heptpre grond zou droog kqm.endat van den lieer Beyerinpk
in 1865, die een d?jk wilde leggen van Enkhuizen naar
den Ketelmond; dat van den heer Stieltjes, eene verbetering
van het plan-Beyerinck, dat de goedkeuring der Staatscom
missie wegdroeg. De Regeering diende den 18 April 1877
een ontwerp tot droogmaking in, overeonkomende met dat
van den heer Stieltjes, maar de afsluitdijk zou zuidelijker
komen. Dit ontwerp werd in October echter ingetrokken.
In den zomer van 1885 dienden de heeren Btiraa en Van
Diggelen een ontwerp in bij verschillende waterschappen,
waarover tegenwoordig de kwestie loopt. Zij wezen in hunne
circulaire op het feit, dat de Friesclie eilanden door de
Noordzee steeds afnemen en dat, wil men later geen gevaar
voor onze noordelijke provinciën van dien kant krijgen,
een dijk in het noorden moet worden gelegd en daarbinnen
indijken. Een groot bezwaar bij dit plan is volgens spreker
de waterafvoer van den IJsel. Daartoe stelde spreker voor
afsluiting van enkele zeegaten, waardoor minder water in
de Zuiderzee zou komen en tevens het oude plan vasthouden
om het zuidelijke deel, dat goede kleigrond is, droog te
maken. Spreker eindigde zijne beschouwing met te zeggen,
dat droogmaking der Zuiderzee wenschelijk is, daar zij in
onze dagen zeker voor een groot deel een einde zal maken
aan de sociale kwestie en de nationale welvaart zal bevorderen.
De heeren Buma en Van Diggelen brachten daarop nog
enkele opmerkingen in het midden, en eerstgenoemde deelde
mede, dat nog deze maand eene vergadering van belang
stellenden zou bijeengeroepen worden om eene commissie
te benoemen tot nader onderzoek der zaak.
De heer Beekman antwoordde op eene vraag van den
voorzitter, of het plan Buma-Van Diggelen financieel uit
voerbaar was, dat physische gronden en theoriën voldoende
bewijzen, dat in het Noordelijk deel der Zuiderzee geene
klei kan neerslaan.
De Hollandsche Maatschappij van Landbouw is voor
nemens, de 32ste algemeene Tentoonstelling van vee, voort
brengselen van en werktuigen voor den landbouw te houden
te Gorinchem op 9 tot en met 14 September e. k. Er
zullen worden uitgeloofd gouden, verguld-zilveren, zilveren
en bronzen medailles.
De algemeene vergadering wordt gehouden op Vrijdag
10 September. De trekking der loterij heeft plaats op
Donderdag 16 September.
Het hoofdbestuur der genoemde Maatschappij heeft zich
bij adres tot de Tweede Kamer gewend, met het verzoek,
dat het aanhangige wetsontwerp betreflende de wijziging
van het tarief van invoerrechten niet worde aangenomen.
Het heeft voorts een adres gericht aan den minister van
Justitie, inhoudende het verzoek, dat maatregelen zullen
genomen worden om het bedrog, dat gepleegd wordt in den
handel van landbouw-producten, door voldoende strafbepa
lingen tegen te gaan.
Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is tot direc
teur van den provincialen stoombootdienst op de Wester-
Schelde, in plaats van den heer I. Luteijn, benoemd de
heer F. M. A. Mathon, luitenant ter zee.
Te Deventer liep jl. Vrijdag de prijs voor natuur
boter zoo laag, dat verschillende 1/8 fusten tot voor f 14
verkocht werden.
De schrijver der Brieven uit de Hofstad aan de
Arnh. Crt. deelt mede, dat de vergadering van den sociaal-
democratischen bond, waarop tot Van Raay's uitwerping
besloten werd, zóó onstuimig was, dat de president na het
uiteengaan buitengewone voorzorgsmaatregelen noodigachtte.
De heer Domela Nieuwenhuis werd dien avond naar huis
geleid door.... eene eerewacht van twee politie-agenten, die
den apostel der sociaal-democratie moesten beschermen tegen
zijn eigen sociaal-democraten. Ziedaar Nemesis in hare
volle humoristische kracht aan het werkl De zoo wakker
uitgescholden politie ingeroepen om den weldoenden burger
tegen de onwillige burgers, zijne volgelingen, den goeden
herder tegen de weerspannige schapen de hand boven het
hoofd te houden! Zulk een contrast doet de wezenlijke
waarde der beweging, maar vooral die van den snorkenden
aanvoerder, die al opruiende en stokende zich in den regel
zoo fraai buiten schot weet te houden, aan het licht treden.
Te Enschedé was het de laatste dagen rustig. Eene
bijeenkomst van socialisten werd uiteengedreven.
Te Boksum begaf zich jl. Dinsdag een veehouder op
den stal van een stier. Het anders makke beest scheen
dit dezen keer euvel te duiden het zette althans zijn horens
Hij zag er inderdaad uit, alsof hij een verkeerdheid beleed.
Eveline was langzaam naderbygekomen en antwoordde op min
of meer verwytenden toon
„En dan bracht ge mij op het denkbeeld, dat ge in de laatste
uren van ons samenzijn enkel dwaze grappen in het hoofd hadt!
Dat het afscheid u zoo onverschillig was, heeft mij verdriet
gedaan."
„Hebt ge dit dan opgemerkt?" vroeg de jonge man bitter.
„Guido nam u zoo geheel in beslag, dat ik eigenlijk volstrekt
niet voor u scheen te bestaan."
Eveline gaf geen antwoord. In het salon triomfeerde Helmar,
daar zij by het slot van zijn gedicht, dat met een treffend
„Vaarwel!" eindigde, in tranen uitbarstende het vertrek had
verlaten. Die tranen werden ongetwijfeld te voorschijn geroepen
door een naderend afscheid, en toch hielden zij thans op met
vloeien en verspreidde zich een gelukkig glimlachje over de bleeke
wezenstrekken.
„Hendrik hief hij aan, maar bijna driftig viel hij haar in
de rede:
„O, mevrouw, nog één verzoek! Dat „Hendrik" krijg ik van
papa slechts in het tijdperk van zijn hoogste ongenade te hooren,
en uit uw mond heb ik het altyd gehoord, omdat ik bij u altijd
in ongenade ben geweest. Wees nu ten minste bij het afscheid
genadig en noem mij ook eens „Hein" zooals al de anderen."
De jonge vrouw aarzelde eenige seconden. Die vertrouwelijke
naam scheen haar niet over de lippen te willen komenmaar de
oogen van den vrager ondersteunden zóo welsprekend zijn verzoek,
dat zij er eindelijk aan voldeed:
„Soms zijt ge my geheel onbegrijpelijk Hein. Welnu, neem
gij dan de bloem, uw belofte behoud ik."
„Totdat ik die bij u inlos?" viel hij met schitterende oogen in.
„By mij?" De gewone sombere uitdrukking verscheen weer
op Eveline's gelaat. „Bij Corry zult ge die inlossen. Ik vrees,
dat ik daarop niet zal kunnen wachten."
„Sedert eenige dagen voelt ge u minder wel," zcide Hein
halfluid, terwijl hij bij haar aan het venster trad. „Dat weet ik
maar ik hoop veel, ik hoop alles van Eberhard's behandeling.
Mijn vader en Guido verwijten mij, wel is waar, dat ik dien
onbarmhartigen man in consult heb geroepen. Moet ik dat ook
bij u ontgelden?"
„Neen Hein die naam werd nog altijd weifelend
uitgesproken, „ik weet dat gy het goed gemeend hebt en ik
dank u daarvoor; maar ge zult immers niet in ernst verlangen,
dat ik my aan de behandeling van een dokter onderwerp, wiens
in dp dij zijns meepters- en drukte hem tegen den muur.
Ofschoon de veehouder door den toesnellenden knecht
spoedig uit zijn benarden toestand werd verlost, had hij
toch zulke wonden bekomen, dat hij jl. Donderdag avond
aan de gevolgen is overleden.
Te Hoogwoud werd jl. Vrijdagavond eene vergade
ring gehouden, waarin beraadslaagd werd over het oprichten
van eene kaasfabriek aldaar. Eene commissie, bestaande
uit de heeren Jac. Kos, C. Helder Jz. en J. Schermer,
werd benoemd om omtrent plannen en berekeningen een
onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen. Algemeen
werd de weqschelijkheid der oprichting toegestemd.
In 't laatst van 1885 besloot de Gemeenteraad van
I.eeuwarderadeel tot uitbreiding der brandbluschmiddelen
te Huizum, door aankoop van een tweede spuit, die in de
Schrans zou worden geplaatst. Aan den heer Van der
Ploeg te Grouw werd de vervaardiging der spuit opgedragen.
Dezer dagen was die voor oplevering gereed en werd zij
in tegenwoordigheid van twee raadsleden en vele andere
belangstellenden beproefd.
Is de uitvoering zeer net en degelijk, de werking liet
o. i. ook niets te wenschen over.
Het getuigenis der brandspuitgasten: „It nye giet er
mei," is wel het beste bewijs, dat de heer Van der Ploeg
niet stil zit, maar zijn goeden naam als brandspuitfabrikant
volkomen weet te handhaven. Ingezonden
De Nederlandsche Zendingsvereeniging te Rotterdam
heeft over 1885 ontvangen f 37,852.08 en uitgegeven
f 40,341.34; de rekening sluit met een nadeelig saldo van
f 2189.26.
Ter ISTageaacntenis.
Op jongstleden Maandag morgen werd op het kerkhof dezer
gemeente het stoffelijk overschot ter aarde besteld van onze stad-
gepoote, Mejuffrouw C. M. W. Waleson, in leven onderwijzeres
lste klasse aan Gemeenteschool No. 3, en leerares aan de Rijks
normaalschool.
Was op haar uitgedrukt verlangen de begrafenisstoet aan het
sterfhuis hoogst eenvoudig, op het kerkhof waren vele belang
stellenden vergaderd om den treurigen stoet af te wachten. Om
het graf stonden de hoogste meisjesklasse der school, waaraan
zij tien jaren haar krachten gewijd had, de vrouwelyke
kwcekelingen der Normaalschool, eenige harer oud-leerlingen,
die in deze gemeente werkzaam zijn, en hare mede-onder-
wyzeressen.
Toen de kist met bloemen en kransen bedekt was, bracht de
heer Büchner, arrondissements-schoolopziener, hulde aan de over
ledene, wegens haar groote verdiensten, zoowel voor deze gemeente
als voor het onderwijs in het geheele land. De heer Van Juchem,
oudste onderwijzer, sloot hierbij aan. De meisjes zongen haar
onderwijzeres een laatst vaarwel toe, en onder den indruk der
eenvoudige, droeve plechtigheid ging men heen.
De hulde was welverdiend. Haar groote bekwaamheid, in
zonderheid op het gebied van vrouwelijke handwerken, was bij
ieder, ook bij de school-autoriteiten algemeen bekend. Reeds op
twintigjarigen leeftyd en later meermalen had zij zitting in
examen-commissien. Nog in de vorige maand was zij in de
Utrechtsche commissie benoemd, doch moest wegens de inmiddels
hevig toegenomen ziekte ontslag verzoeken. Haar voordrachten
over de klassikale behandeling der nuttige handwerken, te Alkmaar
voor een tachtigtal onderwijzeressen in het district Haarlem
gehouden, vonden den grootst raogelijken bijval, de ruimste waar
deering bij de toehoorderessen en de erkenning van den Minister
van Onderwijs. De werken, waarin zij haar methode heeft
beschreven, worden hier te lande en zelfs in het buitenland op
een zeer groot getal inrichtingen van lager- en ^porlgezet onder-
wys gebruikt. Talrijke vragen om raad bij het inrichten van
het bandwerkonderwijs op verschillende scholen uit alle deelen.
des lands werden door haar op de meest doeltreffende en afdoende
wyze beantwoord en meermalen hebben onderwijzeressen uit
andere plaatsen hier eenige dagen vertoefd, om haar methode te
leeren kennen en haar zelve aan het werk te zien.
En dat het onderwijs, hetwelk zij zelve gaf^ degelijk was,
daarvan hebben onze dames-stadgenooten zich kunnen overtuigen
op onze laatstgehouden Nyvcrheids-tentoonstelling, waar én de
school én de normaalschool, waaraan ze verbonden was, de zilveren
medaille verkregen. De daar bekroonde modellen, vervaardigd
volgens haar methode en onder haar toezicht door de leerlingen,
zijn later in ruimer kring te Haarlem ter bezichtiging gelegd
en op hoog verzoek aan de Hollandsche kolonie te St. Petersburg
algestaan en daarheen opgezonden. Dat haar meer dan eens
aanzienlijker betrekking en ruimer werkkring, dan zij hier had,
zyn aangeboden, is dan ook niet te verwonderen, doch hare
jarenlange zwakke gezondheid wa3 voor het aannemen steeds
een beletsel.
ruwe, onbescholte manieren my het zenuwtoeval hebben bezorgd,
waarvan ik nog de gevolgen ondervind."
„Hoe? Wilt ge Eberhard niet tot dokter hebben?"
„Neen, stellig niet! Ik heb genoeg aan dat eerste bezoek en
aan deze proef van zijn geneeskunst, die mij binnen acht dagen
den dood zou aandoen."
„En als zij u integendeel nu eens het leven teruggeeft? Als
uwe redding de prijs is?"
Eveline zag half geroerd, half ongeloovig tot den jongen
man op.
„Heeft hij u soms hoop gegeven omtrent mijn toestand?"
„Hij zal wel oppassen! Ik ben zeker de laatste, dien hij in
zijn vertrouwen zou nemen, maar tusschen den dokter en mij
bestaat zoo'n soort van vrijmetselarijwij begrypen elkander
alleen door teekens, en zoo weet ik stellig en zeker dat hij
goeden moed op u heeft. Die oude egoïst, die met al zijn
collega's in vijandschap leeft en alle praktijk met geweld afweert,
zou zich voor geen geld van de wereld met een hopeloos
geval inlaten, en een ongeneeslijke patiënt zou geen aanspraak
mogen maken op de eer van door hem behandeld te worden.
Maar de diagnose van zijn beroemde collega's te schande te
maken, professor Mertens te toonen dat hij zich vergist heeft,
door een geruchtmakende uiteenzetting van de zaak al de heeren
een geweldige ergernis op het lijf te jagen dat is een kolfje
naar zijn hand, dat prikkelt hem. Hij heeft vrywillig aange
boden over u te praktizeeren en hoopt dus ook u te genezen.
Ge kunt overtuigd zyn, dat hij daartoe al zijn wetenschap en
energie zal aanwenden."
De jonge vrouw had zwijgend toegeluisterd; nu schudde zij
bedaard, maar vastberaden het hoofd.
„Ge vergist u, of liever, ge stelt blindelings vertrouwen in
dien Eberhard. Ik doe dat niet, maar houd mij aan de uitspraak
van zijn collega's. Als hij werkelijk zulk een autoriteit was,
zou hij hier niet in de eenzaamheid en als een balling wonen."
„Hij ia nu eens een zonderling, die met geen zijner ambtge-
nooten overweg kan, een menschenhater
„Des te minder zou ik hem mijn vertrouwen schenken. Als
hij wezenlijk terugkomt, zal ik hem in alle beleefdheid voor
zijn bezoek laten bedanken. Uw vader is het in dat opzicht
geheel met mij eens en Helmar heeft mij dit zelfs laten beloven
ook hy vindt het onverantwoordelijk, dat ik my nog eens aan
de mishandeling van een dokter zou blootstellen, die zyn patiënten
in plaats van met medicynen, met onwellevende uitvallen denkt
te genezen." (Wordt vervolgd.)
Hpt qndfirwijs in deze gemeente h,eoft in onze 2.7-jarige stad-
gonoóte een der beste krachten, ons 'land heeft in Mejuffrouw
C. M. W. Waleson een zyner ijverigste, bekwaamste en talent
volste onderwijzeressen verloren.
Zij ruste in vrede na haar kort maar welbesteed leven! Is
haar naam afgevoerd van de lyst der levenden, die naam zal
voortaan een eereplaats innemen in do geschiedenis dor Neder
landsche paedagogiek.
Ben Gouden TubUö.
Heden smaakt onze geachte plaatsgenoot, de heer H. Daarn-
houwer, Hoofd der gemeenteschool No. 5 en directeur der
Normaallessen alhier, het zeldzame voorrecht om den dag te
herdenken, waarop hij voor eene halve eeuw de betrekking van
Hoofd eener school in deze gemeente aanvaardde. De verwachting,
door ons in ons vorig nommer uitgedrukt, dat dit jubilé in zeer
ruimen kring deelneming zou vinden, blijkt niet overdreven te
zijn geweest. Talrijk zijn de blijken van belangstelling en waar
deering, die den jubilaris worden geschonken. Wappert van
onderscheidene woningen in de wijk, waar de feestvierende woont,
de vaderlftndsche driekleur, zoo van elders als uit deze gemeente
verneemt hij, dat zyn jubilé door zijne vele vrienden en vereerders
wordt medegevierd. Zyne vroegere leerlingen verrasten hem in
den vroegen morgen reeds met een stoffelyk blijk van belang
stelling. Een marmeren pendule met coupes werd hem met een
fraai geschreven opdracht en naamlijst der schenkers aangeboden.
De schoollokalen zyn door de goede zorgen van eenige onder
wijzeressen en onderwijzers in feestzalen als herschapen, prijkende
met vlaggen, groen, bloemen, schilden en 't bijna levensgroot
portret, geteekend door den onderwyzer Louws. Dit portret stelt
den heer Daarnhouwer in zittende houding voor en maakt op de
leerlingen blijkbaar een grooten indruk door de zeer sprekende
gelijkenis.
De feestvreugde der kinderen was groot toen de jubilaris de
school binnentrad, begroet door feestgezang en blij gejuich. De
gezamenlijke leerlingen boden hunnen leermeester een geschenk
aan, in een fraaien zilveren inktkoker bestaande. De kinderen
werden op eenige ververschingen onthaald en amuseerden zich
uitmuntend.
De kweekelingen der Rijksnormaalschool maakten in eene der
schoollokalen hunne opwachting by den jubilaris. Onder de
leiding van den heer Uurbanus betuigden zy hunnen directeur op
zijn gouden feest hunne heilwenschen o.a. in een feestlied en bo
den zij hem een etui met zilveren lepels gevuld als feestgeschenk aan.
Zoo werd, onder herhaalde betuigingen van hulde en vereeriug,
een deel van den dag doorgebracht en togen de kinderen huis
waarts, om den jubilaris gelegenheid te geven zich voor te be
reiden voor de feestviering, die hem elders wachtte.
Te drie uren werd de jubilaris met zyne echtgenoot en kinderen
door twee leden eener Feestcommissie per rijtuig afgehaald en
naar het lokaal Tivoli geleid. Daar werden zy aan den ingang
door Commissarissen ontvangen en werd aan mej. Daarnhouwer
een bouquet aangeboden. Binnengetreden bevonden zij zich in
een kring, gevormd door belangstellende onderwijzeressen en
onderwijzers zoo van elders als uit deze gemeente en door HH.
Schoolopzieners en plaatselyke burgerlyke autoriteiten. In een
feestlied, door allen aangeheven, werd den jubilaris het welkom
toegeroepen. De Voorzitter der Feestcommissie, de heer P.
Uurbanus, hield daarop eene rede, waarin hij, namens ambtge-
nooten, den feestvierende met het voorrecht, hom geschonken,
gelukwenschte en hem, als blyk van hoogachting en waardeering,
een sierlijk gouden horloge aanbood, met een album, de namen
der schenkers bevattende, met een sierlyk titelblad, door den
heer Oranje geteekend. De heer P. Greidanus, van Bur-
gerbrug, betuigde daarop in 't bijzonder de hulde der collega's
buiten deze gemeente.
De jubilaris, getroffen door zooveel blijken van waardeering
als hem ten deel vielen, dankte in gevoelvolle woorden. Een
koorgezang werd daarop aangeheven en van nu af bestond voor
de talrijke aanwezigen gelegenheid om den feestvierende te
complimenteeren.
Van deze gelegenheid werd o. a. gebruik gemaakt door den
heer Burgemeester en door den president der plaatselijke School
commissie, die den jubilaris mede geschenken aanboden.
De zaal van Tivoli, waarin heden avond mede eene feestelijke
samenkomst zal plaats hebben, is voor deze gelegenheid fraai
en zeer toepasselyk gedrapeerd. Een keurig schild, door den heer
J. De Vries vervaardigd, draagt niet weinig by om deze zaal
een feestelijk aanzien te geven.
We moeten voor heden ons verslag besluiten. We doen dit
echter niet zonder den wensch te uiten, dat de feestdag verder
den jubilaris en zyne familie feestvreugde verschaffc, en dat een
dag, zoo gewichtig als deze, bij hem lang nog in aangename
herinnering moge blijven.
Bultenlana.
De Conferentie te Konstantinopel heeft gisteren de acte,
betreffende de zaken van Oost-Ruinelië, bekrachtigd en liet
daarop betrekking hebbende protocol onderteekend.
Generaal Van der Smissen, wien de taak was opge
dragen de onlusten in België te onderdrukken en reeds
vroeger heeft doen blijken, welk een uitstekend krijgsman
hij is, stamt uit een soldatengeslacht. Zijn vader, eveneens
generaal, was betrokken in de beweging, na de Belgische
omwenteling in het leven geroepen, om België weder aan
het Huis van Oranje te brengen. Het plan werd ontdekt
en Van der Smissen werd ter dood veroordeeld. Met
behulp van zijn vrouw echter, wist hij, in haar kleederen
vermomd, te ontsnappen. Zijn zoon, die nu 68 jaar oud
is, is een soldaat van groote ondervinding. Hij was kolonel
van het Belgische legioen in den Mexicaanschen oorlog en
onderscheidde zich herhaaldelijk. De belooning voor zijn
„ridderlijke dapperheid" was het officierskruis van het
Legioen van Eer. Generaal Van der Smissen is de bevel
hebber van een der twee legercorpsen, waarin het Belgische
leger verdeeld is. Generaal Brialmont, een der uitstekendste
genie-officieren, staat aan het hoofd van het tweede.
Men zet te Athene de proefnemingen met de onder-
zeesche „Nordenfeltz-torpedoboot" steeds voort. Den 31
Maart 11. bleef 't schip, met 4 man aan boord, zes uren
onder water, en jl. Donderdag daalde het tot 35 voet diepte.
In het midden van 1885, zoo meldt men o. a.
aan de Haarlemsche Courant, vormde zich te Londen
eene particuliere commissie met het doel om inlichtingen
in te winnen nopens alles wat betrekking heeft op het
systeem van „ensilage," een woord, dat gewoonlijk vertaald
wordt met „inkuiling/ maar beter zou weergegeven worden
door „bewaring" of „verduurzaming'' van groen voeder.
Kuilen toch, ot „silo's," of hoe men die ook noemen wil,
zijn tegenwoordig overbodig. Het te bewaren voeder wordt
eenvoudig opgestapeld en onder een eenvoudig dak zooveel
mogelijk van de lucht afgesloten. Zoodra de commissie
eenige bijzonderheden verzameld had, werd zij door het
Parlement uitgenoodigd om die mede te deelen, en na die
aansporing heeft zij die aansporing verder voortgezet en
ook tot het buitenland uitgebreid. Tot het verkrijgen van
inlichtingen uit Nederland riep zij de hulp in van den heer
H. S. J. Maas, Nederlandsch consul te Londen. Deze
vertaalde de daarop betrekking hebbende vragen in het
Hollandsch en zond die aan tal van belanghebbenden. Van