HELDERSCHE O NIEllWEDIEPER COURANT. Nieuws- en AdrateaMlail voor Hollands HoorMwarticr. 1886. N°. 36. Woensdag1 24 Maart. Jaargang 44. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BEKENDMAKING. DE GELUKSBLOEM. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franro per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat van de geld- leening, groot 80,000, ten laste der gemeente, aangegaan den 4 October 1861, op heden zijn uitgeloot dc aandeelen: Nos. 4, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 26, 28, 29, 32, 34, 37, 40, 41, 44, 47, 50, 51, 53, 55, 61, 65, 66, 68, 73, 78 en 79. Tegen overgifte dier aandeelen en de daarbij behoorende coupons zal de aflossing en rentebetaling van af den 1 Juli aanstaande plaats hebben ten kantore van de Associatie- Cassa te Amsterdam Nieuwe couponbladen zyn ter Secretarie der gemeente ver krijgbaar. Helder, 19 Maart 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Binnen 1 ana. Door 453 visschers of bij de visscherij belanghebbenden te Volendam is aan het College voor de Zeevisscherijen te 's Hage een adres gericht, waarin zij dat College dringend verzoeken, het initiatief te willen nemen om, totdat door nadere wetsherziening, gelijk zij durven hopen, in den voor hen onhoudbaren toestand verbetering zal worden gebracht, eene minnelijke schikking te treffen, welke hun de uit oefening van hun bedrijf althans ten deele veroorlooft. Zij meenen, dat een voorstel tot verkorting van den proeftijd, wanneer het door het genoemde College aan de Hooge Regeering werd voorgesteld, zeer waarschijnlijk gunstig zou worden ontvangen en inmiddels beide partijen zouden kunnen worden bevredigd, indien het College aan de wonderkuilvisscherij een afgebakend terrein op de Zuiderzee wilde toestaan, b. v. benoorden de grenslijn, te trekken van den vuurtoren van Marken op Elhurg, blijvende alsdan de Zuidwal, met een uitgestrekt vischwater, geheel vrij en onbelemmerd voor de Zuidwallervisschers. Vanwege de afdeeling Ursem en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw zal in den na 5j Door E. Werner. Hendrik zweeg. Nog den vorigen dag bad hy zich zoo moedig tegen dat „huwelijksjuk» verzet, waarin zijn vader hem wilde knellen, en nu kostte het hem slechts óón enkel ja, om zijne vrijheid te heroveren. Waarom sprak hy dit dan niet uit? Waarom ontstelde hy zoo bij de toch zeer natuurlijke verklaring, dat dan de vriendschappelijke omgang tusschen de beide families ophield? Tusschen ons! Dat kleine woordje verbande allen gekwetsten trots, de blik van den jongen man dwaalde wederom af naar de bekoorlijke gestalte met den witten gazen sluier over het hoofd, en aarzelend, onzeker antwoordde hy eindelijk: „Ik dacht dat gy wenschtet dat ik mij terugtrok." „Dan hebt ge mij verkeerd begrepen. Ik wilde u alleen ver manen, waarschuwen, en dit recht moet ge mij ten minste toestaan. Corry is immers nog zoo jong; ik heb er nooit aan gedacht haar nu al een vaste verbintenis te laten sluiten, zelfs geen voorloopig engagement." Het ontging Eveline, dat haar toehoorder een zucht van ver lichting slaakte, alsof hem een pak van het hart viel. Bedaard ging zij voort: „Maar ik wilde althans den man leeren kennen, die mijn lieve kind eens door het leven zal geleiden, en het volgend voorjaar ben ik er misschien niet meer." „Dat zijn ziekelijke gedachten!" viel Hein driftig, bijna toornig uit. „En zeer verkeerde gedachten ook, daar ze uw ongesteld heid maar verergeren." De jonge vrouw schudde zacht, maar beslist het hoofd. „Ik weet wel, dat mijn geheelc omgeving mij in dat opzicht misleidt, en lang genoeg heb ik my laten misleiden, maar einde lijk moet men toch de waarheid onder de oogen zien. Vandaag heb ik mijn krachten eens willen beproeven en ben daarom alleen uitgegaan; maar ze waren niet eens meer toereikend om deze kleine hoogte te beklimmen en half bezwijmd kwam ik hierboven aan." „Maar wie zegt u, dat uwe ongesteldheid ongeneeslijk is? De dokters „Halen de schouders op en troosten my met het vooruitzicht op den zomer, op het zuiden ik weet wel wat dat beteekent 't Is zeker niet gemakkelijk, te sterven als men nog jong is en zoo weinig geluk gekend heeft. Men wil en kan maar niet begrijpen, dat den een het leven benomen wordt, terwyl zoovele anderen zich in het aanzijn mogen verheugen. Ik heb ook mijn strijd gestreden, maar nu ligt hij achter mij en buig ik mij voor het noodlot. De jonge man wilde antwoorden, maar reeds bij het eerste woord viel zy hem in de rede. „Neen, Hendrik, ge behoeft mij geen troostgronden voor te houden, maar, geloof my, het leven is een kostbare bezitting, veel te kostbaar om verkwist te worden, en gij verkwist het in een brooddronken, lichtzinnig bestaan, waarbij ge onmogelijk vrede kunt vinden. Ge bezit jeugd en gezondheid, een schat van levenslust en opgewektheid levert de wereld dan voor al dat vermetele jagen en wagen geen beter doelwit op dan de luim van een oogenblik, als waarvoor ge vandaag uw leven op het spel hebt gezet? Hebt gc alleen moed en geestkracht om een bloem van een rotstop af te rukken, niet om iets beters en hoogers te bereiken Gy hebt tot hiertoe uw best gedaan, u juist tegenover mij lichtzinnig en oppervlakkig voor te doen. Misschien was dit ook maar een inval, een luim dat geloof ik nu byna." zomer dezes jaars eene tentoonstelling worden gehouden van half- en anderhalfjarig rund- en wolvee. Een treurig voorval vond jl. Vrijdag morgen te Bolsward plaats. Een timmermansknecht, oud 62 jaren, bevond zich met zijne ruim 70jarige vrouw tehuis, toen de bij hen inwonende zoon, oud 26 jaren, naar den zolder ging, een bijl haalde en daarmede den vader het hoofd trachtte te kloven. De slag werd echter nog gedeeltelijk ontweken, zoodat de man niet levensgevaarlijk is gewond. De zoon is in verzekerde bewaring genomen. Als reden wordt genoemd huiselijke twist. Twee jongelieden uit Pernis, die te Antwerpen eene partij visch voor f 600 hadden verkocht, zonden f 300 aan den boekhouder en behielden de andere helft. Men zegt, dat zij naar Amerika vertrokken zijn. Door den minister van Oorlog is vastgesteld een nieuw voorschrift op de verstrekking en de verantwoording van munitiën tot draagbare vuurwapenen aan en door de korpsen van het leger en de dienstdoende schutterijen. HH. MM. de Koning en de Koningin zullen, volgens het Dagblad, na hun gewoon jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad (van 27 April tot 4 Mei a. s.) veertien dagen op het paleis Het Loo gaan vertoeven, om vervolgens voor zes weken naar het buitenland te vertrekken en 1 Juli op het domein Soestdijk aan te komen, waar zij het verder gedeelte van den zomer zullen doorbrengen. Jl. Donderdag werden te Heusden in arrest gesteld twee personen, vader en zoon, afkomstig uit de naburige gemeente Veen en verdacht van valschheid in geschrifte en het desbewust gebruik maken daarvan. De vader, J. V. Gz., heeft een certificaat geschreven, waarbij verklaard wordt, dat de houder daarvan, J. V. Jr., van een goed zedelijk gedrag is en den ouderdom van 23 jaar heeft bereikt, welke verklaring hij heeft onderteekend met den naam van den burgemeester zijner gemeente. Met deze verklaring heeft de zoon zich daarop doen aannemen als plaatsvervanger voor de militie en ontving van den hoofd agent der Maatschappij „De Eendracht" te Dordrecht f25 in voorschot. Bij zijn verbintenis moet hij, naar men Het was eigelijk ook een strafpredikatie, die den jongen man thans gehouden werd, maar hij klonk anders dan uit den vader lijken mond en had ook een andere uitwerking. Er lag niets bestrafïends meer in die zachte, welluidende stem, maar wel een bede vol ernst en verwijt; en zoo stond daar nu de lichtzinnige overmoed in persoon, de oogen op den grond geslagen en geduldig luisterende hoe hem de les werd gelezen „Mijn vader en al de anderen beschouwen het immers als een uitgemaakte zaak, dat ik een onverbeterlijke deugniet ben," zeide bij eindelijk op gesmoorden toon. „Ik heb het tot dusver nog niet gewaagd, die heilige overtuiging aan het wankelen te brengen. Gelooft gij wezenlijk, dat het de moeite waard is iets beters van mij te maken?" „Ja sedert vandaag!" betuigde Eveline. Daar voelde zij twee warme lippen op hare hand, die zóó lang en zóó vast daarop rustten, dat zij deze bijna verlegen wilde terugtrekken. Maar tevergeefs! Hendrik hield die hand vast en met een tinteling in zijn bruine oogen zeide hij: „Ik zal het beproeven!" „Dan neem ik die bloem als onderpand van uwe belofte aan. Misschien is het wel de bloem van het geluk, die gy vandaag hebt veroverd!" „En die gij in de hand houdt!" viel hij hier zoo hartstochtelijk in, dat de jonge vrouw haastig hare hand uit de zijne trok. „Het begint al te schemeren," zeide zij zacht. „We moeten naar huis. „Laten we gaan." Hendrik nam zwijgend de sjaal van de rots en wilde haar deze om de schouders slaan; zij weerde hem echter dankend af, maar moest den arm aannemen, dien hij haar bood, daar zij dien steun niet kon missen. Langzaam daalden zy in den stillen avondstond de hoogte af. Lente's levenwekkende kracht omgaf hen van alle kanten; door de gansche natuur ging als het ware een rilling van blijde hoop, van smachtend verlangen, en in de zachte schemering, die zich thans over hoogten en laagten uit breidde, schenen al de voorjaarsgeesten wakker te worden en aan hun stillen, liefelijken arbeid te tijgen. Ze zweefden en fluisterden ook in den geur van de bloem, die de jonge vrouw in de hand hield: „Wie haar mag vinden Ter rechter tijd, Wordt in des raadsels Geheim ingewijd." Op een half uur afstands van de villa der familie Rehfeld, aan den anderen kant van het dal, lag een klein, eenvoudig landhuis. Het was in Zwitserschen stijl opgetrokken en door een kleinen tuin omringd, en werd, daar de eigenaar het reeds sedert geruimen tijd niet meer bewoonde, zomers aan vreemde lingen verhuurd. In dit jaar had het reeds zeer vroeg bewoners gekregen. Een oude heer, van wien men niets anders wist dan dat hij dokter was, had hier met een even ouden knecht, een jongen assistent en een menigte boeken zijn tenten opgeslagen. Hij leefde met zijne huisgenooten in volslagen afzondering, maar stond toch al als een zonderling en lomperd bekend, daar hij een paar boeren, die zyne hulp kwamen inroepen, met even weinig omwegen had weggezonden als den raadsheer Iïroneck; en de oude huis bewaarster, die thans mede de zorg voor het middagmaal van de gasten op zich had genomen, sloeg telkens een kruis als zij in zijne nabijheid kwam. De grootste kamer van het huis was tot studeerkamer en bibliotheek van den dokter ingericht. Het was een ruim vertrek verneemt, hebben opgegeven, in 1862 te zijn geboren en te zijner tijd bij loting voor de militie No. 24 te hebben getrokken. Na eenig onderzoek kwam echter spoedig bet bedrog aan bet licht, en bleek de rempla5ant geen 23, maar slechts 17 jaar oud te zijn. De Spectator behelst bet volgende: „Onze Antigone-spelers uitgenoodigd naar Athene! wie zou op dat bericht niet van vreugde en belangstelling getrild hebben? Intusschen, een oogenbb'k nadenken deed vragenis het waarschijnlijk, dat de Koning der Hellenen, die op het oogenblik zijne gedachten en zijne drachmen eer voor staatkunde en oorlogstoerustingen dan voor dramatiek zal bestemmen, zulk eene uitnoodiging zou doen Waarom zou nu Amsterdam de eer genieten, en niet Zwitserland, waar in 1882 de Oedipus tvrannus is voor gesteld (te Bern), of Engeland, waar jaarlijks Griekscbe tragedies worden vertoond (in 1885 de Eumenieden); of Frankrijk en Duitschland? Het zou te schoon zijn om er geloof aan te slaan. Welnu, het was dan ook niets dan een couranten-canard. De waarheid is deze: de consul-generaal van Griekenland te Amsterdam zeide in een gesprek, dat hij de vertoonCrs van de Antigone wel kon aanraden in den zomer naar Athene te gaan, en dan bij de Olympische spelen deel te nemen aan den wedstrijd en de Antigone daar te vertoonen. Licht dat zij er de gouden medaille konden behalen en de reiskosten. Daar bleef het bij, want het was niet meer dan een los gesprek en eene invallende gedachte." Te Batavia wordt een bierbrouwerij opgericht. De Regeering heeft toestemmend geantwoord op het verzoek der oprichters om naar het terrein achter Kebon Serie, waar zij reeds bezig zi jn te bouwen, eene afleiding te mogen maken van het water uit den rijken artesischen put op Tanah- Abang en het water uit dien put te mogen gebruiken. Men heeft gezegd, dat de bierbrouwerij bier uit rijst zou maken. Dit is geheel onjuist. Het bier zal, is het A. D. wel ingelicht in vier soorten gebrouwen worden uit in Europa reeds gemout graan; en de nieuwe omstan- met drie ramen, met een reusachtig grooten schoorsteen en ouder- wetsche meubels, en maakte zoo al geen eleganten, dan toch een gezolligen indruk. Thans was het wel is waar van boven tot onderen met boeken gevuld; ze namen al de beschikbare ruimte in en lagen zelfs in de kasten en op de tafels opgestapeld, terwyl de schrijftafel met manuscripten en werken van geneeskundigen aard als beladen was. Het was in den voormiddag en een oude knecht met grijs haar en een zuur gezicht was juist bezig met de glazen en instrumenten gereed te zetten, die op de groote tafel bij het mid delste venster stonden en blijkbaar voor scheikundige proeven dienden, terwijl zijn meester bij het raam stond en naar het zonnige landschap keek. Dokter Eberhard, een man van om en bij de zestig, had een deftig, maar allesbehalve aantrekkelijk uiterlijk. Zijn gelaatstrekken waren scherp en schrander, maar om de dunne lippen lag een uitdrukking van bitteren spot, die menigmaal in beleedigende minachting ontaardde, en houdiDg en spraak verrieden al dc onbeschoftheid van iemand, die gewoon is ten allen tijde slechts zijn eigen willekeur te volgen en nooit eenigen tegenstand bij zijne omgeving ontmoet. „Martyn,» zeide hij, zonder zich om te keeren, „als de persoon komt, die zich aangemeld heeft, brengt gc haar dadelijk bij mij." „Hier? In de bibliotheek?" vroeg Martyn, terwyl hij eensklaps rechtop ging staan. „Hoe bedenkt ge het? Natuurlijk in de zijkamer!" „Natuurlijk!" gromde de oude knecht. „Het zou ook de eerste keer zijn dat een vrouwspersoon bij ons in de bibliotheek kwamAls ik maar wist wat ze eigenlijk hier kwam zoeken die juffer?" „Ik kan het wel eenigszins nagaanhernam de dokter wrevelig. „Het huis wordt immers verkocht. De eigenaar heeft het ook mij aangeboden, en nu wil die persoon Cornelia Rehfeld noemt ze zich het waarschijnlijk bezichtigen, maar dat gebeurt niet. Ik heb huis en tuin gehuurd, ben hier dus heer en meester tot het volgend voorjaar en werp alle ongenoode gasten de deur voor den neus dicht." „Voor den neus dicht!" herhaalde Martijn, wien deze voor genomen handeling een bijzondere voldoening scheen te verschaffen. „Rehfeld heeten de eigenaars van die groote villa daar in de hoogte; het moet een weduwe met een dochter zyn.» „Wat kan my dat schelen al was 't een grootmoeder met zes kleinkinderen!" riep Eberhard verstoord. „Natuurlijk moet ik haar ontvangen, want misschien heeft ze het huis al achter mijn rug gekocht en wil nu met bouwen beginnenmaar zoolang ik hier ben, laat ik geen steen van zijn plaats nemen. Ik zal haar wel wegsturen, evenals gisteren dien vervelenden raadsheer, die met al zijn titels en ridderorden een geweldigen indruk op mij meende te maken." „Die komt stellig niet weer," zeide Martyn. „Ge waart vreese- lijk lomp, dokter, nóg lomper dan anders." Blijkbaar lag het in zyne bedoeling, zijn meester hiermede een compliment te maken, en deze nam het dan ook als zóódanig op en knikte welbehaaglijk met het hoofd. „Ja, ja; ik versta de kunst mij de mensclien van den hals te houden! Maar ga nu dokter Gilbert roepen!" Martyn gehoorzaamde, maar mompelde, het vertrek verlatende: „Het huis koopen ons van hier verdrijven laat ze 't maar probeeren dat vrouwspersoon!" De met zulke vyandige gevoelens verwachte bezoekster liet voorloopig nog niets van zich hooren of zien, en de dokter

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1