I,
f Men schrijft ons van Texel, del. 20 dezer:
„Eergisteren heeft een onderzoek plaats gehad naar den
toestand van de reddingskaap op Onrust.
Er bleek door de stormvloeden aan den voet van de
kaap een gat te zijn ontstaan. Overigens was de baak in
goede orde.
Tijdens de jongste stormen heeft zich de zandplaat, die
sinds eenige jaren in oostelijke richting overslaat, zich in
dezelfde richting weer belangrijk verplaatst.
De kaap, eenmaal in het midden van Onrust gebouwd,
staat nu voor meer dan 5/7 aan de noord westkant van de
zandbank, 't Is derhalve te voorzien, dat men na korten
tijd de baak zal moeten verplaatsen."
Tweede Kamer. Bij de behandeling van de
Marine-begrooting, op jl. Zaterdag, nam de Minister over
een amendement om de post voor een nieuw ramtorenschip
te doen vervallen, onder voorbehoud het later bij sup-
pletoire begrooting voor te stellen, en ook een amende
ment van den heer Reuther, om inmiddels 3 torpedobooten
op 's Rijkswerf te Amsterdam te doen aanbouwen. Boven
dien wilde de Minister 8 andere booten, voor particulieren
aanbouw bestemd, op 's Rijkswerf doen aanbouwen. Vele
leden verweten nu den minister inconsequentie. Een amen
dement van den beer Goeman Borgesius, door den minister
onaannemelijk genoemd, om slechts 3 torpedobooten te
bouwen, is aangenomen met 30 tegen 26 stemmen. De
minister verklaarde de begrooting nu niet te kunnen uit
voeren en vroeg schorsing der verdere behandeling.
Sprekende over de stemming in de Tweede Kamer,
waardoor de Minister van Marine zich genoopt voelde heen
te gaan, zegt 't Hld.
/Mogelijk ware in een meer voltallige vergadering de
beslissing anders geweest. Met uitzondering van den heer
Yan den Biesen heeft toch de geheele rechterzijde, voor
zoover aanwezig, tegen gestemd, terwijl zeer vele leden
der linkerzijde zich hierbij voegden. Dat overigens de
beslissing zoo is uitgevallen moet niet worden toegeschreven
aan een anti-militairistischen geest der meerderheid. De
Kamer heeft meermalen getoond wel degelijk groote offers
te willen brengen voor 's lands defensie, maar dan behoort
men de zekerheid te hebben dat de gelden goed worden
besteed."
„Het Ministerie van Marine is geen philanthropische
instelling, om in moeielijke tijden werk te verschaffen,
voegt het blad er bij. Trouwens, die geheele werkver
schaffing is nog niets anders dan schijn, want het werk dat
de Minister op 's Rijkswerf wilde laten tot stand brengen,
ontnam hij aan de particuliere industrie."
Het Dagblad is verontwaardigd en geeft aan de politiek
en bet anti-militairisme de schuld. Het ramtorenschip heeft
zijn politieken dienst gedaan voor de linkerzijde door den
zetel van den Minister van Marine in den grond te boren.
Het blad maakt verder een vergelijking tussclien de houding
der Kamer tegenover den Minister van Koloniën en dien
van Marine:
Zeven millioen ter beschikking van Koloniën, grooten-
deels ter bevrediging van bijzondere belangen, en ette
lijke tonnen gouds aan 's lands defensie onthouden dat
is de tegenstelling. Den Minister van Koloniën beschermen
en steunen, die, om louter politieke beweegredenen, ontel
bare frontveranderingen maakt en de waardigheid van het
gezag in 't aangezicht slaat, en ergernis en veront
waardiging te veinzen tegenover den Minister van Marine,
die, in 't belang van 's lands verdediging, zoovc el mogelijk
uit de anti-militairistische sloopershanden tracht te reefden,
zietdaar de andere tegenstelling."
't Vaderland betreurt het dat de Minister niet pal is
blijven staan voor het ramtorenschip. Dan zou hij met
eere zijn gevallen. Het blad is voorts van meening dat de
Minister ten onrechte een politieke beteekenis aan het
amendement Borgesius toekende.
Ook de N. Rott. Crt. is van oordeel, dat de Minister
van Marine aan eigen onvoorzichtigheid den loop, dien de
zaak heeft genomen, te wijten heeft.
Door bet Hoofdbestuur der Posterijen is aan het
Departement van Oorlog aangevraagd om ook bij de te
Tante zwijgt; ze is inderdaad ontzet over die mcêdeeling. Een
onderofficier! Afgrijselijk! En arm natuurlijk! Neen, 't is on
mogelijk, dat is ontegenzeggelijk waar. Kassian, dat arme kind!
Zg weet niet beter te doen dan met Dory te weenen, haar te
kussen en to streelen, en zoo keert allengs de bedaardheid weêr.
„Tante," zegt Dory nu, „wees maar niet bang; mijn dolle
escapades zjjn nu geëindigd; ik wil braaf en verstandig worden.
Oom heeft gezegd, ik moet den eersten den besten nemen, die my
vraagt, als zijn fortuin en positie maar eenigszins aannemelijk
zijn; en ik heb besloten oom te gehoorzamen. Het kan me toch
niet veel schelen met wien ik trouw (een onderdrukte snik) als... ik
maar... rijk trouw. Nu, tante, eerstdaags zal ik gevraagd worden
door iemand, die rijk is en een goede positie heeft, u zult bet
zien. Zult u het dan slecht vinden, als ik hem neem?"
Wel neen, zeker niet, kind! Maar zonder liefde! Toen wy
trouwden, oom en ik, waren we allesbehalve rjjk, maar wij
hadden elka&r lief en waren gelukkig..."
„Ja, daar weet ik alles van," dacht Dory, doch ze zei het
niet; zy liet der goede vrouw de illusie, dat haar man haar uit
liefde genomen had. Zy zeide slechts, met een glimlach, ofschoon
er nog tranen waren in hare blauwe oogen
«Nu, als mij dan maar niet zoo heel slecht vindt als oom,
en denkt, dat ik alles uit égoïsme doe... Ik denk ook wel een
heel klein beetje aan anderen... aan Ma en Ju, bijvoorbeeld,
maar 't is waarlijk heel, heel moeilijk zoo erg braaf en zedig te
blijven als men mooi is en iedere man u het hof maakt... wil u
dat wel gelooven, tante?"
Na dit vertrouwelijk gesprek, dat nog veel langer gerekt
werd, daar Dory veel vertelde, dat we reeds weten, werd het
meisje weêr geheel als gewoonlijk, vroolijk, opgeruimd en gezond,
en zoo bleef het, en er verliepen eenige dagen eer tante zich
begon te verwonderen, dat harr man haar nog niet terugriep uit
haar ballingschap.
Op een middag, ongeveer eene week later, werd mevrouw
Ridders gestoord in haar middagslaapje door een telegram, 't Was
van haar heer en meester en luidde: „Is D. nog bij u? Verlies
haar niet uit het oog; laat haar geen minuut alleen. Ik kom
spoedig!" K. R.
„Is Dory (dat beteekent die D. zeker) nog by U? las
mevrouw Ridders, en zij vertrouwde hare oogen haast niet! „Lieve
hemel, zou de man iets mankeeren?" mompelt zij, met bevende
banden het geheimzinnige papier opvouwende. In verwarring
gebracht door die raadselachtige boodschap, liep zij naar de
kamer van Dory. De deur stond open; een baboe zat bij 'fc
wijdgeopende venster met haar naaiwerk bezig. Door de neêr-
gelaten neteldoeksche klamboe heen zag mevrouw Ridders het
meisje in diepen slaap op het bed liggen.
Zij was niet binnen de kamer getreden en de baboe had haar
niet gezien, daar deze met den rug naar de deur toe zat. Het
was rustig in het heele huis; maar in deze kamer was het al
venvachten drukte met Nieuwjaar weder militairen op de
Postkantoren tot assistentie te krijgen.
Volgens de gisteren in de Standaard openbaar ge
maakte 26ste of laatste lijst heeft de in Augustus 11.
gehouden 8ste jaarcollecte voor de scholen met den Bijbel
opgebracht f 107,309.51, dat is f 212.64 meer dan het
vorige jaar.
Mevrouw Cath. Beersmans zal haar 25jarig jubileum
als tooneelspeelster te Rotterdam vieren op Dinsdag den
11 Januari a. s. Bij die gelegenheid zal zij optreden als
„Medea," in het treurspel van dien naam, en als „Juffrouw
Guichard" in Dumas' blijspel „Monsieur Alphonse." Te
Leiden zal dit feest gevierd worden 17 Januari, te Zwolle
19, te Groningen 20, te Dordrecht 24, te Amsterdam
27 Januari a. s., terwijl het voornemen bestaat deze feest-
voorstelling ook te geven te Utrecht, Leeuwarden, 's Hage,
Deventer, Den Bosch, Gouda, Nijmegen, Arnhem, Delft,
Brussel, Antwerpen, enz.
Voor rekening van de Rumeensclie Prinses Bibesco,
die voor zich en haar zoontje genezing verkregen heeft
door de behandeling van dr. Mezger, zal een blind kind
van onvermogende ouders worden opgenomen in het
Blinden-Instituut te Amsterdam.
Dit is zeker een zeer gelukkige wijze om van erkente
lijkheid te doen blijken.
De baan van de Amsterdamsche IJsclub, achter de
P. C. Hooftstraat aldaar, is gereed. Een stoommachine
zal 't water onder de ijskorst op peil houden en de baan
die 625 meter lang en 38 meter breed is 's avonds
verlichten.
Gisteren werd tot liquidatie der Amsterdamsche Chinine-
fabriek besloten en een liquidatie-commissie benoemd.
De wed. Snellie, geb. Akkerman, wonende te Rotter
dam, Binnenweg No. 27 (ingang slop) hoopt heden haar
102den verjaardag te vieren. Zij geniet nog een goede
gezondheid, en is in het bezit van al haar geestvermogens.
Waarschuwing voor jongens! Voor de Recht
bank te Haarlem hebben een paar jongens terechtgestaan,
van 12 en 15 jaren, wegens het opzettelijk en weder
rechtelijk vernielen van eenig aan een ander toebehoorend
goed, door, terwijl de orgelbespeling in de Groote of
St. Bavokerk plaats had, door middel van een catapult
met steenen glasruiten van een der ramen van die
kerk te verbreken. Het O. M. requireerde, daar naar
zijn meening beiden bleken gehandeld te hebben met oor
deel des onderscheids, voor den eerste 1 dag, voor den
tweede 2 dagen gevangenisstraf. De uitspraak is bepaald
op 23 dezer.
Te Nunspeet treedt een weduwe van 70 jaren, een
slaapsteêhoudster, voor de vierde maal in het huwelijk.
Teneinde althans naar raenschelijke berekening, eenigszins
zeker te zijn dat zij niet ten vijfden male in haar bruidstooi
zal moeten verschijnen, heeft zij nu haar hart verpand aan
een jongman van 35 jaren, die reeds langen tijd bij haar
inwoonde en eindelijk zwichtte voor hare bekoorlijkheden.
Te Arum (bij Wonseradeel) zal, naar men meldt,
een kippen-broeierij door middel van electrische verwar
ming worden opgericht, om in het groot jonge kuikens
voor uitvoer naar Engeland te kweeken.
Waar vond men ooit hechter liefde en trouw dan....
te Lochem bij een paartje, dat dezer dagen, na een
vrijage van 30 jaren, in het huwelijksbootje stapte? Hij is
nu 63 en zij 58 jaren, maar ze minnen elkander als dertig
jaren geleden, met al 't vuur eener eerste liefde. Er was
een nobele reden voor hun lang wacliten. De bruid wilde
haar hulpbehoevende meesteres niet verlaten, die onlangs
overleed en haar toen eerst vrijheid liet den man haars
harten te volgen.
't Blijkt uit een nadere mededeeling nopens den strijd
tusschen Axel Paulsen en Harold Hagen, dat 't feit, 't
welk wij in ons vorig nommer op gezag van het U. D.
verkondigden, niet juist is. Er is geen voorsprong gegeven.
Paulsen was reeds bij de eerste 5000 meter achter en bleef
het tot de laatste. De 25000 meter werden door hem
afgelegd in 59 min. 20£ sec., door Hagen in 56 min.
30f sec.
bijzonder stil. Men hoorde niets dan 't zachte ritselen der
bladeren van den grooten boom, die dicht bij de vensters stond
in 't vertrek was alles in de beste ordeals het telegram doelde
op eenc reis die Dory ondernemen zou, of misschien wel op oen
ontvluchting of schaking, (want „papa" hield het kind tot alles
in staat) dan had hij zich toch zeer bedrogen. Kr was niets
te merken dat aan zoodanig voornemen kon doen denken en Dory
zelve sliep zoo rustig als een kind. Wat mocht den man toch
wel in 't hoold gekomen zijn, dat by zulk een telegram zond?
Zeer verlegen over deze vraag en zich verdiepende in honderd
daaruit voortvloeiende gissingen, begat mevrouw Ridders zich
naar hare kamer en zocht den divan weêr op, waar zij gewoon
was hare siësta te houden. Doch zy kon den slaap niet meer
vatten, zoo ongerust had dat bericht haar gemaakt. Had hyten
minste maar een brief geschreven, was hij maar terstond zelf
gekomen! Hij wist immers wel, dat telegrafische berichten haar
zoo zenuwachtig maakten!
Zoo kwelde het goede mensch zich gedurende eenige uren, tot
vermoeienis haar overmande, en zij de oogen sloot, om nog een
uurtje ten minste te rusten. Maar ook in den slaap kwelden
haar angstige gedachten en benauwende droomen. Om vier uur,
toen hare lijfmeid haar volgens gewoonte kwam wekken, had zy
hoofdpijn gekregen en verklaarde nog wat te zullen blijven liggen,
om het, zoo mogelijk, uit te slapen, en „waar was juffrouw
Dory?" vroeg ze, eensklaps aan het bevel haars echtgenoots
denkende.
„Juffrouw slaapt ook nog," was 't antwoord.
„Goed; wek haar dan maar niet," zeide mevrouw, en zij viel
weer in slaap, bedenkende hoe vreemd het toch was dat Karei
haar zóó verontrust had, terwyl het kind blijkbaar aan geen
kwaad dacht. Zou ze anders zoo lang en rustig slapen? En
mevrouw Ridders' gepeins veranderde in een droomeen angstige
droom, alweêr. Zij reed met al de haren over een lange brug
die brug lag over eene breede, onstuimige rivier. Frits zat op
den bok en bestuurde het rytuig. Zy riep hem toe op te houden,
langzamer te rijden; maar hij hoorde haar niet; en zij hoorde
duidelijk het bruisen van 't woelende water, 't geraas der wielen
en het paardengetrappel, en met een luiden schreeuw vloog zij
overeind: „Frits!"
„Ja, Frits! Mijn God, wist je 't al? Dan is het zooals ik dacht
sprak de stem haars echtvriends.
Hij was het; zy droomde nü niet; daar stond hy werkelijk
voor haar. Hy zag er bleek en vermoeid uit en, kende zij haar
man niet beter, zy zou gezegd hebben, dat hij geschreid had, zoo
rood en opgezwollen waren zijne oogen. In elk geval was haar
droom in zoover waarheid, dat zij. 't geraas der wielen van
het rytuig had gehoord, toen het over de houten brug reed, en
't gedruisch van het water was verklaarbaar, want de gewone
namiddagbui (te Buitenzorg) was heden bijzonder zwaarde regen
viel kletterend neer op het gïindpad voor 'thuis... (Wordt vervolgd.)
De veiligheid te Purmerend laat in den laatsten tijd
wel iets te wenschen over. Binnen enkele dagen is aldaar
drie maal eene poging tot inbraak gepleegd, het eerst in
het kantoor van den rijks-ontvanger, waarin de dief echter
niets vond, maar door de vrouw des huizes werd opge
sloten tot de politie kwam. Een paar dagen later werd
de goudsmid Smelink met een nachtelijk bezoek vereerd,
en in den nacht van jl. Vrijdag op Zaterdag ds. Simon
van der Aa. Het is den dief of de dieven echter niet
gelukt, iets mee te nemen: zij werden tijdig door de
bewoners gestoord.
De Arnh. Crt. verneemt, dat te Arnhem bij den heer
D. Meijer en eenige veehandelaren het plan bestaat, om
eene filiaal inrichting te vestigen te Milaan voor den ver
koop van rundvee. In den laatsten tijd zijn meermalen,
ook nog dezer dagen, aankoopen van vee voor Italiaansche
rekening geschied en de prijzen van het vleesch in Italië
geven recht te hopen, dat dit land een goed débouché voor
onze runderen kan opleveren.
Bij de behandeling van de gemeentelijke begrooting
in den Gemeenteraad te Breda, werd bij den post: Onder
houd van pompen, door den voorzitter gezegd:
„Ja, mijne heeren, de pompen hebben mij al sedert jaren
beziggehouden, en niet zelden heb ik, door zelf te gaan
pompen, mij persoonlijk van hare meerdere of mindere
deugdelijkheid trachten te overtuigen.'
In Engeland is men op het denkbeeld gekomen, om
aan jonggehuwden in hun huishouden, in plaats van een
aantal onnoodige, maar kostbare zaken, de huishuur voor
een zeker tijdsverloop ten geschenke te geven. De bloed
verwanten treden in overleg met de moeder der bruid;
deze kiest eene geschikte woning, en de bloedverwanten
betalen gezamenlijk de huur daarvan vooruit voor vijf, acht
of tien jaren, al naar zij willen.
Blijkbaar zijn in Engeland bloedverwanten milder met
hunne geschenken dan in Nederland. Hier zou in den
regel voor het geld van al de presenten van familie en
kennissen op zijn best een kwartaal van de huur kunnen
betaald worden.
Jagerlatijn. Het eene verhanl klonk nog ongelooflijker
dan het andere, doch jagers beleven soms wonderlijke
avonturen. Een vreemdeling had het gesprek belangstellend
aangehoord en mengde er zich eindelijk ook in. „Ik wil
de heeren wel eens vertellen wat me onlangs in Oostenrijk
is overkomen, met een van die nieuwe repetitie-geweren.
Ik zou ze eens probeeren en kreeg niets onder schot.
Eindelijk verschalk ik een vlucht lijsters. Ik denk dat er
tien duizend bij elkander warenja tien duizend zeker,
minder niet. Ik sluip nader en heb ze. Juist nadat ze
opgevlogen waren schiet ik; pam, pam, pam, poef; hoeveel
denk je dat ik er raakte?" Er werd geraden: tien,
vijftig, honderd.... „Geen enkele," ging de vreemdeling voort,
„niet één! Maar ik nam dien middag mijn broeder mede
en wij raapten vier tasschen met afgeschoten pootjes op.
Ik had een bagatel te laag aangelegd!"
Verdere verhaaltjes werden er dien avond niet gedaan.
Karei. „Oom, ik zie daar in uw courant telkens staan:
de groote vrouwen-vraag, wat is dat toch?"
Ongehuwde oom. „De groote vrouwen-vraag, mijn
jongen, is ongetwijfeld: Wat had ze aan?"
Buitenland.
Niet alleen Koning Willem III zal in 1887 zijn 70ste
verjaardag vieren, doch ook de regeerende Vorst Adolf
Van Schaumburg-Lippe, die 1 April dien leeftijd bereikt.
In 1888 hopen Koning Christiaan IX van Denemarken,
Hertog Ernest II van Saksen-Coburg, Groothertog Karei
Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach en Vorst Karei III
van Monaco hun voorbeeld te volgen. Van de veertig
regeerende Vorsten, die de „Almanach de Gotha" opsomt
zijn er slechts 4 die nog geen 40 jaar zijn; met uitzonde
ring van Koning Alfons XIII, is Koning Milan van Servië,
die 32 jaar telt, de jongste.
De oudste in jaren, Keizer Wilhelm van Duitschland,
is in de rij der regeerende pas de 17de als Koning van
Pruisen en de 28ste als Keizer van Duitschland. In deze
rij staat Keizer Pedro II van Brazilië boven aan, die reeds
meer dan 55 jaar regeert, en op hem volgt Koningin
Victoria die 20 Juni haar gouden regeerings-jubilé viert.
Koning Willem III is de zesde in deze rij.
Diefstal in den posttrein van Ostende.
De twee Duitschers, wier gevangenneming te Brussel ver
meld is, verklaren Eberard en Ditmar te heeten. De eerste
had zich in zijn logement ingeschreven als Muller en ook
den naam van Reynaert gevoerd. Men gist, dat zij bij den
bekenden diefstal van brieven betrokken zijn en dat de in
de riolen en andere dezer dagen in eene kamer van het
Grand Hótel gevonden brieven van hen herkomstig zijn.
Zij geven zich uit voor schapenkoopers en zeggen te Londen
woonachtig te zijn. De zich noemende Reynaert is ook
als zoodanig door allerlei personen erkend. Sedert twee
jaar drijft hij in andere zaken handel. Een derde met
hen in betrekking staand persoon moet een Belg zijn,
zekere Schmid, thans in Duitschland, slagersknecht van
beroep.
Het hof van cassatie heeft het hooger beroep van
Galeote, dan moordenaar van den bisschop van Madrid,
verworpen.
Dit arrest is tegen het advies van de geneesheeren, die
aangewezen waren om de geestelijke vermogens van Galeote
te onderzoeken. Immers, zij hebben verklaard, dat Galeote
in een zoodanigen staat van waanzin verkeert, dat hij
ontoerekenbaar is.
Er blijft dus aan Galeote niets anders over dan een
verzoek om gratie.
Mémoires van graaf von Beust. Uit dat
eerstdaags verschijnende geschrift deelde de te Munchen
verschijnende Allgemeine Zeitung der firma Cotta, die de
uitgaaf op zich genomen heeft, dezer dagen enkele blad
zijden mede. Daarin vindt men o. a. het verhaal van wat
er te Weenen geschiedde toen het bericht kwam, dat Keizer
Maximiliaan van Mexico gevangen genomen was. Graat
Von Beust liet dadelijk door den Oostenrijkschen gezant
te Washington de tusschenkomst der Vereenigde Staten
inroepen om te zorgen, dat des Keizers leven gespaard zou
blijven. Hij begreep, dat men in Mexico waarborgen ver
langen zou tegen pogingen van den Keizer om weder op
den Troon te geraken, en maakte daarom Keizer Frans
Jozef er opmerkzaam op, dat de Mexicanen wellicht hierin