makkelijk naar de hoofdstad kunnen vervoeren. Hij ein digde met te zeggen, dat een dergelijk vervoermiddel den bloei der hoofdstad zou bevorderen; op die wijze zou Amsterdam hare plaats onder de groote handelssteden kunnen blijven innemen. Na bespreking werd met 34 tegen 6 stemmen de volgende motie van den heer Stibbe aangenomen: „De Kiesvereeni- ging Burgerplicht, van oordeel, dat de bij den Gemeenteraad aanhangige tramplannen ernstige ondersteuning verdienen, vooral die plannen, welke de gemeente brengen in ver binding met de buitengemeenten, uit den wensch, dat de Gemeenteraad van Amsterdam moge medewerken tot het spoedig tot stand komen van die plannen." HH. MM. de Koning en de Koningin hebben, volgens de Tagl. Rundschau een bezoek aan de Vorstelijke Familie te Arolsen aangekondigd. H. M. de Koningin zal hare zuster, mevr. de Hertogin weduwe van Albany, heden vergezellen op een bezoek aan Amsterdam, waarheen de vorstelijke personen zich in den voormiddag begeven, om nog vóór dinertijd in de hofstad terug te keeren. De Hertogin zal Maandag a. s. te 4 u. 20 min, per Rijnspoor naar Bentheim vertrekken. De commissie, door den minister van Oorlog aange wezen tot den aankoop van paarden voor het leger, heeft te Eist (Betuwe) uit de 68 ter keuring aangebrachte exem plaren slechts één voor het leger geschikt geoordeeld. In het jaar 1885 zijn 94 personen van de landmacht en van het corps mariniers gedeserteerd, omtrent wie bij hunne korpsen op 1 Januari 11. niets stelligs bekend was. In den nacht tusschen jl. Woensdag en Donderdag is te Zijpe afgebrand de nabij de Schagerbrug gelegen kapitale boerenhofstede van en bewoond door A. Broek. De bewoners, pas in hun eersten slaap, hebben zich slechts met moeite kunnen redden. Al het op stal staande vee, 18 stuks koebeesten, en de geheele inboedel zijn eene prooi der vlammen geworden. De oorzaak van den brand is onbekend. Alles was tegen brandschade verzekerd. Met ingang van 1 Maart a. s. wordt te Petten een Rijks-telegraafkantoor ingericht met vereenvoudigden dienst, voor het algemeen verkeer geopend. Het zal open zijn: op werkdagen van 9 tot 11 uren voor- en van 1£ tot 3| en tot 7 uren nam.; op Zon en feestdagen van 8 tot 9 uren voor- en van 1 tot 2 uren nam. Op het verkeer van dit kantoor met alle overige telegraafkantoren in Nederland, is het uniforme tarief van f 0.15 per telegram, vermeerderd met f 0.01 per woord, van toepassing. Een ondernemend restauratiehouder uit 's Hage is op de gedachte gekomen om een vaartuig op het strand te Scheveningen in te richten tot eene Indische restauratie. De commissie voor de plaatselijke werken had hem reeds eene standplaats aangewezen tegenover het Hótel Garni, doch B. en W. hebben zijn verzoek afgewezen. Te Vlissingen zal een machinale waschinrichting tot stand komen. Het benoodigde kapitaal is f 30,000. De heer Oscar Carré zal binnenkort zijn plannen tot den bouw van een vasten circus aan de goedkeuring van het gemeentebestuur van Amsterdam onderwerpen. Het model in hout is reeds gereed. Een en ander zou door een geld-negotiatie worden tot stand gebracht. De bekende schaatsenrijders Pieter Bruinsma en B. Kingma zijn geslagen door een nieuwen hardrijder, Cloo, van Nijehaske, een jongeling van nog geen 23 jaren. Een tweetal personen die dezer dagen aangifte kwamen doen van een geval van overlijden, konden den naam van den overledene niet opgeven en moesten dus onverrichter zake terugkeeren. 't Is volgens de N. Rott. Crt. te S. in Friesland gebeurd. het langdurige schreien verdoofd, hare wangen waren even wit als de lijkwade, die haar omhulde, en van hare lippen klonk het zacht verwijtend: „Leone!" De Capitano sprong op. „Waarom heeft de slang mij verraden riep hij zoo luid, dat Ermenegilda verschrikt ineenkromp. „Wreed ben ik geweest, dat weten de helsche machtenmaar nog veel wreeder was de snoode bedriegster!" „Vader!" fluisterde het kind, zich schuchter tegen hem aan dringend. Hij had zich in zijnen armstoel achterover laten vallen. Toen hij niet antwoordde, vlijde dc kleine zich tegen zijnen schouder en streek hem liefkozend met haar handje langs de wangen. „Vader!" sprak zij vriendelijk, „zijt gij boos op mij?" De Capitano was bij hare aanraking ineengekrompen. Het was hem alsof hij de hand van Pia voelde, die hem zoo menig maal op dezelfde wijze geliefkoosd had, wanneer hij in ernstige gedachten verdiept was of over gewichtige regeeringsaangelegen- heden peinsde. Hij loosde eenen diepen zucht, maar zeide geen woord. „Ik verlang zoo dat moeder terugkomtsnikte betkiud, eensklaps in tranen losbarstend. „Waar blijft zij toch? Zou zij ons niet meer liefhebben, dat zij zoo lang op reis blijft?" „Ja zeker, zij heeft u wel lief!" gaf Leone ten antwoord. Kom, ga nu weer spelen, kindlief! Uw vader is immers bij u, en de goede Ghismonde ook!" „Ja, dat is wel waar," hernam het kind, „maar gij hebt het zoo druk, omdat gij voor al de menschen in de stad moet zorgen, en daarom mag ik u niet vragen of gij met mij uitgaan of spelen wilt. Dat heeft moeder mij zoo dikwijls gezegdZij zou ook veel liever gehad hebben dat gij bij haar waart, maar dat kan toch niet, want gij moet wetten maken, niet waar, vader?" „Wees nu stil, kindlief, en ga daar op het kussen zitten!" „Zijt gij ziek, vader?" vroeg Ermenegilda, terwijl zij lang zaam achteruit trad. „Gij ziet zoo bleek, en ik geloof dat gij beeft...." „Juist, ziek," hernam Leone, beide handen tegen het gelaat drukkend. „O, als moeder dat eens wist!" riep het kind. „Verleden jaar, toen gij de koorts hadt weet gij het nog wel, vader toen nam zij mij zoo dikwijls op schoot en schreide.... en ik merkte het wel, zij schreide om u, want de koorts kon wel eens heel erg wordenik had gehoord dat zy er met Ghismonde over sprak. Zoudt gij niet liever naar bed gaan, vader? Niet? 't Is waar, moeder zeide dat het zoo naar is voor eenen man, die niet gewoon is zich zoo stil te houden. Ik ben wel graag ziek, als het niet te lang duurt, vader! Want ziet ge, dan is moeder zoo lief en bezorgd, en koestert mij zoo en zit naast mijn bed Ghismonde is ook wel goed voor mij, maar ik houd toch duizend maal meer van moeder. Wat doet moeder toch eigenlijk in het klooster? Ik dacht dat in het klooster niets dan oude vrouwen waren met zwarte kleeren; en moeder is jong en zoo mooi, niet waar, vader? Ik geloof dat er niemand op de hcele wereld zoo mooi en zoo lief i3 als zij...." Het was geheel doDker geworden. Tusschen de vingers, die Leone tegen de oogen drukte, parelden heete tranen. Ermenegilda De Regeering beeft vier wetsontwerpen ingediend tot wijziging onzer geneeskundige wetgeving. De bélnng- rijkste wijzigingen betreften de wet regelende het genees kundig staatstoezicht. De adjunct-inspecteurs vervallen, zoomede de halfjaarlijksche vergaderingen der geneeskundige raden. Ter vervanging der geneeskundige raden wordt de benoeming van geneeskundige adviseurs voorgesteld, terwijl het benoemen van gezondheids-commissies in gemeenten boven de 15,000 zielen verplichtend wordt gesteld. Aan de jaarlijksche vergadering van geneeskundige inspecteurs worden enkele andere specialiteiten als lid toegevoegd, en daaruit wordt eene centrale commissie gevormd van een drietal leden ter bevordering van het noodig verband der ambtenaren onderling. In de wet op de artsenij-bereidkunst is een wijziging opgenomen, waardoor tot den verkoop van geneesmiddelen in 't kiein, op een paar uitzonderingen na, alleen artsenijbe- reidkundigen worden toegelaten. Te Renkum houdt geregeld iedere week eene vrouw uit Wageningen zitdagen om.... de kaart te leggen. In de Houthaven te Amsterdam zijn jl. Donderdag drie jongens bij het schaatsenrijden door het ijs gezakt. Een hunner werd gered, doch de twee anderen moesten hunne roekeloosheid met hun leven betalen. Jl. Dinsdag avond is te Groningen op 't hoofddiep zekere Jan Jansen bij het schaatsenrijden met het voorhoofd tegen een draai geloopen. Hij was oogenblikkelijk een lijk. Als een bewijs hoe het zilver in waarde gedaald is, deelde de heer Duijvis, lid der Tweede Kamer te Utrecht het feit mede, dat onze rijksdaalder in 1870 in het buiten land nog f 2.50 waard was, in 1884 reeds gedaald was tot f 2.14, in 1885 tot f 2.02 en thans een waarde van f 1.90vertegenwoordigt. Verschillende huismiddelen worden bij de onkundige en „domdrieste" boeren soms aangewend, om het ongedierte van het vee te verwijderen. Van het smeren met arse nicum en dergelijke zag men meermalen de slechte ge volgen, waardoor b. v. al liet haar uit de huid der dieren viel. Nu is het bij het rundvee soms zeer moeilijk deze insecten weg te krijgen, doch hoe gewaagd het is, tot zulke middelen zijne toevlucht te nemen, is te Eksloo dezer dagen gebleken. Een arbeider aldaar, die slechts écne koe bezit, had deze met zeer sterk schapensmeer gesmeerd, waardoor het dier ziek werd en geneeskundige hulp werd ingeroepen. De veearts heeft, zoo men verneemt, het dier als lijdende aan bloedvergiftiging verklaard, en denkt dat het niet herstellen zal. Met schade of schande wordt men veeltijds wijs. Onlangs is gemeld, dat de uitkomsten van de wal- vischvangst in de onderscheidene deelen van de Noordelijke IJszee in den afgeloopen zomer zeer verschillend waren. Dit is het geval niet aan de kusten van Noorwegen, want volgens de laatste berichten neemt de opbrengst aldaar van jaar tot jaar toe. Over de laatste 3 jaren ontbreken nauw keurige opgaven, doch terwijl er in 1877 slechts 32 wal- visschen werden gevangen, ving men er in 1878 reeds 130, in 1879 123, in 1880 145, in 1881 279, in 1882 391, enz. De in het laatstgenoemde jaar behaalde buit bracht 791,000 kronen op. Er zijn aldaar 13 stoombooten, welke voor de walvischvangst worden gebruikt; zij behooren aan acht ver schillende Maatschappijen. Aan de belangrijke landbouwvoordracht, door dr L. Mulder in de afgeloopen week te Hattem gehouden, voorkomende in dc Zwolsche Crt., ontlecnen wij de volgende regelen: Als een der hoofdoorzaken van den jammerlijken toestand, waarin de landbouwer hier te lande tegenwoordig verkeert, noemde spreker de wijze waarop de groote spoorwegen in Amerika tot stand kwamen. Die spoorwegmaatschappijen, die hunne zweeg. Een poosje nog had zij voortgesnapt, en was toen met hare pop in den arm van het lederen kussen gegleden en zachtkens ingesluimerd. Daar vertoonde zich in de kamer een heldere glans, die ook het balkon verlichtte. Drie personen tegelijk traden binnen: een bediende, die de handlamp droeg, Ghismonde, die het kleine meisje naar bed wilde brengen, en de page Settimio. Leone stond op, kuste het kind, dat slaapdronken tegen de trouwe voedster aanleunde, en liet den page op het balkon komen, terwijl de bediende de zilveren luchters ontstak, die aan de smalle zijde van het vertrek waren bevestigd. „Uwe Hoogheid," begon de page, nadat Leone hem gevraagd had welke boodschap hij bracht, „Signor de' Ricci laat u weten, dat het jachtgezelschap, ingeval uwe Hoogheid zulks goedkeurt, reeds een uur vroeger bij de San-Lorenzopoort te zamen zal komen. De weg over Gozzo Mengiano biedt weinig schaduw, en de hitte zal wellicht zeer hinderlyk zijn." „Goed, goed," zeide de Capitano, „ik zal zorgen dat ik bijtijds gereed ben." De gedachte van op zijn snuivend ros door de wouden der Apenijnen te draven, was hem, bij de stemming waarin by zich bevond, eene ware verkwikking. In de laatst verloopcn weken had hij meer dan eens aan dergelijke jachtpartijen deelgenomen, hoewel het jaargetydc minder gunstig was; want hoe koel en frisch het in de bosschen ook wezen mocht, men diende in den nacht af te rijden, ten einde het onbeschaduwde gedeelte van den weg achter den rug te hebben, voordat de zon al te hevig begon te branden. De opwinding, aan het jagersbedrijf verbonden, werkte bedarend op de innerlijke onrust van den Capitano, en hoe meer hij zich lichamelijk inspande, hoe lichter het hem viel zijn bitter leed voor een oogenblik te vergeten. Toen de page zich omkeerde om heen te gaan, riep Leone hem nog eens terug. „Settimio," sprak hij, aanvankelijk een weinig aarzelend: „ik heb daar straks op dc Piazza eenen troep half zieke buitenlieden gezien, die plan schenen te hebben op de trappen van de fontein te overnachten. Het verbaast mij ten hoogste, dat de commandant van de wacht die ongepaste handelwijze niet belet. Zoodra ik tijd kan vinden, zal ik daar orde op stellen. Nu echter is het te laat, en ik verzoek u te zorgen, dat zy in het paleis een onderkomen vinden. Zij moeten verpleegd worden als waren het mijne gasten; voor de ergste zieken moet gij eenen genees heer laten halen. Gij staat mij borg dat er niets verzuimd wordt, hoort gij?" „Om u te dienen, Uwe Hoogheid!" Ghismonde en Ermenegilda waren achter de nedervallende plooien van het deurgordijn verdwenen. Ook de bediende met de handlamp had zich onhoorbaar verwijderd. Toen nu ook het geluid van Settimio's voetstappen was weggestorven, kon de Capitano het niet langer uithouden op het eenzame balkon, en nog minder in de zaal, die hem eene sterfkamer scheen. Welk een verschil met de lente-avonden van weleer! Hier, waar Pia's zilveren lachje geklonken, waar haar slepend gewaad zoo gezellig over het tapijt had geruischt, waar de tonen harer mandoline, door het zachte klateren der fontein begeleid, zoo menigen avond in den maneschyn zijn oor hadden gestreeld, hier was het nu gelden voor een niet gering deel uit Nederland kregen, stoofden óns de kool, die ons uu is voorgezet. Spreker ging daarbij na hoe die maatschuppijen de langs hunne spoorbanen gelegen strooken gronds, welke zij van den Staat gratis kregen, van de hand deden om zich van het vervoer der daarop gekweekte i producten te verzekeren; hoe men er alleen op bedacht was om van die maagdelijke gronden te trekken, en verzuimde om hun productievermogen b.v. door bemesting behoorlijk te onderhouden hoe dus op die akkers geen eigenlijke landbouw, maar een roofbouw gedreven werd van de ergste soort; en hoe juist dit laatste den Nedcrlandschen landbouwer weder eenigen moed geven mag op de toekomst. Van die akkers toch is veel te veel gevergd, hun productievermogen heeft veel geleden en er zijn er zelfs reeds, die de moeite niet meer loonen, om met graan te worden beteeld, tenzij daaraan een flinke bemesting voorafga. Zoo laat zich ook het verschijnsel verklaren dat, terwijl voor eenige jaren landver huizers uit Europa zonder kapitaal, in die streken welkome gasten waren, nu daar niemand kan worden gebruikt, tenzij hij de middelen heeft om een geregelden landbouw te dryven. De laatste statistieke opgaven in Amerika zijn de statistieke tabellen over het jaar 1885 reeds verschenen en behoeft men daarop niet, zooals hier te lande, soms jaren te wachten toonen dit alles ten duidelijkste aan. Uit die tabellen blykt niet alleen, dat het productievermogen van Amerika's bodem, wat de tarwebouw aangaat, sterk achteruitging, maar zij toonen tevens een aanzienlijke daling in den Amerikaanschcn veestapel aan. Deze is sedert enkele jaren van 700 stuks per duizend zielen tot op omstreeks 100 gedaald, terwijl in ons land het tegendeel valt op te merken. Wij gingen, zij het ook langzaam, vooruit. De overvoering van de Europeesche markt van uit Amerika kan dus niet van langen duur meer zijn. Integendeel gelooft spreker, dat Amerika spoedig de hulp van Europa zal behoeven en op den duur, voor zooveel granen en vleesch betreft, zich niet dan met aanvoer van elders zal kunnen voeden. Waren nu onze markten alleen door Amerika overvoerd geworden, dan zou do 1 eerste toekomst met meer gerustheid kunnen worden afgewacht, maar ook Engelsch-Indië voerde de laatste jaren zeer veel graan uit en blijft daarmede nog steeds voortgaan. Het is daarom hoog tyd, dat de landbouwer bedacht is op maatregelen, welke tot verbetering van zijn toestand kunnen leiden. Spreker noemt als zoodanig: beperking van graanbouw, het aanleggen van weiland, meer zorg besteden aan het maken en bijeenhouden van mest, veevoer teelen, vee liefst stamhoekvee opzetten en landbouwonderwijs. Meer dan tijd is het, dat de landbouwer gaat inzien dat bij in den tijd en de wijze van bebouwing van den grond, b. v. in den zoogenaamden wisselbouw, reeds veel te lang, slaafs bleef vasthouden aan wat hij misschien meende sys temen te zyn, omdat zijne ouders en voorouders zus of zoo gedaan hadden, maar wat een ieder bij eenig nadenken zien moet dat I geen systemen zijn, maar verouderde wanbegrippen. De meerdere zorg, welke spreker wil besteed zien hij de mest- herciding, moet niet gering worden geteld in hare gevolgen. Bij de gewone wijze van mestbcreiding gaat toch zeker 83 pro cent verloren; dat zijn tonnen gouds per jaar, nl. stoffen die, bewaard en in den grond gebracht, ruimschoots rente zouden leveren. Bewaar toch vóór alles wat ge hebt, wanneer niet de goede dagen, welke ge gehad hebt, u te zeer hebben leeren veronacht zamen, wat ge in uwe onmiddellijke nabijheid hebt. Hoe komen we, vraagt spreker, toch zoo achterlijk. Reeds voor meer dan 10 jaren werd in Frankrijk de mest uit de steden tegen een lagen vervoerprijs direct naar 't land gebracht en nog is in ons land daarvan geen sprake. Misschien zal Amsterdam op dit gebied daarop een uitzondering gaan maken. Spreker noemt het onverantwoordelijk dat nog langer lijdzaam wordt aangezien, dat het productievermogen van onze landerijen op een drafje achteruit gaat, want dat is vermindering van het nationaal ver mogen. Landbouwonderwijs acht spreker hoog wenschelijk. De land bouwer in ons land is niet op de hoogte van hetgeen hij in dc eerste plaats dient te kennen, namelijk zijn grond. Hij behoort b. v. tc weten dat gras fosforzuur noodig heeft, en dat dus, wanneer de bodem niet voldoende fosforzuur bevat, het daarop groeiende gras slecht zal zijn en het daarmede gevoede vee dus minder spoedig bruikbaar en altyd achterlijk zal blijven. Spreker herinnert dat in de Rijnprovinciën met rijkssubsidie vaste leeraren stil, doodstil.... Heden trof bet hem dubbel, tengevolge van dat ongewone rumoer op de Piazza. En zoo zou het blijven, zijn leven lang! Ily stiet de deur open en ging dc lange rij eenzame, verlaten kamers door, tot Ermenegilda's helder stemmetje hem in de ooren klonk. Het kind, dat nu weer klaar wakker was, babbelde vroolijk en opgewekt met de trouwe voedster. Leone bleet staan om te luisteren. Een onuitsprekelijk gevoel van weemoed greep hem aan by het hooren van haar blij gesnap, zoo geheel verschillend van de woorden die zij daar straks op het balkon tot hem had gesproken. O, indien ook hij zoo spoedig en gemakkelijk vergeten kon als zulk een kind! Het lieve stemmetje verstomde. De oude Ghismonde had de dekens opgeslagen en een paar woorden zacht tot haar gesproken. Daarop knielde het kleine meisje neder en zeide haar avond gebedje op. Leone kende het onschuldige gedichtje. Pia had het zoo menigen avond met het kind gebeden: „Maria, hemelkoningin, Mijn ouders, die ik teër bemin, Beveel ik aan uw hoede klonk het duidelijk en verstaanbaar van Ermenegilda's lippen. In het hart van zijn dierbaar kind was Leone dus nog één met de voor eeuwig verlorene, met de trouwelooze, die hij ver afschuwen moest, en die hij nog altijd liefhad boven alles ter wereld „Goeden nacht, mijn engel!" zeide Ghismonde, toen de kleine zweeg. „Slaap gerust en droom van uwe lieve moeder!" Zij nam de lamp op en begaf zich naar het kleine zyvertrek, waar zy, in haren steel geleund, met haren gewonen ijver de naainaald hanteerde. Nu opende Leone de denr van Ermenegilda's slaapkamer en trad onhoorbaar binnen. Daar lag zij, door het zachte licht der nachtlamp beschenen, moegespeeld en met een glimlach om de lippen. Uitgezonderd het donkere haar, dat zij van haren vader geërfd had, was zy het sprekend evenbeeld van hare moeder. „Ik ben het, kindlief," zeide de Capitano, met eene innigheid die hem zeiven verbaasde. „Ik wilde nog eens even komen zien of mijn kleintje rustig in haar bedje ligt, en u dan meteen goeden nacht zeggen." Het kind sloeg de vakerige oogjes op, keek hem van onder de lange wimpers met een gelukkig lachje aan, en strekte de armen naar hem uit. Leone boog zich over haar heen, kuste haar en legde zijn kloppend hoofd een oogenblik naast haar op het kussen. Haar krullend haar gleed hem over het gelaat. Dat was dezelfde geur, die hem zoo menigmaal uit Pia's blonde lokken was tegemoet gestroomd een adem van jeugd en lieftalligheid, die hem nu het hart bijna breken deed. Nogmaals kuste hij zijn dochtertje op den mond en vlijde zich in hare armpjes, als iemand die bescherming zoekt tegen de vijan dige bedoelingen van een machtigen vervolger. De tranen schoten hem in de oogen; hij snikte als een kind. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2