delijk andere voortgekomen in nieuwe ontginningen. Zy leveren van tijd tot tijd geschriften in het Javaansch. Zij laten zich niet in met Bijbelvertaling en zijn daartoe ook niet opgeleid. Zij houden zich buiten bemoeiing met regeeringszaken, aan ons bestuur overlatende, punten van verschil over toepassing van wettelijke bepalingen met de Regeering te behandelen. Nadat enkele dezer punten, zooals Bijbelvertaling en landontginning uitvoeriger besproken waren, en velen als hunne meening te kennen gegeven hadden, dat dit laatste, als het dient tot het verschaffen van een zelfstandig bestaan aan den inlander, waardoor hij van Mohammedaanschen invloed vrijkomt, zeer aanbevelenswaardig is, werd door den voorzitter aan den inleider dank gebracht voor het door hem geleverde. Uit het rapport der commissie voor Maandbericht en Tijdschrift blijkt, dat dit laatste een vrij aanzienlijk saldo heeft opgeleverd. De commissie voor de Kleine Stukjes rapporteerde, dat er in dit jaar een Stukje is uitgegeven, getiteld: Eene nieuwe kerk, naar aanleiding van het verslag van Br. Rooker over de inwijding der nieuwe kerk te Taudano. Na de benoeming en herbenoeming der voorgestelde directeuren, werd de vergadering na het zingen van Gez. 245 met dankzegging gesloten. Door den minister van Oorlog is aan de korpscom mandanten bij het leger een Kabinetsschrijven gericht, behelzende het verzoek om bij de militairen den overgang bij het Oost-Indische leger zooveel mogelijk te bevorderen, terwijl ook in herinnering wordt gebracht, dat nog altijd de bepaling van kracht is, volgens welke miliciens voor den tijd van 2 jaren bij het leger in Oost-Indië kunnen worden gedetacheerd. j- Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer: „In de vorige maand vermiste een veehouder een lam uit de weide. Aldra kwam men tot het vermoeden, dat het dier gestolen was. 't Bleek spoedig, dat een veehandelaar 't van iemand gekocht had, die juist niet al te gunstig bekend stond. Van het feit werd aangifte gedaan bij de politie. De vermoedelijke dader bevind zich bereids te Alkmaar in arrest. Men zegt, dat hij het misdrijf reeds bekend heeft." Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer: „Een vuurstoker bij de Kon. Ned. Marine, ter dezer plaatse met verlof, is door pokziekte aangetast." Men schrijft ons uit Anna Paulowna dd. 28 dezer „Bij het heden gehouden volksfeest trok zeker het meest de aandacht den wielerwedstrijd. Immers het had den glans van het nieuwe. Jammer dat niet meer mededingers dan een dozijn ongeveer zich aanmeldden. Zou het ook de schuld zijn van het niet aan haar adres komen van de advertentie, die tijdig door den afzender is verzonden? Hoe dit zij, toch lokte de wedstrijd de meeste toeschouwers. Bij de wieiers van oude constructie werd de prijs behaald door C. Breed te Wienngerwaard en de premie door J. Van der Panne te Anna Paulowna; met die van de nieuwe constructie werd de prijs behaald door Jb. Bakker Jz. te Wieringer- waard en de premie door J. Mosk Jz. te Wieringerwaard. De heer Merz van Schagen, die ook meedeed, had het ongeluk, dat zijn rijwiel reeds bij den eersten rit in 't ongereede raakte, anders zou deze een ernstige concurrent geweest zijn. Prijzen en premiën bestonden in contanten. Aan het spoor werd een wedstrijd in ringsteken te paard gehouden, waarbij de prijs behaald werd door J. Blauboer en de premie door J. Buis, beiden alhier. Heden avond hebben verschillende amusementen plaats, zoowel in de Spoorbuurt als in de buurt Veerburg. In het logement Veerburg werd door eenige heeren uit Schagen op verdienstelijke wijze opgevoerd een aardig blijspel, getiteld: /Schuiven gaan ze," waar tegelijkertijd iets in zat, wat men niet van de meeste blijspelen zeggen kan. Overigens werden comische voordrachten en toespraken ten beste gegeven, die zeer in den smaak vielen. Na afloop natuurlijk bal, waartoe trouwens in alle her bergen de gelegenheid is. Tot heden is het feest in de beste orde afgeloopen. Minder goed is de uitslag geweest der vergadering van oprichters der gewenschte Kaasfabriek. Tot nog toe zijn zij niet geslaagd om het ontbrekende saldo volteekend te krijgen. Wat is hiervan de oorzaak? Misschien de slechte tijd? Laat ons danwenschen: Hierna beter! en laat dit hierna spoedig zijn!" Een verpleegde in de bedelaars-kolonie Veenhuizen erfde een paar jaar geleden f 32,000. Thans heeft hij, na die som te hebben doorgebracht, zich te Heerenveen opnieuw als bedelaar laten opnemen. voort: „Weet ge wel, Tonia, dat ge juist vandaag voor een jaar hier te Rotenberg aankwaamt? Bijna op ditzelfde upr van den dag hebt ge het eerst den voet over onzen drempel gezet. Hebt gij dat nog niet bedacht? Ik heb het niet vergeten. Toen sprak ik van rozen, niet waar, die voor u en de uwen te Roten berg ontluiken zouden herinnert gij 't u nog? En in plaats van die rozen kwamen er doornen, in plaats van geluk rampen, dood, ziekte en nog andere, nog veel treuriger zaken. Het is een moeilijk jaar voor ons allen geweest; en toch zou ik de wonden niet willen missen, die het mij heeft geslagen. Gij kunt niet gelooven, Tonia, hoe heerlijk het is te genezen; want wie nooit ziek is geweest, kan ook dat zalig gevoel van dagelij ksche beterschap niet beseffen. Alleen een blinde, die weer ziende is geworden, begroet juichend het licht. Verwondert het u dat ik zóó spreek? Ik ben niet poëtisch van aard, maar sedert eenige dagen heb ik een gevoel, alsof het lente in mijn hart is geworden. Het kost mij moeite hier op de sofa te blijven liggen, ix smacht naar de vrije lucht, en zou met mijn regiment den zegetocht van onze troepen willen volgen. En toch kan ik den arm nog niet bewegen en ben nog altijd verminkt en hulpbehoevend. Maar het vurig verlangen is er, zooals het in de lente de menschen overvalt, zoo krachtig, zoo vol hoop en verwachting, het geluk belovende. Hoe is het, hebt ge geen enkel woord voor mij?" Ach Charlotte! Hy had haar dus nog altijd lief, en de lente, die- hy in zijn hart droeg, was dat zij weer vry zou worden Ik had een gewaarwording als op dien avond, toen hij tot mij zeide: „Doe een goed woord voor mij bij uwe zuster!" Gij, arme, dwaze „andere!" „Heeft het pianospel je gehinderd?" vroeg mevrouw Roden, weer binnenkomende, mot min of meer angstige stem. „Volstrekt niet," antwoordde hy. ,,'t Zou anders beter zijn, dat ge uw eigen kamer weer gingt betrekken Hij schudde ontkennend het hoofd. „Neen, 't is zoo gezellig naast de uwe, laat mij maar hier blijven." En toen ik opstond en heenging, riep bij mij nog na: „Zeg als 't u belieft niet aan de gravin, dat men haar spel hier beneden zoo duidelijk kan hooren. Het hindert mij wezenlijk niet!" (Wordt vervolgd.) Bij het door de politie te Haarlem ingesteld onderzoek naar den dader van het stukschieten eener ruit in den spoortrein op jl. Zaterdag morgen, is gebleken dat eenige kleine jongens nabij den overweg hadden gespeeld met houten proppenschieters, en bij ongeluk of toeval een prop tegen de ruit is terecht gekomen. De Hollandsche badgasten te Wildungen hebben het plan om op 2 Augustus a. s., den verjaardag van H. M. de Koningin, daar een feest te organiseeren. Op het verzoek tot gratie, ingediend door Kloppei's, betrokken in het proces Bulkley, is afwijzend beschikt. Naar uit Amsterdam wordt bericht, heeft de com missaris van politie, de heer Stork, na den mislukten aan slag door Geel gepleegd, verschillende dreigbrieven ont vangen. „Socialisten" gaven hem daarbij kennis dat de eerstvolgende aanslag beter zal gelukken. Jl. Dinsdag werden te Aalsmeer verkocht, vanwege de commissie tot droogmaking van de Legmeerplassen, de in dien polder te veld staande gewassen, bestaande uit: 475 hectare rogge, 80 hectare haver en 20 hectare tarwe. De totale opbrengst was f 67540.66. Wanordelijkheden te Amsterdam. Jl. Dinsdag avond is het op en om de Noordermarkt vrij rustig gebleven. Wel stonden te 6 ure vele kinderen en opgeschoten knapen de kerk, waarin de militaire macht zich bevond, aan te gapen, en werd een enkele, die wat te veel spraakwater gebruikt had, in bewaring gebracht, doch de infanterie behoefte niet, dan om een paar ronden te maken uit te rukken. Zij had dan ook in last, niet dan in de hoogst noodzakelijke gevallen handelend op te treden. Groeide de menigte ietwat aan, dan waren een paar" agenten voldoende om haar op eerbiedigen afstand te houden. Ten 9 ure trok een patrouille agenten, gevolgd door 20 infanteristen, naar de Prinsengracht bij de Brouwersgracht, waar een paar steenen van de overzijde tegen de schutting op den hoek van Prinsengracht en Noordermarkt werden geworpen, doch zoodra de patrouille verscheen, was er geen nieuwsgierige ergens te ontdekken. Ten 5 ure echter is in de Laurierstraat de agent Korfmaker deerlijk mishandeld, zoodat hij meer dood dan levend naar het gasthuis werd gebracht, waar hij inmiddels aan de bekomen verwondingen is overleden. De mishandeling geschiedde door eenige belhamels onder aanvoering van zekeren Langelaan, die daarop tegen 6 ure uit zijne woning gehaald en ge arresteerd werd. De politie maakte zich Dinsdag van eenige personen meester, die als kwaadwilligen bekend staan en Maandag de menigte hadden opgeruid, maar toen niet gevat konden worden; het waren de bekende socialisten Baars, die Maan dag met eene roode vlag had geloopen, Lodewijks en Van der Burgt, alsmede Schweitz, een wegens dronkenschap ontslagen politie-agent, die zich allen tegen de politie verzet hadden. Zij werden naar de cel gebracht. In het Volkspark werd een algemeene vergadering van socialisten gehouden, alleen toegankelijk voor leden. 50 man infanterie trok er heen, om te voorkomen dat bij het eindigen der bijeenkomst wanordelijkheden voorvielen. Die vergadering is rustig afgeloopen. Nog vóór zij geëindigd was, kon de infanterie inrukken. Van 5 tot 6 uur Dinsdag middag stond in de kazerne te 's Hage een batailjon grenadiers, sterk 400 man, aan getreden, om op het eerste bevel, onder commando van den luitenant-kolonel Greve, naar Amsterdam te vertrekken, tot aanvulling van de militaire macht aldaar. Na 6 uren konden de officieren huiswaarts keeren, maar bleef de troep geconsigneerd in de küzerne. Bij een wandeling door de straten, die Zondag en Maandag het tooneel der ongeregeldheden vormden, kregen wy, zegt het Hld., den indruk, dat de stemming der bevolking aanmerkelijk was verbeterd. Het goed humeur van het volk was weêr boven gekomen en waar we Maandag slechts ruwe, dreigende taal en scheldwoorden hoorden, trof ons thans weêr die vermakelijke droogkomieke toon, waarop het volk in zijn goede buien gewoon is zijn op- en aan merkingen ten beste te geven. Toen er te ongeveer 12 uur een draaiorgel kwam, werd er door de opgeschoten jongens en meisjes weêr lustig gedanst. De plaatsen, waar men in de huizen kogelgaten kon zien of waar menschen werden geschoten, werden druk bezocht. Het ontbrak er niet aan uitleggers, die vaak op melodramatische wijze de gebeurtenissen der afgeloopen dagen aan de nieuwsgierige toehoorders verhaalden. De groote aantrekkelijkheid bleef echter de Noordermarkt met hare bezetting. Of het was om 't ongewone van 't geval, dat de heilige stilte der kerk in het midden der week door 't rumoer van soldaten werd verstoord, of dat 't vaak schilderachtige schouwspel aantrok zeker is het, dat den ganschen dag een drom van menschen op het kerkplein verzameld bleef. Een schilder had er menig aardig onderwerp voor een studie kunnen vinden. Het kerkje in 't groen, de volksgroepen onder de boomen, de officieren voor de deur, het inkijkje met het wijde vergezicht in de kerkruimte, de gaande en komende soldaten dat alles was waard door het palet vereeuwigd te worden, vooral op een oogen- blik toen de zon het tafereel vriendelijk verlichtte. Indien alles zoo kalm blijft als het zich laat aanzien, zal de rustige rust al spoedig in het kerkje op de Noordermarkt weder- keeren. Nu het gezond verstand blijkbaar weêr is bovengekomen, zal de treurige bladzyde in de geschiedenis onzer stad wel gesloten kunnen worden. Naar aanleiding der vele onjuiste berichten, welke in omloop zyn gebracht, geeft het Hld. een beknopt overzicht, dat een juist verslag geeft van hetgeen is voorgevallen. Maandag avond omstreeks kwart vóór vijf werd de infanterie per telefoon onder de wapenen geroepen. Kapitein Wijnacnds liet onmiddelijk alles gereed maken en marcheerde op later bevel met 200 man naar den Dam, waar de kolonel-commandant hem last gaf zich te begeven naar de Noordermarkt en zich daar ter beschikking te stellen van den commissaris van politie. De toestand was daar zeer hachelijk, want de met steenen gewapende menigte drong steeds vooruit en dreigde het politiebureau te bestormen, zoo niet spoedig hulp werd verleend. Zoodra de infanterie te zes uur aankwam, verzocht de com missaris den kapitein Wynaends onmiddelijk om het volk van vier barricades, welke het had opgeworpen, te verdrijven. Met éón peleton (26 manschappen en 2 onderofficieren) marcheerde de kapitein door de Eerste Boomstraat naar de Lindendwars- straat, maar toen het peleton deze wilde inzwenken, werd het met een regen van steenen begroet. De soldaten moesten terug gaan, doch daar een échec der infanterie hier ernstige gevolgen zou hebben, en bovendien, zoolang het volk niet verdreven werd van de barricades, waarop de roode vlag wapperde, groot gevaar bleef bestaan voor den politiepost, achtte de commandant krachtig optreden noodig. Alvorens echter bevel te geven tot vuren, liep kapitein Wijnaends alleen tot midden in de straat en sommeerde het volk tot driemaal om uiteen te gaan. Een paar schoten van waar is niet bekend en een regen van steenen was het antwoord. Het commando „aan en vuur" moest nu volgen, maar het volk vloog den soldaten tegemoet, zoodat een tweede salvo noodig was. Dit eerst bracht de op roermakers aan het wyken, de soldaten marcheerden met gevelde bajonet vooruit en de barricade was verlaten. Vervolgens verschenen nieuwe detachementen van 120 en 100 man onder bevel van de kapiteins Sprenger en Vervat op het terrein, waar ook de hoofdcommissaris van politie, de heer Steen kamp, reeds aanwezig was. De commandant deed met den commis saris een inspectie om en in de naburige straten, waarbij de houding der bewoners zeer kalm en welwillend werd bevonden. Op vier hoofdpunten langs Westerstraat en Lindengracbt werd de oproerige wijk door detachementen afgezet, terwyl kleinere afdeelingen andere punten bezet hielden. De passage bleef vrij, maar toch werd gezorgd dat men doorliep. Allengs echter begon de menigte van de Prinsengracht op te dringen naar het detachement, dat post had gevat hoek Wester- straat-Noordermarkt. Herhaalde sommatiën om uiteen te gaan bleven vruchteloos en toen werden ook hier een tiental geweer schoten gelost, hetgeen voldoende was om de oproermakers terug te drijven. Ook bij de plaats, waar een ander detachement stond, hoek Brouwersgracht en Lindengracht, begon de menigte op te dringen van de Brouwersgracht. Een korporaal met twee soldaten losten toen op de brug drie schoten, welke doel troffen en waardoor de oproermakers werden teruggedreven. Ten einde het opdringen van het volk op de Prinsengracht tegen te houden, werd een afdeeling der huzaren, die onder bevel van ritmeester Bentinck op het terrein waren, uitgezonden, maar op den hoek van do Anjelierstraat werd deze afdeeling met steenen ontvangen. Een afdeeling trok nu door de Westerstraat, ten einde een omtrekkende beweging te maken, doch werd in de Anjelierstraat eveneens met steenen bestookt, zoodat eenige manschappen afzaten en vuur gaven. Omstreeks acht uur kwamen 120 vesting-artilleristen op het terrein. Deze lagen allen te Arasterdam in garnizoen en waren niet gelijk men meende, uit Naarden ontboden. Een twintigtal was met geweren gewapend. Twaalf manschappen werden gezonden naar de Willemspoort tot bescherming der wacht, waar de meeste arrestanten waren geborgen. Per telefoon ontving dit detachement later bevel om terug te keeren naar den Dam. Bij den terugmarsch werden deze artilleristen van de overzijde der Prinsengracht met steenen geworpen, waardoor de tien met geweren gewapende kanonniers genoopt werden vuur te geven. Verder is er niet gevuurd. Te drie uur in den ochtend konden alle troepen inrukken en werden zy afgelost door 100 mariniers, die de verdere zorg op zich namen. De houding der soldaten en hierop dient vooral do aandacht gevestigd te worden by het vervullen hunner treurige plicht was uitmuntend. Ofschoon grootendeels jonge soldaten, die eerst in Mei in dienst waren getreden, liet hun houding niet het minste te wenschen over. Alle berichten, welke het tegendeel melden, zyn volkomen onjuist. Er zyn geen geweren weg geworpen, noch patronen. Dat enkele scherpe patronen zijn gevonden, is geen wonder, daar by het te voorschijn halen der patronen vaak enkele patronen op den grond vallen. Ook was de houding der inwoners uiterst welwillend. De welgezinden en dit waren ze bijna allen waren zeer verheugd dat de soldaten hen van de onruststokers kwamen verlossen en boden hun om stryd verfrisschingen van allerlei aard aan. Ook is het niet juist, dat met losse patronen is geschoten, daar deze niet zijn uitgereikt. liet doodental in het gasthuis bedraagt 22, dat in particuliere woningen 5. Het getal gewonden in het gasthuis is 34; het getal gekwetsen daarbuiten is moeilijk öp te geven. Zie hier eenige namen van hen die het leven hebben verloren WILLEM VAN MUNSTER, 18 jaren. GERARDUS GREUTER, 27 jaren. JOIIANNES PENNING, 40 jaren. JAN JOIIANNES ANTONIUS BEUNING, 47 jaren. WILLEBRORDUS HELSLOOT, 17 jaren. KAREL LODEW1JK STEENKAMP, 22 jaren. ERNST HENDRIK TJADEN, 21 jaren. GERRIT RIET, 26 jaren. LEONARD VAN DIJK, 18 jaren. JOHANNES FRANCISCUS ANTONIUS UELMAN, 18 jaren. JOHAN EHLEBRACHT, 24 jaren. JOHANNES HENDRICUS VAN DER VLIET, 23 jaren. HENDRIK BRANDSMA, 51 jaren. ARNOLDUS PETRUS WEERMAN, 26 jaren. CORNELIS JOHANNES WESSELSZ, 20 jaren. BERNARD HEINKICH WITTE, 35 jaren. HENDRIK WILLEM PHENNEGERS, 30 jaren. LAMBERTUS GORTER, 20 jaren. HERMAN KOERTS, 15 jaren. ABRAHAM ARNOLDUS, PAKKOO, 47 jaren. JOHANNES PIJN, 61 jaren. De Utrechtsche correspondent van de N. Rott. Crt. schrijft het volgende: Een toeval voerde mij jl. Maandag avond naar Amsterdam. Stel u voor: ik wist van niets; ik had geen krant gelezen en hoorde plotseling op de tram, die te ongeveer half acht van het Rijnspoor naar den Dam afreed, de mare van de dooden en gekwetsten. Door eene wellicht laakbare nieuwsgierigheid go- dreven, begaf ik ray naar het terrein des oproers. Op de gracht tegenover de Noordermarkt posteerde ik my, te midden van duizenden kijkers, die daar op dat oogenblik eene veilige stand plaats vonden. De huzaren hielden de Noordermarkt vrij en dreven de onwillige passanten met sabelslagen vooruit. Links van de markt drong het volk te hoop en sarde de militairen, tengevolge waarvan eene charge gemaakt werd, die het tot aau de brug terugdreef. Bij het daardoor ontstane gedrang raakte een man te water, die echter spoedig door de daar liggende schippers gered werd. Flink was de houding van den commandant der ruiters, en luide werd hij aan onzen kant toegejuicht, toen hy een zijner manschappen, die tusschen het gepeupel deerlyk in de klem was geraakt, door een hagelbui van sabelslagen, die op de ruggen en hoofden der oprocrigen nederdaalden, in een oogwenk wist te ontzetten. Toch moesten zij terugtrekken naar de markt. Een steenenregen drong er hen toe. Plotseling heorde men doffe slagen; uit de straten van de Jordaan kwamen in blauwe kielen gehulde, gebukte gestalten, eene rij vrouwen plaatste zich vóór hen de straat werd opengebroken. Weldra was de gracht voor de cavalerie onberijdbaar en zag men de mannen met armen vol steenen en de vrouwen met boezelaars vol wegsnellen en tusschen het volk dringen, dat op de brug, ter linkerzijde opgehoopt stond. Verscheidene minuten bleef het daarna stil. Op de Noordermarkt stond eene sterke politie macht geschaard, de ruiterij patrouilleerde daar nog steeds, terwyl infanterie en vesting-artillerie eveneens gereed stonden op het eerste sein van hunne wapens gebruik te maken. Eensklaps kwam er beweging ook aan onze zijde der gracht. De militairen rukten voort over de brug aan onzen rechterkant en wilden het gepeupel van de andere zyde bestoken. Het was een oogenblik van vrecselijk gedrang. Aan de brug ter linker zijde stond het oproerige volk, dat halsstarrig weigerde ook slechts ééne schrede terug te gaan, en van den anderen kant kwamen de troepen, alles voor zich uitdrijvende. Het was een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2