laste gelegd valsclilieid in een onderliandsch geschrift, de tweede liet des bewust gebruik maken van het valsche stuk. Laatstgenoemde was den 2 Juni 11. in 't bezit van een bon, hem verstrekt door de afdeeling Rotterdam van het Genoot schap tot zedelijke verbetering van gevangenen en onder teekend door den cipier der gevangenis, waarop hij gedurende 3 dagen kost en inwoning kon bekomen in het logement „Ons Genoegen/ Lombardstraat te Rotterdam. De eerste beschuldigde had voor zijn kameraad den bon vervalscht en aan de eene zijde het aantal dagen in 23, en aan den anderen kant het adres van het logement „Ons Genoegen" veranderd in: „bij vrouw Yan Yeen, Leeuwenlaan." Op dat vervalschte stuk verbleef de tweede beschuldigde ten huize van genoemde vrouw tot 19 Juni, zonder dat zij eenige betaling bekwam. De eerste beschuldigde bekende den bon te hebben vervalscht om zijn kameraad, die hem zoo dikwijls met andere bons had geholpen, genoegen te doen, terwijl de tweede voor de gebruikmaking er van opgaf, dat hij niet gesteld was op onaangenaam gezelschap, waarmede hij in „Ons Genoegen" zou kunnen kennis maken. Advocaat-generaal rar. Bijleveld, die de feiten volkomen bewezen achtte, eischte voor eiken beschuldigde 8 maanden gevangenisstraf. De verdediger jhr. mr. Von Weiier wees het Hof op eenige verzachtende omstandigheden en beval zijn cliënten voor een lichte straf den Hove aan. Naar men meldt, heeft de reis van den heer Granet, minister voor het Post- en Telegraaf wezen in Frankrijk, naar Brussel, ten doel: het instellen van een telefoondienst, niet slechts tusschen Parijs en Brussel, maar waarmede tevens Amsterdam, Hamburg, Berlijn en Londen verbonden zouden worden. De medewerking der verschil lende Regeeringen is reeds toegezegd. De Maatschappij van Weldadigheid wenscht, wanneer zij daarvoor voldoende middelen bekomen kan, naast de tuinbouwschool een boschbouwscliool op te richten. Om een eersten steen daartoe bij te dragen, zal ten voordeele dier school bij de firma L. E. Bosch en Zoon te Utrecht tegen den prijs van f 1.50 worden uitgegeven een werkje, getiteldDe ontginning onzer heidevelden, door M. Brinkgreve. Het zal, naast eenige algemeene denkbeelden omtrent de hei ontginning, een beschrijving bevatten van ontginningen, die reeds hebben plaats gehad en van de daarmede verkregen uitkomsten. Men mag vertrouwen dat het werkje veel koopers zal vinden, niet alleen onder hen die bij onze heideontginningen belang hebben, maar ook inzonderheid onder degenen die de boschcultuur bevorderen en een behoorlijke opleiding van onze tuinlieden daarvoor willen in de hand werken. Wenschelijk mag het geacht worden dat in een streek, die zich zoo uitmuntend voor boschbouw leent, naast de door Van Swieten in 't leven geroepen tuinbouwschool spoedig een boschbouwschool moge verrijzen. Een piano-onderwijzeres uit Leiden stond jl. Donderdag voor de Rechtbank te 's Hage terecht, beschuldigd van diefstal. De juffrouw gaf onderwijs in het pianospel ten hnize van eene Leidsche familie, en zou gedurende een der les uren een gouden ring met diamanten steen uit eene kamer hebben weggenomen en aan den vinger gedragen, tot op den dag dat het vermiste sieraad aan hare hand terugge vonden werd. liet feit dat de ring in haar bezit werd gevonden, ge- ruimen tijd na de verdwijning uit de woning, kon zij niet loochenen, maar onder een stortvloed van tranen, en voor zoover zij spreken kon, verzekerde zij niet te weten, hoe eigenlijk de ring van de plaats waar hij lag, aan haren vinger was gekomen. Hoeveel vragen haar daaromtrent ook door de rechters gesteld werden, de beweegreden voor den te laste gelegden diefstal bleef met een dichten sluier omhuld. Het O. M. haar voor de daderes houdende, vorderde ééne maand gevangenisstraf. De heer Heldt en zijne echtgenoote hebben van een onbekende de beschikking over een belangrijk sommetje ontvangen, om een Sint-Nicolaasfeest voor kinderen te geven. In de eerste plaats zullen de kinderen der leden van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond in aanmer king komen. Als eene zeldzaamheid kan gemeld worden, dat op 4 dezer te Vlaardingen eenige jongens, om zich" wat op te frisschen, hebben gezwommen. Omtrent den herbouw van het ICurhaus te Scheve- vingen verneemt men de volgende bijzonderheden: „Zoodra men met de opruiming der overblijfselen van de ruïne gereed is en met de slooping van hetgeen daarvan niet kan blijven staan, wordt met den herbouw aange vangen, volgens een gewijzigd plan, naar de oorspronkelijke bestekken. Behalve tal van verbeteringen, door de ervaring aan de hand gedaan, bestaan de voornaamste wijzigingen hierin, dat de kurzaal thans zooveel mogelijk op zich zelve komt te staan, in stede van omringd te worden door logeer kamers. Hierdoor komen in dit centraal punt 24 kamers te vervallen. Dikke steenen brandvrije muren zullen die zaal van de beide hötelvleugels afscheiden en slechts enkele hoogst noodige gemeenschapsgangen zullen worden gemaakt. Hierdoor beoogt men voornamelijk, te verkrijgen, dat bij onverhoopte rampen, in welk deel van het gebouw ook, de brand daartoe zal kunnen worden beperkt. Verder zal de koepel zeven meter hooger en ook spitser worden opgetrokken, terwijl de kroonlijst eveneens zal worden verhoogd. De slooping is niet op de gebruikelijke wijze gegund, met het oog op hetgeen van waarde onder de puinhoopen mocht worden te voorschijn gehaald. Daartoe is ook de surveillance der politie vermeerderd. Tot dusver bepaalt zich hetgeen gevonden is tot luttele zaken, nl. een f 40 aan geld en verder eenige kostbaarheden, als ringen en andere lijfsieraden, overblijfselen van koffers en muziek instrumenten." Een naspel van het proces-Vlug. Twee per sonen te Leiderdorp waren het met elkander niet eens over den afloop van het rechtsgeding tegen ds. Vlug. De een vond dien afloop juist naar behooren, de ander meende, dat de predikant volkomen verdiend had eenige weken in de gevangenis door te brengen. Hierover eerst woorden, toen handtastelijkheden, alles zonder overeenstemming. Het slot was, dat de eerste met ongeschokte overtuiging, maar... met bloedend gelaat en gezwollen oog het Raadhuis ging opzoeken om proces-verbaal te doen opmaken. VRAGEN VAN DEN DAG. Populair Tijdschrift, ondor hoofdredactie van Dr. II. BLINK cn A. WINKLER PRINS. Prijs per jaargang van 12 maandelijksche afleveringen f 3.90. Inhoud van de zesde aflevering: 1. F. W. Westerouen van Meeleren. Tentoonstellingen. 2. Dr. II. Blink. De Boelgaren en de Oostersche Quaeslie. 3. D. Aitton. Duitsche Koloniën. 4. Dr. H. Van de Stadt. In en boven de wolken. 5. M. Henriquez Pimentel. Geest on Stof. 6. Een en ander over Cocaïne. 7. Afwijkingen van het schietlood aan de Zuidkust van Frankryk. 8. Vraagbus: Voedingswaarde van paardenvloesch. Psychro meters. Zodiacaallioht. Zonsondergang. Stijgen der zon. Tocht, staal en bliksem. Salpeter in kaas. Vliegen verdrijven. Milt. Staat en Ryk. Minister van Staat. Heiligo kruis. Hart onder den riem. Biecht. Strandvonderij. Alcohol. Tabak. Albino. Notaris, makelaar, enz. Kolonie en bezitting. 9. Politiek overzicht (24 Augustus24 September). 10. Feuilleton: Mej. J. E. Winkler Prins, 't Kan verkeeren. Brieven uit de hoofdstad. 7 Octobcr. Met het oog op den aanstaanden winter zijn do vooruitzichten van den werkman hier nog steeds zeer ongunstig. En de hoop dat de werking der voor eenige weken geopende Arbeidsbeurs daarin eene aanvankelijke verbetering zou brengen, heeft zich tot dusver niet verwezenlijkt. Veeleer zou men, hoe onaangenaam het ook zij, tot de gevolgtrekking moeten komen, dat deze in richting tamelijk wel als mislukt is te bcschouwon cn deze planting van vreemden bodem in ons land niet tieren wil. De werking dezer Arbeidsbeurs heeft reeds nu, zóó kort na de opening, geen beteekenis meer. Gedurende de eerste dagen bedroeg het aantal ingeschreven sollicitanten om werk circa 150, het aantnl werkgevers, die arbeiders aanvroegen, was echter gelijk nul. Dat cijfer der werkvolk-vragende patroons was al ontmoedigend; lager kon hot niet, en het is tot nog toe ook nooit hooger dan 3 of 4 gestegen. Gedurende deze week is het reeds weder tot het nulpunt gedaald. Ook in het aantal der werkzoekenden, die zich in de registers der Arbeidsbeurs laten inschrijven, kwam al zeer spoedig, reeds een paar dagen na de opening, een belangrijke daling. Was het in den beginne plus minus 150, spoedig kromp dit aantal in tot 50, 30 en 20, ja thans is liet reeds zoover gekomen, dat er zich niet meer dan 11 of 12 per dag aanmelden. En dat in een stad, waar hon derden bij honderden tevergeefs naar werk omzien Te verwonderen is die slechte opkomst van werkzoekenden echter niet, nu er, wegens het uitblyven van aanvragen, toch weinig of geen hoop bestaat, om door bemiddeling van de Arbeids beurs kans op plaatsing bij een patroon te bekomen. Men kan redelijkerwijze den werkman, die vergeefsche pogingen aanwendt om hier of daar geplaatst te worden, niet het verwijt toevoegen waarom meldt gij u niet bij de Arbeidsbeurs aan? wijl daar toch niemand opdaagt, die van zijne diensten gebruik begeert te maken. De wcrkcloozen halen minachtend de schouders op en zien u met hun eigenaardig, typisch glimlachje aan, als gij hun van de Arbeidsbeurs spreekt. „Dat's wcêr zoo'n uitvinding van de groote heeren," zeggen zij dan min of meer spottend: „heel mooi en goed op het papier, maar waar je in de werkelijkheid geen stap verder mcê komt!" En onze goede werkman, kort zichtig als hij op sommige punten nu eenmaal is, meent opnieuw een gegronde reden te hebben om zich over de onnoozelheid en het gemis aan practischc ervaring bij die „groote heeren" te ergeren. Doch ligt de schuld dan aan de werkgevers? Blijven die in gebreke, van de registers der Arbeidsbeurs gebruik te maken tot het in dienst nemen van het door hen benoodigdo werkvolk? Bestaat er by hen een parti-pris om deze nieuwigheid eens zoo gauw mogelijk den kop in te drukken? Op al die vragen kan het antwoord zoo beslist mogelijk ontkennend luiden. Zij zien de voordeelen van zulk een Arbeidsbeurs te duidelijk in, om haar niet zooveel mogelijk door hunne medewerking te steunen. Maar de bazen, werkgevers en aannemers, worden dag aan dag zoo overstroomd met aanbiedingen en verzoeken van leegloopendo arbeiders, dot zy de hand slechts hebben uit te steken om er aan iederen vinger een te hebben. En bovendien ontvangen zy dan nog voortdurend van goede vrienden en bekenden de wel willende aansporing, om aan dezen of genen protégé eens te denken, als er een plaatsje open is. Een plaatsje open?.... Als er één man om de een of andere reden ontslagen wordt, staan er dadelijk vijftig gereed om zijne plaats in te nemen. Het groote gebrek aan werk is dus de eenige oorzaak, waarom deze zoo goed georganiseerde inrichting totaal dreigt te mislukken. De bedenking is geopperd, of de Arbeidsbeurs wel genoegzame bekendheid heeft verkregen onder den ambachtsstand, vooral onder die soort van werklieden, die geen couranten lezen. Doch dit bezwaar houdt geen steek, want vooreerst is het aantal werk lui, die nooit eens een nieuwsblad in handen nemen, thans al bijzonder klein, en ten andere zou de inrichting zich ook onder dezulken toch wel naam gemaakt hebben, indien zij werkelijk gunstig op hunne belangen gewerkt had. Waren de aanvragen der patroons wat talrijker geweest, men zou eens gezien hebben welk een stroom van aanbiedingen er uit den werkmansstand gekomen ware! Doch nu deze uitblijven, beginnen ook de werk lui de zoo hooggeroemde Arbeidsbeurs links te laten liggen. Men kan dus aan geen der betrokken partijen de schuld der misluk king geven. En evenmin aan de oprichters. Deze lieten zich leiden door de voorloopig gunstige werking van dergelijke in richtingen te Berlyn, Brussel en elders, en hadden goede hoop dat zij ook hier tot dc gewenschte gevolgen zou leiden. Dat die hoop zich tot dusver niet verwezenlijkt heeft cn zich waar schijnlijk ook nooit verwezenlijken zal is zeer te betreuren en levert op nieuw een even welsprekend als bedroevend bewijs, hoe zelfs de bestbedoelde pogingen om de sociale quaestie een schrede nader tot hare oplossing te brengen, letterlijk met machte loosheid en onvruchtbaarheid geslagen zijn. Dank en hulde dus aan de mannen, die nog altijd den moed en de geestkracht hebben om in zulke pogingen te blijven volharden Met gelyke volharding al verdient zij meer onze verbazing dan bewondering hebben de heer Lhoste en zyn staf hier de serie hunner luchtreizen volbracht. Het „eind goed, al goed" was op die tochten door het luchtruim verre van toepasselijk, en nu de reizigers zoo bij herhaling met zeewater in aanraking zijn gekomen, zal de lust tot „meegaan" onder het publiek wel merkelijk bekoeld zijn. Wij zijn voor het oogenblik nu voldoende verzadigd van het schouwspel, dat op het laatst een manie begon te worden cn in een der kleine schouwburgen zelfs aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan van een blijspel„De zonderlinge luchtreizen van een huisbaas." Of de huisbaas, al luchtreizende op de maan komt en daar afstapt, zou ik niet kunnen zeggen, daar ik het stuk nog niet gezien heb. Onmogelijk is het echter niet, dat de schrijver dezen afloop aan zijne zeer actuè'ole schep ping gegeven heeft, en daarmeê voldoening heeft verschaft aan menig gemoed, dat in deze kwade dagen alle huisbazen en corps naar de maan wenscht. Op oneindig degelijker en ernstiger gebied toont ook de grijze, maar nog altijd wakkere theater-directeur Van Lier met zijn tijd mede te gaan en den smaak van het echte kunstminnende publiek te bevredigen, door een man van onovertroffen genie als Ernst Possart wcêr in zijn schouwburg te doen optreden. Hoe levendig stond de indruk van zijn weergaloos spel ons nog uit den afgeloopen winter voor den geest en alweder is ons de gelegen heid geboden om ons aan zijne heerlijke gaven te verkwikken. Met een gejuich van hulde en bewondering alsof het de verschijning van oen geliefd Vorst gold, begroette het talrijke publiek do wederkomst van dezen koning der tooncclkuustcnaars. Hij kwam hij speelde, en beiden, kunstenaar en publiek, waren voor elkafir weer dezelfden van vroeger: goede, vertrouwde vrienden, die weten wat zij aan elkaar hebben en elkander weten to waar deer cn. Al kan men Possart cn den magnetiseur Donato niet iu een jaar samen noemen, ik blyf toch op tooneelgebied door van den laatste spreken, die heden avond in den Stads-Schouwburg op liet Leidscheplein een seance geeft, daar de andere zalen hem te klein zijn. Na do luchtballons de vertooningen van Donato, heel Amsterdam is er vol van. Het loopt storm naar den man, die in hoogo mate de kunst verstaat om een ander naar zijne pijpen te laten dansen! En dc doctoren, geërgerd over liet succes van dezen pseudo- of semi-wetenschappclykcn Franschman, dragen koren op zijn molen door in de kranten tegen hora te waarschuwen en hem uit te maken voor een kwakzalver. Alsof monsieur Donato zicli daarom bekommeren zal, mits hij slechts zijn beurs zalft! Men laat hem hier tot dusver ongehinderd zyn gang gaan, aan liet gezond verstand van oud en jong overlatende of zij zich aan de „proefnemingen" van den magnetiseur willen wagen En waarom zou men hem ook, als in Den Haag, zijn biologische toeren verbieden? Is liet biologeeren hier niet aan de orde van den dag, en beoefent een ieder die moderne kunst niet met meer of minder succès? Biologecrcn de luidjes elkaar niet met mooio woorden, vrome praatjes, zoete woordekens van would-be liefde en trouw, prachtige toiletten, kunstmatige bekoorlijkheden cn „vormen," veelbelovende prospectussen van gewaagde ondernemin gen, weelderige levenswijze, schitterende feesten, cn wat niet al Weet dc sterke van geest zijn invloed niet op den zwakkeren broeder te doen gelden tot hij hem gewillig cn blindelings volgt waarheen hij hem hebben wil? Weten de toongeefsters der mode haar scepter niet zoo behendig te zwaaien, dat negentig percent van het schoonc geslacht er totaal door gebiologeerd wordt en de onzinnigste uitwassen vereert als het toppunt van smaak en éle- gance? Weet menig socialistisch jvolksmenner door sluwe ver draaiing van feiten en het handig dooreenmengen van waarheid en verdichting zijn arme, beklagenswaardige hoorders niet te biologeeren totdat zij hals over kop in hun verderf loopen, als een koe in dc vlammen, cn bun slechten raadsman ten slotte nog als hun Messias huldigen? Wat Donato doet, is daarbij slechts kinderspel. Er zijn hier vrij wat gevaarlijker biologen, die men toch ongehinderd laat begaan I Amstolaar. P.S. Na het schrijven van liet bovenstaande verneem ik, dat monsieur Donato heden avond in Odcon zal optreden, omdat de SlarLischomvburi/ liera geweigerd is. Die reclame ontbrak er nog maar aan! Donato kan tevreden zijn. Staten-Generaal. E n u c c betreffende ilcn arbeid. Blijkens bet Voorloopig Verslag werd by het afdeelingsonder- zoek van het voorstel van den heer Goeman Borgesius en tien andere leden, tot het houden van ccn onderzoek naar het vraag stuk van den maatschappclykcn arbeid, door sommige leden ge waarschuwd tegen dezen eersten stap tot uitbreiding van Staats zorg ten aanzien van den maatschappclykcn arbeid, en was hun, bij gebreke van groote middelpunten van nijverheid, de nood zakelijkheid van inmenging der overheid in de verhouding tus schen werkgevers cn arbeiders niet gebleken, gezwegen nog van de vrees, dat een onderzoek by arbeiders overdreven verwach tingen zou opwekken. De meeste leden evenwel verlangden een onderzoek, o. a. op de volgende grondenTal van voorstellingen, die onder dc arbeiders ontevredenheid en onredelijke cischcn kwecken, zouden ongegrond blijkendo arbeiders zouden inzien, dat de Vertegenwoordiging niet schroomt maatschappelijke toestanden en misbruiken by den arbeid te onderzoeken; ook buiten dc centra van nijverheid werden gebrekkige toestanden gevonden en do enquête zou de zoo gewenschte gegevens omtrent Nederlandsche toestanden, wier gemis een goede regeling van den kinderarbeid in den weg stond, leveren. Een aantal leden meenden, dat de omstandigheden niet gunstig waren, en de tijd te kort zou zijn voor liet houden dezer enquête, terwijl zy ccn bezwaar zagen in de onmogelijkheid voor de Com missie, gebonden als zij is door do wet, zich te kunnen ver plaatsen naar dc fabrieken en werkplaatsen. Daarom wenschtcn deze leden met het onderzoek belast te zion een Staatscommissie, die oneindig beter in de gelegenheid is inlichtingen over feitelijke toestanden te verkrijgen. Mochten do ingezetenen zich dan niet vrijwillig tot het verstrekken van gegevens aanbieden, dan zou daarin to voorzien zijn door de Staatscommissie dezelfde macht te geven, waarmede een parle mentaire commissie is toegerust. Vele andere leden geloofden daarentegen dat het onderzoek gevoeglijk binnen een paar maanden kon nfloopen, zagen in een Kamer-commissie grootere waar borgen voor een onpartijdig onderzoek en hadden bezwaar tegen het toerusten van een Staatscommissie met een voor de inge zetenen hoogst bezwarende macht als de verplichting tot het afleggen van getuigenis. De voorstellers werden van vele kanten nog tot nadere uiteen zetting hunner bedoelingen uitgenoodigd. Men wilde weten of de enquête zou loopen over den arbeid van gehuwde vrouwen en den Zondags-arbeid. Verscheidene leden wilden het onderzoek, in den geest van het mandaat van commisiën in Engeland, Duitschland en België tot de loonen en werkuren, den toestand van den industrieelen arbeid en de verbetering van het lot der arbeidende klassen uitgestrekt zien. Anderen wenschtcn het landbouwbedrijf uitdrukkolyk van de enquête uit te zonderen. Het centrale bestuur van het Algemeen Nederlandsch "Werk liedenverbond B. II. Heldt, voorzitter; J. Weelink, secretaris Th, C. Lasthuijzen, penningmeester; Th. De Roth, vice-voorzitter (Rotterdam); T. Snel Hz., 2de secretaris; A. J. C. Kampmeijcr, 2do penningmeester; C. II. Kouw (Leiden), Th. Postma (Leeu warden) heeft zich tot zijne landgenooten gewend met een verzoek om medewerking ter leniging der ellende door werkeloos heid. In dat stuk komt o. a. het volgende voor: Dc algemeene druk, die tengevolge der voortdurende werkeloos heid heerscht onder hen, wier eenig middel van bestaan in handenarbeid is gelegen, wordt met den dag grootcr en vereischt dringend, dat daarop bij herhaling de aandacht wordt gevestigd. Het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, dat er als arbeidersbeweging het naast aan toe is, op het vraagstuk der werkeloosheid als een der ernstigste verschijnselen van onzen tijd de aandacht te vestigen, doet een beroep op allen, die kunnen medewerken om, in het belang van volk en land, of dc oorzaken er van te voorkomen, of de treurige offers, die zij vordert, te verminderen en de gevolgen voor die ongelukkigen te lenigen en te verzachten. Evenredig groot aan den omvang en den duur der werkloosheid, die in toenemende mate zoovele onschuldige slachtoffers voegt by die, welke zij reeds tot den bedelstaf heeft gebracht, is de nood, do ontbering, het lijden van duizenden gezinnen, die door geboorte en opvoeding op zich zelf rcods moeten geacht worden to be hooren tot de misdeelen aan den fecstdisch des levens. De ongezochte aanraking met velen dezer rampspoedigen hoeft in de jongste wintertijden, in verschillende plaatsen van ons land toestanden aan het licht gebracht, die het hart van elk wel denkende met verontwaardiging en deernis vervullentoestanden, waarvan het lijdelijk dulden on dragen de hoogste verwondering evenzeer heeft gaande gemaakt als ze tot de onderstelling hebben aanleiding gegeven, dat zo niet zouden worden aangetroffen bij algemeene kennismaking mot do feiten, en indien het besef van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2