HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voorHollalsNoorderltwartier. 1886. N-.100. Vrijdag 20 Augustus. Jaargang 44. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad ver ten tiën: Van 1i regels 60 cents, elke regel meer 16 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. Binnen l and Aan een brief van een kapitein van het Indische leger ontleent de Zw. Crt. het volgende: //Ik zou er bijna toe kunnen overgaan om te schrijven: het Indische leger bestaat eigenlijk niet meer. Men vindt in de garnizoenen de geraamten van batailjons en compag nieën, uit eenige officieren en wat kader samengesteld.... maar het vleesch, de valide manschappen nl., zitten op Atjeh. Tot hoelang zij daar valide blijven weet men helaas! Gelukkig echter dat de verschrikkelijke beri-beri eenigszins tot staan schijnt te zijn gekomen. „Er zijn te Atjeh nu nog compagnieën die van hun organieke sterkte geen 25 soldaten onder de wapens brengen. Om kleine expeditionaire troepen bij elkaèr te krijgen, zooals naar Mandor, Poeloe-Bras en nu weer naar Rigas worden alle batailjons geplunderd; aan de verplaatsingen, overplaatsingen en detacheeringen komt dan ook geen einde Hoe alle banden van korpsgeest en kameraadschap daardoor verslapt worden, ligt voor de hand. Zoo dien ik nu in de laatste vier jaren onder mijn 5den kolonel en mijn 13den batailjons-commandant en commandeer ik mijn 9de compagnie!!! Wat zeggen de kameraden in Holland daarvan De gevolgtrekkingen van de Werkmansbode, wat betreft de oproerige bewegingen te Amsterdam wij wezen er in een vorig nommer op worden door het Haagsche Dagblad niet gebillijkt. Juist omdat zij, die zich verzet hebben tegen de gestelde machten, onbekwaam zijn tot oordeelen, onbekwaam dus nog veel meer tot het uit oefenen van een overwegenden invloed op den gang van 's lands zaken; onbekwaam ook en dit is het grootste gevaar om weerstand te bieden aan de invloeden die haar zullen meêsleepen tot alle handelingen, waartoe volks menners hen zullen gelieven te brengen, tot miskenning van het gezag, tot verzet tegen de gestelde machten, tot oproer in de volle beteekenis des woords, juist daarom zegt het Dagblad: Dit zijn de mannen niet, aan wie een overwegend aandeel in het staatsbestuur kan worden toe 15) INT A. N Door GOLO KAIMUND. Hij kon omtrent mync liefde tot hem niet in twyfel zijn en ik liet my zijne bezoeken welgevallen, daar ik hem voor onge lukkig en troostzoekend hield, daar eindelijk de waardigheid en de kieschhcid, waarmede hy ook naar de zwakste zinspeling op eene ongelukkige verhouding vermeden had, mijne bewondering voor hem deed klimmen. Ik hield hem voor iemand, die niet begrepen werd, ik wydde hem de liefde myna harten, waarop niemand recht had, oprecht en volkomen toe wilt gij hem verwerpen, omdat hij ze in een zwak oogenblik van my aannam?" Nana schudde het hoofd, maar zij weende, diep bedroefd. „Myne verdediging bestaat niet voor de moraal, niet voor de noodzakelijke wet der zedelykheid en des levens, ik weet dat," vervolgde de actrice, „maar zy bestaat voor Gods liefde en barmhartigheid, die onze zwakheden vergeeft, zij bestaat ook voor de ware, groote liefde van het menschenhart, die eene vonk van de goddelyke is." Nana's tranen vloeiden zonder ophouden, maar de eerste op welling harer smart werd gestild onder de troostwoorden der jonge artiste, die zonder zich te bedenken de zware schuld alleen op zich nam. „Hoe welsprekend is uwe verdediging," zeide Nana, „hoe lief moet hy u zijn. Meent gy dan, mevrouw, dat eene vrouw als zy niet geheel is bedorven, hare eer kan wegwerpen zonder liefde?" antwoordde de schoone zondares bedroefd. „Ik ben op zeer jeugdigen leeftyd uit myn ongelukkig eu treurig ouderlijk huis gevlucht, om miju weg door de wereld te zoeken. Ik maak volstrekt geen aanspraak op vergiffenis en toegevendheid, maar gij gelukkigen, gy bescherme lingen beoordeelt hen zacht, de eenzamen en zwakken, die geen steun, geen raadgever hebben op gevaarlyke en gladde wegen, en denk er aan, welk een etryd er voorafging eer zy vielen." Nana nam de hand niet weg van hare beweende oogen, maar zy reikte, hoewel met afgewenden blik, de andere aan de actrice toe. „Ik oordeel ook niet, ik vergeel," zeide zij met gebroken stem, „maar wie zal nog vrede vinden van ons, als ik niet het slachtoffer word? De actrice zag besluiteloos naar de weenende; „ik kan over mijn eigen leven beschikken, ik kan echter myn kind niet van zyn vader berooven, vóórdat het nog het levenslicht heeft aan schouwd," zeide zy ernstig. Hare woorden wekten Nana uit hare smart, die zij niet van zich kon werpen. „Het leeft nog niet?" vroeg zij haastig; „Oswald heeft het nog niet vol geluk en teederheid aan zyne borst gedrukt. De kunstenares schudde licht blozend het hoofd„hy weet het zelfs nog niet, dat zyn vurigste wensch, een kind te bezitten, voor hem vervuld wordt, vervuld als straf' voor zyne schuld. Dit kind zal als een scheidsmuur staan tusschen hem en u en niet vereenigend tusschen hem en mij, het zal niets weten van den trots en de teederheid eens vaders. „En toch", zoo ging zij bewogen voort, „toch mag ik zijne rechten niet eigenmachtig atstaan, vóórdat hij het zelf' doet na vruchteloos hopen en pogen." Beurtelings rood en bleek werd Nana's gelaat, zy drukte de handen vast op het kloppende hart en bracht er eindelyk met moeite en nauwelyks verstaanbaar de woorden uit: «Geef het my, laat my moeder wezen, opdat hij my trouw liefhebbe in het kind en het kind in mij." Dit voorstel kwam voor de actrice zoo onverwachts, dat zy geheel uit het veld geslagen was, en Nana, die dit stilzwygen voor eene weigering hield, ging hartstochtelijk voort: „Is het niet een vroom bedrog, geef ik niet het kind aan den vader, is vertrouwd. Dit zijn de mannen allerminst, van wie men zelfstandigheid tegenover kwalijkgezinde volksmenners ver wachten kan. Het zal beter worden, als men hun het stemrecht geeft, beweert de redactie van de Werkmansbode. Het bewijs, dat ooit ergens die uitkomst er door bewerkt is, wordt echter, naar het Dagblad doet uitkomen, niet gegeven en zou ook h. i. bezwaarlijk te leveren zijn. En de rust, de orde, de welvaart van ons lieve vaderland kan er maar niet aan gewaagd worden, of de illusie ook soms hier ver wezenlijkt mocht worden. Inderdaad, dat mag wel het aanraden van een hoogst gevaarlijk experiment genoemd worden. Het blad besluit aldus: „Wij blijven er dus de voor keur aan geven en vertrouwen ook wel dat de meesten onzer „bevooroordeelde en domme" lezers er zoo over denkeu zullen, dat men de zaak behoort om te keeren; dat men hen, aan wie men het roer van Staat in handen wil geven, eerst bekwaam moet maken voor die taak, in plaats van hun die op te dragen als middel tot oefening, op het gevaar af, of liever met de grootste zekerheid, dat zij het schip van Staat op de klippen zouden sturen en het daar reddeloos zouden doen vergaan. Als uitvloeisel van de zorg der politie tegen kwetsing van het kieschheids- en zedelijkheidsgevoel der bezoekers badgasten te Scheveningen, en onder dezen ook de gemengde baders, was jl. Dinsdag in de strafzitting der Arrondissements-Rechtbank te 's Hage gedagvaard de heer D., houder van een winkel in de galerij van het Kurhaus te Scheveningen. Te zijnen laste werd gebracht, dat hij in den loop van het badseizoen achter het raam van zijn magazijn had itgestald het portret eener schoone, naakt, in liggende houding. De magazijnhouder werd op grond van het te koop stellen van onzedelijke platen door den te Scheveningen gedeta- cheerden inspecteur van politie, op last van den hoofd commissaris, eerst bekeurd, nadat hij op eene voorafgaande het niet maar het eigen hart, dat ik belieg? En gelooft gij niet, dat ik Oswalds kind zal liefhebben om den vader, dat myn gevoel niet rijk en sterk genoeg is de beleediging te vergeten, die er voor mij in zyne geboorte ligt? O, mijn God, wat draalt gy? Ik verzeker voor het kind den naam die het toekomt, en wisch de smart uit, die cr op rusten zou; ik geef het voor altijd aan den vader en diens steun en liefde over, ik werp den scheidsmuur omver, die berouw en schaamte eens tusschen hen zouden kunnen oprichten, en wil het liefhebben met liefde en trouw!" De actrice wrong in radeloosheid de handen en de hevig opge wonden vrouw smeekte voort„Kunt gij nog wankelen, waar het geldt het geluk van zoovele menschen, uw eigen eer en de toekomst van uw kind? Geeft gij het niet het rijkste erfdeel en voorrecht van een kind: een goeden naam, eene schoone positie, de liefde en den steun van een trotschen en gelukkigen vader? Is het niet de schoonste verzoening voor zyne schuld, als ik, de vroegere smarten vergetende, Oswald zyn kind in de armen leg; of weet gy eene meer eenvoudige oplossing van deze onzalige verhouding?" „Neen," zeide de actrice met nadruk, „en misschien is het zelfs mijn plicht uw voorstel aan te nemen. Ik geef mijn kind over, nog vóórdat mijne oogen het aanschouwd hebben; maar ik mag mijne gevoelens niet in rekening brengen, waar het de toekomst van dit kind geldt. „Ik weet," voegde zy er bewogen bij, „dat gij het nimmer zult laten boeten, voor hetgeen de moeder misdeed." Nana schudde haar hoofd zonder te spreken. „Nimmer," zeide zij, terwyl de tranen haar het spreken beletten, „o nimmer 1 Het zal mijn lievelingskind zijn, ik wil het opvoeden met moeder trouw. Zijne tegenwoordigheid zal geluk aanbrengen, niet schande en ellende, en op zyn hoofd zal de zegen mijner vergevende liefde rusten." „Dan stem ik het toe," zeide de actrice beslist, „maar vindt gij het niet beter met medeweten en den wil van uw man de moeder van mijn kind te worden, gelooft gij niet, dat de groot moedigheid van dit besluit, de kracht dezer zelfverloochenende liefde hem zal roeren en beschamen, dat zij het toovermiddel zal worden tegen elke toekomstige verleiding?" „Neen! neen!" riep Nana snel met weder ontwaakten angst, „hij zou de echte moeder van zyn kind immers nooit eene warme belangstelling kunnen onthouden, en er zou tusschen u eene gemeenschap bestaan, waarvan ik zou buiten gesloten zyn. Ik zou geen vrede vinden, en ik zou hem verootmoedigen, in plaats van hem gelukkig te maken. Hij zou my bewonderen, maar niet meer liefhebben want Oswald kan en wil niet opzien tot zijne vrouw." „En vreest gy niet het ontzettende bezwaar, het waagstuk tegenover uw man?" vroeg de actrice talmend. „Neen," hernam Nana beslist, „de vurige wensch om Oswald voor mij te behouden, door mijne liefde dat te worden, wat de natuur mij onthoudt, de moeder van zijn kind, dat zal mij kracht geven. Zou hij dan nog op mij kunnen toornen, dat ik mijne smarten niet gerekend heb, dat ik zijn kind wil liefhebben en hem terug geven, wat een zwak oogenblik van den vader hem ontnameen onbezoedelden naam?" De kunstenares lachte door hare tranen heen. „Neem dan beiden, vader en kind," zeide zij aangedaan, „moge zooveel,zulk eene groote liefde tot zegen voor uzelf worden! Laat my voor de uitvoering van het plan zorgen, ik heb meer middelen daartoe, wellicht ook meer wereldkennis en vaardigheid." Nana verhief zich, nauwelijks gerustgesteld voor het oogenblik, vol haast en bevend ongeduld voor de toekomst. Koortshitte brandde op hare wangen en in de schitterende oogen. Allerlei waarschuwing geweigerd had het vrouwenbeeld in Eva's kleedij te verwijderen. De winkelier zag er niets onzedelijks in, en verklaarde ook dat het schilderijtje aan geen enkelen kijker aanstoot had gegeven. Ook achtte hij zich tot die tentoonstelling van de photographie eener vrouw in haar natuurlijk gewaad gerechtigd, wanneer hij in aanmerking nam dat in bijna alle museums van de wereld, voor het publiek toegankelijk, dergelijke studiebeelden te aanschouwen zijn. Hij behoefde de Rechtbank niet eens zoover te leiden om haar te over tuigen, dat hij in zijn oog niet tegen de openbare zedelijk heid had gezondigd, want hij wees haar slechts op het beeld van het ministerie van Justitie in de Korte Poten te 's Hage, hetwelk de naakte waarheid in vrij wat plastischer vormen teruggeeft dan het te koop gestelde plaatje. Het O. M. eischte eene boete van f 8 en bovendien de verbeurd verklaring van het beeld. Uitspraak over 8 dagen. Door de afdeeling Zijpe van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw zijn tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering te Gorinchem benoemd de heeren D. Sleutel en P. Boekei. De laatste zal dus zelf in de gelegenheid zijn, zijne methode tot kaasbereiding tegen de aanvallen van de firma's J. Laming Zonen en Gebrs. Van Rossum te Rotterdam te verdedigen. De waggons derde klasse der Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij zijn sedert eenige dagen ook in verbinding gesteld met de noodrem, zooals het in de aan kondiging, in de waggons aangeplakt, heet. Het gebruik wordt daarin aangewezen en tevens vermeld, dat straf beloopt ieder, die zonder noodzaak den remtoestel doet werken en daardoor den trein tot stilstand brengt. Peter Eull is met zijn pleizierbootje Lohengrin, te Scheveningen geland. Daaromtrent meldt men aan het Vaderland het volgende: „Jl. Maandagmiddag werd het bootje tegenover het Oranjehötel door een der badknechts opgemerkt, die het voor een sloep hield, waarin waarschijnlijk schipbreukelingen plannen en gedachten dwarrelden door haar hoofd, maar het teedere lichaam was tegen zulke inspanningen niet bestand, de behoefte aan rust deed zich met sterken drang gevoelen en Nana bemerkte wel, dat hare bevende knieën haar niet meer konden dragen. Het rijtuig, dat zij verlangde, stond welhaast voor de deur; te vergeefs trachtte de dienstmaagd ook thans het gelaat van de dichtgesluierde te bespieden. Het doel van den tocht was eene markt, die dicht by het hótel was gelegen, waar Nana wilde uitstappen; hoe verward en vermoeid haar hoofd ook was, zij vergat gene voorzorgsmaatregelen. Toen zij heenging, reikte zij de actrice beide handen toe, en deze bracht ze met beweende oogen en vurig aau hare lippen. Twee uren later kwam Nana weder te Eltach aan; zy was uitgeput en koortsig; de dokter, die zijzelf liet roepen, vernam in dit uur de eerste teekenen van de verwachting, waarin de liefde en trouw der echtgenooten eene nieuwe vereeeniging zou De brief aan haar man de eerste leugen van haar leven tegenover hem was het moeielijkste, wat Nana moest volbrengen, en weifelend, was het alsof zij nog haar plan zou laten varen. Wat maakte meer scheiding tusschen hen, deze eeuwige leugen of de bekentenis zijner schuld en die onverbrekelijke band der natuur, die den man aan de moeder zijner kinderen verbindt? Neen, neen, deze laatste gedachte besliste zij nam de leugen op zich, en hare vreugde over zyn geluk zou haar den last van een geheim tusschen hen wel doen dragen. Het was immers geen vreemd, het was immers zyn eigen kind, dat zij in zyne armen wilde leggen; het was niet hare, het was zijne schuld, die zij in de weelde harer liefde voor hem zelf en de wereld verborg. En die eerste leugen haars levens, die zijne lichtzinnigheid zou goedmaken jach, met hoeveel tranen van smart was die gekocht, en voor God verzoend! Zoo kwam de brief met al deze troostgronden, die zy zich gedurig voorspiegelde, in orde. Verward genoeg was hij, kort en opgewonden, maar dat was immers natuurlijk, de toon was zoo gerechtvaardigd door de verrassing van dit al lang niet meer verwachte geluk. Zij schreef, dat zij maar niet had kunnen gelooven aan de vervulling van haar vurigsten wensch, die eerst de laatste dag hare vrees, haar twijfel had opgeheven, en dat zij nu met onrust zijn antwoord te gernoet zag. Het antwoord was hij zelf. Vier dagen later lag hy in hare armen, aan hare voeten weenend omhelsde hij haar, hy, de sterke, trotsche man, tranen van verrassing en van berouw. Wat was de lentekoelte hunner liefde geweest, vergeleken bij het heilige geluk van dit oogenblik, nu hij bedwelmd, vol dank en zaligheid, met ontzag bijna tot de jonge, schoone vrouw opzag, die hem de kroon van aardsch geluk zou schenken. Nana lachte stil en bleek, bijna ernstig door hare tranen heen, het scheen dat zij de rollen hadden omgekeerd, toen zij, zooals hij anders deed, zyne teederheid ondervond. Maar dat was immers zoo natuurlyk, het viel Oswald in het geheel niet op. Haar toestand moest eene verandering in haar gestel tengevolge hebben, hij kon zich genoeg zaam haar bleekheid verklaren, de vermoeidheid en den ernst, die zich op haar lief gelaat vertoonden. Eenige dagen daarna kwam de oude baron terugzijne verrassing was niet minder geweest dan van zijn neef; deze tijding wyzigde al zyne plannen. Hij voelde zich niet zoo gelukkig en ongeduldig als Oswald, dat hij met hem dag en nacht was meêgereisd, om des te vroeger te Eltach te kunnen zijn, hy nam wat meer tyd en kwam drie dagen later en vry wat kalmer dan Oswald. Maar anders dan gewoonlijk klonk toch zijn groet, toen hij voor het eerst in zyn leven de schoone, levendige vrouw kuste en zeide: „God zegene u, myn kindl" (Vervolg op pog. 4.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1