volle kracht, met een gloed die iets van Possart's mee
slepende betoovering heeft, en mevrouw Frenkel in de
titelrol, waar zij ruimschoots gelegenheid heeft om haar.
schoonste gaven te ontwikkelen, en toch met een matiging
en soberheid, die van haren ernst en studie getuigen.
Vermelding verdient ook, dat door het gezelschapDe
Groot in den Parkschouwburg de opvoering van Holland-
sche Opera's met ijver en volharding wordt voortgezet.
Na ontelbare malen en met blijvend succès een vertaling
van Gounods Faust te hebben gegeven, is thans Lortzings
Csaar und Zimmerman, onder den titel van „Czaar en
Scheepstimmerman'7 op het repertoire genomen en al dadelijk
bij de eerste voorstelling met grooten bijval ontvangen.
Het verwondert mij niet, dat deze onderneming om de beste
opera's in onze taal op te voeren, de algemeene aandacht
begint te trekken, zooals blijken kan uit de besprekingen
van het Tooneelverbond en de Maatschappij van Toonkunst
dienaangaande. Het zou zeer toe te juichen zijn, indien
er tengevolge van die besprekingen, plannen in uitvoering
konden komen om hier te lande een groot Hollandsch
Tooneelgezelschap te vormen, wat evenzeer in het belang
van muziek en tooneel en hunne beoefenaren als in dat
van het publiek zou zijn. En dan behoor ik hier ook nog,
zoowel volledigheidshalve als ten blijke mijner ingenomen
heid, te vermelden, dat de bezoekers van het Paleis voor
Volksvlijt en van vele andere concerten thans weêr op het
heerlijk spel van een zoo voortreffelijk violist als Joseph
Cramer kunnen rekenen; een langdurige ziekte doemde hem
geruimen tijd tot werkeloosheid, doch thans is hij gelukkig
hersteld en aan de kunst en zijne tallooze vereerders her
geven. Het spel van een meester als Joseph Cramer is
eigenlijk altijd een gebeurtenis in het muzikale leven, en
zou misschien ook meer als zoodanig gewaardeerd worden,
indien zijn wieg op vreemden bodem gestaan bad. Het
buitenlandsche wordt hier altijd als het meest belangwek
kende beschouwd.
Toch zal dit wel niet de reden zijn, waarom men over
het algemeen zoo weinig belangwekkends in de thans aan
hangige processen naar aanleiding van het in Juli ontstane
palingoproer schijnt te vinden. Deze rechtszaak laat het
Amsterdamsche publiek blijkbaar koud, omdat er uit geen
enkel oogpunt iets aantrekkelijks in is te vinden. Noch
onder de beklaagden, noch onder de getuigen is er ook
maar één, die de moeite van bijzondere bestudeering loont
ot als het type van een drager der revolutionaire denk
beelden kan doorgaan. Hun uiterlijk teekent in alles den
onontwikkelden, onnadenkenden man uit de lagere volks
klasse, wiens licht ontvlambare hartstocht hem gemakkelijk
verleidt tot daden van woestheid en geweld. Uit de ver-
hooren is thans zonneklaar gebleken, gelijk indertijd reeds
op grond van verschillende gegevens geconstateerd werd,
dat de geheele beweging zonder bepaalde leiding of orga
nisatie geschiedde, ook zonder een vooraf beraamd plan,
dat de een slechts den ander medesleepte en de roode vlag
op deze menschen eenigermate denzelfden verbijsterenden
invloed had als op een troep kalkoenen, die zich als razend
aanstellen, zoodra men hun een lapje rood doek voor de
oogen houdt. Maar al wat zulke processen merkwaardig,
aantrekkelijk, spannend kan maken de zelfopofferende
doodsverachting van den strijder voor een beginsel, de
heldenmoed van den martelaar voor een groote zaak
schittert hier door zijne totale afwezigheid. Toch verdient
dit proces niet onopgemerkt voorbij te gaan. Het geeft ons
althans ruimschoots gelegenheid om een blik te slaan in
verschillende kringen van het volksleven, op den geest die
er heerscht en de stemming die er bovendrijft. Onver
schilligheid en zekere ruwe laatdunkendheid geven er in
vele dingen den toon aan; de massa is gemakkelijk in de
eene of andere richting te leiden, en de duidelijke waar
neming van dit verschijnsel is een les, waarmede wij voor
nu en voor de toekomst ons voordeel kunnen doen.
Amstelaar.
Binnenland.
In een artikel met het opschrift: //De Landbouw
nijverheid en de grondbelasting" merkt het Hld., naar
aanleiding van het amendement van den heer Bahlmann
aan, dat, als men van de kwijning der landbouwnijverheid,
spreekt, het er op aankomt, wèl te onderscheiden. De
prijsvermindering der landbouwproducten heeft ontwijfelbaar
tweeërlei oorzaak. Ze is voor een deel het gevolg van den
buitenlandschen aanvoer van soortgelijke producten, tot
lagere prijzen dan waarop dit vroeger mogelijk was. Voor
een ander deel echter vindt die prijsvermindering hare
oorzaak in den gang van zaken, waaruit de algemeene
daling der prijzen is voortgesproten, d. i. zij is een gevolg
der waardestijging van het goud.
In de daling der landbouwproducten tengevolge van den
buitenlandschen aanvoer tot verlaagde prijzen en in de
hieruit voortvloeiende vermindering der pachtwaarde, en
dientengevolge ook der koopwaarde van den grond, ziet
het Hld. volstrekt geen algemeen kwaad. Voor een goed
deel i3 hiervan het eenige nadeelige gevolg eene boven
dien ten deele ook slechts nominale vermindering van
vermogen bij den grondeigenaar; maar daardoor wordt
volstrekt geene vermindering in de binnenlandsche voort
brenging veroorzaakt. Voorts staat tegenover deze gevolgen
van de daling der landbouwproducten het zeer groote,
algemeene voordeel, dat in de prijsvermindering zelve der
eerste levensbehoeften gelegen is.
En wat zou nu het gevolg wezen van eene vermindering
der grondbelasting, die de heer Bahlmann wil? Zeker zou
aan den eigenaar van den grond op die wijze eene vergoe
ding komen; maar in de daaruit voortvloeiende verminde
ring der staats-inkomsten zou men toch op andere wijze
tegemoet moeten komen. Met andere woorden: de alge
meene druk der belastingen zou even zooveel vermeerderd
moeten worden.
Bij de algemeene daling der prijzen daarentegen hebben
wij wel degelijk met een algemeen kwaad te doen. Maar
zou nu, wat de belangen van den landbouw betreft, het
geneesmiddel tegen dit kwaad hierin gelegen zijn, dat men
den grondeigenaar van de betaling van een deel der grond
belasting onthief? In geenen deele. Alleen dit werd dan
verkregen, dat aan den grondeigenaar eene schadeloosstelling
werd gegeven voor zijn aandeel in het algemeen nadeel,
doch ook aan niemand dan aan hem. En die schadeloos
stelling zou ten laste komen van allen, die geene grondr
bezitters zijn. Hun aandeel in het algemeen nadeel zal
dus slechts zooveel grooter worden. Waarlijk, zoo ooit,
dan is hierop toepasselijk, dat het geneesmiddel honderdmaal
erger zou zijn dan de kwaal.
Omtrent hetzelfde voorstel van den heer Bahlmann
zegt de Kamper Crt., dat de bedoeling van dit amendement
zeker loffelijk is. Wie zou niet iets willen doen om onzen
landbouw in een beteren toestand te brengen? Maar in elk
geval is het voorbarig, omdat op dit oogenblik eene staats
commissie zich onledig houdt met het opsporen van de
beste middelen om den landbouw uit zijn minder gunstigen
toestand op te heffen. Hot is ondenkbaar, dat de Tweede
Kamer op het onderzoek dezer commissie zou willen vooruit-
loopen, ingrijpen zou willen in haren arbeid. Wanneer
eenmaal die arbeid is afgeloopen, dan zal het oogenblik
gekomen zijn om ernstig te overwegen, wat er in het belang
van den landbouw te doen is. Vermoedelijk zal dan niet
de weg worden ingeslagen, dien de heer Bahlmann aanwijst,
want daarmede zou voor den landbouw weinig verkregen
worden. Verlaging van de grondbelasting zou alleen ten
bate komen aan de landheeren en aan die betrekkelijk
weinige landbouwers, die hun eigen grond bebouwen. De
landheeren echter verkeeren niet in nood. Al brengen
ook de pachten minder op, daartegenover staat (en dit geldt
ook voor de boeren, die op hun eigen goed gezeten zijn),
dat er vele vette jaren aan de magere zijn voorafgegaan.
Er is met de kapitalen, die in grondeigendommen zijn ge
stoken, zóóveel geld verdiend, dat er geene reden is tot
klagen, omdat thans die kapitalen wat minder productief
zijn. In vermindering van de grondbelasting kan ook
hierom nooit het middel gezocht worden om den toestand
van den landbouwer te verbeteren, omdat de landbouwer
reeds vrijgesteld is van de patentbelasting, die op alle andere
bedrijven zwaar drukt. De Kamper Crt. wil daarmede
volstrekt niet zeggen, dat de grondbelasting te beschouwen
zou zijn als eene soort van bedrijfsbelasting, maar zij moet
dan toch eenigszins de vrijstelling van patentbelasting, die
de landbouwer geniet, goedmaken.
In de laatst gehouden vergadering der Kamer van Koop
handel te Harlingen is medegedeeld, dat door de gezamen
lijke slagers in Yorkshire een groote beweging op touw
gezet is, om van de Privy Council vergunning te erlangen,
het Nederlandsche vee, evenals vroeger, in de Engelsche
havens te mogen invoeren en vrijelijk levend naar het
binnenland te voeren.
De inwilliging van dat verzoek zou hoofdzakelijk afstuiten
op de wetenschap, dat Nederland nog steeds toestaat, den
doorvoer van vee uit besmette landen, met name Duitschland.
De Kamer heeft thans besloten zich met die te Leeuwarden
en te Gi'oningen te wenden tot de Regeering, met verzoek,
dat de doorvoer van Duitsch vee door Nederland worde
verboden, zoolang Duitschland door de Privy Council als
besmet wordt beschouwd.
In den vroegen morgen van j.1. Donderdag ver
brandde te Zijpe, met den geheelen inboedel, de voor 3
k 4 jaren nieuw gebouwde boerenplaats van J. Pons, aan
de Pettemerkluft. Oorzaak nog onbekend.
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 3 dezer:
z/Eén stormwind slechts, en uw lot is u geen
raadsel meer."
De perceelen aan het Waagplein, onlangs door de ge
meente Alkmaar, met opoffering van aanzienlijke sommen
aangekocht, om met de daardoor verkregen oppervlakte
het kaasmarktplein te vergrooten, zijn allen geamoveerd.
't Is daardoor een prachtig plein geworden, en 't zou
nog aanzienlijk vergroot kunnen worden, had het Gemeente
bestuur niet met één man te doen, die zich bij deze gelegen
heid heeft voorgesteld eens //recht aardig" te zijn. En
werkelijk zijn huis, dat daar nog staat, is een ruïne,
een bouwval, zelfs zóó gevaarvol en dreigend, dat de politie
het dringend noodig heeft geacht den publieken weg, vóór
dat huis gelegen, af te sluiten, om daardoor menschenlevens
niet aan gevaar bloot te stellen; het krot staat op stutten, gelijk
een afgeleefde grijsaard, steun behoevend, om voor vallen
behoed te worden. Alle dagen staan massa's menschen te
staren naar 't huis, om getuigen te zijn van den val, die
ieder oogenblik kan worden te gemoet gezien, en menigen
stormwind wordt afgebeden om dien gewenschten val te
verhaasten; want, 't is grappig, maar niemand is er die
den eigenaar zou beklagen, wanneer zijn huis instortte, te
meer, omdat hem een aanzienlijke som voor den afstand
van zijn perceel is geboden, en óók omdat hij een plan
verhinderd, waarbij aller belang is betrokken.
De bewoner heeft het huis reeds verlaten, waarschijnlijk
omdat hij en zijn gezin geen trek hebben met de ramp
zalige bestanddeelen van het perceel vereenzelvigd te worden,
en gisteren nog stond iemand het te bewonderen met de
vriendelijke heilbede op de lippen:
yWaai op westewindje, verhef uwe kracht,
Gooi om dezen rommel, toon Hos uwe macht."
Maar de eigenaar hoorde 't gelukkig niet: hij herstelt
't perceel, in afwachting van eene onteigeningswet, die op
voorstel van Burgemeester en Wethouders door den Raad
aangevraagd zal worden; komt die wet tot stand, en daaraan
valt niet te twijfelen, dan kan Hos zich geluk wenschen
met het oponthoud, waarvan hij de eer heeft bewerker te
zijn en met het gemis van een duizend gulden of wat, die
hij met zijn ,/aardig zijn" heeft verspeeld. Nu is hier het
groote kwaad, dat de stad heeft te doen met iemand die
flink bij kas is en evenmin aan geld als aan vrienden
behoefte heeft; een nadeel voor Alkmaar dat nog al be-
teekent, maar voor Hos tamelijk geruststellend mag worden
genoemd.
Zoo ziet men, ieder mensch heeft zijne eigenaardigheden
niet alleen, maar ook, ieder vermaakt zich op zijne wijze."
Het heeft den heer Heijligers, postdirecteur te Schagen,
jl. Woensdag, bij gelegenheid van zijne 25jarige ambts
vervulling aldaar, niet ontbroken aan blijken van hartelijke
belangstelling. Zoo ontving deze verdienstelijke ambtenaar
o. a. van het aan zijn kantoor verbonden personeel een
naam-album met zilver gemonteerd, een fraai zilveren
inktstel en een rooktafeltje.
Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te
Haarlem, is j.1. Donderdag aanbesteed:
Het driejarig onderhoud der Rijkszeewerken op het
eiland Wieringen (raming f 5700 per jaar). Minste in
schrijver J. Hermans, te Wieringen, ad f 6679 per jaai*.
In de leening van f 200,000, tot instandhouding der
Amsterdamsche Chininefabriek is slechts voor f 14,200
geteekend, zoodat de zaak wordt ontbonden.
Het Openbaar Ministerie van het Gerechtshof te Am
sterdam achtte alle aangeklaagden, in zake de ongeregeld
heden op de Lindengracht aldaar, aan de hun ten laste
gelegde feiten schuldig en requireerde tegen Kampman
1 jaar, Lodewijks 1 jaar en 6 maanden, Schweitz 3, Wouter-
son 3, Yan den Broek 3, Deling 2, Van Iperen 2, Snak
3, Bredius 2 en Baars 1 jaar en 6 maanden. Bij de
getuigenis van De Jong, décharge ten behoeve van Bredius,
deed zich een incident voor, waarvoor hij zal vervolgd
worden door het Openbaar Ministerie.
De omstandigheid, dat de vleeschprijzen te Rotterdam
geen gelijken tred houden met de daling der marktwaarde
van het vee, heeft de Rotterdamsche Coöperatieve Ver-
bruiksvereeniging, die op 1 October 1886 omstreeks 850
leden-aandeelhouders telde, doen besluiten tot het verbinden
eener vleeschhouwerij aan de Vereeniging. Deze coöperatieve
vleeschhouwerij zal niet slechts de leden der Vereeniging,
maar ook niet-leden, die dat verkiezen mochten, bedienen.
De tijd, waarop de zaak in werking zal treden, en de schaal
waarop zij in den beginne zal worden opgericht, zullen
nader een punt van beraadslaging uitmaken.
Aangaande de executie van den deserteur Ransonnet
ontving de Javabode uit Atjeh het volgende bericht:
Het vonnis is den 12 October met de meeste plechtigheid
ten uitvoer gelegd. Even voor zevenen werd de veroor
deelde met slaande trom op het terrein gebracht. Hij liep
er flink en kordaat met opgeheven hoofd bij, terwijl hij
zich kalm onderhield met twee kameraden, welke hem den
laatsten vriendendienst bewezen, en hem tot het schavot
vergezelden.
Daar waar hij gedurende den marseh officieren of bekenden
zag, groette hij op militaire wijze of gaf hij een opgeruimd
gezegde ten beste. Bij aankomst van den veroordeelde op
de executieplaats begonnen de muziekkorpsen en alle tamboers
te blazen en te trommelen, hetgeen een oorverdoovend
geraas veroorzaakte.
Op een gegeven teeken van den militairen commandant
zweeg die muziek en werd het vonnis, door den auditeur
militair, geassisteerd door twee officieren, leden van den
krijgsraad, voorgelezen. Onmiddellijk daarop ging Ransonnet
met een vluggen tred naar het schavot en wuifde zijne
vroegere kameraden met zijn zakdoek een laatst vaarwel
toe. De pastoor vergezelde hem tot aan het schavot, maar
hij wilde van hem in zijne functie als geestelijke niets
weten. Klokke 7 uur viel het luik onder zijne voeten
weg, en onmiddellijk volgde de dood. De troepen keerden
vervolgens huiswaarts, terwijl ter bewaking eenige cavale
risten en politieoppassers op het terrein achterbleven. Het
lijk bleef tot 8 uur hangen en werd toen op de gebruike
lijke wijze weggebracht.
Ransonnet had den dag voor zijn dood vergunning
gekregen, eenige kennissen bij zich te mogen ontvangen,
en zoo heeft hij, onder het drinken van een glas wijn en
het maken van een partijtje, den avond tot 12 uur door
gebracht.
Hoe men Sint-Nicolaas niet al vereert.
In de Laurierstraat, bij de 1ste dwarsstraat, te Amsterdam,
vindt men voor het winkelraam van een koopman in fruit
enz., als surprises uitgestaldsierlijk aangekleede en naast
elkaar opgestelde.... Engelsche bokkings.
Een patiënt die dezer dagen een recept van zijn
geneesheer noodig had en het eens nakeek las met eenige
verbazing o. a. de woorden brom pot. De geneesheer
had den patiënt broom-kalium voorgeschreven en dit afgekort
als „brom. pot," dit laatste voor „potassium" in plaats van
kalium."
Hooikoeken zijn in Frankrijk een veel gebruikt vee
voeder, met name voor paarden. Zij bestaan uit zeer fijn
gehakt hooi en stroo, vermengd met gestampte boonen,
haver of rogge. Dit deeg wordt met een aftreksel van
lijnzaad overgoten en daarna tot koeken geperst.
Sedert het bekend worden van den millioenen-diefstal
in België, worden de uit Duitschland afkomstige, per spoor
over Nederland verzonden brievenmalen, in den daarvoor
bestemden wagen door een beambte der Posterijen bewaakt.
Eene nieuwe aardappelziekte. Door prof.
Ferd. Cohn, te Breslau, is eene nieuwe aardappelenziekte
beschreven. Zij treedt zóó op, dat de stengels der aard
appelplanten van beneden naar boven bruin worden, en
later de bladen afsterven. De stengels blijken uitgehold
en met een bedorven stof gevuld. In die holten vond
Cohn larven van eene vlieg, die de stengels hadden uitge
vreten. Bij sommige soorten van aardappelen komt de
ziekte meer voor dan bij andere. Reeds van verscheidene
plaatsen in Duitschland is over het voorkomen van deze
ziekte bericht ingekomen.
Buitenland.
Eene Russische circulaire is verzonden, waarin de ge
schiedenis der gebeurtenissen in Bulgarije kortelijk her
innerd en gezegd wordt, dat Kaulbars heeft waargenomen,
dat de meeningen van het Bulgaarsche volk geheel vijandig
zijn aan die der gelukzoekers, die het bestuur in handen
hebben. Rusland hoopt door vreedzame middelen tot eene
oplossing te geraken.
Generaal Kaulbars is jl. Donderdag te St. Petersburg
aangekomen en werd aan het station door een graot publiek,
meest uit officieren bestaande, ontvangen. Men zegt dat
hij niet weder naar zijn vorigen post militair attaché te
Weenen terugkeeren zal, hetgeen zeker geen verwonde
ring baren kan na de minder gunstige wijze, waarop de
Oostenrijksche Minister zich over zijn optreden in Bulgarije
uitgelaten heeft.
De Fransche ministers begaven zich gisterennamiddag
ten ure naar het Elysée te Parijs en boden aan President
Grévy hun ontslag aan.
De Minister van Oorlog noemde gisteren in den
Duitschen Rijksdag het leger-ontwerp dringend noodig,
daar Duitschland, in weerwil van zijne vredelievende politiek,
in een oorlog zou kunnen gewikkeld worden; er is geen
oogenblikkelijk gevaar, maar de toestand is moeielijk. De
groote sterkte van het Fransche leger is geen bewijs van
vredelievende gezindheid en niet noodig om rustig in vrede
te leven. Hij meende, dat de Rijksdag vóór Kerstijd met
dit ontwerp gereed moest zijn, zoo het doel der Regeering
bereikt zou worden. De kosten wai'en zoo laag mogelijk;
men moest de beslissing over dit ontwerp niet afhankelijk
maken van de belasting-politiek; eene verwerping zou
noodlottig kunnen zijn bij de toestanden aan gene zijde der
Vogesen.
Ter gedachtenisviering van het feit, dat driehonderd
jaar geleden de aardappel in Europa werd ingevoerd, is
j.1. Woensdag in de St. Stephens-Hall van het Westminster
Aquarium te Londen eene tentoonstelling van aardappelen
geopend. Tal van soorten zijn aanwezig; ook is er eene
verzameling van oude boeken, kaarten en platen betreffende
den aardappel. Voorts vindt men eene afdeeling, die de