Kostefs Kleine Wintel 'e Sclaien. Koster's Kleine Mei le Steen Depóthouders, enz. W. J. BLITZ, Tandarts, Humoristische Soirée, Openbare Vrijwillige Verkooping een zeer netten en goed onderhouden Inboedel, BERICHT UIT De Verpeniging to.t verbetering van het Paardenras voor Wieringerwaard en omstreken maakt bekend, dat de volbloed Oldenburger bruinen hengst MORMAN II, afstammeling van den te Aurich bekroonden donkerbruinen hengst Norman, bij den Heer G. H. GEERLIGS aan zijn stal aan den Veerweg te Anna Paulowna, beschikbaar is gesteld tegen een vooruit te betalen dekgeld van tien gulden. Dit jaar worden echter alleen paarden van leden der bovengenoemde Vereeniging en van de Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorder kwartier toegelaten. J. BAKKER Jz., Voorzitter. F. KAAN Kz., Secretaris. te Helder. De Deurwaarder H. Kwant, aldaar, zal op WAF.\SDi« den M»»KT a. 8.. des namiddags te 2 uren, ten sterthuize bij den Heer A. J. BUT, aan de Vlamingstiaat P 173 te Nieuwediep, publiek verkoopen: bestaande in: Mahonyhouten Chiffonnière, ronde Tafel, Stoelen en Fauteuil met fluweelen Zittingen, zoo goed als nieuw, Spiegels, Schilderijen, diverse Tafels, Stoelen, Overgordijnen, een Veeren Bed, Peluw en Kussens, Ledikant met Behangsel; voortsKoper-, Tin-, Blik-, Glas- en Aardewerk en Keuken- Gereedschap, benevens Kamer- en Keukenkachel met toebehooren, en 't geen verder ten verkoop zal worden aangeboden. Bovenvermelde goederen zullen te bezichtigen zijn daags vóór den verkoop van v.m. 10 tot des n.m. 3 uur. gevraagd, voor ZAANDAM en omliggende gemeenten, voor de eerstdaags in werking komende Brood- en Beschuitbakkerij „DE RUIJTER."' Zich aan te melden ten kantore der fabriek. Verkade Comp. Zaandam, Februari 1886. TJlt do lianU to ltooii 100 LAMSCHAPEN, 20 ENTERLINGEN, 2 KALFKOEIEN* en E5B. 3 ljjarige SCHETTERS. Te bevragen bij J. WITTE, Texel. Betaling 24 Juni e. k. GELD LEE N I N C. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter algemeene kennis, dat krachtens besluit van den Gemeenteraad van den 26 Januari 11., goedgekeurd door Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Holland, ten behoeve dier gemeente, eene geldleening zal worden aangegaan groot: föO.OOO.tegen eene rente van 4% 's jaars, overeenkomstig het plan, waarvan op franco aanvrage ter Secretarie der gemeente gedrukte exemplaren te verkrijgen zijn. Dat de inschrijving in die leening is opengesteld op Dinsdag en Woensdag den 16 en 17 Maart 1886, ter Secretarie der gemeente, tusschen des morgens tien en des namiddags drie ure en kan geschieden persoonlijk, door een gemachtigde of per brief. Helder, den 24 Februari 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAK MAN BOSSE, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. HANDELSDRUKKERIJ. A£olenplein 103. AFLEVERING VAN ALLE MODELLEN BOEK- EN STEENDRUKWERK GESCHIEDT SPOEDIG, NET UITGEVOERD EN TEGEN DE LAAGSTE PRIJZEN. Ruim gesorteerd in Kachels, Kolen-, Gruis-, en Turfbakken, Lampen en Lantarens, fttalkettingen, Stalschoppcn, Graven, Vorken, Spijkers en Draad nagels, Timmermans-gereedschap; Emmers, Mclk- schotcls, Kaasstremsel en Kleursel, Thermometers en Maatglazen; Boeren- en Bouwgereedschappen, alsmede Hout-, Touw-. Mand- en Borstelwerk. NB. J3-ULJ3l3LrU.lt (Crêpée N°. 1) en HageL Jacob van Kampenstraat, 124, Amsterdam, is den eersten en derden Donderdag van iedere maand, 's namiddags van 1 tot 3 ure, te spreken wegens tand heelkundige operatiën en het plaatsen van kunst tanden in het Hótel Toelast te Nieuwediep. Ook is hij te spreken des Zaturdags in den Burg en des Maandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot 's voormiddags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor middags 11 ure, in het Hötel Vredelust te Schagen. ar. WAIBOHR, rustend geneesheer te Wieringerwaard, gaat voort met het leveren en gereedmaken van geneesmiddelen, met mede werking van een bevoegd bediende. Afdeeling „Waard en Groet" der Holl. Maatschappij van Landbouw. Lesing door den Heer HENGEVELD, DISTRICTS-VEEARTS le ALKMAAR, den 8 Maart a. s., des voormiddags 10 uur, bij J. OTTO, te Winkel. Onderwerp: PAARDENFOKKERIJ. Toegang vrij, ook voor niet-leden. De Secretaris der Afdeeling, S. CORN. TIMMERS. MUSIS SACRUM. Op Woensdag 3 Maart 1880: door den Heer 0. Lamborg uit Weenen, Muziek-Humorist en Improvisator. Aanvang 8 nnr. Plaatsen zijn van af heden te besproken 10 cents. De lieer F. Nagtglas geeft in de Middelb. Crt. nu en dan schetsen uit onze maatschappij vóór honderd vijftig jaren. In het laatste nummer komt, ondanks dat tijdsver schil, een zeer actueel artikel voor; daarin toch worden een aantal bijzonderheden omtrent de kerkelijke twisten uit de dagen van Hellenbroek en Smijtegelt medegedeeld en de verhouding geschetst tusschen de predikanten en de overheden. Het is eene welsprekende waarschuwing in voorbeelden. Enkele bijzonderheden zullen zich echter wel niet her halen; in dat opzicht althans is van onze tijdgenooten geene concessie te wachten. Wij bedoelen de lengte der predikatiën en het geduld der toehoorders. Daarover schrijft dé heer Nagtglas: „De la Rue deelt mede, dat hij in 1724 ds. Isaac Schorer (toen predikant te Vrouwenpolder, later hoogleeraar te Middelburg) op een Zondagavond hoorde prediken van 5 tot 9 uren, en de intrée-predicatie van ds. Simon Sibersma, in 1728, duurde van half twee tot half zeven. Deze werden nog overtroffen door de godsdienstoefeningen, waarin prof. Jac. Willemsen zijn 50jarigen evangeliedienst herdacht en die op 27 November 1774 van vijf uren tot half tien duurde, terwijl op den 11 December de andere helft even lang duurde om te worden uitgesproken." Het einde van een beroemd man. Dr. Peter Wilhelm Mosbach stierf dezer dagen in het armenhuis te Erie. Hij was allerminst voor zulk een armzalig einde in de wieg gelegd. In 1808 te Berneburg bij Dusseldorp geboren, wilden zijn welgestelde ouders hem voor den priesterstand opleidenmaar terwijl hij studeerde, openbaarde zich meer neiging bij hem voor de beoefening van de geneeskunde, van de philosophie, de pliilologie en aanver wante wetenschappen. Vier jaren studeerde bij te Maintz en vijf te Bonn. Zijn geheele leven bleef hij overigens aan de studie wijden. Terwijl hij te Parijs zeven jaren als geneesheer practiseerde en in hoog aanzien was, maakte hij een Fransch-Hawaiisch woordenboek voor de Fransche zendelingen op de Sandwich-eilanden en kort daarna gaf hij een bundel Duitsche gedichten uit. In 1850 ging hij als scheepsdokter naar Amerika en vestigde zich te Wheeling; vandaar werd hij, eenigen tijd later, als professor in de oude talen te Bethany beroepen en hij bleef daar 11 jaren, tot aan de opheffing der academie. Toen ging hij naar Cincinnati; in 1862 hield hij op te practiseeren en kocht in Warren een kleine boerderij. Voor zijn genoegen beoefende hij met den landbouw toch de geneeskunde nog en practiseerde over de dorpelingen. Maar hij begon oud, het werk hem te zwaar en de praktijk door de komst van jonge dokters zeer schraal te worden. Hij ging naar een ander dorp, maar ook daar liep 't niet mee en eindelijk kwam hij te Erie, waar zijn collega's hem te rade deden naar het armenhuis te gaan en zich daar nuttig te maken voor de zieken. Dit deed hij. Middelerwijl zette hij zijn mineralogische en botanische studiën voort, hield weten schappelijke voordrachten en beoefende uit oude liefde voor zijn oorspronkelijke studie den bijbel in de Hebreeuwsche taal. Hij sprak minstens tien onderscheidene talen en kende tal van dialecten bovendien. Hij onder scheidde zich door zeldzame bescheidenheid en liet zich nooit op zijn vele werken, op zijn kennis, op zijn relatiën met groote mannen voorstaan. Toch raadpleegde zelfs Darwin hem, alvorens zijn werk over de ontwikkelings theorie in 't licht te geven. Tot voor korten tijd was hij zeer gezond. Hij stierf in den ouderdom van ruim 78 jaren. De N. IJselbode geeft, naast de mededeeling uit Zwartsluis van den boozen dominé en den brutalen voor zanger, nog 't volgende ten beste: In eene andere (of dezelfde?) naburige gemeente zijn twee predikanten, een modern en een orthodox. Wanneer de laatste op den kansel verschijnt, is hij gewoon de op merking te maken, dat Satan er de vorige maal geweest is De heer Cortes had het te Enschedé dezer dagen o. a. over de Poland-China-varkens. Ziehier wat hij daarvan zeide „Eenige jaren geleden reeds werd dit hier nog onbekende Amerikaansche ras liet volmaaktste ras der toekomst ge- heeten: Het varken der toekomst. Het zou gehardheid aan vroegrijpheid paren, vruchtbaar wezen, met een buiten gewonen aanleg tot vetgroei begaafd, en zijn zwarte kleur zou een waarborg zijn tegen de ziekte. Spreker leerde ze nader kennen op de tentoonstelling te Amsterdam. Sedert een reeks van jaren reeds zijn de Amerikanen in Ohio met de veredeling van dit ras bezig. Zij houden er 2 of 3 stamboeken op na en dit is wel een groot blijk van waardeering in het dorado der varkens. Dat iemand als Von Nathusius zich wel aan 't hoofd wilde stellen van de Vereeniging, die invoer en verspreiding van dit ras in Oldenburg ten doel had, maakte op spreker epn zper goeden indruk; zoo ook de gunstige berichten van groote fokkers uit de Rijnprovincie. Hij beschouwt ze wel als een voortreffelijk ras en zijn persoonlijk gevoelen is, dat ze ook om hun gehardheid de Engelsche rassen overtreffen, maar met dat alles valt er in ons land nog niet vau eigen ondervinding te spreken. De beeren in Limburg ingevoerd voldoen uitstekend, maar er is nog meer tijd noodig om er definitief over te oordeelen. Ze behooren tot de middelzware en 't is zeer waar, dat de middelzware rassen voordeeliger zijn dan de groote rassen, om de kleinen slechts pro memoria te vermelden. Er kunnen echter omstandigheden zijn, 't débouché b. v., die 't plaatselijk raadzaam doen achten een groot ras te fokken, als b. v. de Yorkshire. Om zoo'n omstandigheid te noemen: de stoom-slachterij te Ede op de Veluwe wil dit ras, 't welk meer mager vleesch geeft, bepaald hebben en stelt zelfs volbloed beeren kosteloos beschikbaar. Daarnaar hebben omliggende plaatsen zich bepaald te regelen. Of er mocht soms een volksvooroordeel bestaan tegen de zwarte varkens. Bleven ze tijdens een epidemie van ziekte vrij, dan zou men er anders over denken. Geen ras ook geeft meer schoon aan den haak. Overigens raadde spreker allen aan die mesten voorden handel: 1. te zorgen voor kruislingen van een best ras; 2. steeds te opereeren met jonge dieren; 3. den mesttijd te beperken tot de laatste maanden van het jaar. Voor eigen gebruik kan men natuurlijk oudere dieren slachten. De gewoonte om zakdoeken te gebruiken, had aan vankelijk met allerlei hindernissen te kampen. Er zijn tijden geweest dat de deftigste Fransche dames zich hielden alsof zij dergelijke voorwerpen niet kenden en de zakdoek mocht in fatsoenlijk gezelschap volstrekt niet worden ge bruikt, terwijl geen acteur of actrice het zou hebben gewaagd om, zelfs in de aandoenlijkste tooneelen, een zakdoek voor den dag te halen. Mademoiselle Duchenois was, volgens de Gartenlaube, de eerste die den moed had, om op het Fransche tooneel een zakdoek in de hand te houden, wanneer echter in den loop van het stuk over het in den ban staande, stukje batist moest worden gesproken, maakte zij gewag van het „dunne weefsel." Toen eenige jaren later de Vigne „Othello" op de planken bracht, en het woord „zakdoek" ruiterlijk werd uitgesproken gingen kreten van afkeuring op. Keizerin Joséphine maakte een einde aan deze pruderie H. M. had leelijke tanden en verborg die achter den met kostbare kanten versierden zakdoek, dien zij bijna onop houdelijk voor haar mond hield. De hofdames volgden liet voorbeeld der Keizerin en weldra nam de zakdoek zijn gewichtige plaats in onder de voorwerpen die tot het vrouwelijk toilet behooren. In het laatste nummer van den „Moniteur des intéréts matériels" komt een opstel voor over de vraag, of, gelijk dikwijls beweerd wordt, de kolossale ontwikkeling der nijverheid in onze eeuw strekt om den rijke nog rijker, maar tevens om den arme nog armer te maken. Indien het zoo ware, zegt de schrijver, dan zou de vooruitgang op industriëel gebied uiet een zegen, maar een vloek zijn. Maar enkel onkunde of kwade trouw kan beweren, dat het zoo is. „De patroon wordt niet vet ten koste van het zweet zijner werklieden. De toestand der werklieden is thans 100 pCt. beter dan vijftig jaren geleden." Tot bekrachtiging van deze stelling beroept zich de schrijver o. a. op feiten, welke onlangs door Giffen in de „Statistical Society" te Londen zijn medegedeeld. Zelfs die arbeiders, die er het slechts aan toe zijn, daar zij het geringste loon ontvangen, hebben ontzaglijk ge wonnen. De boerenarbeiders in Ierland hebben hun weekloon in de laatste vijftig jaren zien klimmen van 4 shillings tot 8, die in Schotland van 9 tot 18 shillings, die in Engeland van 10 tot 16 shillings. De loonen der overige hand werkslieden zijn met 70 100 pCt. toegenomen. Al waren de loonen dezelfde gebleven, ook dan nog zou men recht hebben te beweren, dat de toestand der werk lieden over het geheel veel beter is dan eene halve eeuw geleden. Want liet aantal van hen, die het geringste loon, hetwelk er betaald wordt, in ontvangst nemen, is thans betrekkelijk veel kleiner dan vóór 50 jaren. De boeren arbeiders van Ierland en Engeland te zamen maakten toen twee-derden uit van de geheele massa der arbeiders in het Vereenigde Koninkrijk. Thans slechts één-vierde. Een halve eeuw geleden was het één-derde der arbeiders, dat het hooger loon ontving, hetwelk aan ambachtslieden, werk lieden op werven, in fabrieken, enz. wordt uitgekeerd. Thans zijn die meer begunstigde arbeiders drie-vierden van het geheel. In overeenstemming daarmede is het feit, dat het aantal gezeten werklieden, die door de inkomstenbelasting getroffen kunnen worden, voortdurend groeit. Of, wil men dit bewijs niet laten gelden, dan moge, zegt de schrijver, het volgende worden aangevoerd. De loonen, die vijftig jaar geleden in het Vereenigd Koninkrijk aan 9 millioen werklieden werden uitbetaald, bedroegen een som van 2137 millioen gulden, dus ongeveer 237 gulden per hoofd. De loonen, die thans aan 13 millioen werklieden worden uitgekeerd, bedragen circa 6800 millioen gulden, dus 524 gulden per hoofd. De vermeerdering per hoofd bedraagt dus meer dan 100 pCt. En wat van Engeland geldt, kan ook voor andere landen, zegt de schrijver, worden aangetoond. Millioenen menschen, die vroeger gebrek leden, zijn thans vervangen door milli oenen, die betrekkelijk goede verdiensten hebben. Een handwerksman, die goed onderricht en daarenboven spaar zaam is, kan door inspanning van krachten thans hoog klimmen. Toch vertoonen zich donkere wolken aan den horizont. Want de prijzen zijn, vooral in de laatste twee jaren, zeer laag. Het is mogelijk dat, gelijk sommigen meenen, zij laag zullen blijven. En dan zal het noodig zijn, de loonen in overeenstemming te brengen met de lage prijzen, opdat het kapitaal niet van zijne billijke winsten verstoken blijve. De loonsverlaging is reeds begonnen, vooral in Amerika en Engeland. Zij zal wellicht stormen van verontwaardiging uitlokken. Want, zegt de schrijver, de werkman van het einde dezer eeuw moge wat meer onderricht zijn dan zijn voorganger uit vroeger tijdhij is Diet genoeg ontwikkeld om met gelatenheid de onver mijdelijke gevolgen eener groote oeconomische verandering te dragen. Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 4