen was dan bedaarde wellicht
de smart, die nu zyne ziel doorvlijmde, die zijn bloed had ver
giftigd als de beet van eenen dollen hond....
„Gij zijt lang by Gian Taddeo gebleven," zeido Leone, zich
met moeite bcheerschend.
„Niet langer dan hoog noodig was," gaf Ugo ten antwoord.
„Daarenboven heb ik hier en daar rondgezien, met de burgers
gesproken cn hen aangemaand goeden moed te houden bij den
naderenden strijd. Do stemming is uitstekend. Alle mannen,
die nog maar eenigszins in staat zijn het zwaard te voeren, grijpen
naar de wapens. Eenen zeventigjarige zag ik met ijver het slag
zwaard om de heupen gespen, alsof hij aan het jongere geslacht
wilde toonen hoe men den vijand buiten de poorten houdt.
Middernacht is reeds voorbij, maar in de smidsen wordt nog
geklopt cn gehamerd als stond de zon hoog aan de hemel. Het
is alsof men van plan is morgen een leger uit te rusten
heer Gorter kon zich evenwel met liet voorgestelde plan
niet vereenigen en stelde de vergadering voor, eene phi-
lantropische stichting te bouwen en daarin een gevelsteen
te plaatsen met den naam van J. Pz. Koen. De voorzitter
twijfelde zeer, of dat denkbeeld verwezenlijkt zou kunnen
worden, daar dat niet uit de middelen der stadgenooten
zou gevonden kunnen worden en, als men eene nationale
zaak daarvan wenschte te maken, het zeker zou afstuiten
op naijver der andere plaatsen. Als bewijs daarvoor haalde
hij de stichting ter nagedachtenis van onze beminde over
leden Koningin aan, welker reussite veel geleden heeft
doordien het juist in Den Haag gesticht werd.
Men is niet tot een besluit gekomen, maar de vergade
ring is tot later verdaagd. De voorloopige commissie,
bestaande uit de heeren mr. W. K. baron Van Dedem,
dr. J. Aghina en H. Kroon Dzn., werd met applaus tot
eene vaste commissie benoemd.
Op de aanhoudende klachten over den onhoudbaren
toestand van de haven beoosten liet Oude-Schild op Texel,
heeft de Raad dier gemeente een onderzoek ingesteld,
waarbij gebleken is, dat de haven veel te klein is om de
vaartuigen, welke aldaar tehuis behooren, te kunnen be
vatten. Een aantal tjalkschepen overwinteren aan den
vasten wal. De Raad zal zich nu tot Gedeputeerde Staten
van Noordholland wenden, ten einde verbetering van de
onvoldoende haven te verkrijgen.
Voor de verkiezing van een lid van den Raad dei-
gemeente Vlieland waren uitgebracht 34 stemmen, vol
strekte meerderheid 18. Daarvan verkregen: A. K. M.
Iiartog 17 en J. D. Gerritse 15 stemmen. Herstemming
alzoo tusschen deze heeren.
Berichten uit Batavia dd. 5 dezer, luiden o. a.:
„De terugkomst te Kotta-Radja van de kleine expeditie
naar Poeloe-Bras kan uit de Java Crt., die den dag van
het vertrek der laatste mail verschenen is, reeds bij aan
komst van deze mail in Nederland bekend zijn. Geen
resultaat werd bereikt. De vijandelijke bende was reeds
weder van het eiland naar den vasten wal teruggekeerd
en de 200 man hebben dit voorbeeld moeten volgen,
Dat wist ik wel," viel Leone hem in de rede: „Siena zal
zijnen plicht doen. En dat spreekt immers ook van zelf! De
menschen strijden voor hun eigen bestaan, voor hunne vrouwen
en kinderenI Voor hunne vrouwen! Benijdenswaardigen! Maar
genoeg hiervan. Zal ik, dc Capitano van Siena, de kracht
hebben om mijnen plicht te doen, zoo goed als de minste
burger, dan moet eerst Pia's lot beslist wezen. Met den prikkel
der schande in de borst kan ik niet vechten; die vlek op
het schild mijner eer zou voor de stad noodlottig kunnen worden.
Sta ray dus bij met uwen raad ik kan mijne gedachten
nog niet verzamelen. Gij zeidet straks, dat gij reeds een plan
hadt...."
„Zeker," stamelde Ugo, „dat deed ik in hot eeiste gevoel van
verontwaardigingNu echter, nu ik kalmer geworden ben, durf
ik dat gruwzame denkbeeld bijna niet uitspreken."
„Maar indien ik het weten wil..."
„Gij zelf zoudt mij uwe verwijten niet sparen want hoe recht
vaardig uw toorn ook zy, Pia is toch zoovele jaren r.we vrouw
geweest, gij hebt haar liefgehad..."
„Grenzeloos! riep Leone. „Maar daarom juist kent nu ook
mijn toorn geene grenzen. Ik zal haar zoo martelen, dat zij
eenen duizendvoudigen dood sterft! Spreek, en wees verzekerd
dat ik u dankbaar zal zijn, al3 had gij mij nooit eenen beteren
dienst bewezen
„Ik kan het niet!" huichelde Ugo, wien bij deze hartstochte
lijke uitbarsting andermaal de ziel door gloeiende ijverzucht
verscheurd werd. „Ik kan het niet! Wat Pia ook misdreven
moge hebben, mij voegt het minder dan iemand haar in het ver
derf te storten!"
„Dan sterft zij nog heden door mijne eigene hand!"
„Dat verhoede de hemel! Gij weet immers, Leone...."
„Ja, ja, ik weet...! Maar juist omdat ik alles weet, moet gij
den uitweg wijzen, dien gij gevonden hebt! Bij mijnen toorn, ik
beveel het u!"
„Welnu dan, ik zal gehoorzamenMaar wanneer ik u wreed toe
schijn als een barbaar, wijt het dan niet aan mijn karakter, maar
alleen aan mijne vriendschap, die medegevoelt wat u zoo vreeselijk
doet lyden."
Hij naderde Leone, zag hem onderzoekend in het gelaat en ging
toen voort:
„Het is dus uw onveranderlijke wil: van genade kan geen sprake
zijn?"
„Nimmer, al verscheen mij dc Iieüand zelf om hare voorspraak
te wezen!"
„Dat dacht ik wel," mompelde Ugo. „Een edel hart vergeeft
alles, maar dit ééne niet! Hoor dan wat ik doen zou indien ik
u was en Pia mijne vrouw. Gij hebt een oud slot in de Maremma,
dat u niets waard is, omdat do pestlucht der moerassen u belet
er ooit gebruik van te maken: nu echter kan het een geschikt
werktuig zyn in de hand van den wreker. Uwe voorouders die
het in betere tijden gesticht hebben, toen het land rondom nog
bebouwd was en de doodonde koorts er niet heerschte, zullen
het niet wraken dal hun nazaat er gebruik van maakt om den
vreeselijken smaad te vergelden. Breng de trouwelooze naar dit
kasteel, zeg haar, wanneer gij de poort achter haar dichtsluit:
„Dit is de straf voor uw verraad!" en laat haar dan aan haar
lot over."
Leone bewoog zich niet. Als versteend zag hij zijnen wapenbroeder
aan. Eindelijk naderde hij zwijgend de rustbank, zette zich neder,
en liet het hoofd tegen den wand rusten. Zoo zat hij daar, doods
bleek en met gesloten oogen.
„Ziedaar mijnen raad," vervolgde Ugo na eene lange pijnlijke
pauze. „Gij straft haar, zonder uw cerlyk zwaard te ontwyden.