HELRERSCHE EN NIEIIWERIEPER COURANT. Nieuws- ei AdTertenliefclad voor Hollands Noorderkwartier. 1886. N°. 74. Zondag 20 Juni. Jaargang 44. „Wij huldigen het goede."" Venchijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad ver tent iën: Van 1i regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangryk lager. Binnen 1 and. De directie der Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij heeft een besluit genomen, zeer ten gerieve van het reizend publiek. De banen, door deze Maatschappij geëxploiteerd, zullen in de drie eerstvolgende jaren geheel worden begrint. De hoeveelheid grint daartoe noodig, wordt geschat op 85,000,000 M8. Men hoopt daardoor het indringen van stof in de waggons geheel te voorkomen. Het 39ste Nederlandsche Landbouwkundig Congres heeft benoemd tot bestuurders van het volgend congres, in 1887 tc Alkmaar te houden: jhr. nar. P. Van Foreest, mr. A. P. De Lange, M. Cohen Stuart, J. M. de Sonne- ville, mr. J. Verdam, mr. W. C. Busman en A. Conijn. Men schrijft uit Leeuwarden, dat de jl. Woensdag geopende Tentoonstelling een verdiend succès heeft. De Provinciale Tentoonstelling van paarden, runderen, schapen en varkens vertoont het ware beeld van Frieslands vee stapel, en ook de algemeene tentoonstelling van pluim gedierte en van voorwerpen, die op de bijenteelt betrekking hebben, biedt veel belangrijks aan. Omtrent de bekroningen teekenen wij aan, dat de gouden medaille, door den Commissaris des Konings uitgeloofd, voor den besten zwarten hengst, Friesch type, geboren in 1884, is uitgereikt aan O. G. De Vries te Bergum en de eerste prijs van f 150 of een gouden medaille en f 50, voor een stamboekskoe met minstens twee volbloed afstam melingen, door het Friesche Rundvee-Stamboek uitgeloofd, aan Z. Ykema. De gouden medailles, uitgeloofd door den Voorzitter der Eerste Kamer voor de koe die de meeste melk geeft, en door den voorzitter van het Friesche Rund vee-Stamboek voor vier in 't kalverenboek ingeschreven kalveren met hun vader, zijn niet toegekend. Van tien tot halfzes werd op het ruime plein voor het Paleis van Justitie, onder zeer veel belangstelling een echt Friesche kaatspartij gehouden, door de Franeker kaats- commissie georganiseerd. Houders van logementen te Rotterdam moetenthans, in plaats van de bekende nachtregisters, dagelijks aan het politie-bureau indienen een lijst, vermeldende naam, beroep, woonplaats en geboorte van hen, die het laatste etmaal in hun inrichting verblijf hebben gehouden, benevens het nummer der kamer, bij hen in gebruik geweest. De Hooge Raad deed jl. Dinsdag uitspraak in de zaak van mej. H. IJskes, Hoofd der Christelijke Bewaarschool te Zaandam, die door de Rechtbank te Haarlem veroordeeld werd tot geldboete wegens het niet kunnen vertoonen aan den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht van een bewijs, dat hare helpsters en een aantal harer leerlingen 10) DE ANDERE. Door W. HEIMBURG. Na en poos kwam Charlotto binnen en ging voor den spiegel staan, om haar krulletjes wat in orde te brengen. Ik zag dat hare .anden beefden en dat ze op elke wang een donkerrood blosje had. „Tonia," zeide zij, „hebben wij vroeger niet eens gedacht dat by een gentleman was? Nu, we hebben ons beiden vergist!" Met een heftigen ruk wierp ze de kapdoos dicht en nam hoed en mantel. „Ik kom dadelyk weer, Tonia; houd gij Roden onderwijl maar gezelschap." Toen ik verschrikt binnenkwam, stond hij voor de familie portretten en beschouwde met gefronste wenkbrauwen dat van Johan. „Waar is Charlotte?" vroeg hij. „Ze is uitgegaan, Frits. Wist ge dat niet?" „Neen!" Hij scheen ongerust. „Zij heeft mij iets kwalijk genomen," liet hij er op volgen. „Weet ge soms, welken weg die kleine driftkop is opgegaan?" Ik schudde ontkennend het hoofd. „Ze zal wel gauw weer komen." „Ik zal zien of ik haar kan opvangen," hernam hij bedaard en ging heen. Maar dit gelukte hem nietzy kwam alleen terug. „Waar zijt gij geweest, Charlotto?" vroeg ik. „Daar ginds ik heb wat rondgeloopen," was het antwoord. Na een korte poos kwam Roden ook. Evenals altijd had hij een pakje in de hand. Hij legde het naast Charlotte's kopje en zag haar smeekend aan. Maar, zoo waar! voor de eerste maal negeerde zij dat uiterlyk bewys van zijne genegenheid zelfs geen enkelen keer bleef haar blik, ware het slechts bij vergissing, er op gevestigd. „Niet koppig zijn, prinsesje?" zeide hij eindelijk schertsend. Zy zag hem met groote oogen aandiepe minachting sprak uit dien blik. „O neen," antwoordde zij, „maar ik wil u niet tot lichtzinnige uitgaven verleiden ik neem niets meer aan." Hy lachte luid. „Wel, Lotje," riep hij, „dat is nu echt gesproken als een vrouw, wie men een wensch heeft moeten afslaan. Gij, vrouwen en meisjes, zyt werkelijk curieus, als ge u belecdigd acht! Kyk maar eens, beste, dat zijn pralines van Suchard, en zoo'n net doosje om ze in te doenHij had het pakje geopend en hield haar den inhoud voor. „Ik ben geen kind ik bedank er voor," hernam zij, terwyl zy een versche krakeling, in den mond stak. „Zal ik maar heengaan?" vroeg hy nog altyd opgeruimd. „U, als 't u belieft!" antwoordde zij met een gracieus handgebaar naar dc deur. Het zou allerliefst zyn geweest, als zij daarbij gelachen had. Zóó moest het hem wel kwetsen. Roden sprong van zijn stoel op. „Goedendag danGy zult wel tot andere gedachten komen! Zy stond ook op. „Adieu!" By de deur wachtte hy nog even, en keek half verstoord, half waren gevaccineerd. Van harentwege was beweerd, dat bewaarscholen niet vielen onder het bereik van de vac- cinewet, omdat zij stonden buiten de wet op het lager onderwijs. De Hooge Raad besliste echter, dat de voor schriften der vaccinewet niet beperkt zijn tot scholen, waarop lager onderwijs wordt gegeven, met uitsluiting van bewaarscholen. Aard en doel toch der bewaarscholen geven tot zoodanige uitsluiting geene aanleiding, daar zij hoofd zakelijk dienstbaar worden gemaakt aan de verstandelijke ontwikkeling der kinderen ter voorbereiding van het lager onderwijs en niet enkel dienen tot lichamelijke verzorging. Zij moeten daarom aan hetzelfde staatstoezicht onderworpen zijn als de scholen van lager onderwijs, en door dit te doen heeft er geene ongeoorloofde uitbreiding der wet plaats. Bovendien wordt zoodoende niet in strijd gehandeld met de geschiedenis der wet, daar de bedoeling was, het verbod toe te passen op onderwijzers en onderwijzeressen in alle scholen zonder onderscheid, dus ook in bewaar scholen. Het cassatieberoep is door den Hoogen Raad op deze gronden verworpen. Uit het verslag, door het bestuur uitgebracht in de algemeene vergadering der Vereeniging „het Paarden stamboek" blijkt o. a., dat het afgeloopen boekjaar zich heeft gekenmerkt door groote belangstelling in alles wat tot veredeling van het paardenras kan strekken. De over tuiging, door de internationale tentoonstelling dieper door gedrongen, dat ons paard de concurrentie met dat van andere landen niet kan doorstaan, eenerzijds en de pogingen des ministers van Oorlog, om de paarden, voor de remonte benoodigd, zoo mogelijk binnenslands aan te schaffen, anderzijds hebben nieuw leven gebracht in de paardenfokkerij. Die grootere belangstelling spiegelt zich af in den aanwas van leden, wier getal met 94 toegenomen en tot 279 gestegen is, terwijl bij den aanvang van het nieuwe boekjaar bovendien 113 leden zijn ingeschreven. Ook het getal begunstigers is van 14 tot 19 geklommen, terwijl het getal donateurs met één is vermeerderd. Van het getal leden, die bij den aanvang van het nieuwe boek jaar zijn ingeschreven, waren 128 in Groningen, 228 in Friesland en 25 in Drente. In de algemeene vergadering te Leeuwarden is de rekening over het afgeloopen boekjaar goedgekeurd met een voor- deelig saldo ad f 357.33i, zijnde f 127.24^ grooter dan het vorige jaar. Die gunstige staat is voornamelijk te danken aan het subsidie ad f 500, van het Departement van Oorlog genoten. De aftredende bestuursleden jhr. mr. C. Van Eysinga, A. B. Roorda en D. Van Konijnenburg, werden herkozen. lachend om. Nog eens kwam hij terug, hief haar kin zacht op en vroeg: "Houden we van elkander ja of neen, Lotje?" „Ik geloof, dat het niet kwaad zou zijn daarover nog eens na te denken, antwoordde zij. „Charlotte!" riep hij verschrikt. Maar zij ontsnapte hem en snelde naar de slaapkamer. Hy bleef nog even staanmaar ging toen heen en vergat my goedendag te zeggen. Ik begreep niets ter wereld van dat geheele tooneel. „Char lotte!" zeide ik, mij bij haar voegende, „ik wil mij niet met uwe aangelegen heden bemoeien, maar het was niet goed van u, hem zóó te laten gaan!" „O, hij!" klonk het minachtend. Zij zat voor de kleindkachel, hield de voeten op het rasterwerk en liet het schijnsel op haar nette laarsjes spelen. Het was al zoo goed als donker in het vertrek, zoodat ik haar gelaatstrekken niet meer kon onder scheiden. „Och, Lotjs!" zeide ik op smeekenden toon. „Ik had gedacht, dat hij een steun voor ons zou zijn," her vatte zijik had gehoopt, dat hij ons uit onze ellende zou opheffen 't heeft mij moeite genoeg gekost, eer ik er toe kon komen over alles met hem te spreken! En wat antwoordt hij mij na alle liefdesbetuigingen, na de herhaalde verzekering, dat elk mijner wenschen een bevel voor hem is?" En nu bootste zij zijn stem na: „Neen, kindlief, daarvan hebt gij geen verstand, vraag mij dat niet!" „Lieve hemel, Tonia, ik had een gevoel alsof ik een bedelaarster was, die men door de honden van zyn erf laat jagen." „Hy is toch zoo verstandig, prinsesjeAls hij u iets weigerde, was het zeker tot uw best." „O ja, erg verstandig!" hernam zij op bitteren toon. „Maar dat verstand is zoo koud als ijs: men bevriest er bij. Schielijk, warm, hartstochtelijk handelen, waarbij de linkerhand niet weet wat de rechter doet; een greintje edelmoedigheid dat zoekt men tevergeefs bij die menschcn, die hun leven doorbrengen als een meel worm in het koren. En met zóó iemand, met zulk een kleingeestig persoon moest ik juist in aanraking komen!" „Wat is er dan toch tusschen u beiden voorgevallen?" „O, gy zult mij evenmin begrijpen. Johan wil geld hebben en hij moet het hebben, anders is hij verloren." „Wat zegt ge?" riep ik. „Hebt ge hem iets voor Johan gevraagd?" „Ja, want hij ligt mij het naast aan het hart en ik houd van niemand zooveel als van hem. Ik heb uw gesprek met grootmama dien morgen van mijn engagement wel gehoord en "hierbleef zy steken „maar ik had nog niets gezegd, nog geen enkel woord. Maar zie, nu kreeg ik gisteren avond een brief van Johan, en ik weet nu dat er niets van hem terecht kan of zal komen, als hij niet geholpen wordt en spoedig ook. En nu hare stem klonk onaangenaam schril, „nu vroeg ik hem, Johan te helpen. Maar hy hij nam een pedanten toon aan en beweerde dat hij voor my en voor u alles wilde doen, maar niet lichtzinnig genoeg was, zyn geld op die manier in het water te gooien, en dat het Johan niets baten maar veeleer schaden zou, want dat Ter vervanging van den heer E. R. Van der Zee, die bedankt heeft wegens vertrek naar het buitenland, werd als bestuurslid gekozen de heer Y. U. Veenland te Lippen huizen, terwijl tot uitbreiding van het bestuur als lid benoemd werd de heer J. E. Schol ten te Groningen. Aangenomen werd het voorstel van het bestuur om, zoolang de staat der kas dit toelaat, slechts 50 pCt. van de contributie voor het lidmaatschap te heffen. Aan het bestuur werd opgedragen, een onderzoek in te stellen, of het mogelijk zou zijn een cursus voor hoef smeden op te richten. De algemeene vergadering was eenstemmig van gevoelen, dat de bekwaamheid der hoef smeden zoowel in Groningen als in Friesland zeer veel te wenschen overlaat. Daarna werd de vergadering gesloten. Voor de Rechtbank te 's Hage werd jl. Donderdag behandeld de zaak van den heer S. v. L., notaris te Delft, beklaagd van twee feiten van misbruik van vertrouwen. De officier van Justitie mr. Van der Kemp, requireerde een celstraf van een half jaar, twee boeten van f 12.50 en ontzetting uit het notarisambt. Mr. W. Van Rossum Bzn. trad als verdediger op en vroeg vrijspraak. In open zee op de kust van Texel dreef jl. Woensdag met het stormachtige weer een man in een open bootje. Hij was ten speelbal aan wind en golven en dreef, ondanks al zijne pogingen om den wal te bereiken, verder van de kust. Zijn ondergang was zoo goed als zeker, wanneer geene redding daagde. Gelukkig merkten de visschers den benarden toestand des mans op. Zij sprongen aan boord van de blazerschuit T. X. 8 en zeilden naar de plaats des gevaars. Een uur later keerden zij behouden terug met de vlet en den geredden man. Een monitor is tegen de schipbrug te Doesburg aan gevaren en heeft die brug zwaar beschadigd. Een der brugschepen ligt geheel omgekeerd in den IJsel. Een gedeelte van het brugdek met zware ijzeren balken en dwarsleggers stortte naar beneden, ten deele op den monitor. Het verkeer met de overzijde wordt met een veerpont onderhouden. Een 26jarig meisje te Neerijnen bij Tiel, dat 10 jaren sprakeloos was, heeft eensklaps haar spraakvermogen her kregen. In de gemeente Utrecht is ten opzichte van het wielrijden onder meer ook de volgende bepaling gemaakt: „Ieder wielrijder zal zijne machine moeten voorzien van een goed klinkende schel, en die doen hooren bij elke straatkruising en bij het achterop-rijden van personen, die in den weg loopen." alleen gebrek, honger en verdriet zoo iemand tot inkeer brengen en weer tot een fatsoenlijk man maken konden. O, hij praatte heel mooi en verstandig en braaf, maar hij liet zich daarbij in zijn ware gedaante kennen en ik zag hem nu in al zijn kleingees tigheid en bekrompenheidIk werd er wee van „Neen, Charlotte, gij overdrijft die zaak!" riep ik. „Geloof mij, hij heeft gelijk: Johan kan niet met geld geholpen worden; hij zou het dsiar zoowel als hier binnen een uur verspelen. Heb achting voor het bezit, door arbeid en trouwe plichtsbe trachting verkregen dat geld zou in een grondeloozen put zyn geworpen." Zij nam de tang en stiet deze in het vuur, en nu sprong ze op en wrong de handen. „Tonia, ik geloof ik haat Eensklaps verstomde zy, daar er aan de voordeur gescheld werd. Ik opende en zag den jongen koetsier vóór mij. Hij hield een brief in de hand en zeide grinnekend: „Voor de aanstaande van mijnheer!" Ik stak licht aan en begaf mij met den brief naar Charlotte. Zij wist eerst zelve niet, of ze hem zou aannemen. Eindelijk brak zij langzaam het couvert open en haalde er een brief uit. Hierin lag een postwissel-bewijs van tweehonderd gulden Charlotte was als afzendster aangegeven. Ze werd doodsbleek, en haastig legde zij het bewijs op de latafel, waarbij zy stond. „Aller beminnelijkstfluisterde zy ironisch. Eerst na verloop van verscheidene minuten las zij den bygevoegden brief en over handigde hem mij vervolgens. „Ook nu nog zedenpreekenl" zeide zij, het hoofd omwendende. Frits Roden schreef: „Ik kan niet hebben dat ge zoo bedroefd of boos op my zijt, en 't is dan toch ook uw eerste verzoek aan mij, mijn lieveling Ik heb dus maar tweehonderd gulden aan uw broeder gezonden, om hem in zijn oogenblikkelijke verlegenheid tegemoet te komen. Met dezelfde post stuur ik een brief aan een mijner vrienden te New-York, waarin ik hem verzoek terstond na ontvangst den heer Johan van Werthern in het hospitaal op te zoeken, naar diens toekomstige plannen te informeeren, en mij per omgaande het resultaat mede te deelen. Kryg ik gunstig antwoord, dan kan hij zich ook van mijn verdere hulp verzekerd houden. Ik hoop u het bewijs te hebben gegeven, dat ik niet zoo kleingeestig denk als gij schijnt te meenen: ik ben echter ook niet licht- geloovig en al te goed van vertrouwen en weet altijd gaarne vooraf, met welke menschcn ik te doen heb. En nu basta over deze zaakl Laten wy er morgen, als we elkaar terugzien, niet raeor over sprekenSlaap wel, myn liefste, en geloof my steeds t Uw Frits." Ik keek haar aan en verwonderde mij, dat zij al niet lang op i weg was om hem te bedanken. Zy stond nog altijd op dezelfde l plek, en toen zij zich eindelijk omkeerde, had haar gelaat een onverschillige uitdrukking. Zij kreeg een boek en ging bij de lamp zitten lezen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1