HELDERSUHE EN NIEUWERIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad woor Hollands Noorderkwartier. 1886. NM21. Vrijdag 8 October. Jaargang 44. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Blnnenlan d „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiiin: Van 14 regels (50 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsrnimtc. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. De voornaamste bepaling van het nieuwe ontwerp tot wijziging van de wet op het recht van verecniging, is volgens den Haagschen berichtgever van de Zutf. Crt. zeker wel deze, dat de minister van Binnenlandsche Zaken de bevoegdheid wenscht te hebben om voor drie maanden over het geheele land het houden van optochten en ver gaderingen in de open lucht te verbieden en zoo noodig dien verbodstermijn telkens voor drie maanden te verlengen. Het is hem echter uit de memorie van toelichting niet duidelijk geworden dat werkelijk het gebeurde in de laatste maanden het toekennen van een zoo discretionaire macht aan den minister Heemskerk zou vorderen, zegt hij. De laatste mail brengt het bericht, zegt het Hld., dat uit Soerabaija aan den Koning, aan de ministers en de Tweede Kamer telegrammen zijn gericht, waarin op onver wijlde tusschenkomst wordt aangedrongen tot redding der bedreigde suikercultuur. Tal van maatregelen worden daarbij verzocht, welke ten deele ook van andere zijde zijn gevraagd. De voorstellen der Regeering laten zich echter nog altijd wachten. Het onderzoek bij den Raad van State schijnt weder oponthoud te hebben gegeven. Intusschen gaat een kostbare tijd verloren en zal de behandeling der begrootingen de zittingen der Kamer in beslag nemen. Behoort bij dit gewichtig vraagstuk niet te gelden: wie spoedig helpt, helpt dubbel?" Naar de N. Mepp. Crt. verneemt, zijn bij de bevoegde autoriteiten reeds stappen gedaan, ook voor Drente een afgevaardigde te verkrijgen in de koninklijke commissie voor landbouw, onlangs benoemd, waarin het oude land schap niet vertegenwoordigd is. Naar aanleiding der „voorstellingen" van Donato, zegt de Geneesk. Crt., dat geen physioloog het eene onverschillige zaak kan achten, jongelieden in dergelijke ziekelijke toe standen te laten brengen. Haar is reeds medegedeeld dat een jongmensch, na aan ""het gevaarlijke spel medegewerkt te hebben, den nacht daarop niet slapen kon en allerlei onrustige bewegingen maakte. Sterker spreekt een bericht, dat de Geneesk. Crt. aan een degelijk Eransch blad ontleent. Daarin wordt gemeld, dat de bevoegde autoriteit te Milaan Donato het geven van openbare voorstellingen verboden heeft. Zij deed dit op 2) EEN LIEF BLONDINETJE. Door Mevr. M. C. FRANK. Dorine richt zich op, hoewel niet bijzonder vlug; men zou haast zeggen, dat ze liever bleef waar ze was. Maar niemand zal ooit kunnen zeggen, dat het lieve meisje niet altijd bereid is, om iemand, wie ook, een kleine beleefdheid te bewijzen, 't Mag misschien wat vreemd schyncn, dat juist zij Charles altijd „uitlaat," maar Charles is een soort neef: de zoon van den broeder cener schoonzuster van Dorinc's vader. (Reken die graad van ver wantschap maar eens uit, als je blieft). Charles is bovendien Willem's oude speelkameraad en vriend Charles kwam reeds bij mevrouw de weduwe Darling in huis, toen ze pas uit Indië was gekomen; kortom: Charles is zoo „eigen" met mevrouw en haar kinderen, als een broer of neef maar zijn'kan. Mevrouw Darling die door Charles „tante" genoemd wordt, dacht er evenmin aan, dat het iets bijzonders beteekende, dat dc „jongen" (zoo noemt ze hem) altijd door Dorine wordt uitgelaten en dat hij zich als haar cavaliere ser vente heeft aangesteld, als zc er aan denkt, dat Dorine de derde vrouw van Z. M. zou kunnen worden. Bovendien geeft Dorine nooit aanleiding om er iets van te denken ze begeleidde Charles zoo menigen avond tot aan de huisdeur, en nooit nooit duurt het langer dan vijf minuten eer men de deur hoort sluiten. Ze houdt dus geen aparte praatjes met den jonkman. Als hij haar 's avonds ergens afhaalt, is het omdat Willem, Dorine's broer, die als sergeant bij de jagers „staat," dienst heeft, en dan draagt Dorine wel zorg bekend te maken, dat haar neef haar komt halen, omdat haar broer niet kan komen. Denk je er nog eens over, Dory?" vraagt Charles, de hand van het meisje vasthoudend. „Toe, laat me nu alles aan uw Mama vertellenDat geheimhouden is toch zoo zoo daar, ik durf uw Ma bijna niet in de oogen te zien, zoolang ik onder zoo'n vreemde vlag zeil." „Dory," Doortjc of Dorine (ein liebes Kind hat viele Namen) trekt haar handje niet terug, maar ze kijkt naar den Indischen brief, dien ze in de andere hand houdt, cn zegt, heel lief, maar met een zweem van ongeduld: „Och, dwaze Charles, houd me niet opik brand van nieuws gierigheid om deze missive te openen. Misschien heeft tante Betsy er wel een kleinigheidje ingesloten voor onzen Sint-Nicolaas, en o, Charltje, Charltje, ik zou toch zoo dolgraag zoo'n snoeperig bonten mutsje hebben voor dezen winter!" „Een bonten mutsje! dat zult ge hebben, al heeft tante Betsy niets gezonden.... Mag ik het voor uw Sint Nicolaas...." „Ta ta ta zoover zijn we nog niet! Neen, Charltje begin daarmee niet, hoor! 't Zou me niets bevallenbovendien, als ik zoo'n bonten mutsje moet dragen, moet myn mantel, mof, en do rest, alles er bij passen, en zonder de indiscretie te hebben om uw budget op tc maken, weet ik toch zeker, dat zoo 'n surprise u wel wat te hoog zou loopen; dus, beste jongen denk er maar niet over; bonsoir, wel te rusten!" Charles slaat den arm om Dorine's slanke taille, kust hare frissche lippen (hoe menigeen harer bewonderaars zou schatten geven voor dat geluk) en dan dan glijdt ze uit zyne omhel zing als een vlug jong poesje, duwt hem zachtjes over den drempel en sluit de deur. Ze glimlacht eu neemt het blykbaar niets kwaljjk, dat de jonkman wek zulk een vrijheid hoeft veroorloofd. aandrang van een aantal geneeskundigen te Turyn en te Milaan, vooral van den bekenden hoogleeraar Lombroso. Uit het bericht van den gezondheidsraad bleek dat de meeste, door Donato te Turyn en te Milaan gehypnotiseerde per sonen, daarvan ernstige gevolgen ondervonden hadden. Een officier der artillerie is in een toestand van overspanning gebleven, waarin hij, met gevaar voor zijn leven, op ieder blinkend voorwerp toe wilde snellen, dat hij ontwaarde. Een ander „sujet" bevindt zich in het krankzinnigengesticht, een derde leed aan toevallen. Zekere Luigi Cellazi, te Milaan, een „uitmuntend sujet," is met hevige ijlende koorts onder behandeling gekomen. De slotsom van het rapport van den gezondheidsraad luidde als volgt: „Ter zijde latende de proefondervinderlijke waarde van „het vertoonen van hypnotische verschijnselen in openbare „voorstellingen „Maar rekening houdende met de nevro-psychisclie sto ringen, welke zijn waargenomen, niet alleen bij personen „op welke Donato zijne macht heeft doen gelden, maar „ook op anderen, die daarvan alleen als toeschouwers ge tuigen zijn geweest; „Verzoekt de Raad, dat de proefnemingen van Donato, „van magnetiseurs of andere kunstenmakers van dezen aard, „in schouwburgen of op andere openbare plaatsen verboden „mogen worden." Tengevolge van dit advies is het theater, waar Donato „werkte," gesloten en aan de houders van besproken plaatsen hun geld teruggegeven. Ook te Weenen moeten de voorstellingen van Donato verboden zijn. Ook in Gelderland zijn de prijzen der landerijen belangrijk gedaald. Het landgoed Oostereng, gelegen onder Wageningen en Bennekom, zijnde heerenhuis en gebouwen, diverse woningen en ruim 200 hectaren boomgaarden, weide, bouwland, bosschen en heide, kon dezer dagen bij finale veiling nog geen f 40,000 opbrengen, alzoo met de gebouwen nog geen f 200 per hectare. Slechts één der perceelen werd gegund. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van jl. Dinsdag Van Wulfen aan verduistering schuldig ver klaard en hem tot 4 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Ten aanzien der ten laste gelegde valschheden werdv. W. ontslagen van rechtsvervolging. Waarom zou ze ook? Charles van Tol is zoo'n knappe, aardige jongen als men maar kan verlangen, en tal van meisjes zouden wat blij zijn, als hij maar op haar wilde verlieven. Maar hij blijft Dorine trouw als in zijn eerste schooljongens ver liefdheid wanhopig trouw, denkt ze, terwijl zij 't kleine deurtje op 't nachtslot doet, en den korten koperen ketting er voor spant. „En 't is zoo dwaas.... hij heeft weinig en ik heb niets dan myn „good looks," murmelt ze, terwijl ze ten overvloede nog haar teere handjes inspant om den grendel voor te schuiven. „Enfin" met een diepen zucht. „Wat gebeuren moet, gebeurt. „Allah il Allah en zoo voort. Laat zien, wat die oude, rijke tante vertelt!" En ze loopt vlugjes den trap weer op, het adres van den brief bekykende, en bij de kleine ganglamp gekomen houdt ze den tamelijk dikken brief tegen 't licht, maar de enveloppe is stevig er schemert niets door. „Ju" heeft inmiddels koffie gezet; zy plaatst de lamp op den schoor steenmantel, zet een kleinen rottiugstoel tegenover dien harer moeder en zegt: „Daar, Doortje; neem nu uw gemak, en lees ons tante'a brief voor; meteen kryg je een „kittig bakje koffie," zooals oom Dorus zegt." Ze schuift een stoof onder Dorine's voeten, cn hurkt, op zijn Javaansch, voor den kachel neer. We willen deze gelegenheid te baat nemen om een korte schets van „Ju" te geven. „Ju" gelykt hare moeder, met dit onderscheid, dat zij jong, gezond en gezet is. Maar mooi is andersZe heeft een kort, dik, moederlijk figuurtje, dat niet voordeeliger uitkomt door de oude zwarte lustre japon, het witte voorschoot met een „hartje" (dat haar taak van huishoudster tot een noodwendig attribuut maakt) en het wollen doekje, en fichu over de schouders geslagen; Ju heeft donkergrijze oogen, welker gewone uitdrukking zorg en kommer verraden. Ze heeft dik bruin haar, dat, in 't midden gescheiden, aan 't achterhoofd in een zwaren, eenvoudigen chignon opgenomen is. Ju zou haar al te zwaar haar gaarne heel glad en stijf wegstrijken, maar er zijn diepe, glanzige golven in, die door den stevigsten kam niet tot rede kunnen gebracht worden. Ju zou ook gaarne willen, dat ze geen krulletjes had in den nek, onder haar chignon, en dat er op haar voorhoofd niet altijd, ondanks veel klapperolie, zulke wilde lokjes uit de gladde haar- golven sprongen. Maar dat schijnt onmogelijkhoe stijf en strak Ju haar hoofdtooi 's morgens wegstrijkt, tegen den middag komen al die kleine ondeugende lokjes en krulletjes weer te voorschyn. Ju heeft ook erg „het land" aan de al te gezonde kleur harer wangenze vindt Dorines agaatrozentint veel mooier zij weet, dat hare wangen blozen als dio ccner boerin. Zij heeft een vrij ordinair wipneusje, en haar mond nu least said, soonest mended: hy is groot, en zyn de lippen frischrood, ze zyn ook dik en als ze lacht ziet men al haar groote witte taudcu. Ju heeft een kuiltje in de kin, maar zomerspoeten op het voor hoofd. Verder heeft Ju even kleine handen als Dorine, maar ze steken in dit seizoen in oude handschoenen, met afgeknipte toppen want zc heelt winterhanden, 's Zomers zijn die kleine, dikke handjes erg rood en de nagels lang niet zoo fijn en net als die van Dorine of elke andere jonge dame, die niet veel om handen heeft. En de voorvinger der linkerhand heeft veel van een rasp, zoo hard en ruw is die, door 't prikken der naald. De roodheid komt vaa 't waaschea ea plassen, waut Ju «doet Omtrent de verduistering in de Bredasche Bank van Leening wordt aan De Tijd geschreven, dat er vier borgen zijn, tot een gezamenlijk bedrag van f 12,000. Van verifi catie der beleende goederen schijnt nooit sprake te zijn geweest, en van de laatste f 25,000, door de gemeente aan de Bank voorgeschoten, is nooit rente betaald. De borgen moeten besloten hebben, als zij aangesproken worden, niet te betalen, maar een proces af te wachten. Waarschijnlijk zullen zij zich dan beroepen op het niet uitoefenen der contróle van gemeentewege en trachten de gemeente wegens deze nalatigheid voor het geleden verlies te doen aansprakelijk stellen. Bij de jl. Maandag te Aartswoud gehouden hard draverij, die door het prachtigste weder begunstigd werd en waaraan door 12 paarden werd deelgenomen, is de 1ste prijs behaald door het paard Marie, eigenaar de heer Jb. Vel, berijder K. Vel Jbz.de 2de prijs door Snip, eigenaar de heer Jn. Vel, berijder Jb. Vel Jz.de 1ste premie door De Deugd, eigenaar de heer KI. Glas, berijder A. Zweet, en de 2ae premie door Imma, eigenaar de heer Jn. Vel, berijder Gt. Vel. Te Apeldoorn zijn door een der voornaamste slagers de prijzen van het vleesch opnieuw met 10 cents per kilogram afgeslagen. Men koopt het daar nu reeds voor 50 en 60 cents per kilogram, zoodat ddar althans niet enkel de slager, maar ook het publiek profiteert van de zeer lage veeprijzen. In eene jl. Maandag te Amsterdam door de hoofd commissie voor de in 1887 te houden Tentoonstelling van voedingsmiddelen belegde vergadering, is het plan door den voorzitter, den heer Bergsma, toegelicht en zijn ver schillende commissiën voor verdere voorbereiding benoemd. De verzending van oesters te Bergen-op-Zoom begint reeds druk te worden. De prijs voor de grootste soorten is f 55 k f 60. De schrijver der Haagsche Kroniek in de N. Gr. Ct. zegt: „Zooals ik u gemeld heb is Doméla Nieuwenhuis in cassatie gekomen van het veroordeelend arrest van het Hof te 's Hage. Een mijner vrienden, die hem, als oud academievriend, over zijn proces sprak, antwoordde hij, dat hij zich over den afloop geenerlei illusiën maakte; hij kwam in cassatie, nu ja, omdat het geen nadeel kon doen, do fijne wasch thuis" en daar de familie Darling geen „volle meid" kan houden, en zich met een onhandig „dagmeisje" behelpt, moet Ju natuurlijk koken en velerlei grof werk verrichten. Ju's voeten schijnen ook niet zoo klein als die harer zuster, want ze zijn in oude, menigmaal gelapte pantoffels geborgen kortom, Ju's geheele persoontje is alles behalve élégant en, als men aan de spraak niet kon hooren, dat Ju een geboren dame was, zou men het aan haar toilet, enz. zeker niet zeggen. Ver gelijk dit toilet eens met dat van Dorine! Zie, het blondinetje sicekt haar voetjes uit en ge ziet de fijnste chevreau-bottines van Berenbak (op de Plaats) en even fijne witte kousen, terwijl Ju zwarten wollen kousen draagt, die zij zelve gebreid heeft. Dorine's „bleu-gendarme robe princesse" is van 't fijnste thibct, met echt fluweel gegarneerd. Dorine draagt geen zwarten moiré onderrok, zooals Ju; zij heeft witte, keurig gestreken „jupes" aan, even lang als haar japon, en de „balayeuse" in die japon, is een kunstwerk, aan Ju's nijvere (winter) handen verschuldigd. De witte tullen „ruches" die Dorine's blank halsje en polsen zoo sierlyk omgeven, zijn Ju's werk. Zij zelve draagt zulke sieraden alleen bij plechtige gelegenheden; maar Dorine, die eiken dag de deur uit moet, moet ook altijd „als een echte dame te voorschijn komen, meent Ju. Daarom, en om hare groote liefde voor haar mooi zusje, vindt Ju nooit, dat ze iets te veel doet voor haar; ja, als zij meende, dat haar zwart wollen doekje Dorine's schoonheid beter zou doen uitkomen, zou ze 't zeker van haar hals afnemen, om het haar zusje af te staan. Daarom is Ju's toilet altijd tot het allereenvoudigste en hoognoodige beperkt, terwijl Dorine, „ze kan er niets aan doen, Ma en Ju willen het nu eenmaal zoo," altijd even élégant en modieus gekleed is. „Ma" heeft bovendien niet veel noodigflanel, wollen doeken en zulk goed; ze gaat zelden of nooit uit, en als Ju eens een enkelen keer de deur uitkomt, draagt ze Ma's oude kleeren, een weinig veranderd, maar toch ouderwetsch (van voor aeht jaren!) en „ouwelyk!" Ju deukt er niet aan, over dien stand van zaken te klagen; hemel, neen! Ze vindt het zeer natuurlijk; ware het anders, zij zou het niet begrijpen. Nu wij de drie dames aldus hebben voorgesteld (zonder hare permissie) kunnen we even goed blijven luisteren naar den inhoud van den brief dien Dorine voorleest. Inleiding en voorwoord van dit schrijven kunnen weggelaten worden; we zullen slechts weergeven, wat het belangrijkste is voor de familie Darling. „O, lieve Mina, (zoo heet Mevr. Darling) je weet niet hoe treurig het bij ons in huis is, sedert ons lief kind ons verlaten heeft. Ach, eiken dag, elk oogenblik denken we aan haar, en wij betreuren haar verlies nog even zeer, als toon ze pas stierf. En 't is ook zoo eenzaam voor mij! Ge weet, dat de jongens weinig thuis blijven, en Karei schijnt zijn troost te zoeken in zijn zaken; zelden of ooit houdt hy mij gezelschap, zoodat ik doorgaans alleen zit. Lieve zuster, stel u eens voor welk een treurig leven dat is voor mij; ge zult het zeker wel kunnen begrijpen eu daarom durf ik ook voor den dag te komen met een voorstel, dat ik met Karei besproken heb, en dat hij zeer goed keurt. Naar al wat ge me schrijft van uwe benarde positie, geloof ik ook wel, dat mijn voorstel u aannemelijk zal voorkomen, daar het toch strekken zou om u van een deel uwer zorgen te bevryden." (Vervolg op pag. 4.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1