schieden bij den secretaris-penningmeeBter, den heer W.
Teengs, te Wieringerwaard.
Aan deze tentoonstelling zal door de afdeeling Schagen
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw worden toe
gevoegd: eene tentoonstelling van in April gemaakte fa
brieksbaas, waarop kunnen worden ingezonden
Stapels van 200 stuks kleine Edammer kaas.
Idem van 70 stuks middelbare kaas.
Voor deze afdeeling moeten de aangiften geschieden aan
den heer P. Buis Jz., te Schagen, vóór of op Woensdag
19 Mei.
Tot opluistering der tentoonstelling heeft de Harmonie
kapel van Schagen hare medewerking toegezegd, terwijl
's avonds de Mannen-zangvereeniging Euterpe een concert
geven zal.
Mr. S. Van Houten zegt in No. 17 zijner Staat
kundige Brieven:
z/De algemeene staat van zaken is te ernstig, om zich
uitsluitend door traditiën en niet ook tevens door de be
hoeften van het oogenblik te laten beheerschen. Zal het
ons land goed gaan, dan moet er binnen zeer korten tijd
eene Kamer zijn, die het kiesrecht tot den gezeten werk
man uitbreidt. Dat is de eerste, alles overheerschende
eisch. En komt er zulk eene Kamer, dan zal uit den aard
der zaak haar eerste werk zijn, eene grondwetswijziging
aan te nemen, die tot hare ontbinding leidt. Daarna kunnen
en zullen toch andere vraagpunten op den voorgrond tre
den en de partij verdeeling beheerschen.
Er is geen andere uitweg. De achterblijvers moeten
zich bekeeren, of waarlijk liberale kiezers moeten hen
trachten te weren. Door de keus van een vooruitstrevenden
liberaal, zoo het kan, van een radicalen anti-revolutionair,
zoo het moet."
Het 22ste Christelijk Nationaal Zendingsfeest zal
den 7 Juli a. s. op het landgoed Beeckenstein te Velzen,
bij Haarlem, gehouden worden.
Door het provinciaal bestuur van Noordholland,
te Haarlem, is jl. Donderdag aanbesteedhet leveren van
brik- en stortsteen voor liet bestorten der Heldersche
zeewering in twee perceelen. (Raming 1ste perceel f 1265,
2de perceel f 10,735.) Minste inschrijver: 1ste perceel
J. Giltjes, te Petten, ad f 12452de perceel W. Koopman, Dz.
te Amsterdam, ad f 9347.
Een treurig ongeluk heeft dezer dagen te Groningen
plaats gehad. Eenige jongens en meisjes waren daar op
het Akerhof aan het spelen en eindelijk aan het twisten
geraakt. Een der jongens, oud 12 jaar, liep een meisje
van gelijken leeftijd, dat voor hem wegliep achterna en
gaf haar in vollen ren een duw in den rug, waardoor zij
voorover kwam te vallen met het hoofd tegen een stoephek.
Zij bleef bewusteloos liggen, werd voorloopig in huis ge
bracht bij den heer K., en later naar huis. Sedert is het
kind bijna voortdurend buiten kennis gebleven en Woens
dag jl. overleden, waarschijnlijk tengevolge van hersen-
beleediging.
De Westfriesche Crediel- en Deposito-bank te Hoorn
heeft hare betalingen gestaakt.
Uit Enschedé wordt dd. 28 April aan de H. Ct. gemeld:
Hoewel reeds de helft der werkstakenden bij de firma
I. F. Scholten Zonen vóór ongeveer eene week den
arbeid had hervat op den door de patroons gewenschten
voet, zoo bleven de overigen nog langer dan men verwacht
had terug. Voor een gedeelte kan deze volharding hierdoor
verklaard worden, dat er op dit oogenblik, zoowel op het
land als bij het bouwen van een groot aantal arbeiders
woningen, meer dan voldoende werk te vinden is. Algemeen
is de klacht, dat opperlieden en ambachtslieden wegens
misbruik van sterken drank dikwijls niet in staat zijn te
werken, vooral op werkdagen, volgende op zon- en feest
dagen, terwijl hunne bazen hen niet kunnen wegzenden,
omdat ze werkkrachten te kort komen. Eene andere reden,
waarom de werkstakers in staat waren het eenigen tijd vol
te houden, was, dat in de meeste huisgezinnen, waarin één
of twee werkstakers waren, nog voldoende door de andere
leden van het huisgezin werd verdiend om ruim of iets
minder ruim te leven.
Het zal menigeen vreemd voorkomen, dat, terwijl er
weieens is beweerd, dat de loonen in sommige fabrieken
wel wat hooger konden zijn, hier de meening wordt uit
gesproken, dat die loonen de werklieden in staat stellen,
ruim in hunne behoeften te voorzien. Men vergelijkt echter
te dikwijls loonen van fabrieksarbeiders met loonen van
ambachtslieden; wat dan steeds in het nadeel van het loon
van den fabrieksarbeider uitvalt; doch men vergeet hierbij,
dat fabrieksarbeiders 52 weken in het jaar hun weekloon
verdienen, terwijl prbeiders, die op het land werken, en
ook ambachtslieden gewoonlijk vele weken in den winter
zonder werk zijn. De fabrieksarbeiders zijn natuurlijk ge
en thans in de richting, waar redding te vinden is. De jonge
man wordt geleid, gesteund, menigmaal gedragen door'den ouden,
die naast hem voortstapt als een dier berggeesten, waarvan hij hem
zoo dikwijls verteld heelt waaraan de elementen onderworpen
zijn. En inderdaad schijnt het gevaar, dat hier by elke schrede
dreigt, hem niet te genaken. Geen spleet opent zich, geen sneeuw
zinkt onder zijne voeten weg; maar rondom liet tweetal jagen
en stuwen de wolken en onophoudelijk volgen hen de spookge
stalten, die hun offer niet willen loslaten.
Zij hebben het grootste deel van den weg reeds afgelegd, maar
nu blijft Hein stilstaan, ademloos, doodmoede.
„Ik kan niet verder ik moet wat rusten maar ééne
minuut!"
Maar Ambroos pakt hem aan als met een ijzeren vuist en
rukt hem weer op de been.
„Die ééne minuut is de dood! Vooruit, zeg ik! Ge moet het
uithouden
Ditmaal is zijn vermaning te vergeefs. Hein doet werktuiglijk
een poging om hem te volgen, maar het gelukt hem niet. Met
een laatstcn zweem van bewustheid klemt hij zich aan zijn gids
vast en zinkt vervolgens ineen.
Ambroos blijft een paar seconden onbeweeglijk staan en ziet
op hem neer. Daar is iets huiveringwekkends in die dreigende
gestalte, die nog alleen overeind staat in dien woelenden, deinen
den mist, en daar licht iets afgrijselijks uit die oogen, die het
wolkgordijn trachten te doorboren. Ambroos Berghofer kent de
luchtgeesten, die zijn jongen metgezel gevolgd hebben; hij weet
wat ze van hem vragen en dat ze hem steeds op de hielen zijn
geweest by dien tocht op leven en dood. Als hij hun offer
achterlaat, is hij gered, en ten tweedenmale keert dan van de
beide reizigers slechts één uit de sneeuwgroeven terug!
Maar waar het jonge leven bezwijkt, houdt de yzeren kracht
van den ouden man stand. Deze gordt zich opnieuw aan, als
in hartstochtelijk verzet tegen het noodlot en de elementen
het onmogelijke zal tóch geschieden! Hij neemt den bewustelooze
op, laadt hem op den schouder en aanvaardt met den last het
laatste gedeelte van den weg. (Wor t vervolgd.)
neigd, bun loon en hunnen toestand als klein en slecht
voor te stellen, vooral wanneer onder leiding van meer
ontwikkelden, zooals Domcla Nieuwenhuis, hun wordt
voorgespiegeld, dat ze het beter moesten hebben en ook
zullen krijgen, indien zij zijnen raad volgen. Of de werk
gever meer kan geven, is geene vraag: die is een vijand,
een kapitalist.
Heden, eindelijk, kwamen de arbeiders, die het werk
nog niet hadden hervat, aan de fabriek van de firma
Scholten terug en vroegen om weder aangesteld te worden.
Aan vijf der ergste raddraaiers werd dit geweigerdwaarop
allen weder heengingen, omdat zij niet gedeeltelijk wilden
uitgesloten worden. Na een klein uur kwamen evenwel
allen terug, behalve de vijf ontslagenen. En zoo is dan
nu de werkstaking geëindigd met het wederopnemen van
het werk door de werklieden tegen het loon, waarvoor zij
reeds eenigen tijd hadden gewerkt, doch hetwelk lager is
dan het vóór dien tijd was, wegens den algemeen beken
den slechten toestand van den lijnwaden-handel in Ned.-Indië.
Het ware gewenscht, vooral in het belang van de goede
verhouding, die hier steeds tusschen fabrikanten en werk
lieden heeft geheerscht, dat de laatsten in het vervolg
minder spoedig het oor leenden aan opruiingen van uit
hun werk ontslagen kwaadwilligen, gesteund door Domela
Nieuwenhuis met zijnen aanhang.
In Recht voor Allen kwamen dezer dagen eenige
onhebbelijke uitdrukkingen voor over ons Vorstelijk Huis.
Het gejuich te Amsterdam voor het paleis op den Dam
was niets anders dan schreeuwen van eenige straatjongens
enz. Sommige bladen spraken hun verontwaardiging uit
over soortgelijke taal; de Tijd en hetRott. N.blad vroegen
zelfs of de justitie niet verplicht was zich daarmede te
bemoeien.
Op de geestdrift wijzende, waarmede de Koning, de
Koningin en 't Prinsesje te Amsterdam zijn begroet, doet
de Arnh. Crt. zeer terecht uitkomen, dat het antwoord,
't welk het volk zelf nu weder op die taal van den heer
Domela Nieuwenhuis geeft, meer afdoende is dan een
wetsartikel.
Burger Domela Nieuwenhuis heeft eens eene bere
kening gemaakt wat een fabrieksarbeider en wat een fabrikant
zooal verdient, en hij komt tot het volgend resultaat:
Er is een fabrikant, wiens inkomen geschat is op f 45,000,
zegge f 124 per dag, en er zijn fabrieksarbeiders, die per
dag niet meer verdienen dan fl. Ontzettende tegenstelling:
de een f 124, de ander f 1.
Het R. N.blad verzoekt evenwel daarbij het volgende te
overwegen. Die fabrikant werkt met circa 1400 arbeiders.
Stel dat hij eiken arbeider één dubbeltje per dag meer laat
verdienen, hoogstwaarschijnlijk zullen de arbeiders dan nog
niet tevreden zijn, en.... de patroon kwam niettemin f 16
per dag te kort.
Nemen wij nu verder in aanmerking, dat de fabrikant
dat inkomen voor een deel ook trekt uit bezittingen, die
niets met zijne fabriek te maken hebben, en dat die schatting
van het inkomen niet over dit, maar over vroegere, voor-
deeliger jaren loopt, dan gelooft het Rott. N.blad niet be
zijden de werkelijkheid te blijven, door aan te nemen, dat
zoo'n fabrikant, in gunstige tijden, op het werk van elk
zijner arbeiders hoogstens 5 cents per dag verdient, zegge
30 cents per week, terwijl die arbeider aan datzelfde werk
f 6 per week verdient.
Voor die 30 cents per week en per man moet de fabri
kant zijne fabriek en zijne machines leveren, onderhouden,
vernieuwen, verbeteren. Voor die 30 cents per week en
per man loopt hij de risico van kwade jaren, zooals nu,
waarin hij niet wint, maar verliest; voor die 30 cents per
week moet hij een groot vermogen, vrucht van zuinigheid,
vlijt en overleg zijner ouders, groot- en overgrootouders,
rouleerende houden en wagen, en bovendien zelf onophoudelijk
met zijne lichamelijke en geestelijke vermogens werken,
om alles na te gaan, nieuwe kanalen t" zoeken, oude con
necties te bevestigen en ten slotte om op de hoogte van
zijn vak te blijven.
Dat alles doet hij let nu wel op om het werk
gaande te houden, waaraan zijn arbeider f 6 en hij 30 cents
per week verdient. Dit vergeet Domela Nieuwenhuis in
het licht te stellen; hij weet het natuurlijk wel; maar daar
zijn doel is het stoken van ontevredenheid, wijst hij niet
o]) de 1400 maal f 6, die de fabrikant laat verdienen, maar
wel, tracht hij er alleen op te wijzen, dat de fabrikant nu
1400 maal 30 centen verdient, om dan te smalen dat die
1400 maal 30 centen, bij slot van rekening en na vele
jaren van zorgen en moeite verkregen, meer zijn dan....
zes gulden 1
Men schrijft ons van Texel, dd. 30 April 11.:
„Het jaarlijksche feest voor de jeugd, 't ontsteken van
een vuur, de zoogenaamde Meiblits, is dezen avond dienst
baar gemaakt aan eene proefneming met handbluschgranaten,
zoowel van inlandsch als buitenlandsch fabrikaat.
De uitslag der proeven was evenwel van tamelijk nega
tieven aard, daar bij een flink vuur het inwerpen van een
zoogenaamden granaat van weinig of geen invloed was.
Beter voldeed een nieuw soort fakkel in den vorm van
een groote vuurpijl, bestemd om in den nacht bij schip
breuk aan het strand te worden gebruikt.
Ongeveer een kwartier lang verspreidde de fakkel een
helder licht, dat zelfs op verren afstand duidelijk zicht
baar was."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 1 dezer:
„Een manufacturier, die gisteren met een wagen mede-
reed van het Oude Schild naar Den Burg, geraakte met
vaartuig en koopwaren in een sloot.
Beide personen waren wéér spoedig op het droge, doch
de koopwaar werd zeer beschadigd. Ook de wagen bleek
nogal gehavend te zijn. De passagier, de voerman en het
paard hadden blijkbaar geen letsel bekomen."
„Het bergen der lading katoen uit het stoomschip
Sapphire, ondervindt veel belemmering door het onbe
stendige weêr. Gedurende de maand April konden slechts
49^ baal worden geborgen.
Een drietal schuiten met twee duikers zijn thans met
de berging bezig."
Uit het verslag der commissie, benoemd in de alge
meene vergadering van heeren aandeelhouders in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam, gehouden 29 April 1885,
tot het nazien der balans over het jaar 1885, blijkt dat de
winst- en verliesrekening een nadeelig saldo aanwijst van
f 12,359.62L hoofdzakelijk tengevolge van mindere opbrengst
der entree- en bespreekgelden. Dit verlies zal op het
reservefonds worden afgeschreven, welk fonds daardoor
wordt teruggebracht tot een bedrag van f 33,815.79.
Ook voor lokaal- en buffethuur werd minder ontvangen.
De gewone uitgaven zijn nagenoeg dezelfde gebleven als
in 1884, met uitzondering alleen van een belangrijken post,
wegens exploitatie in eigen beheer van het orkest, welke
echter door een ontvangstpost van ongeveer geliik bedrag
wegens verhuur van. het orkest wordt opgewogen. De
buitengewone uitgaven, welke in 1884 door de nieuwe
inrichting van den tuin en de reeks van concerten onder
Bilse zeer aanzienlijk waren, zijn thans echter belangrijk lager.
De ongunstige tijdsomstandigheden, welke reeds in 1884
haren invloed deden gevoelen, hebben dus in het afgeloopen
jaar nog veel sterker druk uitgeoefend, en daaraan is het
toe te schrijven, dat^de exploitatie, niettegenstaande de zorg
en den ijver der directie, geen beter resultaat heeft opge
leverd.
Als de verwachting niet wordt beschaamd, dan zal,
naar de Middelb. Crt. bericht, een deel der nalatenschap
van wijlen den spoorwegkoning Vanderbilt in Noord-Amerka
ten goede komen aan eenige .bewoners van Zuid-Beveland
die denzelfden familienaam voeren. Hoewel bedoelde millio-
nair door erfgenamen in de rechte lijn werd overleefd, zijn
de zijdmagen van Vanderbilt geïnformeerd, dat hun legaten
zijn vermaakt, tengevolge waarvan de vereischte stappen
worden gedaan.
Gelijk men weet wordt in Augustus e. k. een alge
meene tentoonstelling voor het bakkersvak te Amsterdam
gehouden. In het U. D. komt een warm woord voor ter
ondersteuning van deze onderneming.
„Alles wat aan de bakkerij verwant is worde ingezonden,
roept de schrijver uit machines, ovens, gist, granen
en al wat de maalderij betreft, brood, koek, scheeps- en
andere beschuit, artikelen voor embalage en reiniging; de
speciale eigenaardigheden van elke plaats: jaapmaatjes,
halletjes, theerandjes, moppen, enz., enz. Laat toch den
buitenlander zien, dat er niet alleen in Nederland goede
gist gemaakt wordt, maar dat die ook in onze vakmannen
zit; laat kleingeestige voorwendselen varen en dat elk zijn
steentje bijbrenge tot het welslagen van een onderneming,
die bepaald met het doel begonnen is om tot nut en voordeel
van ons volk in het algemeen en het bakkersvak in het
bijzonder te leiden.
Het uitvoerend comité van de Bakkerij-Tentoonstelling
heeft den termijn van inzending verlengd tot 20 dezer.
De hoogleeraar-directeur der Rijks Academie van
Beeldende Kunsten te Amsterdam heeft ter algemeene
kennis gebracht, dat de kopiën en studiën, vervaardigd
door de heeren Jac. van Looij en Jan Dunselman op hunne
kunstreis in Italië, in het jaar 1885, kosteloos ter bezichti
ging worden gesteld in het Academie-gebouw, aan de
Stadhouderskade, 86, aldaar, Maandag 10 tot en met Zondag
16 Mei a. s., van des voormiddags 10 tot des namiddags
4 ure.
Den 8 dezer vertrekt de tweede bezending vee naar
Amerika, voor rekening van de Vereeniging „Handel in
Friesch vee op Amerika.» Voor dit doel zijn reeds 50
hokkelingen en 2 stieren bij de leden aangekocht.
De Arnh. Crt. wil weten, dat de proeven, die tusschen
Amsterdam en Haarlem genomen zijn met het stelsel-Vran
Rijsselberghe, om gelijktijdig langs denzelfden draad te
telegrafeeren en te telefoneeren, volkomen mislukt zijn, en
de f 10,000, waarvoor 1 Juli 1883 het geheim aan het
Nederlandsch Gouvernement is verkocht, dus geenerlei
voordeel afwerpen. Naar aanleiding hiervan vraagt de
Arnh. Crt. dat officiëel mogeiworden medegedeeld, welke
de uitslag der genomen proeven was*
In aanmerking genomen het gure voorjaar, kan als
eene bijzonderheid worden gemeld, dat op de proefvelden
der Rijkslandbouwschool te Wageningen zich thans reeds
bij twee soorten rogge, de Corren's Stauden en de Mar-
kische Stauden, geheele aren vertoonen.
Kiesvereeniging „Helder."
Vergadering, gehouden op Donderdag 29 April 1886.
Na de opening der vergadering werd door den Voorzitter
mcdedeeling gedaan van 't schrijven der Directie van de Hol
landsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, dd. 19 Maart 11., houdende
bericht, dat met den aanvang van den zomerdienst dagelijks een
middagtrein AlkmaarHelder zal rijden en dus gevolg is gegeven
aan het herhaaldelijk door 't Bestuur gedaan verzoek.
Vervolgens werd overgegaan tot de keuze van Candidaten voor
het lidmaatschap der Provinciale Staten. Er geschiedde voor
lezing van een 3tal brieven, inhoudendo aanbeveling van den
heer C. Keijser Pz. te Texel. Omtrent de heer Büchner, aftredend
lid en ten aanzien van den heer D. C. Loman van Texel,
die mede als Candidaat was genoemd en aanbevolen, werden
door den Voorzitter, namens het Bestuur, de verlangde mede-
deelingen gedaan. Met meerderheid van stemmen werden tot
Candidaten gekozen de heeren Mr. M. Büchner, kantonrechter
te Alkmaar en Schoolopziener in 't arrondissement Helder en
D. C. Loman, Burgemeester van Texel.
Gedurende geruimen tijd werd van gedachten gewisseld over
de keuze van een Candidaat voor 't lidmaatschap van den Gemeente
raad. Een tweetal personen, aan 't Bestuur als voorloopige Can
didaten genoemd, hadden bedankt, 't Gevolg was, dat nu eene
nominatie werd opgemaakt, uit 6 personen bestaande. Ten slotte
werd daaruit bij meerderheid van stemmen gekozen de heer
J. G. R. Vos, wiens Candidatuur in de vergadering werd aan
bevolen, met het oog op zijn ruim 30jarig verblyf in deze
gemeente, en op de wenschelijkheid, dat, terwyl de gemeente
jaarlijks meer dan een halve ton gouds uitgeeft voor onderwijs,
een man die practisch met het onderwy'3 bekend en president der
Schoolcommissie is, in den Gemeenteraad zeker zeer nuttig zal
kunnen zijn.
Mededeelingen werden verder gedaan omtrent de voorgenomen
wjjziging van de Statuten der Centrale Kiesvereeniging in 't
hoof'dkiesdistrict Alkmaar ten bate van pluatselijke onderafdee-
lingen, en omtrent de Liberale Unie.
Een uitnoodiging van de Kiesvereeniging „Burgerplicht" te
Rotterdam om het door haar ingezonden adres ter zake van den
toestand in Atjeh, met een adhaesie-adres te steunen, werd
voor kennisgeving aangenomen.
Er werd besloten, dat, ter uitbreiding van 't ledental, een lijst
bij de kiezers in deze gemeente zal worden rondgezonden, houdende
uitnoodiging om tot de Kiesvereeniging toe te treden.
Eindelijk werd het Bestuur gemachtigd om, in een adres aan
den Raad dezer gemeente, aan te dringen op het nemen van
maatregelen tot wegneming der voor de gezondheid zeker niet
voordeelige uitdamping van 't Heldersch kanaal.
De vergadering werd gesloten, nadat, op voorstel van een der
leden, hulde was gebracht aan het Bestuur voor zjjno vele
en wèlgeslaagde bemoeiingen in zake het dagelijks rijden van
een middagtrein AlkmaarHelder.
Bvuteruana.
In strijd met de geruchten, welke jl. Woensdag avond
verspreid werden, houdt Griekenland zich eenvoudig en