moeders niet al den spot verdienen, waarmede men haar overlaadt?' Door een aandeelhouder in de oorspronkelijke onder neming op „the Luthine" wordt aan de N. Rott. Crt. mede gedeeld De aanwezigheid van omstreeks dertien millioen gulden aan waarde in het wrak van het nabij Terschelling gestrande schip de Lutine is wellicht overdreven; vooral nadat erin 1858 en 1859 niet onbelangrijke sommen door doelmatige toestellen bij eenen daarvoor gunstigen toestand van den zeebodem uit zijn verwijderd. Thans bestaan er drieërlei soort van aandeelen in de onderneming tot exploitatie van het schip 1. Oorspronkelijke aandeelen, renversalen, recht gevende op 140 pCt. van hun nominaal bedrag per millioen gulden geborgen waarde; 2. vijfduizendste aandeelen, recht gevende op twee honderd gulden per millioen gulden waarde; en 3. vijf en zestigers, recht gevende op f 65 per millioen waarde, dat gedurende de jaren 18741888 uit de Lutine geborgen wordt. Er wordt voor 1887 gerekend op eene uitzending van 2000 man suppletie-troepen naar Oost-lndië. De voordracht voor de betrekking van dijkgraaf voor het Waterschap de 30 Gemeenschappelijke Polders op Texel bestaat uit de heeren: Jan Jz. Roeper, Johs. Sijb. Keijser en II. C. Dijt. De heer S. Keijser Pz. werd in de vergadering van hoofd-ingelanden, den 22 dezer gehouden, met algemeene stemmen herbenoemd tot secretaris van gemeld Waterschap. Meer dan 30 jaren bekleedde de heer K. deze betrekking en bijna 35 jaren die van secretaris-penningmeester van den Polder Waal en Burg. De heer H. Yan der Hoeven, sedert 1881 predikant te Sint-Maarten en Valkoog, zal zijne afscheidsrede houden in laatstgenoemde gemeente op Zondag 10 October a. s., des voormiddags ten 9 ure. Naar de Haarl. Crt. verneemt, heeft F. Domela Nieuwenhuis besloten, in cassatie te gaan van het arrest, door het Gerechtshof te 's Hage ten zijnen aanzien gewezen. Bij het ruimen der puinhoopen van het Kurhaus te Scheveningen zijn onder het tooneel eenige kisten met muziekboeken en bladen, alsmede verschillende instrumenten ongeschonden teruggevonden en aan prof. Mannstadt op gezonden. Als eene bijzonderheid wordt uit Nieuwerkerk aan den IJsel gemeld: Jl. Donderdag morgen vaarden 4 personen in eene boot naar hun werk. Op de helft van de rivier sprong den roeier een groote zalm op den rug. Het dier kwam in de boot te recht; het was lang 97 centimeteren woog 10 kilogram. De prijzen van het vette vee zijn in Gelderland in de laatste dagen aanmerkelijk gedaald en bedragen f 25 a f 30 per stuk minder dan eenige maanden geleden. Veel vee, in het voorjaar aangekocht om vet te weiden, wordt thans, nu er reeds in sommige weiden gebrek aan gras komt, zonder eenige winst van de hand gedaan. Te Nuis (Groningen) is dezer dagen op 80jarigen leeftijd een vrouw overleden, die een en zestig jaren lang te bed had doorgebracht tengevolge van eene verlamming. De hoogste prijs der Theiss-loten is weder in Rot terdam gevallen. Naar men verneemt zag de heer G. B. aldaar bij de laatste trekking op 15 dezer, zijn lot met 100,000 florijnen uitkomen. Waartoe de liefde een mensch al kan brengen Te Assen woont een minnaar die, om het hart van zijn vroegere geliefde te verteederen zich nu en dan voor haar woning in het water werpt, in de hoop dat, uit vrees voor zijn leven, haar hart zich weder tot hem zal wenden. Dat het niet veel meer dan een bedreiging beteekent, bleek ook jl. Woensdag voldoende, toen de man, hoewel verschei dene menschen toeschoten om hem te redden, zich zelf hielp en aan den tegenovergestelden kant van het Noord- "Willemskanaal weer op het droge kroop. Het haringfeest. Sedert den 15 dezer viert, gelijk men in de Indépendance Luxembourgeoise lezen kan, geheel Nederland dit feest, d. w. z. het vijfde eeuwfeest der uitvinding van het haringkaken door „een armen visscher, Beuckelz genaamd, die meende, voor zich en de zijnen een wintervoorraad te bereiden en zonder het te weten een weldoener der menschheid werd." Het vreugd- betoon is algemeen, verzekert het blad: „Het geheele land neemt er aan deel. Het minste ge huchtje viert het haringfeest. Van het eene einde der Nederlanden tot het andere ziet men enkel kermissen, feestmalen, slemperijen, optochten, zegewagens, bals, con certen, vermakelijkheden van allerlei aard, tooneelen, stof opleverende voor honderd schilderijen in den trant van Teniers en Ostade. Het deftige, stemmige Holland eert aldus de nagedachtenis van een eenvoudigen armen man, die een lichtstraal had van praktisch genie. Het is dank baar jegens een zijner weldoeners en toont hem zulks een stemmig; tien dagen lang is de nederige visscher Beuckelz een held des volks. Men moet er niet om lachen. Alles welbeschouwd is het verstandiger van de Hollanders, de weldaad van Beuckelz te vieren dan dat andere volken jaardagen herdenken, die niets aanbevelenswaardigs in her innering brengen." Deze merkwaardige feesten, waarvan het de Luxembour geoise verbaast, dat andere bladen geen gewag maken, loopen heden ten einde. De Drentenaren zijn er, blijkens de Asser Crt., niet over gesticht, dat in de commissie van enquête voor den landbouw geen inwoner uit hunne provincie is opgenomen, en zij hopen, dat de Regeering dit verzuim nog zal her stellen. Het trekt niet minder de aandacht, dat uit de provincie Groningen, die als landbouwgewest een eersten rang inneemt en waar juist de kwesties van landbouw politiek met den meesten ijver worden behandeld, alleen een hoogleeraar, geen door ervaring met den land bouw vertrouwd man, waardig gekeurd is, een plaats in die commissie te vinden. Daar het de bedoeling is, gelijk wel niet duidelijk uit de motiveering van het besluit, houdende benoeming der commissie blijkt, maar zooals wij met zekerheid vernemen, aan de commissie een blijvend karakter te geven, zoodat zij als een soort van „raad van landbouw" zal fungeeren, is er te meer aanleiding en ook te meer gelegenheid, der gelijke verzuimen te herstellen. Als een nieuwe bijdrage tot de kennis van de dwaze manier waarop in buitenlandsche bladen over Nederland en Nederlandsche toestanden wordt gesproken, diene het volgende bericht, dat in de Berliner Börsen-Courier van 9 dezer gevonden wordt: „Dezer dagen vierde de Kroonprinses Wilhelmina der Nederlanden voor de zesde maal haar verjaardag. Koningin Emma had naar aanleiding daarvan door de dagbladen doen mededeelcn, dat gedurende drie dagen alle kinderen van- gelijken leeftijd als de Prinses ten liove waren genoodigd. Natuurlijk dacht niemand er aan, den jeugdigen gasten naar hun geboortebewijs te vragen, maar tot groot vermaak van iedereen kwamen nieuwsgierige meisjes, die bijna huwbaar waren, ten hove. De gasten werden onthaald en kregen mooie bloemruikers, doosjes met suikergoed en mooie photograplnën van de Koninklijke Familie. De kleine Kroonprinses nam met veel waardigheid de honneurs waai en amuseerde zich heel goed. Enkel beklaagde zij er zich onderscheiden malen over, dat andere kinderen van zes jaar zooveel grooter waren dan zij." De hoosfdprijs van de verloting der Landbouw-Ten- toonstelling te Gorinchem, een Marshall stoom-dorsch- werktuig met locomobile van zes paardenkracht, is ten deel gevallen aan den heer J. Wagtho te Tolen, op No. 3678. Men beweert, dat zaagsel van beukenhout zou ge bleken zijn een uitmuntend veevoeder te wezen, dat zoowel paarden en runderen als honden en varkens met graagte eten. Over het kweeken van asperges in den winter vindt men in een buitenlandsch tuinbouwblad 't volgende: In het begin van November maakt men een met asperges beplant bed van de verlangde grootte in orde, spit den grond om en brengt een laag van ongeveer 75 cM. versche paardenmest daarop. Vervolgens zet men er broeibakken op, legt ramen, die men met stroomatten overdekt, er over heen en maakt om de broeibakken een goede verkisting. Bij strenge koude brengt men nog een weinig lichte stroo- mest over de matten heen. Volgons deze methode behandeld, kan men van 't laatst vau December tot 't begin van Februari versche asperges steken, die de lengte van 30 tot 40 cM. en een dikte van 2 tot 3 cM. hadden. Daarbij heerschte afwisselend een koude van 15 tot 25° R. Ook neemt de asperge niet in 't minst de reuk of smaak van den mest aan en is, dadelijk in koud water afgespoeld, wit als sneeuw en bijzonder malsch, malscher dan ooit in het voorjaar, een natuurlijk gevolg van de kunstmatige kweeking. Dit stelsel van kweeken is, volgens het blad, toegepast in Rusland en wel te Jelissawetgrad. De naam van den tuinman wordt er bijgevoegd. Met een enkel woord wordt op pag I gewag gemaakt van de circulaire, verspreid door een 42tal autoriteiten op landbouwgebied, de oprichting ten doel hebbende van een Nederlandsche Land- bouwbank. Uit de stukken, ons toegezonden, brengen wij het vol gende onder de oogen onzer lezers. Eerst laten wij de namen dergenen volgen, die het plan op touw hebben gezet: Jhr. E. De Wendt Alberda van Ekenstein, Groningen; F. Bakker, Wijdenes; D. F. A. Bauduin, 's Hage; J. Blom, Mcppel F. W. baron Van der Boreh, Zevenbergen; jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hoogelanden, Velzen; N. Brantjes, Purmorend; J. Van der Breggen Azn., WaddinxvcenP. J. A. De Bruine, Zwijndrecht; lierman F. Bultman, Haarlemmermeer; mr. II. J. Carsten, HoogevecnW. Coolen, Heivoort; A. J. G. Daamen, Tilburg; J. Pb. Dolleman, Heemstede; G. J. Dommer Van Poldersveld, Berg en Dal bij Nijmegen; G. A Van Driel, Putters- hoek; jhr. mr. C. Van Eijsinga, Leeuwarden; K. Fensen Pzn., Schellinkhout; D. Fontein De Jong, Murmerwoude; li. J. E. Gerlach, Middelburgmr. J. E. Iienny, AmsterdamW. J. Hofman, Iiolwierde; mr. D. Joscphus Jitta, Amsterdam; S. De Jongh, Oudorp bij Alkmaar; J. M. Kakebecke, Goes; A. Koster Mzn., Boskoop; F. Lieftink, Haarlem; P. Lijcklaraa h Nyeholt, Leeuwarden; jhr. A. Michiels van Kesscnich, Sittard; mr. Jacob Moolenburgh, Zierikzee; F. A. Onderwater, Dordrecht; C. J. Van der Oudermeulcn, Oud-Wassenaarmr. W. O. F. Van Oudhcusden Van Achtienhoven, 's Hage; Corns. Prins Ssn., HaarlemJ. Rinkes Borger, Leidenmr. C. A. Romer, Leeu wardenJames Smith, Kralingen; J. Sijpkens, Bellingwolde; rar. J. P. 11. Tak van Poortvliet, 's Hage; P. F. L. Waldeck, Loos- duinen; Th. J. Wallcr Anna Paulowna; L. A. Van Weel, Middelbarnis. De Nederlandsche Landbouwbank moet de landbouwers steunen in den grooten strijd tegen de veelvuldige en machtige concur rentie, die hen van alle kanten met vernietiging bedreigt. Zij moet helpen, steun verschaffen, de landbouwers gerieven door voorschotten als anderszins. Handelaars en producenten moeten door bemiddeling van de bank voorschotten kunnen erlangen op veldvruchten, granen of zaden enz. enz., hetgeen voor rekening van belanghebbenden door zaakkundige bemiddeling kan worden bewaard of gezolderd of wel aan de hoofdmarkt verkocht tegen berekening der minst mogelijke onkosten en tegen vergoeding van billijke provisie en rente. Art. 2 der statuten luidt als volgt: „Het doel der vennootschap is kapitaal beschikbaar te stellen voor den landbouw in Neder land en tot meerderen bloei en ontwikkeling mede te werken op de wijze als in hoofdstuk III is omschreven." En in dit hoofdstuk III leest men: De werkkring der vennootschap bestaat in a. Het geven van voorschotten of openen van credieten onder zakelijken of persoonlijken waarborg. b. Het opnemen van gelden a deposito met of zonder vergoeding van rente. c. Het bevorderen in de provinciën der oprichting of het geldelijk steunen van maatschappijen (naamlooze vennootschappen), coöpe ratieve vereenigingen, locaal- of buurtspoorwegen, trams of andere plattelands communicatie-middelen, crcdiet- of verbruiksvereeni- gingen enz., welke zich ten doel stellen de landbouwbelangen in het bizoDder te bevorderen. d. Hot in consignatie ontvangen en verkoopen van landbouw producten met of zonder voorschotten. Het verschaffen van werk gelden aan solide landbouwondernemingen onder behoorlijken waarborg en zoo nwdig tegen consignatie van 't product. e. Het aankoopen van landbouwwerktuigen, meststoffen, zaai zaden enz. voor rekening en ten behoeve van solide personen of vereenigingen ten platte lande. f. Alle bank- en geldoperatiën in den ruimsten zin, die kunnen strekken ter bevordering van den landbouw in Nederland en tot vermeerdering van het daarvoor beschikbaar kapitaal. g. Tijdelijke belegging ook op andere solide wijze der eventueel beschikbare fondsen. De werkzaamheden worden gesplitst in twee afdcelingcn 1. de Bank-afdeeling voor betgeen onder de letters a, b, c, f en g is vermeld 2. de Handels-afdeeling voor de letters d en e. Iedere afdeeling. staat onder bet beheer van eenen afzonderlijken deskundigen directeur. Van den werkkring der vennootschap is uitgesloten alle handel in of beleening van eigen aandeelen. Het kapitaal der vennootschap wordt bepaald op zes millioen gulden, gesplitst in twee seriën, ieder groot drie millioen, waar van voorloopig alleen de eene wordt uitgegeven. De aandeelen zijn f 200. De algemeene vergadering van stemgerechtigde deelhebbers zal het gansche lichaam dor vennootschap vortogenwoordigon. Het Ncdcrlandsch Landbonwcomité zal worden uitgenoodigd elf com missarissen te benoemen, uit elke provincie één, welke commis sarissen uit bun midden een president, vicc-president cn secretaris kiezen, en een drietal commissarissen als commissarissen van toezicht uit de te of bij Amsterdam wonende deelhebbers. Deze commissie neemt speciaal op zich het dagelijkscb toezicht op de aangelegenheden der bank. Als leden dezer commissie zijn aan gewezen de bh. Herman F. Bultman te Haarlemmermeer en mr. D. Joscphus Jitta te Amsterdam, terwijl het derde lid nog be noemd moet worden. Als directeur van de handelsafdeeling wordt benoemd de lieer C. Prins Sz., iu afwachting der benoeming van een tweeden directeur. Brieven uit de hoofdstad. 23 September. Treurig is bet zeker, maar te verwonderen is bet volstrekt niet, dat er hier jl. Zondag iemand van bet dak zyncr woning gevallen is en den bals gebroken heeft bij het uitzien nanr den luchtballon, die te 4 uur uit het Cafó-Maas (alias „Schollenbrug") zou opstijgen, doch zich eerst omstreeks G uur vandaar hemel waarts verhief. Het is integendeel te verwonderen, dut er niet reeds meer menschen om het leven zyn gekomen bij deze gevaarlijke manier van luchtbeschouwing, die bier thans aan de orde van den dag is. Sommige lieden schijnen er vermaak in te stellen om op do ineest roekelooze wijze met bun leven te spelen en zonder de minste noodzakelijkheid allerlei waagstukken te begaan, die den toeschouwer vaak de baren te berge doen rijzen. Want een waagstuk is het zeker, voor geheel ongeoefenden, om half kruipend, half loopend over den nok van een buis voort te schuifelen naar den geveltop en zich daar een geruimen tyd achtereen, bevend en waggelend, in evenwicht te houden. En zoo noem ik het ook een waagstuk als ik mannen en jongens, ja vrouwen zelfs, door een smalle dakgoot of langs den rand van een plat zie voortstrompelen, soms vier of vijf verdiepingen hoog, op gevaar af van bij den minsten mistred die waaghalzery met den dood of met zwaar gekne'usde ledematen te moeten bckoopen. Een roekeloosheid, die te grooter is, daar men op bijna alle punten der stad de ballons zeer goed op straat kan waarnemen, en natuurlijk vooral in een wijden omtrek rondom de plaats der opstijging. Gaven die dakwandelaars zich de moeite, even een paar straten ver te loopen, dan konden zy den ballon veel veiliger en gemakkelijker zien passeeren, dan nu op hun hooge stand- of zitplaats. Maar neen, om den luchtbal goed te zien, moet men het dak op, vader, moeder cn kinderen, zelfs de kleinste kleuters niet te vergeten. Vooral op de Zondagen is dit het geval, als de geheele familie tehuis is cn ruimschoots den tijd heeft. Dan met alle man naar boven, al staat deze en gene soms reeds niet al te vast op zijne beenen tengevolge der Zondags-ontspanningen, en het dakvenster uit. Op de nokken, in de goten en op de platten begint het er dan weldra heel gezellig uit te zien, en menig luidklinkend gelach bewijst hoe goed men zich daar in hooger sfeeren amuseert, ook al is er in velden of wegen nog geen luchtbal te zien. Doch door dat lang uitblijven van den ballon ontstaat dan juist langzamerhand een genoeglijke, joviale stemming. Om den tyd te korten en zich tegen verveling te vrijwaren, knoopt men over en wcör een gezellig praatje aan; schertsende opmer kingen aan het adres van den luchtreiziger hebben al de ver dienste der actualiteit, cn min of meer grappige kwinkslagen van allerlei allooi doorkruisen langs dakpannen en schoorsteencn de lucht. Jeugdige leden van het schoone geslacht moeten zich af en toe eens een meer of minder dubbelzinnige „aardigheid" getroosten, doch schieten gewoonlijk niet te kort in het leveren van een snelle cn alleszins ter zake dienende repliek. Kleine jongens, schrijlings op de vorsten van het dak hunner ouderlijke woning tronend, trachten met loozo sluwheid elkanders aandacht op een dwaalspoor te leiden. „Kijkereis, llein! daar hei j'em! Zie j'cm al?" „Nee! waar?" „Daar, naast den toren! Zie j'cm nog niet?" „Nee!" „Ik ook niet!" Gelach van weerskanten, van den bedrieger en den bedrogene, waarmede beiden om 't hardst instemmen, om twee minuten later dezelfde oudbakken grap wcór met een andoren buurjongen te herhalen. Deze cn gene beproeft inmiddels ter tydpasseering in zijn verheven positie kleine kunststukjes, waarbij hij echter door zijne ouders met een minzaam: „Breek je nek niet, Dorus,denk om je haggie!" tot de noodige omzichtigheid wordt aangemaand. Steentjes cn stukjes hout worden uit de goten opgezocht en als projectielen gebezigd, om er de buren op de daken of dc voorbij gangers op straat mede te treffen. Zich hier in de hoogte met iets drinkbaars te laven, heeft zijne eigenaardige bezwarenmaar kleine versnaperingen van anderen aard worden met graagte ontvangen. Appelen, peren, een paar stevige Hoornsche wortelen, ter afwisseling ook wel een stukje ongeschilde komkommer, heb ik Zondag jl. een meter of vijftien boven Amsterdamsch Peil met smaak zien nuttigen. Men moet toch wht doen, als men niets te doen heeft. Het rondkijken en het schreeuwen van: „zie j'em niet? ik ook niet!" gaat toch iu één moeite door. Waarom bleef „die miserabele ballon" ook zoo lang nit? Als hij wat vroeger, precies op zijn tijd, gekomen was, zou er misschien een menschenleven gespaard zijn gebleven. Maar, zooals ik zeide: te verwonderen is het werkelijk, dat er niet reeds meer onheilen van dien aard door de gevaarlijke dakmanoeuvres gebeurd zijn. En toch zal het aanstaanden Zaterdag wcór even vol zijn op die steile plaatsen, waar zich anders alleen katten en musschen plegen op te houden, nog voller dan vroeger misschien, nu er wel drie ballons tegelijk de lucht in zullen gaan. Het is wel een manie tegenwoordig! Eén ballon, daar ziet men reeds niet meer naar om; twee tegelijk is een nieuwigheid, waarvan het aardige alweer afgekeken is; daarom zullen we thans een trio van lucht- vaarders te aanschouwen krijgen. Wat men al niet uitdenkt om menschen en dubbeltjes te lokken Trouwens, ten opzichte van die kunst schijnt men tegenwoor dig niet licht uitgeput te raken. Getuige de lumincuse aanvraag, door twee ondernemende stadgenooten tot ons gemeentebestuur gericht, om dezen winter het nog altijd onbebouwde Beursterrein op het Damrak te mogen herscheppen in een uitgestrekte ijs vlakte, natuurlijk om daarop tegen een entrée van zooveel aan het publiek gelegenheid te geven zich met schaatsenrijden te vermaken. Zij zullen daartoe rondom het terrein een dam van een paar voet hoogte aanleggen, dc ruimte daarbinnen vol water laten loopen, en als dan de wiutervorst maar met zijn ijzigen adem belieft te komen, is alles in orde. In 't buitenland heeft men reeds lang 's winters dergelijke ijsvelden, die alle aanbo- veling verdienen, omdat er geen gevaar voor verdrinken bij bestaat. Ik voor mij, al heb ik wel eens een schaats in mijn handen, maar nooit onder mijn voeten gehad, hoop, dat onae beschreven vaderen de aanvraag zullen toestaaneen mooi, spiegelglad ijsveld, of al is het nog maar een goed rein gehouden watervlakte, doet zich vrij wat bohagelijker aan het oog voor, dan de half uit zand en gras, half uit modder cn stcenen bestaande wildernis, waaraan wij ons thans dag aan dag ergeren en waarvoor we ons tegenover den vreemdeling moeten schamen. Ik zou er het water 's zomers ook wel op willen laten staan, tot uitspanning voor visschers, roeiers of watcrloopers. Wordt echter de aanvraag afgewezen, dan zal het zijn uit vrees, dat de vreemdeling een loopje met ons zal gaan nemen, want het idéé, dat men eerst een watervlakte heeft, waarop bij vriezend weder de schaatsen rijders zich naar hartelust kunnen weren, daarna den plas vol grond gooit, om er een zandvlakte van te maken, en vervolgens weór water naar dat terrein gaat dragen, om het op nieuw in een waterplas te herscheppen, dat idéé heeft wel ieta

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2