KV VIËI1WKDIEPER COURANT.
fliews- en Advertentieblad voorflollands Noorlerfewartier.
1886. N°,107.% j Zondag 5 September. -^jjSjr Jaargang44.
IIVI II V 1 S f1 II1? M
lp IlLLUiHiAtlln (3|)
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKEE Cz.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf O.OO.
franco per post 1.20.
Dc BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt, naar
aanleiding ecner ontvangen circulaire van den Heer Commissaris
des Konings in deze provincie, ter kennis van de geneeskundigen
in de gemeente:
1. dat bij koninklijk besluit van den 1 Augustus 11. zijn
benoemd
tot Inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht voor
Noordbrabant en Limburg, Dr. A. VAN DER LOEFF,
met toekenning van eervol ontslag als Adjunct-Inspecteur
voor liet Geneeskundig Staatstoezicht voor Noordholland, en
tot Adjunct-Inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht
in laatstgemeld ressort, Dr. R. H. SALTET, Arts, Privaat
docent voor dc gezondheidsleer aan de Universiteit te Amsterdam.
2. dat de Heer Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken lieeft bepaald, dat de plaats van vestiging van den
Adjunct-Inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht
voor Noordholland zal zijn Amsterdam.
Helder, den 2 September 1886.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS dor gemeente
HELDER brengen ter openbare kennis, dat het 1ste suppletoir
kohier der belasting op de honden, voor het dienstjaar 1886,
door Hecren Gedeputeerde Staten goedgekeurd is en van heden
af. gedurende v ij f maanden, op dc Secretarie der gemeente in
afschrift voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Helder, 2 September 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
Binnenland»
De Nieuwe Rotterdamsche Courant wijdt een hoofd
artikel aan de invoering van het Wetboek van Strafrecht
met de daarbij behoorende wetten:
„Hier en daar/ zegt liet blad, wordt een feit strafbaar,
dat het niet was. Vooral onder de vele bedriegers van
allerlei soort, in den liaudel en buiten den handel, kan
voortaan de roede veel scherper worden gezwaaid. Ook dc
eerbaarheid van jeugdige personen en van ondergeschikten
is beter beschermd. Tegen chantage kan onmiddelijk worden
22) 3NT A INT A.
Door GOLO RAIMUND.
Zoo waren twee jaren voorbijgegaan in onvervulde wcnschen
cn nutteloos stryden, zonder dat zij de kracht gevonden had, om
haar eigen leven door eigen vasten wil te veranderen.
Het was nog altijd, evenals toen zy woonde in het huis van
baren oom. Niemand zou hebben opgemerkt, dat zij de meesteres
van Eltach was.
Onnadenkend tcekende zij, wat oom haar voorlegde, zonder te
vragen of te onderzoeken, of hare belangen daardoor bevorderd
of benadeeld werden. Wat de geheele wereld wist, dat de ijzer
smelterij van Eltach in ecne groote acticn-onderneming zou
veranderd worden, waarvan de heer Borbeck de directeur zijn
zou, dat alles was haar onbekend en zou ook nauwelyks hare
verwondering opgewekt hebben. Dc sclioone en gemakkelijke in
richting van hare kamer en het voor hare behoeften voldoende,
voor haar inkomen belachelijk weinig zakgeld, dat zij ontving,
bevredigde haar verlangen. Zy wist niet cn vroeg ook niet, waar
het overige bleef. Want zelfs de vreugde van weldoen was haar
ontnomen. De opzettelijke afzondering, waarin de al te grooto
zorg van haar voogd haar hield, de vrees voor haar, die hij
rustig liet voortwoekeren, maakten een onoverkomelijken scheids
muur tusschcn haar cn de hutten der armoede. Nood en ellende
kende zij, even als geluk en liefde, alleen uit boeken.
Nu zij volwassen was, bad zij de treurige geschiedenis van
Nana vernomen. Op dit punt had Borbeck het gevoel en de
deelneming van Manuela niet kunnen verstompen, zooals het bij
hare stoffelijke belangen het geval was. Een vraag naar Constantijn,
wiens beeld bij haar door geen nieuwe afwisselende indrukken
uitgewischt werd, een vraag naar de beteekenis van het nooit te
vergeten tooneel bij hare geboorte wilde de heer Borbeck tegenover
het thans volwassen meisje nu des te minder ontwijken, als zulk
eene_mededecling geheel zonder gevaar scheen voor zijne plannen
en bedoelingen.
Werkelijk was dan het gevolg ook niet anders, dan dat liet
jonge meisje, als het mogelijk was, nog inniger aan de lieve
vrouw gehecht werd, die met zoo trouwe liefde voor haar de
plaats van vader en moeder ingenomen had. Zij poogde door te
grooter teederheid den prikkel van BorbeCks redenen weg te
nemen, wanneer hy voorzichtig en met halve woorden, maar des
te hatelijker, gevoelen liet, dat Nana niet volkomen haar plicht
aan het ziekbed gedaan, maar baren tijd cn hare liefde verdeeld
had tusschcn Constantijn en de moeder van Manuela.
Hoewel het jonge meisje levendig van het tegendeel overtuigd
was, kon zij het zich toch niet ontveinzen, dat de donkere, sombere
tijd van den winter, waarop haar geboortedag en daarna de
sterfdag van haro moeder viel, ook de stemming van Nana
veranderde, cn dat, vooral hier in Eltach in dezen tijd, de
moeielijk veroverde bedaardheid werd weggevaagd, gelijk daar
buiten het dorre loof door den winterstorm. Zoo weinig kon
Manuela doen voor het eenige wezen, dat zij lief had, maar toch
wilde zij den geveinsden schijn van vreugde en van geluk ver
bannen, waarmede de heer Borbeck, in snijdend contrast met
Nana's stille droefheid, dezen dag gaarne als een feestdag des
Heeren vierde. Men moest eerbied hebben voor de heeto tranen
BUREAU: MOLENPLEIN.
gewaakt. Het zal niet meer kunnen voorkomen, dat een
peperstrooier, die op een laaghartige wijze een politiebeambte
aanrandde en pijnigde, tot slechts drie maanden cellulaire
gevangenisstraf wordt verwezen, omdat eene gebrekkige
wet hoogere strafoplegging verbiedt. Het misdrijf van
beleediging kan veel ruimer worden opgevat, en de gewich
tige grenslijn tusschen bet oograei'k om te beleedigen en
de geoorloofde bedoeling veel juister worden getrokken.
Over de invloed van bet nieuwe strafstelsel, bepaaldelijk
van de mogelijkheid eener cellulaire opsluiting van 5 jaren
en van bet daarmede samenhangende wegvallen der gewone
opsluiting in gemeenschap, zal alleen de ervaring licht
kunnen geven. Wij missen gelukkig dat leger van ge
woonte-misdadigers en recidivisten, dat de groote steden
in vele landen ernstig onveilig maakt, en staan dus niet
bij de keuze van een strafstelsel voor zoo gewichtige vragen
als ginds; althans niet in die mate. Wel mogen wij verwachten,
dat de langere cellulaire opsluiting en daardoor het strengere
karakter van vele vrijheidsstraffen tot eene krachtiger
repressie zal leiden; de hoop om „in de gezelligheid" te
worden geplaatst, is voorbij. Ook de strengere behande
ling van vagebonden en dronkaards in de nieuwe rijks
werkinrichtingen met haar depot van discipline moet voor
de vermindering der criminaliteit van nut zijn.
Eene hoogst belangrijke beteekenis heeft, ook praktisch,
de invoering der bekende vrijheid des rechters bij de toe
meting der straf, nu hij voor ieder misdrijf alleen door
een maximum en niet meer door een minimum zal gebonden
zijn. Volstrekte willekeur, volkomen losmaking zelfs van
de leidende gedachten des wetgevers is daarmede noch
bedoeld, noch te verkrijgen, maar wel bij het bepalen dei-
straf eene onbelemmerde overweging van alle bijzondere
omstandigheden waaronder het misdrijf gepleegd werd, en
van den gevaarlijken of minder gevaarlijken aard van hem
die het pleegde. Ook mag deze vrijheid niet voeren tot
eene onredelijke zachtheid, welke ten slotte de rechts-
veiligheid schaadt. Veeleer willen wij er van verwachten
een breken met het onnutte stelsel der korte vrijheids
straffen, zoo dikwijls het gevaarlijke personen geldt, en
een breken met zekere tariefmatige strafoplegging, waarbij
minder met den dader dan met de daad wordt rekening
gehouden.
Eindelijk vermelden wij nog twee groote voordeelen, aan
deze gebeurtenis rechtstreeks verbonden: de bevordering
der arme lijderes. Manuela verklaarde plotseling, dat betooning
van vreugde in strijd was met de gedachtenis aan het lijden en
sterven van hare moeder, dat zij wcnschte, dat haar naamdag
in het midden van den zomer vallend, in plaats van haren
geboortedag zou gevierd worden, cn de heer Borbeck, die
ijverig aan elk verlangen van Manuela voldeed, dat niet aan de
gouden boeien door hem aangelegd raakte, voldeed aan haar verzoek.
Voor de eerste maal werd deze dag iu Eltach feestelijk gevierd.
De bloedverwanten van Manuela, de kinderen en behuwdkinderen
van Borbeck waren daartoe overgekomen en hijzelf was van
eene reis teruggekeerd. En het schoone meisje stond treurig
lachend onder bloemen en geschenken, waarbij geen liefde was.
Zij bedankte beleefd, maar koel, want zij kon zich onder die
mcnschen niet op haar gemak gevoelen. Met geweld hield zij
de tranen terug, die in de zwarte oogen trilden, en met bijna
eigenzinnig ongeduld verlangde zij naar Nana, om zich terug te
trekken.
Eerst boven in hare kamer, toen zijzelf wat bedaard was,
bemerkte zij de onrust van Nana en haar beweend gelaat.
„Zijt gij heden ook treurig?" vroeg Manuela zaehtkens; //ver
bindt gij dan met al die dagen, welke zij mijne eeredagen noemen,
leed en tranen voor u? Gij moest u niet aan herinneringen
overgeven aan dat, wat voor u verloren is. Gij moest hopen
op hetgeen de hemel u nog bewaard heeft, op uw zoon."
„Manuela," zeidc Nana bevend, „hij is hier."
„Wie?" riep het jonge meisje met vuur.
„Constantijn," autwoordde Nana bevreesd en zacht en toch
zoo gelukkig.
Met een vreugdekreet, met al die hartstochtelijke verrukking,
die zich soms lucht gaf uit de diepte van haar gesloten hart,
drukte zij de moederlijke vriendin aan haar hart. En zij juichte
„mijn hoop, mijn gebed, mijn droom."
De warme zomerwind, die eenige weken later door het geopende
venster van Manuela's kamer binnendrong, bewoog spelend de
rijke gordijnen, die de schoone bewoonster onttrokken aan de
zeldzame blikken, die zich daar buiten naar boven richtten. Zij
leunde ernstig en vol gedachten op het kussen van hare canapé,
bleeker nog dan anders en met een trek van droefheid om den
fijnen, lieven mond, dio bijna aan lichamelijk lijden deed denken.
Zij liefkoosde een schoon gevederden kanarievogel, die op hare
hand zat en vertrouwelijk deze bewijzen van vriendelijkheid
ontving. Zij scheen niet al te opmerkzaam naar Nana te luisteren
die met hare zachte, welluidende stem iets voorlas. Plotseling
stond zij op, trad naar het open venster en snel de gesloten hand
openende, noodzaakte zy den kleinen zanger van de vrijheid
gebruik te maken, die zij hem aanbood.
Nana, die met hare oogen de snelle beweging van Manuela
gevolgd was, sprong verwonderd op. „Wat doet gij Manuela?"
sprak zij ontsteld cn verwijtend. „Wat zal uw oom daarvan
zeggen? Ik meende, dat de vogel u lief was. Hij was zoo
vertrouwelijk, zoo tam, een klein wonder van leerzaamheid en
oom Siogmund heeft hem voor u bijzonder laten africhten."
Een naamdag, Namenstag, i3 een andere feestelijk gevierde
dag onder de Katholieken in Duitschland, soms gelijk of ook
wel boven den verjaardag geplaatst. Aanmerk, v, d. vort.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
der rechtszekerheid, nu de doolhof van zoovele oude en
nieuwe strafwetten zal zijn opgeruimd, en de verbetering
der strafrechtspleging krachtens de herziening van het
wetboek van strafvordering. Laatstbedoelde herziening is
en blijft eene gelegenheids-herziening, verre van radicaal.
Maar zij geeft ongetwijfeld groote vereenvoudiging in het
proces; zij vermeerdert de waarborgen voor den beklaagde,
vooral voor den preventief gearresteerde, en zij bereidt
eene latere, radicale hervorming voor.
Alles safimgenomen is dan de 1ste September 1886 een
gedenkwaardige dag in het Nederlandsche rechtsleven; een
dag ook van dankbare herinnering aan de mannen, die dit
werk hebben tot stand gebracht.
Aan het door den minister van Waterstaat, enz. aan
den Koning uitgebracht verslag omtrent den dienst der
posterijen over 1885, worden de volgende bijzonderheden
ontleend.
In 1885 werd voor f 5,412,222.64 verkocht aan postzegels,
briefkaarten, formulier-postwissels, enz., f 140,240.97 meer
dan in 1884. In binnen- en buitenlandsch verkeer samen
werden ontvangen en verzonden 64,973,863 brieven,
1,578,443 meer, énkele briefkaarten 22,185,932, 1,461,966
meer, en briefkaarten met betaald antwoord 211,406, of
9914 meer dan in 1884. Gewone aangetcekende brieven
Averden er minder dan in 1884 vervoerd, nl. 1,388,1S1
tegen 1.425.745, tei-aa'ijl het aantal brieven met aangegeven
geldswaarde van 207,028 tot 222,491 en die geldswaarde
zelve van f 110,743,035 tot f 115,658,227 steeg. Aan
drukAverken werden vervoerd 77,531,131 stuks, 6,336.245
meer dan in 1884, terwijl ontvungen en a-erzonden werden
1,765,752 postwissels ter Avaarde a'an f 29,628,433, tegen
1,653,078 ter Avaarde van f 28,528,344 in 1884. In binnen-
landsch verkeer werden 2,579,892 postpakketten verzonden,
385,066 meer dan in 1884, en in buitenlandsch verkeer
ontvangen en verzonden 166,197 postpakketten tegen
158,olO in 1884. Voor dit vervoer werd aan de spoorweg
maatschappijen uitgekeerd f 260,831.52 of f 39,719.92£
meer dan in 1884.
De ontvangsten der posterijen over 1885 kunnen nog
niet met arolkomen juistheid Avorden opgegeven. Zij beloopen
vermoedelijk f 5,314,967.87, d. i. f 141,614.48 meer dan
in 1884. Het bedrag der uitgaven, hoewel nog voor
wijziging vatbaar, avos in 1885 f 4,052 635.82, of f 150,328.71
meer dan in 1884. Behalve uit voormelde meerdere ver-
Manuela schudde het hoofd en zeide: „Ik haat het gevangen
zijn, vooral iu een gouden kooi. Heeft oom Siegmund daarmede
mijn eigen lot aanschouwelijk willen maken, dan Avas het niet
wijs van hem gedaan, tante Nana."
„Wees niet zoo bitter, niet zoo treurig," smeekte Nana.
„Wanneer gij Avist, hoe mij dat bedroeft. Gelooft gij dan, dat
het wijs en goed was, indien men met u deed als gij met het
arme, kleine dier. Wat zal nu zijn lot zijn Anders gewend
dan zijne verharde makkers, door de verzorging der menschen
verpleegd en onbekend met de eischen van het vrije en onbe
schermde leven, bezwijkt het spoedig, na kórte vreugde, bij den
eersten winterstorm."
„Maar toch na vreugde te hebben genoten;" zeide het jonge
meisje hardnekkig, „die vreugde en geluk gesmaakt heeft, die
mag sterven."
„Manuela, Manuela, wat spreekt gij heden vreemd," sprak
Nana treurig. „Wat lokt u dan weg van mijn hart, vol moeder
lijke liefde naar een onbekende wereld?"
Het schoone meisje Avierp zich met een uitroep van harts
tochtelijken kommer in de armen van Nana. „O! tante Nana,
moest ik daarna ongelukkig worden als gij, eens zou ik dan toch
gelukkig geweest zijn, evenals gij. Eens zou ik dan toch do
wereld gezien hebben met het gevoel van vrijheid en van kracht;
eens zou ik toch vriendschap gekend en geluk gegeven hebben
Nana .beurde zaehtkens het hoofd van Manuela op en sprak:
„weet gij niet, dat God ons geeft, wat goed voor ons is. Meent
gij, dat Hij zonder bedoeling u datgene onthield, naar hetwelk
uw hart verlangt? In mijne gelukkige jeugd heb ik wel nooit
vermoed, Avelk een storm mij bedreigde. Even weinig weet gij,
wat de komende dagen u zullen brengen. Het kan lichte, heldere
zonneschijn zijn."
Manuela zag nadenkend voor zich uit en keerde tot de zachte
zitplaats terug, die zij straks verlaten had. Gedurende eenigen
tijd liet Nana het jonge meisje aan hare gedachten over. Dat
Ava3 naar hare meening het beste middel, om de stormen van
het opgCAvekt gemoed to bedaren. Na een oogenblik van stilte
nam zij haar boek weer op, om de opmerkzaamheid van Manuela
op iets anders to vestigen, maar dat scheen nu niet het raiddel
te zijn, om haar bezig te houden of to verstrooien. Andere
kleinigheden schenen hare aandacht meer waardig te zijn, en
plotseling rees zij met eeno snelle beweging op, zoodat Nana
andermaal, maar nu niet zonder een zachte berisping in haar oog,
het bock neerlegde. „Wat is er nu?" vroeg zij.
Manuela maakte eene driftige beweging om tot stilte nit te
noodigen, terwijl zij zich kennelijk nederboog om te luisteren.
Zwaarmoedigheid en uitputting Avaren vergeten. Met schitterendo
oogen, niet dc lippen licht geopend, stond zij daar als een beeld
van blijde verwachting.
Bij den verbaasden en vragenden blik van Nana zeide zij: „Ik
hoor den stap van een man op dc trap en die is niet van oom,
want die is uitgereden." Terwijl het bloed verradcrlyk door de
fluweelen huid van haar gelaat zichtbaar werd, vervolgde zij, „indien
hij liet Avas."
„Constantyn," riep Nana op hetzelfde oogenblik uit met eene
lichte opwelling van ontroering, toen een man in jagerskleeding
de portières opende en op den drempel stond. „Constantijn, van
waar komt gy (Vervolg op pag. 4.)