HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1886. N°, 125. Zondag 17 October. Jaargang 44. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. EEN LIEF BLONDINETJE. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Grooto letters naar plnatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. De BURGEMEESTER der gemeente Helder maakt bij deze aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat de patenten van het 1 tte kwartaalskohierdienst 1886/87, aan de Secretarie der gemeente te bekomen zijn, van Maandag 18 Octobertot en met Dinsdag 26 October 1886, van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren, den invallenden Zondag uitgezonderd. Patenten, die niet worden afgehaald, worden, overeenkomstig de wet, tegen betaling van 10 cents door den Deurwaarder bezorgd. Helder, 14 October 1886. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder brengen ter openbare kennis, dat het Eerste Suppletoir Kohier van den Hoofdelijken Omslagdienstjaar 1886, door Heeren Gedepu teerde Staten dezer provincie, bij besluit van den 7 dezer, is goedgekeurd, en heden in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd. Helder, 13 October 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Binnenland. fHet Noorden" deelt de volgende staaltjes mede van bevoordeeling van den vreemdeling boven den landgenoot. De heer K. E. Peschman, fokker van Poland-Chinavarkens te Groningen, kan een fokbigge in mand niet anders ver zenden naar Beverwijk dan per goederentrein voor f 13.60, en dan moet het dier 3 dagen, zegge drie dagen, onderweg zijn, of per personentrein voor f 41.90 in den tijd van omstreeks elf uren. De buitenlanders kunnen daarentegen zulk een dier als bestelgoed verzenden. Nog een voorbeeld Een pakje zaad van 250 gram j kilo) van Duitschland naar Batavia kost 15 cents, terwijl dit van uit Nederland slechts als brief kan verzonden worden, voor een bagatel van f 4.25. Het Gerechtshof te 's Hage veroordeelde jl. Donderdag C. A. S., zeeman te 's Hage en W. O., koffiehuis-bediende te Helder, ter zake van: de eerste, valschheid in een bon, afgegeven aan den tweeden door de afdeeling Rotterdam van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen en de tweede, het des bewust gebruik maken van het valsche stuk, den eerste tot 5 en den tweede tot 6 maanden gevangenisstraf. 6) Door Mevr. M. C. FRANK. De Rechtbank gaf jl. Donderdag nog geen eindvonnis in de zaak van de piano-onderwijzeres te Leiden, beklaagd van diefstal van een diamanten ring uit de woning waar zij les gaf. In verband met den toestand van overspanning, waarin zij ter terechtzitting verkeerde, haar overigens gunstige bekendheid in de stad van haar inwoning en het feit, dat zij zich met den ring aan de hand vertoonde in de woning van den commissaris van politie, waar zij les gaf, heeft de Rechtbank een nader onderzoek bevolen. Dit zal plaats hebben op Maandag a. s. waarbij als getuigen zullen worden gehoord de heeren Yan Maaren, commissaris van politie te Leiden en dr. Donkersloot, als deskundige. De Vereeniging De Unie, „een school met den bijbel/ vergaderde jl. Donderdag in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht. Ruim tweehonderd personen waren aanwezig, waaronder zes-en-zeventig afgevaardigden. Het jaarverslag over 1885 werd vastgesteld en goedgekeurd. Onder de mededeelingen door den voorzitter gedaan, was ook deze, dat de termijn voor het inleveren van de prijs vraag was verlengd. Uit de mededeelingen van den secre taris bleek, dat de Uniecollecte dit jaar als voortreffelijk geslaagd kan worden beschouwdbehalve de reeds verant woorde giften tot een bedrag van ruim f 100,000, zijn nog ongeveer f 6000 te verwachten. Ook de penningmeester kon een blijmoeaigen toon aanslaan bij het verstrekken zijner inlichtingen. Voor de pauze werden de vier eerste punten der agenda behandeld. Bij de op jl. Woensdag te Vlieland gehouden ver kiezing van een lid voor den Gemeenteraad werden uitge bracht 38 stemmen. Hiervan verkregen de heeren: A. K. M. Hartog 23, D. Den Hartog 8, E. Van Bochoven 6 stemmen en C. E. Molenaar 1 stem, zoodat gekozen is de heer A. K. M. Hartog. Het voornemen om eene kookschool te 's Hage op te richten, zal thans werkelijk tot uitvoering worden gebracht. Het bestuur, uit dames en heeren samengesteld, heeft zich geconstitueerd, en de statuten der Vereeniging zullen weldra in druk verschijnen. Naar men verneemt, is de Regeering voornemens de officieren van gezondheid 1ste klasse bij de zeemacht W. Schutte en W. F. Meijboom, en de officier van gezond heid 2de klasse bij de landmacht M. Straub naar Berlijn te zenden, ten einde zich aldaar in het laboratorium van professor Koch practisch te bekwamen in de bacterio logie. (N. Rott. Crt. Nu was zij beslist; wie zou den armen jongen meêdeelen, dat Dorine „uitgezonden" werd, dat er een einde moest komen aan zijne liefde althans aan de aanspraken, die hij maakte op Dorine's liefde? Zij dacht er licht genoeg over; zij zou weldra getroost zijn over 't afscheid van allen die haar lief waren; zij ging immers het geluk tegemoet Zeker, zij zou zich wel gelukkig voelen in tante's rijke woning, omringd door al wat het leven kan veraangenamen. Maar zij, die achterbleven! Ze zouden er niet felukkiger door worden; en toch, tante Betsy meende hen te elpen. Oom Dorus beschouwde het als eene uitkomst voor 't verarmde gezin! Wat ging het toch vreemd toe in de wereld! Om éón mensch gelukkig te maken, moesten er drie lijden. Dorine zou gelukkig en tevreden genoeg levenhare moeder, hare zuster en de jonkman, die haar zoo innig beminde, zouden daar entegen treurend en wanhopig achterblijven. „En dat alles voor ons bestwilHemel, 't is misschien ondank baar, dat ik het durf denken; maar wat wordt ons toch al niet aangedaan om ons bestwil peinsde Ju. De slapenden bleven slapen; 't was het beste wat zij doen konden, had oom Dorus gemeend; als zij ontwaakten zou de zenuwachtigheid wel bedaard, de droefheid getemperd zyn. Ju moest haar maar terstond weêr een flink glas portwijn ingeven dat zou meer baten dan alle mogelijke pillen, poeiers en droppels „De wijn verheugt des menschen hart/ zei Oom den Psalmist na; en toen Ju eenigszins bezorgd de reeds half leêge flesch aanzag, met de gedachte, dat dit de eenige en alleen voor de zieke bestemd was, had Oom Dorus, luidruchtig goedhartig als altijd, Ju gedwongen zelve ook een glas te ledigen, met de belofte, dat hij morgen wel voor nieuwen voorraad zorg zou dragen. Ju bleef in de keuken zitten, bij 't fornuis, waarin ze het eten warm hield; haar strijkgoed was gereed; ze wilde niet in de huiskamer gaan, om de kachel op te stoken en licht aan te steken, uit vrees, dat zij Dorine zou wekken. Ze nam het brei werk, dat zij altijd, ook in de keuken, bij de hand had, zette zich in 't hoekje naast den haard, en begon te breien, zoo ijverig, alsof zij al hare droeve gedachten, haar groote teleurstelling, al haar leed wilde wegbreien in die ééne lange, wollen kous. Langzamerhand echter bewogen de naalden zich minder haastig, Ju's nijvere handen zonken op haar schoot neêr; onwillekeurig legde zij den eenen arm op de tafel en liet daar het hoofd op rusten. Was het de diepe stilte en de duisternis, die in 't heele huis heerschten, was het ontspanning na de gemoedsbewegingen van den dag, of was 't doodeenvoudig de schuld van den wijn, een ongewone drank voor Ju, maar weldra viel zy in zulk een vasten slaap, als lag ze in haar bed. Ze moest lang geslapen hebben, meende zij, toen zij huiverend ontwaakte, want het vuur was geheel uit, en er waren sterren aan de lucht. Ze had juist gedroomd dat zij op reis ging naar Indie; zy hoorde een bel luiden; dat moest wel de bel der De verzending van rundvee uit Friesland naar Duitsch land blijft aanhouden. Jl. Woensdag vertrok per extra-trein weder eene bezending van ruim 300 stuks, aangekocht door de firma L. en V. Israëls te Weenen. Het waren puike soorten. Men schrijft aan de Leidsche Crt.: „Hebben de heeren courantiers storing in den dampkring verwacht en daarbij de zwaluwen betrokken, hoe gemak kelijk valt het dan te bewijzen dat veler natuurbeschouwing binnenskamers gehouden wordt. Eerst waren de spreeuwen naar verre landen afgereisd, maar dat wisten bij kruit en lood! de tuinders wel beter. Daarna volgden de zwaluwen, maar toch pas de vorige week en onder de gewone omstandigheden. Het was doodeenvoudig tijd om te gaan, evenals het dan tijd wordt, dat de vink in het hout valt, pimpels en meezen fluiten en het roodborstje begint te zingen. Eerlang komen de sijsjes ook, die op de rijpe zaden van den els neerstrijken. Zoo wisselen de jaargetijden met het komen en gaan der vogelen af, die echter evenmin zomer of winter brengen als dezen mede- nemen. Begint het te winteren, dan trekken de sijsjes af naar de duinstreken; breekt het voorjaar aan, dan vertoont zich de leeuwrik met blij geschal op zijn zootje, en dan komt de lijster in het hout aardige deuntjes fluiten. Ook de kievit, die om zijn eieren wel het meest geliefd wordt, fladdert welhaast over het groenende weiland. Wat later volgt de nachtegaal, wiens gezang nooit te versmaden is, en eindelijk keert de zwaluw uit het verre Zuiden terug. Dan staat de zon reeds in de Tweelingen; de natuur herleeft met blad en bloem willen we hopen groei en bloei zijn aangebroken en het loopt al mooi naar Juni. Op den ooievaar valt geen pijl te trekken. Hij komt van den Nijl in Maart, soms vroeger, aanzetten en vindt zich teleurgesteld door ijs en sneeuw. Het sterkste bewijs gaf hiervan dit voorjaar. Op het hard bevroren weiland was niets te halen, de slooten lagen dicht, de schepen klotsten tegen de ïjsschollen, de warme haard werd opgezocht en niemand dorst zijn neus buiten de deur steken. Zoo verliep de eene week na de andere, en de ooievaar, die als „lente bode* zoo hoog staat aangeschreven, had een dwazen stap gedaan, die hem slecht bekwam. Als de vogel praten kon, zooals in den ouden tijd of in de sprookjes, dan zou hij dit volmondig erkend hebben." In een buitengewone algemeene vergadering van aan deelhouders in den Parkschouwburg te Amsterdam, werd tot liquidatie besloten. Aangezien de Novemberrente der hypotheeken niet kan betaald worden en meer dan 75 pCt. stoomboot zijn, dacht zij. Nu kwam het laatste afscheid, zij moest moeder en zuster vaarwel zeggeneen knagende pijn vervulde haar hart't was wreed, dat afscheid nemenze wilde terug, terug naar huisen toen luidde de bel voor de derde maal en Ju ontwaakte. „Hó, hoe kan men zoo duidelijk droomen!" zeide ze, „en hoe dom om in slaap te vallen. Het vuur uit, het eten koud! 't Is wat moois! Enfin, misschien zullen ze wel geen trek meer hebben qui dortdine; ik zal water koken op 't stel en thee zetten. Daar alweer die bel! 't Zal de melkboer zijn!" Ju nam op den tast een kannetje en ging naar de huis deur. Iemand, die er voor stond, duwde hem open, eer Ju nog goed en wel den sleutel had omgedraaid. „Wat 'n ongedulddacht het meisje. „Ju, wat beteekent dat toch? 't Lijkt hier net 't betooverde kasteel, waar alles slaapt. Kijk eens, daar staat een heele collec tie kennissen voor de deurde melkboer, de bakker, de kranten juffrouw, de oppasser van oom Dorus met een mand, en last but not least, de ondergeteekende/ zegt Frans Darling binnen tredend. „Ja, ik ben in slaap gevallen...." begint Ju. „En laat maar bellen wat belt, tot er hier een heele volksoploop voor 't huis staat! Kijk eens aan, vijf menschen! 't Is nog nooit voorgekomen in deze sterkbevolkte wijk der vorstelijke residentie. De lui waren juist aan 't delibereeren of ze de „pliesje" er niet bij zouden halentoen ik aankwam, hoorde ik al herinneren aan „Mevrouw Van der Kouwen* zoodat kille schrik me om 't hart sloeg. Als zoon des huizes heb ik 't maar op mij genomen, nog eens harder te luiden dan zij allen te samenik verzeker u, dat ik niet lekker was....* vertelt hij op vroolijk schertsenden toon. „St, St; ga stil naar boven, maar naar de keukenMa en Dory zyn niet heel welze slapenmaak geen beweging." De slanke gestalte van den jongen onderofficier verdwijnt op de donkere trap; Ju neemt spoedig melk, brood, de courant, en 't mandje van oom Dorus aan, en komt bepakt en beladen naar boven. De koperen knoopen en gouden strepen van den sergeant schitteren bij 't vlammetje van een lucifer, dien hij aanstrijkt. Weldra brandt de keukenlamp, die aan den muur, boven de „rechtbank" hangt. Met de handigheid, den militair eigen, helpt Frans zyne zuster hare vracht bergen, het vuur aanmaken en zelfs thee zetten. Fluisterend heeft Julie hem de gebeurtenissen der drie laatste dagen meêgedeeld, en hem nogmaals tot stilte aangemaand. Een uitroep van verbazing, en geenszins van blijd schap, kan hy niet bedwingen, als hij de tijding verneemt. Zijn vroolijk gezicht heeft eene buitengewoon ernstige uitdrukking als hij eindelijk, tegenover Ju, aan de keukentafel plaats neemt, terwijl deze hem een kop thee schenkt. „En zijn ze daar nu allebei ziek van?" vraagt hij. „Van Ma had ik 't verwacht, dat kon niet anders; maar van Door niet. Dht geeft mij weêr hoop. „Hoop! Waarop?" „Wel, dat zy zal begrypen, dat ze hier behoort te blijven, en dat gy, als oudste, voorgaat. En dan, ik denk ook aan Charles!" „Och, Frans, ik geloof dat dit laatste niets beteekent, ten minste niet in haar oog. Neen, ziet ge, 't was de eerste gedachte aan 't afscheid, en ook, Ma trekt het zich zoo vreeselijk aan en kreeg 't zoo erg op de zenuwen, en dat maakte Dory week ze is gevoelig, onze Dory!" „Zij! Dóór gevoelig? Dan zou ze er nooit aan denken, het met Charles af te makenwant zij waren goed en wel geëngageerd ten minste, daar houdt hij het voor; en 't zal hem 't zal vreeselijk zijn voor hem. Als ze zoo teergevoelig was, ging zo niet." „Ach, Frans, bedenk, dat het voor ons aller welzijn is...." „Dat zie ik niet in; zij treedt in uwe rechten; ze verlaat Ma, die haar compleet aanbidt ik kan nooit begrijpen, waarom Ma niet veel meer van u houdt, Jutje, gij zijt drie Dory's waard en zij daar; als ik geloofde, dat een hart breken kan, {zou ik denken dat het Charles moet gebeuren, zoo dol verliefd is do arme kerel op haar; en dat alles heet te zijn „tot ons aller welzijn?" Wat zal het ons geven, als zy daar in rijkdom cn grootheid leeft?" „Een persoon minder te verzorgen, verschilt veel, onze middelen in aanmerking genomen." „'t Zal niet beletten, dat gij, Julie, die meer rechten hebt en al zooveel voor 't huishouden gèdaan hebt, nu geheel alleen zult staan voor alles; 't zal niet beletten, dat Ma zich gaatdood- kniezen en dat Charles misschien een of anderen dollen coup uitvoert „He is a tall man, not a small man, He is just the man for me; He's a soldier, not a sailor, He is beautiful, Al zyn leven, precies de meid, die den ser geant van haar hart stilletjes in de keuken toelaat, tcrwyl „het volk" naar de opéra is!" De eerste regels worden gezongen, de laatste vroolijk en leven dig gesproken... door... Dorine, die blijkbaar volkomen wel en getroost de keuken binnentreedt. Ze strijkt de glanzige haarlokjes uit de oogen, schudt haar kleedje uit, maakt een diepe neiging voor haar broeder en zegt: „Goeden avond, beautiful soldier; en wat zegt ge van 't nieuws Ge weet toch al, dat men bepaald heeft om mij naar tante te laten gaan." „Dat heb ik gehoord, en ik vroeg juist aan Ju of Charles het al weet?" „Wat heeft hij er meê te maken? Hij zal 't wel vernemen als het tijd is," zegt Dorine tartend. „Deze of gene zal 't hem wel vertellen." nik doe het niet, hoor; ik weet niet, wat ik liever deed. Gij moet dat baantje zelve maar waarnemen, Door," verklaart de jonge soldaat. nDoorl" spreekt Dorine hem na. „Ik wilde dat ge mij niet zoo'n ordinairen naam gaaflt, broertje, 't Mag goed zijn in de kazerne of als ge in de keuken op visite zyt, maar ik hoor het liever niet." (Vervolg op pag. 2.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 1