CLARK Cos. ANKERGAR1
HANDELSDRUKKERIJ.
ZE Z IJ N ER!
ECHTE
NAAIMACHINES.
Éaaig Dei: Kaeaalweg 118.
is bekend als bet bestste eit sterkste voor de
Het zwarte garen is echt van klenr.
Molenplein 16 3.
Aflevering van Drukwerk geschiedt spoedig, net
uitgevoerd en tegen de billijkste prijzen.
ORIGINEELE SINGER-
Wekelijksehe of maandelijksehe
afbetaling.
Gratis onderricht.
WERNÏR^SERIE.
TRADE
BU a-llo Winlïollors verkrUgbaar.
P. GOUDA QUINT, te Arnhem, heeft de inteekening
van ALEXANDER v.
opengesteld op EEN NIEUW DEEL
getiteld:
Uit te geven in 12 afleveringen a f I 20. De Iste en 2de aflevering zijn verschenen.
Dit Deel zal inhouden: 1. Den laatsten Bundel HIER-EN-DAAR, die sedert langen tijd uitverkocht is, alsmede
2. De eveneens uitverkochte KRIJTKRABBELS, ter waardeering der Ridderorde voor wezenlijke verdienste geteekend;
verder 3. TAFELDANS, welke schetsen de proefnemingen op dat gebied in beeld brengen, terwijl het Deel besloten
wordt met 4. eene nalezing, die de nog overige Platen, waarvan het meerendeel niet in den handel is geweest, zal
bevatten, benevens vermelding der Werken, die niet in den handel zijn gebracht.
Met dit deel is deze uitgave, uit 500 Platen bestaande, thans voltooid.
AMSTERDAMSCHE COURANT.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen.
De Amsterdamsche Courant zal na nauwgezette
keuze de belangrijkste en belangwekkendste gebeurtenissen
van den dag mededeelen.
De Amsterdamsche Courant is het goedkoopste
Dagblad van Nederland. Voor Amsterdam per
3 maanden 1.50, franco per post 1.80.
Niemand kan door den prijs worden afgeschrikt onze
Courant iederen dag alleen of met een vriend gesamenlijk
te ontvangen.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Bureau: Lokaal „De Brakke Grond," Nes 53.
Maagdenburger
Brandverzekering-Maatschappij.
Deze sedert den jare 1844 bestaande Assurantie-
Maatschappij, waarvan het Generaal-Agentschap voor
Nederland aan de heeren Burlage en Schümacher te
Arasterdam is opgedragen, verzekert tegen zeer billijke
premiën tegen brandschade, en beveelt zich door hare
gunstige bepalingen ten zeerste aan.
Agent te Rcldcr: de heer T. ]VTOOy«
3NT INT A.. (Vervolg
g-1).
„Het jonge meisje ontmoette bedaard haren blik. „Ik ben niet
zonder talent, zeide zij; ik maak, als gij mij niet gevleid hebt,
goed muziek, ik ben, dank zij mijne tallooze gedwongene, ledige
uren, in de literatuur te huis, ik ken alle handwerken, en heb
bij u dagelijks gelegenheid gehad om te zien, hoe men door
duizend zorgvuldige en liefdevolle oplettendheden zich voor zijne
omgeving nuttig en aangenaam maakt. Ik heb, ik beken het
met schaamte, het wel nooit in praktijk gebracht, maar als ik
onzeker en ongeschikt was, dan zou mijn trouw geheugen mijne
leermeesteres zijn, want elke herinnering aan u roept mij telkens
een liefdedienst voor den geest. Om het in 't kort te zeggen,
ik zou de verpleegster en kamenier eener oude dame kunnen
worden, ik geloof, dat ik die voldoen kon. Ik zal mij, om dit
plan zooveel mogelijk ten uitvoer te brengen, tot dien mijnheer
Merling wenden, die vroeger oom in het beheer van mijn ver
mogen ter zijde stond. Al woont hij ook ver van mij en al heeft
hij ook in zijn geheele leven niets met mij te doen willen hebben,
dan my nu en dan de wangen streelen en op mijn verjaardag
eene doos met lekkernijen brengen, wij mogen toch niet vergeten
dat hij, als voogd met oom, geen stem bij mijne opvoeding, maar
slechts een toezicht had in het beheer van mijn vermogen, dat
toen toch in den besten toestand moet geweest zijn. Hij zalmy
in de drie jaren van mondigheid, die ik hier in Eltach door
bracht, niet zoo geheel vergeten hebben, om mij zijne raad en
zyne hulp te weigeren, waar het geldt, mij aan een bestaan te
helpen. Hij is een veel bereisd man, heeft connecties en kennissen
overal, zooals gij mij zoo dikwijls verteld hebt; hij zal mij
misschien behulpzaam zijn in het zoeken eener betrekking."
Nana liet zich niet zoo spoedig in dit besluit vinden, als
de veerkrachtige meisjesziel, die plotseling een besef kreeg
van hare kracht en die nu gebruiken wilde. De andere meer
ervaren vrouw geloofde er niet aan; gedurende twintig jaren was
't haar ingefluisterd, dat Manuela werkelijk teer en zwak was,
en beter dan deze, meende zij het bezwaar te kennen, dat de
uitvoering van zulk een plan in den weg stond.
„Wij zullen dat eens rijpelijk overwegen, mijn lieveling," zeide
zij, terwijl zij de hand over het zachte haar van het meisje streek;
„er is geen haast bij." Wachten wij eerst Siegmunds brief af,
hooren wij ook Constantijns raad, dien hij aan zijne arme moeder
niet zal onthouden."
Verstandig en heslist onderdrukte Manuela de hoop, die deze
woorden zacht en zij gevoelde het, toch bedriegelijk te voor
schijn riepen. „Hij zal mijn besluit billijken, ik hoop het, hoewel
een tegenovergesteld inzicht mij niet zal doen wankelen. Ik moet
voortaan op eigen beenen staan en zelf overwegen, wat ik kan
en wil. Neen, neen, zie niet zoo bedroefd, wees toch verheugd,
dat ik nu geheel vrij ben. Weet gij 't," zeide zij, terwijl zij
Nana naar het venster leidde van de zijkamer, dat uitzag op den
tuin en het dal en het bosch, dat het begrensde, „weet gy wel,
hoe dikwijls ik daar overheen heb gezien, hoe ontelbare wenschen
over berg en dal zijn heengevlogen. Nu worden zij vervuld, ik
ben vrij om te gaan, zoover mijne voeten mij dragen kunnen, mij
behoort de ganache, wijde wereld toe!
Na verloop van veertien dagen had het uitwendige van het
huis Eltach een geheel ander aanzien gekregen; behangers en
schilders hadden er hunne talenten aan besteed. Het was, alsof
de jonge bezitter alles verwijderen wilde, wat aan zijn voorganger
herinnerde, alsof alles nieuw geschapen uit zijne hand zou voort
komen. Een degelyk opzichter voor zijn werk, nieuwe knechten
voor het huis en eene eenvoudige, maar goede regeling, dat alles
gaf hem een gevoel van zekerheid en welbehagen in de jonge
huishouding en met eene aandoenlijke herinnering aan het ver
leden, die Nana moest aanvullen, zocht hij oude gebruiken en
Keel-ontstekingen. In alle jaargetijden heersclien
keelziekten; daarom behooren de middelen ter genezing
derzelve algemeen bekend te zijn. De eenvoudige zeere
keel, heeschheid, hangende huig, keelontsteking en diptheria
kunnen met het beste gevolg behandeld worden door de
hals en borst met warm water te betten en daarna gedurig
met Holloway's Zalf in te wrijven. Matig purgeerend,
behooren eenige doses zijner Pillen een deel dezer gemakke
lijke behandeling uit te maken. Beide, Zalf en Pillen, zijn
geschikt voor personen van iederen ouderdom en toestand,
want de werking van beide is zoo zacht, pijnstillend en
zuiverend, terwijl derzelver zachte uitwerking het zwakste
gestel van bejaarden of kinderen niet zal schokken. De
gebruiks-aanwijzingen, om iederen pot en doos gewikkeld,
zijn zóó beknopt en verstaanbaar, dat liet eenvoudigste
kindermeisje dezelve kan begrijpen.
Doosjes PILLEN en Potjes ZALF
f 0.80, f 1.85, f 3.—, f 6.75, f 13.50 en f 20.50.
Ze worden verkocht bij de Apothekers.
Yoor den verkoop in het groot vervoege men zich bij
den Professor Holloway, 533, Oxford-Street, Londen.
gewoonten van het huis op, die hem nog voor den geest zweefden
uit de kindsheid. Het dierbaarste, het heiligste zijner herinne
ringen, zijne moeder, vond hij terug, en hare liefde en trouw was
krachtig en frisch als in jonge dagen.
Het eenige, wat uit den tijd van den heer Borbeck was over
gebleven, was Manuela. Constantijn maakte het zich-zelf
niet helder, of dat eene aardige of eene smartelijke nalatenschap
was. De krenking en teleurstelling, die hare zwakheid en wankel
moedigheid hem bereid hadden, was te groot, dan dat hij tegen
over haar onverschillig kon zyn.
Het gevoel, dat hij voor haar koesterde en dat zeer nabij het
medelijden kwam, noemde hij in zijne verbittering geringschatting,
en slechts de eerbied voor Nana weerhield hem, om haar
door eene openbaring dezer gezindheid in haren lieveling
te krenken.
Hij betrad daarom de gemeenschappelijke voorkamer der beide
vrouwen slechts in noodzakelijke gevallen en bleef dan zoo
vreemd en stroef' tegenover Manuela, alsof er nooit in hun leven
eene inniger betrekking tusschen hen had bestaan, alsof hij
gehard was tegen alle smarten en tranen, die in hare oogen
opwelden. Vol van berouw en schuldbesef stond haar, ach zoo
dikwijls, de bede om vergiffenis op de bevende lippen, maar de
koele, vreemde blik, die deze zichtbare opwelling onderdrukte,
of het beleefde, fijne woord, dat het hare voorkwam, maakten
haar van dag tot dag vreesachtiger.
Aan Nana's zorgen, voor zoover die Manuela's verderen toestand
betroffen, scheen hij nauwelijks voor *t uiterlijke deel te nemen,
hij vermeed ten minste in de tegenwoordigheid van het meisje,
eiken raad of elke opmerking, die daarop van invloed kon zijn.
„Men kan niets vaststellen, vóór de laatste afrekening van
Borbeck ingekomen is," zeide hij eens tot Nana, „en die moet
spoedig komen. Hij heeft drie jaren hier, wel als Mannela's
voogd, maar toch zoodanig geleefd, dat het hem onmogelijk moet
zijn, zulk een gastvriendschap van een meisje zonder vermogen
aan te nemen. Wellicht maakt hij de zaak in orde door een
bescheiden kapitaal uit te keeren. Voorloopig blyft Manuela
uw gast.
„Voorloopig!" hoe pijnlijk deed dit woord het jonge meisje
aan, hoe dankte zij God, dat zij ditmaal in het ongeluk beslister
was geweest dan in het geluk en aan haar ouden vriend geschreven
had om bijstand voor hare eigene zelfstandigheid, en hoe verlangend
zag zij een antwoord te gemoet!
De herfst was guur en somber, en noodigde niet zeer tot
wandelen uit, als men eenigszins tevreden was met do plek,
waar men zich ophieldmen was reeds naar het enge samenleven
van den winter verwezen, die de menschen meer bij elkaar brengt,
en gezelligheid en aangenaamheid waren de eerste behoeften,
die de sombere, onstuimige herfstdag noodig maakte.
Ook de jongen, die zachtkens een liedje fluitend, in zyno
mooie, nieuwe liverei voor het huis stond en vol verwachting
de laan afkeek, die het landgoed met den hoofdweg verbond,
moest iets dergelijks gevoelen. Van tijd tot tijd ging hij weer
in huis in de voorkamers, en wierp een blok hout in den flikke
renden haard, die op den kouden herfstdag aan de kamer een
bijzonder huiselijk aanzien gaf en zette de stoelen op zyne plaats,
wierp hier en daar een nieuwsgierigen blik, en keerde weder
naar zijn wat tochtigeö post voor het huis terug. Hij was een
jonge bloed, nog pas in dienst, en daarom ijverig, terwijl de
vreugdetoon, waarmede hij een juist in de laan gekomen rijtuig
begroette en tegelijk twee schoone jachthonden nader bij riep,
eene vroolijke ziel verried.
Hij trachtte de blaffende, tegen hem opspringdc honden tot
bedaren te brengen, reinigde in alle haast zyne nieuwe liverei
van de teekenen hunner vreugdebetuigingen, en riep toen een
meisje, dat in het voorhuis was, toer: „Onze heer komt dadelijk,
Lena, zeg het aan mevrouw, die achter zit en niets hoort of ziet."
Pi
Uitgave van P. GOUDA QUINT, te Arnhem.
Vertaling van nermina.
8 Deelen. Prijs 12.50.
Gebonden in fraaie,gelijke, blauw linnenStempelbanden ƒ17.30.
Bevattende: Ingen. Geb.
EEN HELD VAN DE PEN. Derde druk. ƒ1.90. ƒ2.50
GLiiCK AUF! Vijfde druk„2.25. „2.85
EENE ONUITWISCHBARE HERINNE
RING. Met nieuw portret in lichtdruk en
levensbericht der Schrijfster. Derde druk. 1.90. 2.50
TOT HOOGEN PRIJS. Derde druk. 2.40. 3.—
VINETA. Derde druk2.40. 3.
AAN HET ALTAAR. Vijfde druk. 1.90. 2.50
VERBROKEN BOEIEN. Vierde druk. 1.90. 2.50
OVERWONNEN. Tweede druk. 1.1.60
Alle deelen zijn ook afzonderlijk tegen den bijgevoegden
prijs verkrijgbaar.
Sedert verschenen van dezelfde Schrijfster en Vertaalster:
LENTEBODEN. In groot 8vo formaat. ƒ2.75. ƒ3.50
DE EGOÏST. Novelle1.65. 2.25
BIJGELOOF. Blijspel1.30. 1.90
ARENDSVLUCHT. NoveUe1.30. 1.90
ONDER BETOOVERING. Tweede druk. 2.40. 3.
VADERLAND. Tooneelspel1.30. 1.90
EEN GODSOORDEEL. Tweede druk. 1.65. 2.25
DE GELUKSBLOEM. In groot 8vo formaat. 2.75. u 3.50
VIJF NOVELLEN. (Verdacht. Zijn
woord van eer. Bevrijd. De wilddief.
KiesIn groot 8vo formaat2.50. 3.25
Mar^Lttoerlcliten.
MAASTRICHT, 14 September. Op dc Jaarmarkt waren
aangevoerd: 400 Paarden, 550 Runderen, 180 Kalveren en 800
Varkens en Biggen. De prijzen waren als volgt: Paarden f100
a f 450, Melkkoeien f 150 a 220, Kalfkoeien f 160 a 230,
Vaarzen f 80 a 140, vette Koeien f 150 a 240, Biggen f 4 a 7
per stuk; Kalveren 60 a 65 c. en Varkens 54 a 55 c. per kilogr.
Intusschen reed de wagen op de voorplaats en voor het huis
de bediende snelde toe om het portier te openen, en een jonge
man sprong er uit. Niettegenstaande hij geen jachtcostuura
droeg, maar burgerkleeding, herkennen wij op den eersten blik
Constantijn.
„Alles in orde? Zijn de dames wel?" vroeg hy, den bediende
den mantel toereikende.
„Alles zooals het wezen moet, houtvester, mijnheer van
Eltach," verbeterde de jongen zichzelf.
„Is mevrouw boven, of waar kan ik haar vinden?" vroeg
Constantijn weder.
Men moest zijn wagen boven in het huis gehoord hebben,
want Nana's zachte stem gaf antwoord. „Hier, hier, mijn zoon
riep zy, de trap afsnellende en hem beide handen toereikende:
„welkom te huis."
Nana'8 gelaat toonde eene verandering, gclyk de geheele om
geving. Zij droeg zwaren rouw en het eenvoudig opgestoken
haar, dat haar gezicht omlijstte, had, naar het scheen, aan zilver
glans gewonnen. Maar hare zachte trekken, die anders den
stempel van eene zekere weemoedigheid droegen, verhelderden
op dit oogenblik, nu zij den schoonen, krachtigen jongen man
begroette, en hem met een zoo zoeten naam noemde, in het
geluk der reinste moederliefde.
Ditmaal volgde hij haar zonder tegenwerping naar boven,
naar Manuela's kamer en trad met haar de gemeenschappelijke
kamer der beide vrouwen binnen. Een vlugge blik, die echter
noch vreugde, noch teleurstelling verried, toonde hem, dat die
ledig was, hij wendde zich plotseling weder tot zijne begeleidster,
die hier, vrij van de nieuwsgierige blikken der bedienden, hare
gevoelens lucht durfde geven. Spanning en angst lag in hare
stem, toen zij den jougen man, als nauwelyks de deur .zich
achter haar gesloten had, vroeg: „Wat brengt gij, Constantijn?"
„Vele vermoedens, geen zekerheid," hernam hij. „Borbeck
heeft zóó vaak den wensch uitgesproken dat zijn lichaam bewaard
mocht blijven voor ontleding, de dood moge hem overvallen,
waar en wanneer ook, dat het billyk was van de zyde der familie
dezen wensch na te komen. Van wege de rechtbank is niet op
het tegendeel aangedrongen en zoo blijven ons de treurige
vermoedens veroorloofd. Mevrouw Borbock is ook door deze
vreeselijke gebeurtenis nauwelyks uit hare ongevoeligheid opge
schrikt, waar daarentegen haar zoon diep geschokt was, en gelyk
ik aan enkele, hem in zijne smart ontvallen, uitdrukkingen
ontleen, niet geheel zonder vermoeden omtrent de aanleiding van
dit plotseling sterfgeval is. Men heeft Borbeck, ru3tig in zijn
leuningstoel zittend, dood gevonden, en de uitspraak van den
bevrienden dokter luidt, dat hy eene beroerte gehad heeft."
„En weet gij hoe het met Siegmunds zaken staat?" vroeg zij
dralend en oogenschijnlyk bang, om een ongewenscht bescheid te
vernemen.
„Hij stierf als een geruïneerd man," was het antwoord, „zonder
ander kapitaal dan wat de opbrengst zijner menbelen, schilderijen
en zilverwerk heeft bedragen. Borbeck was de man niet, een
leven van gebrek en ellende door eigen schuld, te dulden; het
verlies zijner eer, hoewel dio geweest was in schijn, zou hij
nimmer hebben verdragen. Toch laat zich niets meer bedekken
of verheelen. De waarde dezer bezitting overtreft het vermogen
van van der Meulen zoo zeer, dat Manuela, zelfs na het voldoen
aan mijne aanspraken, nog vermogend had moeten zyn, als niet
onmiddellijk na hare meerderjarigheid kapitalen waren opgenomen,
die zoo groot waren, dat zij myne rechten nog verkort hebben
en die Borbeck nooit verantwoord heeft. Zooveel is zeker, hij
is gestorven als een dief van Manuela's have en goed, en haar
blijft niets over."
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk van A. A* Bakker Ce.» Nieuwediep,