van het product kan worden verhoogd, daaronder begrepen
het opsporen van verkoopsgelegenheden in binnen- of
buitenland.
7. Alle geoorloofde middelen, die kunnen strekken tot
voordeel der kaasmakers.
De kleine Prinses Wilhelmina heeft aan Z. M. den
Koning den wensch kenbaar gemaakt om het schaatsen
rijden te leeren. In dien wensch heeft Z. M. toegestemd.
De eerste oefeningen zullen plaats hebben binnen een besloten
terrein.
Naar het Vaderland verneemt, is de luitenant-kolonel
H. K. F. Van Teijn benoemd tot kolonel en tot opper
bevelhebber der troepen en waarnemend gouverneur van
Atjeh en onderhoorigheden.
Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 17 dezer:
„De IJsvereeniging „Eendracht maakt Macht" alhier,
besloot in hare laatste vergadering om even als het vorig
jaar, behulpzaam te zijn in werkverschaffing, zij het niet
op het ijs, wat natuurlijk geheel op haar weg ligt, dan
elders op andere wijze. Particulieren in deze gemeente,
die werk kunnen en willen verschaffen, betalen 50 cents
daags, terwijl de IJsvereeniging er dan 25 cents bijvoegt,
zoodat een dagelijksch loon van 75 cents kan verdiend
worden."
De Rechtbank te Rotterdam heeft de uitgever-directeur
der N. Rott. Crt. in het bekende rechtsgeding in beide
zaken vrijgesproken.
Wat de eerste zaak betreft, overwoog de Rechtbank in
haar vonnis, dat zij de overtuiging niet heeft, dat de schrijver
van het bewuste bericht het opzet heeft gehad, de eer en
den goeden naam van den geneesheer B. aan te tasten;
dat bovendien, waar gesproken wordt van den dood van
een kind door eene vergissing van dien geneesheer, geheel
in het midden wordt gelaten of de boodschap om het genees
middel niet goed was overgebracht, dan wel of die niet goed
was verstaan.
Omtrent de tweede zaak overwoog de Rechtbank, dat
het ingezoonden stuk niet inhoudt eenige te laste legging
van wien ook; dat er zelfs met geen enkel woord in dat
stuk van //maréchaussees" is gesproken, maar alleen van
„paarden' van maréchaussees;" dat daarenboven dit stuk niets
anders heeft dan de kennelijke strekking om op te komen
tegen de wijze, waarop verdachten worden vervoerd, zonder
de perken van geoorloofde critiek te buiten te gaan.
De Gemeenteraad van Ylissingen heeft besloten, dat
met 1 Mei 1887 een belasting zal geheven worden onder
den naam van straatgeld, berekend naar de langs den
grond gemeten breedte van den gevel, die aan of bij de
openbare wegen of straat gelegen is. Per strekkenden
meter gevelbreedte zal voor woonhuizen 20 en voor pak-
en andere huizen 10 cent betaald moeten worden.
Goed land, dat wel gelegen is, maakt te Hoogkarspel
bij verkoop nog steeds een goeden prijs. Dit bleek in de
publieke veiling van een huis en 3/4 hectare weiland, den
13 dezer gehouden. In drie perceelen gepresenteerd, bracht
het in massa f 6450 op, waarvan het huis f 2395 kon
gelden (de opcenten niet meêgerekend.) Het kerkbestuur
der Hervormden werd kooper.
De conventie met België over den meisjeshandel luidt
als volgt:
Art. 1. De Regeering der Nederlanden en de Belgische
Regeering verbinden zich binnen de wettelijke grenzen,
zooveel mogelijk te bevorderen, dat tot een der beide landen
behoorende vrouwen en meisjes, welke tegen haar wil er
toe gebracht mochten zijn zich in het andere land aan
ontucht over te geven, hetzij op haar verzoek, hetzij op
verzoek der personen, die gezag over haar uitoefenen, uit
het land waar zij zich bevinden, worden teruggezonden in
de richting van het land waartoe zij behooren.
„Ik zal den 25 dezer in Brussel aankomen en een dag op
u blijven wachtenden 26sten moet ik verder reizen. Stel my
s. v. p. niet teleur. D. is gezond en welgeen tijd om u meer te
vertellen; mondeling bijzonderheden. Groet uwe familie. Tot
ziensUw vriend,
Ch. v. Toll."
De naam van het hótel, waar hij zou logeeren, stond onder
aan de bladzijde; de brief was blijkbaar in groote haast ge
schreven.
Sprakeloos van schrik stond Rika Frans aan te staren. Dat
was nu een ramp, die als de welbekende „donderslag" uit den
traditioneelen „blauwen hemel" kwam.
„Frans, Frans, wat moeten wij doen?" fluisterde het meisje
eindelijk, angstig de handen wringend.
„Doen? Niets anders dan hetgeen Charles schryft: haar
halen het ongeluk in huis halen, want zij is een ware
ramp; wat heeft ze dien armen kerel, Charles, niet slecht be
handeld! En nu moet hij haar nog redden! Hoe heeft ze 'them
durven vragen!"
„Och, zeg dat niet; ze weet wel, dat hij haar liefheeft
„Over een meisje, dat men liefheeft, schrijft men zoo niet
als hij schrijft. Maar dat is tot daaraan toeGod geve, dat
we later niet nog veel erger dingen van haar hooren!"
„Foei, Frans, 't is toch uw zuster, en ze heeft groot gelijk dat
ze niet met dien mallen oom Dorus wil trouwen!"
„'k Weet nog niet, of dat niet het beste voor haar zou zijn;
hy zou haar wel in orde weten te houden. Maar, lieve Riek, 't
is vandaag de 24ste en du3 moet ik maken, dat ik morgen in
Brussel ben, er zit niets anders op
„Kun je dan verlof krijgen?"
„Ja, ik heb den brief vanmiddag om één uur ontvangen, en
terstond maatregelen genomen. Ik heb vier dagen verlofwegens
„dringende familie-aangelegenheden," maar 'k heb mijn kapitein
maar verteld hoe de vork in den steel zit, met eenige variatie:
dat ik eene zieke zuster moet gaan afhalen, die met eene familie
uit Indië gekomen is. Ik wist niets anders te verzinnenik
wilde vanavond aanstonds vertrekken; hoe eerder ik ga,
hoe eerder ik terug ben
„Maar, Frans-lief Mama!"
„Daar heb je 't juist! 't Zal voor haar het ergste zijn, want
geloof me, er steekt meer achter. Ik durf er den tyd niet af te
nemen om Ma behoorlijk voor te bereiden en ik heb daar ook
geen slag van. Gy moet dat op u nemen, lieve. Bovendien
wil ik zoo gauw mogelijk dat lastige perceel van Charles over
nemen. Hij heeft zeker goede redenen om te zeggen, dat het
geraden is, haar niet alleen te laten. Kindlief, 't is zeven uur, en
ik moet nu waarlijk weg; ik heb nog zooveel te doenWat
'n ramp dat Ju er niet is en wat 'n zegen dat ik Riekje heb!
Wat zou ik beginnen, zonder mijn Riekje!"
En hij sluit het kleine, bruine meisje in zijn armen, kust haar
bedroefd gezichtje, waarna het afscheidnemen begint en't zou mis
schien veel langer duren, ware Chrisje niet komen kloppen en
waarschuwen, dat mevrouw al tweemaal gebeld en driemaal
geroepen heeft om de juffer.
„En ze heeft u dus niet geschreven niets meêgedeeld van
al wat er gebeurd ia?"
Art. 2. Alvorens de terugzending van een getrouwde
vrouw of van een volgens de wetten van het land harer
herkomst, minderjarig meisje te doen plaats hebben, zal de
overheid aan de personen, die gezag over haar uitoefenen,
een kennisgeving richten, vermeldende den dag waarop
de terugzending zal geschieden en de plaats waarheen de
vrouw of het meisje zal opgezonden worden.
Bij de opvoering van „Denise," van Dumas, te
Haarlem, moest jl. Donderdag de voorstelling eenige oogen-
blikken worden gestaakt wegens algemeene hilariteit. In
het parterre van den schouwburg aldaar zijn in den
middelloop aan de banken knipzittingen aangebracht; op
een gegeven oogenblik brak zulk een zitting af en lag een
zwaarlijvig heer, die er zijn zetel had opgeslagen, op den
grond. Mevrouw De Vries, als gravin De Thauzette, in
gesprek met den graaf De Bardannes, was door de aan
stekelijke vroolijkheid genoodzaakt, haar spel eenige minuten
te staken.
Het verslag van den burgemeester van Amsterdam
aan den gemeenteraad omtrent de ongeregeldheden in de
Jordaan, waarop zeer langen tijd is aangedrongen en dat
door den burgemeester bij de jongste interpellatie van den
heer Metelerkamp was toegezegd, is verschenen.
Omtrent eorste oorzaak van de betreurenswaardige onge
regeldheden schrijft de burgemeester:
„Als oorzaak van de onlusten kan en mag, naar mijn
vaste overtuiging, en welke overtuiging door allen
wordt gedeeld, wier zware taak het ten vörigen jarc was
om de orde in de gemeente Amsterdam te handhaven
niets anders worden aangemerkt dan het di-ijven van hen,
die reeds sinds eenige jaren aanvingen, maar vooral na
Augustus 1885 met toenemende di'iestheid voortgingen een
deel der burgerij op te zetten en weerspannigheid te
kweeken. Men ontzag zich daarbij gaandeweg niet, om
gewelddadige middelen en zelfs gewapend verzet als geoox--
loofde maati-egelen tegen het openbaar gezag en de hand
having der openbare orde aan te gi'ijpen.
Het uitvoerig verhaal geeft, voor zoover het door de
bladen is meêgedeled, geen nieuwe gezichtspunten na de
behandeling der zaak voor de Rechtbank. Wel blijkt er
uit dat de burgemeester zeer ontevreden was over de houding
van den heer Steenbergen, commissaris in de 5de sectie,
en ten deele aan de min geschikte maatregelen, door hem
genomen, vroegere baldadigheden toeschrijft. De burge
meester houd voorts staande dat M. Van Doesburgh, de
waarnemende commissaris in de 5de sectie, tegen half zeven
present was op het terrein.
Jl. Maadagavond tusschen 9 en 10 uur verzamelden
zich 400 k 500 sociaal-democraten, waai-onder vrouwen met
kinderen op den arm, voor de woning van Domela Nieu-
wenhuis, in de Malakkastraat te 's Hage, ten einde hunnen
leider een afscheidsgroet te brengen. Vandaar wilde de
menigte blijkbaar naar het huis van bewaring gaan om
gelijke ovatie te brengen aan Croll, die daar subsidiaii-e
gevangenisstraf ondergaat. Toen zij in 't Noord-Einde het
Paleis des Konings passeei'de, wilde de troep zich op het
voorplein begeven, wat echter belet werd door den inspecteur
van politie Ölivier. Door verschillende straten trok men
al zingende naar de Prinsengracht, maar bereikte het gebouw
der gevangenis niet, want in de Assendelftstraat werd de
menigte tot staan gebracht, door de politie, die dé plannen
om bij de gevangenis rumoer te maken doorziende, met
een betrekkelijk geringe macht, onder leiding van den
hoofd-commissaris en den commissaris van politie Dietz,
daar post had gevat. Dadelijk werd de troep aangemaand
uiteen te gaan. Toen aan dat bevel geen gevolg werd
gegeven, heeft de politie zonder verdere waarschuwing de
volksmenigte uiteengedreven. Velen geraakten bij die charge
onder den voet. Het is niet bekend of er verwondingen
Geen woord: in maanden heeft ze ons niet geschreven, en ik
begryp niet wat zij wil nu ze zich, om zoo te zeggen, op
genade of ongenade aan u heeft overgegeven...."
iiIk begryp het wél; maar de aanslag is mislukt. Al had ik
haar van de andere wereld teruggebracht, tot thuis, ik zou
mij nóg niet zedelijk verplicht voelen ha;ir goeden naam, soi-disant,
te redden door haar te trouwen en dat was eigenlijk haar
toeleg
„Maar, hoe heeft ze u dan gevonden, en aangeklampt? want
dht heeft ze gedaan...."
„Wel, ik was juist te Singapore aangekomen, en zou den
volgenden dag met de Fransche mail weêr vertrekken, toen ik
ontboden werd bij iemand die in 't hótel logeerde, waar ik pas
afgestapt was; 'twas een oude kennis, heette het, die mij wilde
spreken. Niets kwaads vermoedende, volgde ik den bediende
die mij voorging naar een der mooiste appartementen, en daar
vond ik haar! Ik dacht, dat zij hoog en droog in den Oosthoek
zat, op zijn land, je kunt dus begrijpen, hoe verbouwereerd ik
keek. Ze liet me geen tijd om een woord te spreken en begon
eene opsomming van wederwaardigheden en grieven tegen den
ouden ezel op te noemen te veel om u te vertellen. Hij had
zijne vaderlijke manier van doen al sinds eenigen tijd laten
varen, en stelde zich op de allerbespottelijkste wijze aan als een
verliefde kwajongen. Hij had haar meegetroond naar Singapore
onder voorwendsel, een plezierreisje te makensedert drie weken
waren zij daar, en hij dat had zij te laat gemerkt liet
haar voor zijne vrouw doorgaan; ik moest maar in 't register
van 't hótel kijken [dan kon ik het zien. En toen zy hem er
over interpelleerde, had hij gezegd, dat hij wel verplicht was
geweest, dit te doen, om haar goeden naam te bewaren, en dat
hij overigens toch ook voornemens was, haar te trouwen, zoodra
ze in Parijs zouden aankomen. „Precies alsof ik daar hoegenaamd
niets tegen kon hebben," zei ze. Maar al sprong zij overboord,
om hem te ontkomen, zij zou er nimmer in toestemmen, zijne
vrouw te worden. Zij was vast besloten, tot dien wanhopigen
stap over te gaan, toen zij mij zag binnenkomen, terwijl zij voor
't venster stond, en toen had ze 't er op gewaagd en beriep
zich nu op mijne barmhartigheid, op mijn goed hart, enfin, je
begrijpt de scène: een zwakke vrouw, eene onschuldige, in de
macht van een tyran een Blauwbaarden dan de onversaagde
ridder, of wel het half dozijn broers van mevrouw Blauwbaard,
die haar komen redden. Tranen, smeeken, dreigend gevaar
van flauw vallen en eindelijk le bouquet de la fêteeen voetval,
met gevouwen handen, prachtig blond haar, dat losgeraakt om
de schouders valt, de grande yeux bleus, noges de larmesenfin de
heele mise en scène was volkomen gelukt (ik heb haar dat meer
zien doen), er ontbrak niets aan dan een potje bengaalsch vuur
„Charles, hoe kun je!"
„Och, beste vriend, word niet boos; ik zeg u, ik heb haar
reeds meer zulke scènes zien vertoonen en ik geloof, dat het
allemaal humbug is. Ik geloof niet meer aan vrouwen en haar
tranen; dat heeft zij mij afgeleerd. En toch toch heb ik
gedaan wat ze mij verzocht gedeeltelijk ten minste, want zij
wilde niets minder, dan dat wy gewapend met zijne papieren,
die ze zich verschaffen kon, verder zouden reizen als man en
vrouw
(Slot volgt.)
plaats hadden. Later vernam men dat de uiteengedreven
troep bij kleine groepjes naar het lokaal in de Westerbaan-
straat gevlucht was, waar zich ook Domela Nieuwenhuis
bij hen voegde.
De militaire wacht aan de gevangenis behoefde niet
handelend op te treden. (Het Vaderland.)
De heer G. B. Schmidt, apotheker te Amsterdam,
ergert zich aan de reusachtige aanplakbiljetten, waarbij
y Mrs. Allens Hair Restorer" wordt aanbevolen, plakkaten
die overal worden gevonden. Hij schrijft daarover het
volgende:
„Een oppervlakkig beschouwer zal het biljet met wel
gevallen bezien en misschien eerbied krijgen voor de vin
dingrijkheid en den ondernemingsgeest van hen, die deze
reclame lieten drukken en aanplakken.
„Op den deskundige echter, waarmede ik hen bedoel,
die op de hoogte zijn van onze wetten op de kwakzalverij,
of juister uitgedrukt van de wet op den verkoop van
geneesmiddelen, zal datzelfde aanplakbiljet een vreemden
indruk maken; hij zal geen lioogen dunk krijgen van de
wijze, waarop die wet wordt gehandhaafd.
„Het is bekend, dat Allens Hair Restoi'er behooi't tot
die zeer talrijke groep van haarmiddelen, zooals Melrose,
Eau de Zenobie, het Nieuwe Haarmiddel enz., welke alle
loodsuiker (acetas plumbicus) als hoofdbestanddeel bevatten.
Deze stof mag, volgens artikel 30 en 31 van de wet,
regelende de uitoefening der artsenij-bereidkunst, door
niet-apothekei-s, noch afzonderlijk, noch gemengd met
andere stoffen, beneden een bepaalde hoeveelheid (100
gram) verkocht worden.
„De Rechtbank te Rotterdam heeft dan ook den 13
September 1883 twee kappers aldaar, wegens overtreding
van bovengenoemde wets-artikelen, ieder verooi'deeld tot
een boete van f 10, subsidiair 3 dagen gevangenisstraf.
Zij hadden ieder het loodsuiker bevattend haarmiddel
„Melrose" verkocht.
„En in Amsterdam ziet men onderscheidene loodsuiker-
bevattende haarmiddelen in tal van kapperswinkels voor de
glazen uitgestald en wordt „Allens Hair Restorer" gead
verteerd op aanplakbiljetten van eenige metei-s opper
vlakte. Is dit nu geen parodie op de handhaving der wet?
Geldt de wet niet even goed voor Amsterdam als voor
Rottei'dam?"
Voorts verzekert de heer Schmidt, dat het bewuste haar
middel ook een vergiftige stof is en hij haalt daarbij eenige
verklai'ingen aan van deskundigen.
De mededeeling, die hij aan zijn schi'ijven voorko
mende in het Maandblad tegen de kwakzalverij toe
voegt, is zonderling. Hij heeft het stukje aan 't Handels
blad ter opneming gezonden. Eerst bestond er bij de
redactie bezwaar het ongeteekend te plaatsen. Toen hij
zich bereid verklaarde er zijn naam onder te zetten, is het
hem desniettemin teruggezonden met de opmerking, dat
het meer eigenaardig in een vakblad thuis behoorde.
Vanwege den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond
wordt medegedeeld, dat de hardrijdex'ijen te Slikkerveer
zijn vastgesteld op Woensdag en Donderdag 19 en 20
Januari a. s., na afloop van den wedstrijd te Hamburg,
van welken verschillende hard- en schoonrijders der
waarts komen. De wedstrijd te Hamburg had gisteren
plaats.
In de Friesche couranten bieden zich flinke schaatsen
rijders aan als voorrijders voor dames en heeren, alsmede
tot het geven van onderwijs aan kinderen en volwassenen.
Een lieer te Groningen, die met een viertal dochters is
gezegend, heeft zulk een voorrijder voor dezen winter
geëngageerd tegen f 5 per dag, wanneer 't vriezend weêr
is. Daarvoor moet hij de dames brengen waarheen zij
vei'kiezen en iederen avond weêr thuis leveren.
In zekere gemeente van ons vaderland, de naam doet
er weinig toe, is een knaapje van 3£ jaar, dat, wanneer
hij aan moeders borst zijn dorst gelescht heeft, een sigaar
aansteekt en deze dapper tot aan het einde oprookt.
Wij zouden dit bericht niet opnemen, schrijft het Dag
blad, als er ook maar twijfel aan de geloofwaardigheid
des berichtgevei's bestond.
De Amsterdammer geeft eene afbeelding van de
wijze „hoe Europa de vredespijp rookt". De plaat, die ons
de hoofden der verschillende Staten te aanschouwen geeft,
is zeer goed geteekend en gelukkig gearrangeerd. In een
hoekje beneden ziet men onzen premier, mr. Heemskerk,
rustig lezende in de Grondwet, met het bijschrift: Hand.
XVIII17b. „En Gallio trok zich geen van deze dingen aan."
Verleidelijke nagels. Een werkman kreeg bij
een klant van zijn baas, waar hij aan het werk was, de
keus tusschen een glas bier en een borrel. Hij koos het
laatste en kreeg het, maar terwijl de heer hem de borrel
inschonk, kon hij toch niet laten er bij te voegen: „Mij
wel, maar bedenk dat elk glas sterken drank eigenlijk een
nagel aan je doodkist is." „Best mogelijk," was het leuke
antwoord, „maar nu je dan toch nog met den hamer in
de hand staat, kun je er nog wel eentje inslaan."
Vereeiiiging tot behandeling van op de
Zeemacht betrekking hebbende onderwerpen.
De Officier van Administratie le kl. M. C. Hazenbei-g,
trad Vrijdag j.1. in genoemde Vereeniging alhier op, tot
inleiding van liet toen te behandelen punt: „Het Wetboek
van Strafrecht." Deze spreker wees er op, dat sedert eenige
jaren in couranten en tijdschriften breedvoerig over de
nieuwe wetgeving geschreven is, en in den laatsten tijd
belangrijke werken van rechtsgeleerden uitgekomen zijn
tot verklaring van de bepalingen van het nieuwe wetboek,
of tot vergelijking daarvan met den Code Penal. Zonder
aan dien arbeid iets nieuws te willen toevoegen, was deze
voordracht een poging, om met behulp van aanhalingen uit
bestaande geschriften, een beknopt overzicht te geven der
strekking van de voornaamste wijzigingen, die zoowel in
de beginselen van het strafrecht, als in het strafstelsel, en
in den aard der straffen door de nieuwe strafwet zijn gebracht.
Bij de vele wetenschappelijke studiën, die van de Marine-
Officieren gevergd worden, komt het rechtswezen veelal op
den achtergrond. Dientengevolge speelt het vertrouwen
op eigen oordeel een te groote rol bij de toepassing der
strafwet. Er wordt te weinig gedacht, dat elke strafwet
toelichting behoeftdat de eischen van opzet en schuld, de
beginselen waarop toerekenbaarheid steunt, niet in de wet
staan uitgedrukt; terwijl een strafstelsel niet kan worden
begrepen, de omschrijving van strafbare feiten, het innerlijk
verband tusschen verschillende wetsbepalingen niet kan
worden gevat, door het lezen van de wet alleen. De onin-