heen hunnen „geliefden leeraars* tot hunnen dood getrouw zullen blijven. Onmiddellijk daarop is een krasse kennis geving van den wettigen kerkeraad verschenen, dreigende dat ieder, die den moed heeft om op deze adressen aan de geschorsten zijn naam te zetten, op staanden voet met vrouw en kinderen in het lidmatenboek der gemeente wordt geschrapt. De partijen beginnen dus, zooals men ziet, meer en meer op voet van oorlog tegenover elkander te staan en deze adressen-quaestie heeft het twistvuur weêr met vernieuwde hevigheid doen ontbranden. En die toestand van strijd en spanning duurt nu reeds bijna tien maanden voort, zonder dat iemand nog kan zeggen, wanneer het einde zal zijn. En toch zullen beide partijen op de aan staande Kerstdagen zonder blikken of blozen hun „vrede op aarde, in de menschen een welbehagen* doen hooren 't Is waar, onze moderne tijd weet ook van een „gewapenden vrede* te spreken, en dezen zal men dan van weers zijden zeker in gedachten bedoelen. Zulke onhoudbare en weerzinwekkende toestanden kunnen soms zeer lang voortduren, menigmaal nog vrij wat langer dan tien maanden. De bewoners van het „gedempte Damrak* zuchten nu reeds vier jaar achtereen dus bijna vijf maal tien maanden over den last en de schade, die zij zoowel aan hunne woningen als in hunne zaken ondervonden tengevolge van den ellendigen toestand, waarin de vlakte voor hunne per- ceelen zich sedert de demping bevindt. Van het plan om er een Beurs op te zetten, hoort men bijna niet meer spreken; maar dit trekken de Damrakkers, die gisteren per adres aan den Gemeenteraad hun beklag hebben inge diend, zich niet zoo bijzonder aan. Wel daarentegen wijzen zij nadrukkelijk op hun grief, dat die vlakte nog altijd braak en onbestraat blijft liggen, zoodat zij in het najaar en den regentijd een soort van Pontijnsch moeras, in den zomer een stofwolken verspreidende Sahara-woestijn en gedurende alle jaargetijden een onuitputtelijke voorraad schuur van kei- en andere steenen vormt, waaruit de straat jongens zich voorzien van de projectielen, om daarmede de ruiten en deuren der adressanten te bombardeeren. En het is dan ook inderdaad even ergerlijk als onverklaarbaar, dat het Gemeentebestuur van een stad als Amsterdam langs een der drukste verkeerswegen, de hartader vormende van het spoorwegstation naar het centrum der stad, zulk een chaos van verwoesting nog langer laat voortbestaan. Wij doen alles om vreemdelingen tot ons te trekken en hier te boeien, wij hebben daartoe zelfs indertijd een Vereeniging gesticht (ik moet toch eens zien te weten te komen of zij nog leeft!) en zoodra de vreemdeling een voetstap binnen onze grenzen zet, geven wij hem een schouwspel te ge nieten, dat hij veeleer in den achterhoek van een of andere vuile Oostersche stad, dan in het hartje van het fijnbe- schaafde Amsterdam zou zoeken! Tentoonstellingen schijnen hier nog altijd als het beste middel beschouwd le worden, om dat veelbegeerde vreemde- lingenbezoek in de hand te werken. Geen wonder, dat men zich inspant [om op dit veelbeploegde veld eens iets nieuws te poten! Een internationale tentoonstelling van kunstnaaldwerk hadden wij hier nog nooit gehad, welnu, wij hebben er thans een, en een zeer bezienswaardige ook. Voorts hebben wij van December tot Mei eene tentoon stelling van tuinbouw en planten te wachten en ook een dito van voedingsmiddelen, die beiden gedurende denzelfden tijd hetzelfde terrein willen bezetten, wat moeilijk gaat, omdat men tentoonstellingen niet boven elkafir kan maken, op de manier van een Amsterdamsch insteekkamertje of zooals de slaapplaatsen der kinderen in kleinbehuisde fami lies. Die terrein-quaestie tracht men nu langs den weg van minnelijke schikking op te lossen. In afwachting daarvan worden de hoofdplannen der expositie van voedings middelen openbaar gemaakt en schijnt er alle waarborg te bestaan, dat de zaak flink zal worden aangepakt. Ook deze Commissie is er op uit, om door iets nieuws hare onder neming aanlokkelijker te maken voor het groote publiek, dat anders op het stuk van tentoonstellingen in den laatsten tijd wel wat oververzadigd is geworden. En nu zal het idee om het terrein rondom de tentoonstellingslokalen te bebouwen met de nabootsing van een oud-Hollandsch marktplein uit de 17de eeuw zeker wel om het oorspron kelijke en eigenaardige er van allerwegen veel bijval vinden. Wie er dan niet heengaat om het een, gaat toch om het ander. Tot nader order wensch ik den respectieven Com- missiën alle mogelijke succes. Am stel aar. P. S. Wat ik in mijn vorigen schreef omtrent de moeie- lijkheid der keuze van een wethouder voor publieke werken, is in de Raadszitting van gisteren avond ten volle beves tigd. Men kon ook nu weer niet tot een definitieve be noeming geraken, zoodat de tijdelijke plaatsvervanger van den afgetredene, na de meeste stemmen te hebben verkre gen, zich bereid verklaarde, zijn post nog tot het voorjaar te blijven waarnemen. Tijd gewonnen, veel gewonnen! Beter slaagden de heeren met de nu reeds sedert dertig jaar aanhangige gasthuisquaestie. Deze is eindelijk gisteren avond van de baan geraakt, doordien men besloot, een geheel nieuw buitengasthuis te stichten en het binnen gasthuis te verbouwen, gezamenlijk een uitgave van f 1,800,000 beloopende. Een millioen achtmaal honderd duizend gulden enkel en alleen ten bate der lijdende menschheid! Ik begin er weêr trotsch op te worden, Amsterdammer te zijn, en hoop dat niemand dit gewichtig post-scriptum ongelezen zal laten. A. Binnenland. De Minister van Waterstaat, enz. brengt ter algemeene kennis,, dat overeenkomstig art. 37 van het rijkstelegraaf- reglement, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 29 Juni 1886 (Staatsblad No. 114), op den aanstaanden Nieuwjaars dag gelegenheid zal bestaan tot overbrenging per telegraaf van nieuwjaarskaarten, in het onderling verkeer der Neder- landsche Rijkstelegraafkantoren. Formulieren voor deze nieuwjaarskaarten, voorzien van een stempelafdruk van het kantoor van afgifte, zijn gedurende de maand December bij alle Rijkstelegraafkantoren verkrijgbaar tegen den prijs van tien cent. De op deze formulieren geschreven nieuw jaarskaarten kunnen, zonder verdere betaling of frankeering, op 31 December 1886 en op 1 Januari 1887 bij alle Rijks telegraafkantoren ter overseining worden aangeboden naar plaatsen, waar Nederlandsche Rijkstelegraaf- of Telephoon- kantoren zijn gevestigd. Elke nieuwjaarskaart mag ten hoogste tien woorden bevatten. De naam der plaats van afzending wordt ambts halve afgeseind. De aflevering ter plaatse van bestemming, ook van de op 31 December aangeboden kaarten, geschiedt, indien eenigszins mogelijk, op 1 Januari, zonder omslag en zonder ontvangbewijs te vorderen. Bezorging buiten den gewonen bestelkring der kantoren vindt niet plaats. Tweede Kameii. Door den heer Bahlmann is als amendement op de wet op de middelen voor 1887 voorgesteld de een en twintig en een halve opcent op de grondbelasting van de ongebouwde eigendommen te doen vervallen. Het doel is de landbouwnijverheid in Nederland te steunen in den zwaren strijd tegen buitenlandsche mede dinging. Mocht het voorstel bij enkele leden bezwaar ontmoeten, omdat zoodoende een bate wordt prijs gegeven van f 1,190,025, dan wenscht de voorsteller er op te wijzen, dat verleden jaar in Nederl.-Indië met goed succès afschaffing van uitvoerrechten plaats had, een voorbeeld dat ook in Nederland navolging verdient, vooral omdat uitvoerrechten op landbouw-producten in Nederl.-Indië niet anders kunnen beschouwd worden, dan als een bijslag tot de landrente. Volgens een bij de directie der Stoom v.-Maatschappij „Nederland* ontvangen telegram, was, behalve de reeds opgegeven hoeveelheid droog geloste lading van het stoom schip Prins Hendrik, ongeveer de helft van de nog in het schip aanwezige lading, geheel doorweekt, ontscheept. Er stond nog 15 voet water in het schip, dat thans in 2 voet minder water ligt. De pompen zijn onklaar gerankt. Volgens de laatste telegrafische berichten uit Aden heeft men met pompen opgehouden en is het stoomschip vlot gekomen. De onbeschadigde lading zal worden verscheept. Door de Directie der Stoomvaart-Maatschappij „Neder land* is dezer dagen een beschikking genomen, die voor vele gouvernements-passagiers op de booten dier Maat schappij wel eene gunstige bepaling zal worden geheeten. Door die bepaling komt zij te gemoet aan de wenschen van passagiers, die zich te Marseille wenschen in te schepen, om de uitkeering, die, volgens contract met het gouver nement bij inscheping aan hen toekomt, reeds in Holland te mogen ontvangen. Bedoelde uitkeering zal nu voortaan plaats hebben in Nederland, zoodra de bagage van den betrokken passagier zal zijn geladen in het schip, waarmede hij de reis zal maken. Aan de agenten der Stoomvaart-Maatschappij, in onder scheidene steden des lands, is deze bepaling dezer dagen per circulaire medegedeeld, met opdracht, aan die bepaling gevolg te geven en gouvernements-passagiers, die zich te Marseille wenschen in te schepen, daarmede bekend te maken. In de algemeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust, welke op 24 dezer te Leiden zal gehouden worden, komen o. a. deze onderwerpen aan de orde: De afdeeling 's Gravenhage, overtuigd van den grooten invloed der vrouw ten gunste of ten nadeele der Zondagsrust, wenscht dat de algemeene vergadering de vraag bespreke, welke middelen kunnen aangewend worden om de vrouw meer handelend te doen optreden. De afdeeling Groningen wil aan 't Hoofd bestuur opgedragen hebben de samenstelling van een strooi biljet, waarin het wenschelijkc van Zondagsrust voor den winkelier wordt uitgedrukt, welk biljet bij de winkelwaren kan ingepakt worden. De afdeeling Leiden stelt voor bespreking van het wetsontwerp, houdende maatregelen tot bevordering van Zondagsrust. Men leest in de Middelb. Crt.: „In het Centraalblad voor Israëlieten wordt er op gewezen, hoe onrechtvaardig de nieuwe Zondagswet wezen zou voor den Israëliet in het algemeen en den Amstcrdamschen Israëliet in het bijzonder. Zoo zullen de duizenden diamant slijpers des Zondags het werk moeten staken, want zij kunnen hun arbeid onmogelijk onzichtbaar en onhoorbaar verrichten. Hun zullen slechts 4£ werkdagen per week overblijven en zij zullen, willen ze zich financieel hiervoor schadeloos stellen, eiken dag minstens 15 uur in plaats van 12 uur moeten werken. Wat dit beteekent, vooral in de heete zomerdagen, wanneer de thermometer op eene diamantslijpersfabriek meermalen 90° Fahrcnheit teekent, is licht te begrijpen. De Minister zal dan reden te over hebben om zich over de genoegzame rust van duizenden onderdanen ongerust te maken, terwijl de bedoelde werkman lichamelijk en financiëel ten gronde wordt gericht. „Het Nieuwsblad voor Israëlieten doet de vraag, of een Staat, welks Constitutie aan ieder gelijke aanspraak op bescherming van personen en goederen toekent, waar de godsdienstbegrippen van een ieder worden geëerbiedigd, waar een ieder zijne godsdienstige meeningen belijdt met volkomen vrijheid, waar aan alle kerkgenootschappen gelijke bescherming wordt verleend, moet treden in de rechten der kerk. Dat de Zondag een erkende rustdag is, dat de Staat de rust op dien dag zooveel mogelijk bevordert en handhaaft, het blad heeft er vrede mee; maar het acht het niet noodig, dat door die bevordering en handhaving belemmering en ongerief in het leven moeten worden geroepen door den niet-kerkelijken Staat. Velen in ons land zullen echter meenen, dat men naar die stemmen niet behoeft te luisteren; dat zijn we zoo gewend. Er resten hier nu alleen enkele Katholieke organen, die voor deze buitengewone vrucht van het ministerie-Heemskerk eene lans braken. Haar zij daarom eene stille begrafenis toege- wenscht, en neemt zij het besje, in wier plaats zij zou moeten komen, met zich meê in het graf, des te beter.* Op het initiatief van eenige ingezetenen van 's Hage, in hunne pogingen ook door buitenlanders gesteund, is aldaar eene Naamlooze Vennootschap opgericht onder den naam „Maatschappij tot explotatie van Usbanen in Nederland.* Deze Maatschappij, op wier statuten de koninklijk bewilli ging is afgevraagd, stelt zich ten doel het aanleggen, inrichten en exploiteeren van ijsbanen in de groote gemeenten van Nederland. Reeds is achter het station van den Hol- landschen spoor aan den Rijswijkschen weg een groot veld verkregen, dat, wanneer van de autoriteiten voldoende medewerking wordt ontvangen, nog dezen winter voor ijsbaan zal worden ingericht. Men schrijft ons van Texel, dd. 19 dezer: „Jl. Donderdag hadden van uit het Schulpengat proef nemingen plaats met den toestel, door den heer P. C. Koning uitgedacht, welke toestel dienen moet om van ge strande schepen verbinding met den wal te krijgen. De toestel, een cilindervormige koperen bus, waarom een lijn is gewoeld, werd van de stoomboot „Hercules,* op 700 meter afstand van het strand, over boord geworpen en had een kwartier later reeds het strand bereikt. Het woei zeer hard met stormbuien uit het noordwesten en er stond veel branding. De proef liep geheel naar wensch en zelfs boven ver- wachtig af, Twee mannen waren in staat aan de lijn de toestel weêr door de branding aan boord terug te trekken. De heer Koning heeft nu plan, om naar zijn model toe stellen te doen vervaardigen en in den handel te brengen. Dewijl de uitvinder zich reeds vele kosten heeft getroost voor deze zaak, is het te wenschen, dat hij ook de finan- ciëele steun van belangstellenden zal mogen ondervinden.* Te Hoorn is een der laatste oud-strijders overleden, namelijk de heer P. Pluilaart. Hij was in 1797 te Leeu warden geboren, en het laatst als administrateur der Garni zoensbakkerij te Hoorn werkzaam. Hij nam deel aan den slag bij Waterloo, trok met de geallieerden naar Frankrijk en maakte den lOdaagschen veldtocht mede. Ilij was versierd met het Zilveren en het Metalen Kruis. In de duinen nabij Egmond aan Zee is door een jager een groote adelaar geschoten. De vogel heeft een vlucht van 1.80 meter en werd geschoten juist toen hij met een haas in zijn klauwen de lucht invloog. De Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van Sterken Drank heeft haar twee en veertigste jaarverslag (over 1885) het licht doen zien. Het boekje bevat een aantal cijfers en bijzonderheden, waaruit blijkt, dat de Vereeniging ook in het afgeloopen jaar met vrucht is werkzaam geweest, en welker overweging ongetwijfeld de sympathie van velen zal opwekken voor eene Vereeniging, die werkzaam is in het besef zooals zij het in haar verslag uitdrukt dat de drankduivel, die verwoester van maatschappelijke welvaart en huiselijk geluk, alleen voor overmacht zal zwichten, mits die overmacht van de natie zelve uitga, een volkswil, een volksprotest zij, gelijk wij daarvan ettelijke voorbeelden in Noord-Amerika en Canada kennen, beiden met het beste gevolg bekroond. „De Staat zegt het verslag de Wetgevende Macht, de overheid kunnen de ontkieming, het rijp worden, het zich luider en luider openbaren van dien volkswil als zoo danig bevorderlijk wezen; om doel te treffen moet hij eene geheel vrije en vrijwillige uiting zijn. „Het is de taak der bijzondere Vereenigingcn en instel lingen van maatschappelijken aard, om de openbare meening tot het besef te brengen, welke redenen van algemeen en bijzonder belang tot het uiten van dien volkswil dringen, en als stond voor onze Vereeniging geen ander veld te bearbeiden open dan dit, het zou nog voor vele jaren, naar wij vreezen, voldoende zijn om haar bestaan te wettigen, en allen, die zich vroeger of later bij haar hebben aan gesloten of nog zouden willen aansluiten, op het hart te drukken, dat het nog „geen tyd van singen" is, om eene uitdrukking van Vondel te bezigen, een allergevaarlijkste vijand staat ook hier gereed het erfdeel onzer vaderen te bespringen. „Waar jaarlijks ruim een zesde deel der vaste staatsin komsten voortspruit uit de vrijwillige opbrengst der belasting van het gedistilleerd, en wanneer het voor weinigen een geheim is, welk deel der bevolking rechtstreeks het grootste aandeel in deze millioenen bijdraagt en in die van den prijs van het belaste object zelf en dat is hier in Nederland het geval, dan behoeft de vraag: wat kan, wat moet er gedaan worden oin het verval der werkende klassen te stuiten? waarlijk geen onderzoek; dan liggen oorzaak en gevolg voor de handdan komt het alleen aan op den moed der overtuiging en op de keuze van het ware middel, op het meest geschikte oogenblik.' De heer J. Van 't Lindenhout, directeur der Wees inrichting te Neerbosch, ontving van den oud-wees R. Pijpstra een verblijdend bericht over de verbetering van den toestand in Transvaal. Hij schrijft dat de hoofdoorzaak, dat de zaken in Trans vaal weder beginnen op te leven, is, de ontdekking van nieuwe goudmijnen en het groot aantal emigranten, welke naar die plaatsen stroomen om goud te zoeken. De prijs der ossen is wel de helft hooger dan een jaar geledenlevensmiddelen zijn buitengewoon duur, vooral de aardappelen, die zelfs tot den ongehoorden prijs van f 54 per mud op de goudvelden zijn verkocht geworden. Pijpstra maakte zich nu gereed om met een vriend, die tuinman is, naar een van de nieuw ontdekte goudvelden te trekken om daar een groenteveld aan te leggen. De Rechtbank te Amsterdam deed jl. Donderdag in het bekende geding der twee sociaal-democraten, Fortuyn en Van der Stadt, die de vorige week terecht stonden wegens persdelict, nl. het schrijven en verspreiden van opruiende biljetten op 28 en 29 Juli 11. en waarvoor het O. M. zes maanden cel, de verdedigers, rars. Van den Bergh en Siraons, vrijspraak hadden geëischt. De Recht bank heeft, in overstemming met den eisch, Fortuyn en Van der Stadt veroordeeld tot 6 maanden cel, te vermin deren met den tijd, die reeds in preventieve hechtenis is ondergaan, nl. 71 dagen voor Fortuyn en 70 voor Van der Stadt. Daar de St.-Nicolaas-avond dit jaar invalt op Zondag 6 December, hebben Burgemeester en Wethouders van Amsterdam nu ook de ingezetenen uitgenoodigd, de viering daarvan niet op Zondag, maar op Zaterdag 4 December te doen plaats hebben. Omtrent het ongeluk te Breda wordt nader gemeld: „De diligence van Terheijden op Breda werd jl. Woens dagmiddag bij haar vertrek van laatstgenoemde stad, den overweg van het spoor overgaande, door een in volle vaart aansnellende locomotief aangereden. Van de acht personen die zich in den wagen bevonden, is één, J. Gijsbrechts, van Terheijden, onmiddellijk op de plaats dood gebleven, terwijl twee zwaar gekwetst naar het gasthuis vervoerd zijn. De overige vijf personen kwamen er met lichtere kwetsuren af, terwijl de voerman, die met de wed. Vissers op den bok zat, zonder letsel bleef. Was het paard door den schrik niet een weinig vooruitgesprongen, dan hadden allen het ongeluk vermoedelijk met den dood moeten be- koopen. De wagen werd totaal verbrijzeld, maar het paard bleef ongedeerd. De Justitie doet onderzoek.* Op een verzoek van mevr. Bulkley, om de bekende, door haar onderteekende verklaring terug te geven en haar daardoor vrij te maken van een belofte, waardoor zij zich zedelijk gebonden rekent, maar die zij onbillijk en voor nakoming niet vatbaar acht, is, naar wij vernemen, door den Minister van Justitie afwijzend beschikt. (Vad.) Als eene bijzonderheid zij vermeld, dat dezer dagen vóór een der ramen der woning van een ingezetene te Dordrecht een bloempot staat, waarin een frambozenstruik, prijkende met niet minder dan een 50tal deels rijpe, deels onrijpe prachtige vruchten. Deze nieuwheid in de vruchtenteelt is te zeldzamer, naarmate het seizoen ver gevorderd is. Eenige koeien Yan een veehouder te Offingawier

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1886 | | pagina 2