dag. Er wordt in de gedaante van koeien een gebak ver
krijgbaar gesteld, en geene land bouwers vrouw verlaat de
stad, of zij heeft haar voorraad daarvan opgedaan. De
slagers maken ballen gehakt vleeseli gereed en voor hunne
winkels staan groote koperen schotels, waarin dit vleesch
wordt gebradenzij houden op dien dag open tafel en zijn
dan ook voorzien van een patent als restauratiehouder. De
koffiehuizen hebben een zeer druk bezoek, want behalve
de handeldrij venden zijn er honderden jongelieden van buiten
in de stad. De verwisseling van dienst bij de landbouwers
heeft altijd zóó plaats, dat de knechts en meiden op «besten
toondag" vrij hebben, en wie niet van dienst verwisselen,
krijgen verlof «naar stad'' te gaan. Het is dan ook eene
halve kermis. De carrousel draait voor het kleine volkje
(ook grooteren nemen er eene plaats in), eenige kramen
zijn opgeslagen, en gisteren verrichtte zelfs een accrobaten-
gezelschap zijne toeren op de Groote Markt. De boeren-
paartjes vullen de lokalen der herbergiers, vooral die, waar
«muziek voor den dans" wordt gegeven. Na afloop van
een dansje, als de speelman om zijn loon komt, wordt een
glaasje brandewijn of anijs met suiker gebruikt en begint
het ,/totelokken," een in Zeeland zeer bekend en van liefde
getuigend gebruik tusschen de minnende paren.
De jongen en het meisje nemen ieder het eind van een
reep peperkoek in den mond en eten daarvan, zonder dit
los te laten totdat de lippen elkander raken en de handeling
zich oplost in een langdurigen kus. Vroeger, toen de
boeren de vette jaren doorleefden, werd er algemeen wijn
gebruikt, doch tegenwoordig doet men het maar af met
jenever en brandewijn. Er zijn koffiehuizen, die op een
dag als gisteren, 70 a 80 liter jenever vertappen. Dat er
wel eens woordentwisten en vechtpartijtjes plaats hebben,
spreekt van zelf en dat meermalen de een of ander den
nacht in het logement der gemeente (politie-bureau)
doorbrengt, kan niet anders. Doch dit is, het moet ter
eere van de landbouwers gezegd worden, uitzondering. Als
het des nachts 12 al uur wordt, staan vóór de koffie
huizen de wagentjes der landbouwers of de rijtuigen der
huurkoetsiers van de stad in lange rijen gereed om de
bezoekers huiswaarts te brengen. Wie zich de weelde van
een voertuig niet veroorloven kan, maakt van zijn «apostel
paarden" gebruik, en menig huwelijk is het gevolg geweest
van het «beste toondag" houden. Heden is de gemeente
weer tot hare kalmte teruggekeerd en uit niets blijkt meer,
zoowel op de pleinen als in de winkels en uitspannings
lokalen, dat het gisteren zulk een rumoerige dag was. (N.R.C.)
De Amsterdamsche bladen behelzen de arresten van
terechtstelling en acten van beschuldiging tegen 23 personen,
beschuldigd van deelneming aan de ongeregeldheden op de
Lindengracht enz. in de maand Juli 11. Tegen 13 hunner
heeft de instructie voldoende bezwaren opgeleverd om hunne
terechtstelling te bevelen ter zake, dat zij in den namiddag
en in den avond van Zondag 25 Juli terwijl zich op
de Lindengracht en in de naburige straten eene volksmenigte
had verzameld, meer dan twintig personen sterk, met steenen,
zichtbaar tot aanval op de politie, gewapend, uit welke
menigte voortdurend moedwillig met steenen werd geworpen
op de agenten van politie, die ter plaatse aanwezig waren
om de orde te handhaven en de telkens opdringende menigte
■uiteen te drijven die politiemacht gewelddadig hebben
aangetast en zich tegen deze, waar zij handelend optrad,
feitelijk en gewelddadig hebben verzet en, met het doel
hen te treffen, één of meer steenen in de richting der
politie-beambten hebben geworpen.
Ten gevolge van de Maandag 26 Juli plaats gehad heb
bende ongeregeldheden zullen 10 personen terechtstaan,
van wie negen beschuldigd worden van weerspannigheid
door aantasting en wederstand, gewelddadig en feitelijk
gepleegd jegens bedienende beambten, handelende ter uit
voering der wetten en de bevelen van het openbaar gezag,
gepleegd door meer dan twintig gewapende personen: één
daarenboven van beleediging door gebaren van bedienende
beambten in de uitoefening van hunne bediening; een ander
daarenboven van feitelijk en gewelddadig verzet tegen
bedienende beambten in functie. De tiende wordt be
schuldigd van medeplichtigheid aan de misdaad van weder-
spannigheid door aantasting enz. Allen zijn gedagvaard
om te verschijnen in de openbare terechtzitting van het
Gerechtshof te Arasterdam op Woensdag 1 December, des
voormiddags te half elf uur.
De luitenant-generaal J. H. Kretzer, inspecteur van
het wapen der artillerie, heeft, naar het D. v. N. verneemt,
tegen 1 Januari a. s. pensioen aangevraagd.
Een 15tal te 's Hage gevestigde belanghebbenden bij
de suiker-industrie op Java hebben zich tot de Tweede
Kamer gewend met een adres, waarin op ontheffing van
lasten voor alle suiker-ondernemingen wordt aangedrongen.
Door 32 firma's te Enschede, Almeloo, Hengeloo en
Oldenzaal is aan de Tweede Kamer een adres gericht over
de suiker-crisis op Java, verklarende, dat zij hunne stem
voegen bij die, welke zich hebben verheven ten behoeve
van maatregelen om de suiker-cultuur te hulp te komen.
Zij laten de beoordeeling der ingediende ontwerpen aan de
Kamer over, maar dringen tevens aan op vermindering van
lasten en wegneming van belemmeringen, waardoor de
industrie op Java wordt gedrukt en achterstaat bij die in
andere landen. Met name wordt uitvoerig de wenschelijk-
heid betoogd der verlaging van spoorweg-tarieven, waarbij
de meeste suikerfabrieken belang hebben, en de afschaffing
van het uitvoerrecht, dat voor allen van belang is.
In eene jl. Donderdag avond te 's Hage gehouden
vergadering der Yereeniging ter beoefening van de Krijgs
wetenschap behandelde de kapitein der infanterie L. Brender
Brandis de vraag: «Heeft het Nederlandsche leger be
hoefte aan een nieuw geweer?" Hij kwam daarbij tot de
conclusie, dat het repeteergeweer, zoowel uit een theore
tisch als uit een practisch oogpunt, eene behoefte is voor
ons leger, ook al heeft het werktuig met alle andere
oorlogswapenen dit gemeen, dat wiskunstige zekerheid om
trent de voordeelen van het geweer niet te geven is.
Treurig jubilé. In het krankzinnigengesticht te
Rotterdam bevindt zich een persoon, die, op 16 November
1826 als patiënt opgenomen, den 16 dezer 60 jaren lang
onafgebroken in dat gesticht zal zijn verpleegd.
Voor echtgenooten van vrouwen met valsche tanden
heeft de kantonrechter van Brielle een «kwade" beslissing
genomen. Een Briellenaar had een geleverd kunstgebit
zijner echtvriendin geweigerd te betalen, omdat het zonder
zijne vergunning was gemaakt. Hij werd gedagvaard, en
de kantonrechter oordeelde, dat, bij gemis van een goed
natuurlijk gebit, kunsttanden behooren tot aanvulling van
een lichaam, zoodat daarvoor de gevorderde gelden behooren
tot de gewone huishoudelijke uitgaven, waarvoor geen
speciale machtiging des mans noodig is.
Marie doet voor haar mevrouw een boodschap bij den
dominé, die haar binnen noodigt en, in gezelschap zijnde, een
glas wijn offreert. Marie, die meermalen had gehoord, dat
men bij den eersten teug «prosit," «santé" of «gezondheid"
zei, meende toch ook iets te moeten zeggen en, bij den
dominé niet ordinair willende wezen, zeide zij met een van
vreugde stralend gelaat o ver de gelukkige vondst: «Ilallelujah!"
De op 1 Juni jl. in werking getreden wet tot ver
hooging en uitbreiding van het zegelrecht op effecten
bevat o. a. de volgende voorschriften, die met het oog op
den naderenden termijn van 30 dezer verdienen herinnerd
te worden:
A. Effecten, vóór 1 Juni 1886 binnen het Rijk opge
maakt (zoogenaamde binnenlandsche fondsen), zijn, wanneer
zij eenmaal volgens de oude wet gezegeld zijn, aan de
nieuwe belasting niet onderworpen.
Mochten zij niet voorzien zijn van behoorlijk zegel
volgens de oude bepalingen, dan geeft de wet daartoe nog
gelegenheid tot 30 dezer, maar niet langer. Bij latere
zegeling is boete verschuldigd.
B. Effecten buiten het Rijk of in de overzeesche
bezittingen opgemaakt (buitenlandsche fondsen) en hier reeds
volgens de oude bepalingen van zegel voorzien, zijn ook
niet aan de nieuwe belasting onderworpen.
Doch wanneer de stukken niet reeds volgens vroegere
wetten zijn gezegeld, dan kan men ze laten zegelen tegen
betaling van slechts een vijfde van het bepaalde recht,
wanneer zij daartoe vóór 1 December worden aangeboden,
van de h elft van het bepaalde recht wanneer zij tusschen
1 December 1886 en 28 Februari 1887 aangeboden worden,
en na 28 Februari voor het volle bedrag.
Men betaalt alzoo voor het zegelen der nog niet van
zegel voorziene buitenlandsche effecten ter waarde van
Nominaal
Tut 30 Nov.
Tot 28 Febr.
Later.
bedrag.
1886.
1886.
50
0.01
0.02£
0.05
U 100
0.02
0.05
0.10
150
0.03
0.07
0.15
200
0.04
0.10
0.20
250
0.05
0.12£
0.25
500
0.10
0.25
0.50
750
0.15
0.37£
0.75
1000
0.20
0.50
1.—
1250
0.25
0.62£
1.25
Ter waarschuwing moge voorts nog de herinnering aan
de volgende strafbepaling dienen:
Een boete van honderdmaal het niet betaalde recht en
minstens f 100 voor ieder stuk is verbeurd door elk, die
niet behoorlijk volgens de nieuwe wet gezegelde stukken,
welke niet zijn vrijgesteld of aan een ander recht onder
worpen, binnen het Jlijk uitgegeven, in omloop ge
bracht, overgedragen, verpand of beleend, afge
lost of in niet behoorlijk gezegelde stukken geconver
teerd (verwisseld) heeft.
Voor overtreding in deze is bewijs door getuigen toe
gelaten.
Met 1 Maart wordt geheven 5 cent voor elke f 50, over
ronde sommen van f 50 tot f 250, over ronde sommen van f 250
tot f 5000. Boven f 5000 over ronde sommen van f 500.
Volksonderwijs (Afdeeling Zijpe).
Dinsdagavond jl. hield de afdeeling Zijpe van Volks
onderwijs, in het lokaal van den heer K. Plevier, te Schagerbrug,
hare eerste vergadering in dit winterseizoen, die door 14
leden werd bezocht. Met een hartelijk welkomswoord aan de
leden, en den wensch, dat deze en volgende vergaderingen
mogen strekken tot den bloei van Volksonderwijs, opende
de Voorzitter de vergadering, en verzocht den Secretaris
de notulen te lezen, die hierna werden goedgekeurd.
Allereerst werden een paar ingekomen stukken van het
Hoofdbestuur behandeld, waarvan de een, behelzende mede-
deeling, enz. van een in den handel gebracht stel platen,
ten dienste voor het onderwijs in de aardrijkskunde van
Nederland, voor kennisgeving werd aangenomen, terwijl het
tweede: «Schets van hoofdpunten van het onderzoek be
treffende werking en uitbreiding der wet van 19 September
1874, en naar den toestand van fabrieken en werkplaatsen,"
als gevolg der door de Tweede Kamer benoemde Oommissie
van Enquête, waarvan de Voorzitter der Vereeniging
«Volksonderwijs," mr. Goeman Borgesius, medelid is."
De heer Greidanus meent, dat, daar genoemde wet geen
voorschriften bevat op den veldarbeid en hier geen fabrieken
zijn, men moeielijk eenige inlichtingen, betreffende de
werking dier wet, in deze gemeente kan geven. De heer
Morra en anderen veronderstellen, dat, hoewel de wet-Van
Houten geen veldarbeid in zich sluit, mr. Goeman Borgesius
toch gaarne zal willen weten welken invloed de veldarbeid
op het schoolverzuim uitoefent, en de afdeeling daarom
trent toch wel eenige inlichting kan geven. Na nog
eenige discussie hierover werd aan het Bestuur overgelaten,
hiernaar een onderzoek in te stellen en zijne bevinding aan
den Voorzitter der Vereeniging mede te deelen.
Hierna bracht de heer Bossen, als afgevaardigde naar de
algemeene vergadering, in Juni jl. te Amsterdam gehouden,
verslag uit. Kort, doch zakelijk, had hij de belangrijkste
punten sa&mgevat, en oogstte voor zijne bemoeiingen den
dank der vergadering.
Ten slotte trad de heer Stadt op, niet om een «bijdrage"
te geven, zooals op het convocatie-biljet stond van een
vers of een stukje proza, maar om eene lezing te houden
over de heerschendc bezuinigings-manie, in het bijzonder
in de Zijpe, in zake onderwijs.
En omdat het nuttig en noodig is, dat velen met deze
lezing kennis maken, èn om de hierover na de lezing
gevolgde discussie, die we hieronder mededeelen, zullen we
een gedeelte er uit woordelijk overnemen:
«Het onderwijs kost veel!
't Is treurig, dat zoo dikwijls bovenstaande uitdrukking
door domme en zoogenaamd verstandige menschen gebezigd
wordt als reden, waarom men tegenwoordig zooveel belas
ting betalen moet. En erg jammer is het, dat diezelfde
personen nooit of heel zelden klagen over de duurte van
mooie kleêren, van het «uitgaan," van tabak en sigaren,
van drank en andere kwistige uitgaven.
Hebben die mannen wel eens nagerekend, wat het
duurste van al deze zaken is?
Laten wij eens eenige cijfers aangeven, ten einde te
bewijzen, dat ze over iets anders behoorden telamenteeren,
dan over het voor ieder noodige en nimmer genoeg te
waardeeren, doch, helaas! zelden gewaardeerde onderwijs.
In 1885 heeft Nederland aan accijns of verbruiksbelas
ting van gedistilleerd let wel, alléén aan belasting
23 millioen en 512 duizend gulden, dus gemiddeld f 5.49
per persoon, opgebracht.
En nu het dure onderwijs in de Zijpe.
In 1885 telde die gemeente 4629 inwoners, terwijl de
uitgaven f 15,497.09 bedroegen, dus gemiddeld per persoon
f 3.35.
Nu weet ik niet, of de inwoners van Zijpe meer of
minder sterken drank gebruiken, dan 't gemiddeld aantal
liters per hoofd bedraagt; ik wil wel aannemen van
minder. Maar, 't zou me meevallen, als ze niet gemiddeld
f 3.35 daaraan opbrachten, dat is f 2.14 minder dan daar
voor berekend is. Aan belasting dus. Aan uitgaaf voor
sterken drank is 't stellig meer. En nooit hoort men ze
klagen: «wat is die drank duur, wat een schande, dat men
voor een maatje zuivere jenever of brandewijn 6 centen
belasting moet betalen." Is dat niet bedroevend? En is
het niet om opgewonden te worden, als men de lieden
soms onder het gebruik van een borrel over de duurte
van het onderwijs hoort jammeren? Hoeveel geld gaat er
niet weg aan tabak, aan sigaren, aan mooie klecren, enz. enz.
en hoe schandelijk eenzijdig oordeelt of bazelt men vaak
over het waarlijk goede en noodige?
Laten we eerlijk oordeelen. En vooral laten we met
personen uit onze omgeving spreken, en hun zeggen, hoe
de toestand is.
We strijden voor een goede, voor een heilige zaak. We
willen menschen vormen, en doen we dat, dan leven we
niet te vergeefs. Waarlijk, het volk mag wel eens andere
woorden hooren, dan taal, die afbreuk doet aan de volks
ontwikkeling."
Met zeer veel instemming werd dezo met warmte uit
gesproken lezing gevolgd, waarvan de uitstraling spoedig
merkbaar werd.
De heer Melchior nam als vice-voorzit ter het woord.
Hij meende de tolk der vergadering te zijn, als hij den
heer Stadt hartelijk dank zeide voor zijne zoo naar waar
heid geschetste lezing, waarvan de cijfers en feiten een
ieder, die het wel meent met de volksontwikkeling, moet
doen gruwen van verontwaardiging. Hij zou wenschen, dat
deze lezing door velen gehoord of gelezen werd, waarom
hij het voorstel doet, aan de redactie van de Zijper Courant
plaatsing hiervoor te verzoeken.
De heer Greidanus wenschte aan dit voorstel nog eenige
uitbreiding te geven, om ook aan de redactie van de Hel-
dersche en Nieuwedieper Courant hiervoor plaatsruimte in
haar blad te vragen, daar die courant ook steeds de ver
slagen van den Gemeenteraad van Zijpe opneemt, en opdat de
lezers van het laatste Raadsverslag, waarin een blaam ge
worpen wordt op het onderwijzend personeel in de Zijpe,
ook dit verslag kunnen lezen.
Ofschoon de lieer Stadt geen bezwaar heeft tegen de
opname van zijne lezing in twee couranten, acht hij in dit
geval er genoeg publiciteit aan gegeven, als het alleen in
de Zijper Courant wordt opgenomen, terwijl als gewoonlijk
kan verwacht worden, dat aan de Heldersche en Nieuwe
dieper Courant toch een verslag gezonden zal worden van
deze vergadering en daarin een uittreksel uit de lezing
zeker wel niet zal ontbreken. Mocht echter de redactie
der Zijper Courant bezwaar hebben tegen de opname, dan
zou hij gaarne algeheele opname verzoeken aan die der
Heldersche en Nieuwedieper Courant, waaraan, naar de heer
Greidanus meent, zeker zal worden voldaan.
De heer Greidanus meent het te moeten betreuren, dat
de verslagen van den Gemeenteraad in de Zijper en Hel
dersche en Nieuwedieper Couranten zoo zelden eensluidend
zijn. De laatste verslagen kloppen dan ook weèr in het
geheel niet. En, aannemende dat de Heldersche en Nieuwe
dieper Courant een getrouw verslag van de laatste zitting
heeft opgenomen, moet dan het onderwijzend personeel in
de Zijpe de gegrondheid der «klachten van vele ouders,"
volgens den heer Zeeman, niet onderzoeken?
De heer Morra vraagt, of het niet ligt op den weg van
de «Afdeeling van Volksonderwijs," om het onderwijzend
personeel te beschermen, daar waar het aangevallen wordt. Van
deze vraag maakt hij een voorstel, dat, blijkens de uitslag der
stemming, bij niemand ondersteuning vindt. Verontwaardigd
vroeg hij, of die klachten enkelen of allen betrof. Waarom
de namen niet genoemd van hen, die aanleiding tot klagen
geven. Ben ik het ging hij voort, die soms door de
jaren ergens in te kort schiet, dat men het dan zegge.
Gaarne zal ik dan mijne betrekking, die ik 40 jaren naar
ik meen naar eisch heb vervuld, neerleggen. Hierna vroeg
hij vergunning der vergadering den brief voor te lezen, die
hij hierover aan den heer Zeeman had geschreven, hetgeen
hem met 12 tegen 2 stemmen werd toegestaan.
In dezen brief wordt in hoofdzaak «licht" gevraagd, naar
aanleiding van het voorgevallene.
Nadat de heeren Stadt, Melchior en Koster als hunne
meening te kennen gegeven hadden, dat men zich toch wat
al te warm maakte over het door den heer Zeeman vrij
zeker ondoordacht gesprokene, en men door publiciteit, in
die mate als het verlangd wordt, er een hoogere beteekenis
aan zal geven dan wenschelijk is, werd de discussie hier
over gesloten.
Na de gewone rondvraag, sloot de Voorzitter nadat
de heeren dr. P. Westra en S. de Wit als leden waren
toegetreden, en de heeren Morra en Feenema zich bereid
hadden verklaard in de volgende vergadering een bijdrage
te leveren met een woord van dank aan den heer Bossen,
de vergadering.
Buitenland.
De 9de November was het de vijf en veertigste verjaar
dag van den Prins van Wales, die te Sandringham op zijn
landgoed op de gebruikelijke wijze door hem gevierd werd,
waarbij de arbeiders, die op zijn goed werken, een feestelijk
onthaal genoten.
Aan de faculteit der rechtsgeleerdheid te Parijs hebben
zich 6 jonge Chineezen doen inschrijven, naar het schijnt
de eersten, die er in de rechten komen studeeren.
Naar de Fransche bladen verzekeren, ligt te Thenelles
(departement Aisne) zekere Margaretha Boyenval sedert
1 Juni 1883 in een diepen slaap verzonken. Hare handen
zijn koud als die van een doode, de slapen daarentegen
vrij warm. Zij is zeer mager en haalt nauw merkbaar
adem. Men voedt haar met «pepton."
Vier jonge dames verdronken. Tusschen 9 en
10 uur in den ochtend van 2 October 11. waren 9 leer-