kant van schaatsen, den heer K. T. Hoekstra, te Warga, werd reeds een paar schaatsen, voor de Prinses besteld, verzonden door tusschenkomst van den heer Peters Postma, te Leeuwarden, die voor een allerkeurigste monteering had gezorgd. De Prinses zal zich in de eerste dagen op den vijver van den tuin bij het Paleis oefenen. Eerste Kamer. Bij liet algemeen debat over de Staatsbegrooting trad de heer Elout in algemeene beschou wingen over den toestand des lands, drong aan op erkenning der beginselen van zedelijkheid, recht en godsdienstzin om het aanzien des lands te verhoogen. De Minister Heemskerk wees zijnerzijds op de vele teekenen van vooruitgang in de laatste 60 jaren, betreurde het socialisme als gifplant, doch meende dat het enkel bestreden moet worden als het zich in het openbaar uit ten nadeele van het algemeen. De Minister Bloem constateerde dat de financiëele toestand zeer verbetert. Men leest in de Schager Courant van heden: Jl. Zondag avond woonde een talrijk opgekomen publiek de uitvoering bij van het concert van Schagen's Mannen koor „Euterpe/ gegeven in het Noordhollandsch Koffiehuis alhier. Dit concert, hetwelk wij, rekening houdende met de verschillende nummers van het programma, met goed recht zouden kunnen noemen eene gecombineerde uitvoering van de beide Schager muziekale Vereenigingen „Euterpe" en de „Harmoniekapel/ strekt onze plaats tot eer en bewees opnieuw, dat, met wederzijdsche vriendschappelijke samen werking, op dit gebied der kunst, Schagen onder hare zusteren niet ten achteren staat. Van het programma noemen wij het eerst de door de Harmoniekapel zeer verdienstelijk uitgevoerde ouverture: „le Ménétrier de St. Waast," van A. Hermann, door den heer Rugers voor de Kapel zoo meesterlijk gearrangeerd. „Die Kapelle/ van Kreutzer, een zangnuminertje, dat, ofschoon klein van omvang, door de groote muziekale eischen, welke het voor de uitvoering stelt, zeer moeielijk is, werd onberispelijk gezongen en muntte uit door voor dracht en nauwkeurige inachtneming der teekens. „Zondag op 't Meer/' van Heinze, en „Het Klokje van het Hart/ van M. J. Bouman, waren eveneens een tweetal schoone liederen, waarvan èn tekst èn muziek het gehoor streelden, het gevoel aangenaam aandeden, en vooral het laatstgenoemde lied won veler hart voor zich. Omtrent het slotnummer: „De Regimentsdochter,van Donizetti, mogen we gulhartig bekennen, dat het de toe hoorders begeesterde en door de vlugge en toch correcte uitvoering ten volle aanspraak had op den luiden bijval van het publiek, welke het dan ook ten deel viel. No. 6 van het programma, „Vrede/ van Richard Hol, heeft recht op een breedvoeriger beschouwing. „Vrede'' is door Euterpe een paar jaar geleden nog eens uitgevoerd, toenmaals met pianobegeleiding. Thans geschiedde dit met begeleiding van vol orchest, een feit, dat voor de directeuren zoowel als voor de leden der beide vereenigingen een „reuzenarbeid" was. Wij schrijven „reuzenarbeid" omdat men vooral niet uit het oog moet verliezen, dat, al zijn de leden ambitieus, hun aantal uit den aard der zaak klein is, en dan behooren er wel degelijk moed en lust toe om aan de uitvoering van Vrede, op de wijze als nu geschiedde, te denken. En het is een feit! Vrede is opgevoerd op deze wijze en met eere! dank zij dank zij in de eerste plaats de onbetaalbare en uit vriendschap jegens Euterpe bewezen diensten van den wakkeren directeur der Harmoniekapel, den heer Rügers. Immers hij is de man, die uit de piano partij de begeleiding heeft gearrangeerd en de bezetting der verschillende instrumenten heeft geregeld en daardoor deze uitvoering hielp mogelijk maken. Dat Euterpe hiervan doordrongen was en dezen vrienden dienst ten zeerste op prijs stelde, bewees zij, door den heer Rügers, na de gelukkig geslaagde uitvoering van „Vrede," bij monde van haren directeur, den heer Jb. Denijs Jr., het eerelidmaatschap en het insigne der Vereeniging, uit erkentelijkheid aan te bieden. Wat betreft de uitvoering van „Vrede," zoo mogen beide directeuren tevreden zijn over hun werk, want de vriend schappelijke wedstrijd, die als 't ware bestond tusscben de leden der beide vereenigingen onderling, om de uitvoering van dit zoo moeielijke werk tot een gelukkig einde te brengen, is met gunstigen uttslag bekroond. Men moet zelve eenigs- zins bekend zijn met hetgeen er alzoo van een directeur verlangd wordt, om zulk een werk tot stand te brengen, Misschien was het daarom, dat hij op het feest, dat hij gaf toen Frans en Riekje als jonggehuwd paar te Antwerpen kwamen, de eenige dochter van zijn ouden procureur, den vriend van zijn overleden bloedverwant, bijzonder veel attenties bewees en mis schien hoopte hij, dat dit lieve kind hem in den loop des tijds van zijn misanthropische gedachten over de vrouwen genezen zou wie weet! En oom Dorus? Waar bleef hij? Geruimen tijd vernam men niets van hem; en toen, op een goeden dag, verscheen hij weêr in 't Haagje, en zijn eerste bezoek was „aan de vriendin zyner jeugd," Mevrouw Darling. Het bleek weldra, dat Charles goed gezien en dat Dory den ouden heer wel degelijk beloofd had, zijne vrouw te worden, terwijl bovendien uitkwam dat Dory's verslag zoo 't al bene irovato toch niet vero was geweest. Zij had, ten einde raad en om niet geheel onbezorgd, of zooals zij zei, „als de oude knecht" in Holland terug te komen, den bejaarden pretendent aangenomen hy rekende op hare zoo vaak betuigde dankbaarheid, op haar berouw en vooral op de overtuiging, die zij moest hebben, dat zy niet licht, zoo ooit weêr in de gelegenheid gesteld zou worden, een aanzoek af te wyzen of aan te nemen, daar zy reeds vol doende had ervaren, dat hare antecedenten te Batavia, verergerd en alles behalve vleiend geïllustreerd zooals dat gewoonlijk gaat, tamelijk welbekend waren. Maar toen zij Charles zoo onverwacht weerzag, kreeg zij berouw en zij verbeeldde zich, dat hare tranen en hare schoon heid hem wel weer aan haar voeten zouden brengen; hij was immers zoo goed, zoo teerhartig en hij had haar zoo liefgehad! Doch zóó goed of zóó dom, bleek onze Charles toch niet te zijn Weldra waren de hooge witte hoed, het roode gezicht en de witte das van oom Dorus weer een alledaagsche verschijning in den huize Darling. De goede man, van zijne verdwaling terug gekomen, vervulde de plaats van bruidsvader bij 't huwelijk van Frans en Riekje, dat weldra voltrokken werd. In de daarop volgende lente onderging hy wederom een verjongingskuur, die zich kenmerkte op de gewone manier: door eene jeugdige kleeding en geschenken van vruchten en bloemen, die hij aan de dames Darling vereerde, en die Dory zich meestal toeeigende. In de buurt, die, zooals we in den aanvang van ons verhaal zeiden, stil en afgelegen is, en een soort vluchthaven voor Indische en inheemache gepensionneerden, weduwen, oude jonge juffrouwen, en nog meer slachtoffers van de kwaal onzer eeuw, ora bet naar waarde te kunnen schatten; en daarom, kan onze Harmoniekapel trotsch zijn op baren directeur, den beer Rügers, niet minder kan Euterpe er zicli op beroe men, aan haar hoofd een man te hebben als den heer Jb. Denijs Jz. die, ofschoon dilettant, op dit gebied voor menigen vakman niet behoeft achter te staan. Omtrent de orchestrale uitvoering zij vermeld, dat de Harmoniekapel nog was versterkt met eenige leden van den Staf der K. N. Marine, welke heeren niet minder het hunne hebben bijgedragen tot de goede uitvoering van hetgeen de Harmonie dezen avond voor hare rekening had genomen. Ten slotte nog een woord van hulde aan den heer Blokker, van den Helder, insgelijks lid van den Staf der K. N. Marine aldaar, voor zijn meesterlijk en gevoelvol spel in de drie solo's voor Hobo: „Abendlied" van R. Schumann, „Romance" van Kosleck en „Standchen" van Schubert, een drietal nummers, voor de degelijke uitvoe ring waarvan de heer Blokker den welverdienden bijval van het publiek ruimschoots mocht inoogsten. Dat de heer B. niet voor het laatst een onzer concerten heeft opge luisterd, maar dat hij bij eene voorkomende gelegenheid wederom ons op zijn kunstig en lief hobospel zal willen vergasten, zullen allen, die dit concert bijwoonden, voor zeker met ons wenschen." Jl. Maandag had te Schagen eene hardrijderij op schaatsen voor mannén, vanwege de Schager IJsclub, plaats op eene baan ter lengte van 200 ellen met af- en uitrit, waaraan door 28 personen werd deelgenomen. De eerste prijs, f 20, werd behaald door C. v. d. Oord, te Zijpe, de eerste premie, f 10, door R. v. d. Groot, te Schagen, de tweede premie, f 5, door O. De Wit Jz., te Zijpe. Een talrijk publiek woonde den wedstrijd bij. Te ruim 5 ure werden de prijzen in het Noordhollandsch Koffiehuis aan de overwinnaars uitgereikt, welke feestelijkheid werd opge luisterd door welwillende medewerking der Harmoniekapel, en waar alle mededingers op ververschingen werden onthaald. Het bestuur der IJsclub heeft, weêr en ijs dienende, besloten, Zaterdag a. s. door jongelieden eene hardrijderij te doen houden voor behoeftige weduwen. Te Sint-Maarten is eene Kolfvereeniging opgericht onder den naam van „Paal-Schoon." Zij zal een deel uitmaken van den Nederlandschen Kolf bond. Te Heer-Hugowaard zakte zekere J. Pluimgraaf, tehuisbehoorende te Egmond, door het ijs. Toen men hem te hulp kwam, was hij reeds overleden. De Zangvereeniging Amicitia, te Kolhorn, gaf Zon dag jl. eene openbare uitvoering. Was de opkomst van het publiek talrijk, ook de uitvoering mag als goed geslaagd worden aangemerkt. Te Dirkshorn wordt eene nieuwe begraafplaats aan gelegd, waardoor sedert het begin dezer maand 50 a 60 werklieden flink werk hebben. Tevens worden pogingen in het werk gesteld, om aldaar eene kaasfabriek op te richten. Uit Slikkerveer wordt van gisteren gemeldt: Heden hadden de lang in spanning verbeide internationale wedstrijden plaats op de groote ijsvlakte. Het publiek was niet bijzonder groot, tengevolge van h et mingunstige weder. Het aantal toeschouwers zou zeker belangrijk grooter geweest zijn, wanneer de Maas niet met ijs bezet was, door welke omstandigheid velen zich hebben laten terughouden het feest te gaan bijwonen, daar de tocht per rijtuig langs de gladde wegen hun te gevaarlijk (en zeker te duur!), per schaats te moeielijk en te onzeker was. Het ijs is zeer zacht en door dat de schaatsen zeer diep er in sneden was het rijden zeer moeielijk. Het weêr was mistig en vochtig en de dikke mist ging allengs in een motregen over. Ingeschreven waren voor dezen dag 37 amateurs, waarvan een twintigtal was opgekomen. Daaronder behoorden o. a. de gebroeders Tibbet uit Engeland, de Hamburgsche hard rijder Straathuis, de heer Van Buttingha Wichers uit Leiden en vele anderen, die reeds hun sporen op het ijs hadden verdiend. De Noorsche rijders Hagen en Werner waren tegenwoordig, maar de wedstrijd voor „professionals" waaraan zij zouden deelnemen en die op morgen was bepaald, is tot onbepaalden tijd uitgesteld. Twee toeschouwers zakten door het ijs, maar kwamen er met een nat pak af. De uitslag van de hardrijderij voor amateurs was aldus: lste prijs (gouden medaille) behaald door Charles Tibbet van St. Ives, in 3 m. 57 sec.2de prijs (zilveren medaille) door Van Vollenhoven te Kralingen, in 3 m. 57| sec.; fatsoenlijke armoede, in die buurt waar men couranten van de vorige week en tijdschriften van 't vorige jaar leest waar men niet dikwijls verhuist, om de kosten, waar alle geburen elkaar kennen, en met elkaar omgaan, en steeds de levendigste belangstelling toonen voor hetgeen er bij hun naasten omgaat, begint men van eene nieuwe en groote verandering bij de „Dar- lings" te fluisteren. De oude heeren voelen tegenwoordig behoefte om een luchtje te scheppen, zoodra 's namiddags het fraaie rijtuig van oom Dorus voor de deur der Darlings stilhoudt. De oude dames en juffrouwen die, gewoonlijk, als op haar stoelen vast gegroeid zitten en breien tot in den schemeravond, moeten dan opstaan om een gevallen steek op te rapen, of haar „naadjes" te tellen en plaatsen zich dan vlak voor 't venster, en klagen, dat hare oogen zoo verzwakken. Tegen den tijd dat het rijtuig terugkomt, waarin Mevrouw Darling, die nu alle dagen een toertje maakt, Dory en oom Dorus wegrijden, ziet het er in de meeste benedenvoorkamertjes der buurt gezellig uit. De vijftigjarige jongejuffer, die bekend is als een „gepensionneerde gcneraalskleindochter," en die een depot van Ylaamsche linnens en likdoornpleister en aan elk raam een spionnetje heeft, schijnt wel receptie te houdenamphi- théatersgewijze verdringen zich de hoofden harer buurvriendinnen voor de ramen. De weduwe met drie dochters (die bruidsbouquetten en kransen fabriceeren, doch nooit zelve zulke kunstproducten hebben noodig gehad of zullen hebben) heeft maar één spionnetje, doch daarentegen een theedepöt en de klandisie der heele buurt, reden waarom zij niet jaloersch is op 't grooter aantal gasten bij de generaalskleindochter, immers daar wordt verbazend veel thee gedronken; 't kan dus niet missen haar ten goede te komen. Al de dagmeisjes liggen uit de zoldervensters of gluren om een halfgeopende huisdeur. De buurt behoeft het nu niet meer bij fluisteren en geheimzinnige toespelingen te laten; de algemeene opinie luidt: „dat er iets op til is bij de Darlings;" alleen is men 't nog niet eens of het om de weduwe Darling of om het lieve blondinetje te doen is. In 't laatste geval voorspelt men den ouden heer niet veel goeds en het hoofdschudden der buurt spreekt „boeken vol." In den volgenden winter is er een groote familievergadering: daar is Ju met haar man en haar eersteling; daar zijn Frans en Riekje, die verklaren, dat de eersteling het sprekend portret van „het portret" is; daar is ook Charles met een allerliefst brunetjezij heeft hem bekeerd van zijne dwaalbegrippen omtrent 3de prijs (bronzen medaille) door K. Pander te Haarlem, in 4 min. 18f sec.; 4de prijs (diploma) door H. Van Blommenstein te Apeldoorn, in 4 min. 19 sec. De Koningin is niet gekomen. Ondanks het slechte ijs, zegt de N. Rott. Crt., viel bij menigeen de zwierige zekerheid te bewonderen, waarmede hij over de vlakte zweefde. Men ziet een Hollander, evenals een Arabier op zijn paard, een Engelschman in het cricket- veld en een Franschman in de schermzaal, op zijn mooist op schaatsen. Het is opmerkelijk, welk eene gestrektheid de anders nogal eens plompe gestalten van vele onzer landslieden aannemen, welk eene uitdrukking van stoutheid en zelfvertrouwen er over hunne gelaatstrekken vaart, wanneer zij in vogelvlucht over den ijsvloer scheren. Daar is niet alleen de „wellust der snelheid," daar is trots over het beheerschen der natuurkrachten, daar is besef van het mooie figuur, dat men bezig is te slaan, in het spel. Ook de vrouwen doen zich bij deze gelegenheid gansch bijzonder voor. Hetzij zij onverzeld langs de baan zweeft, hetzij hare hand op die van eenen voorrijder rust, hetzij zij zelve aan de spits rijdt en de mannenvuist haar voortstuwt bij het klieven van dé lucht, altijd vertoont de Hollandsche vrouw, op het ijs, zich „geëmancipeerd" in den meest aan- trekkelijken zin van het woord, en lieftallig te gelijk. Honderden menschen bewogen zich te Amsterdam jl. Dinsdagavond langs den Amstel, van het prachtige gezicht genietende, hetwelk zich daar opdeed. Op de ijsbaan van de Roei- en Zeilvereeniging de Amstel werd een ijsfeest gehouden. Vele leden waren gecostu- meerd. Men zag o. a. Faust en Mesphistofeles met hunne dames in eene quadrille op schaatsen, terwijl een Turk en een clown, in gezelschap van een „Kaulbars" in zijne Rus sische uniform, met eenige dames „een baantje" maakten. Onder het genot van Sonnemann's kapel heerschte er waarlijk veel genoegen. Wanneer het bengaalsch vuur werd ontstoken, zag men aardige groepjes, terwijl het geheel een interessante indruk maakte. Het bestuur heeft weder getoond den zomer niet te behoeven om het sommigen te herinneren dat zij lid van de Amstel zijn. De heer Domela Nieuwenliuis is gisteren, daar hij op de oproeping tot het ondergaan zijner celstraf, niet bij de justitie was verschenen, ten 11 ure gearresteerd in het socialisten-lokaal Walhalla te 's Hage. Vandaar is hij voorloopig naar het huis van bewaring overgebracht. Hoewel er vele nieuwsgierigen op de been waren, is de orde niet verstoord. De mededeeling deed den veroordeelde zeer ontstellen en ontroerd volgde hij den agent naar het rijtuig, dat buiten stond te wachten. Op weg naar buiten wisselde hij nog eenige handdrukken met geestverwanten en stapte in het rijtuig, dat onder het geleide stond van een inspecteur van politie en snel naar de gevangenis op de Prinsengracht reed. „Gelijk recht voor allen/ roept de sociaal-democra tische partij. Maar nu haar aanvoerder, Domela Nieuwen liuis, zijn beleediging jegens den Koning hetgeen overi gens met „ontwikkeling van de arbeiderspartij" niets uit staande heeft moet boeten door gevangenis, nu vraagt de sociaal-democratische partij, door haar Groninger orgaan, voor Domela Nieuwenliuis c. s. de behandeling op den voet van een „Staatsgevangene." Gelijk recht voor allen: daar begint de practijk al van den sociaal-democratischen Staat(Dagblad.) Te Rotterdam neemt de kerkelijke kwestie ongeveer denzelfden loop als te Amsterdam. Het classicaal bestuur heeft voorloopig geschorst in de uitoefening hunner betrek king de predikanten F. Lion Cachet en dr. W. Geesink, een 26tal ouderlingen en 19 diakenen, terwijl het zich, tengevolge van deze schorsingen, genoodzaakt heeft gezien in de gemeente Rotterdam op te treden om te doen wat des kerkeraads is. Jl. Zaterdag is bij eene hardrijderij te Wolvega een meisje van 15 jaren bij het tegenrijden gevallen, en ten gevolge daarvan Dinsdag overleden. Door M. De Haas, te Amersfoort, werd aan het bureau der Veend. Crt. vertoond een muntstuk van voor twee en twintig honderd jaren, nl. van 400 jaren vóór het tijdstip dat Jezus geboren werd. 't Was van gedreven zilver, waarop in Hebreeuwsche karakters stond„Zilverling van Israël." Aan de andere zijde stond: „Heilig Jeru zalem," en de afbeelding van een wierookwat met een palmtak. de vrouwen, is twee maanden geleden met hem getrouwd, en ze schijnen vooreerst nog niet „uitgetortelduifd" te zijn, zegt Frans. Daar is ook Chrisje, nu geheel ontloken tot „volle meid" en haar rond goedig gezicht glimt van genoegen; 't is alsof elke sproet een gouden loovertje is. In de keuken zwaait Riekje's oude getrouwe den scepter; zy is haar kindRiekje, komen bezoeken en blijft nu maar meteen om te helpen koken. Mevrouw Darling, bijna volkomen hersteld en geheel gekleed, zit met een buitengewoon vergenoegd gezicht haar kleinzoon te bewonderen. Slechts nu en dan, als er gesproken wordt over Ju en Otto's aanstaand vertrek naar Indië, of over Dory, trekt er een wolk over haar gelaat. Waarom? Eenige maanden geleden heeft Dory der buurt stof tot praten gegeven voor jaren. Het theedepöt deed in dien tijd schitterende zaken. Tot nu toe spionloozen vergunden zich de weelde van een spiegeltje in 't venster, niet om hun buren te bespieden, o, hemel neen, maar omdat het zoo gezellig stond. Al de dag meisjes waren verkouden van het op den tocht staan tusschen de halfopen huisdeuren en het liggen uit de zolderramen. De breiwerken schenen in onherstelbare wanorde te zijn en de heeren, die anders een heelen winter achter hun kachel wegdoken, schenen zich nu te willen gewennen aan een wandeling door sneeuw en ys. Dit alles duurde tot den dag waarop men Dory, in het rijkste bruidstoilet, met oom Dorus naar 't stadhuis zag rijden. Dien dag had de belangstelling haar toppunt bereikt. Eenige uren later vertrokken Dory en haar man in „eigen rijtuig" naar 't station, en daarna keerde alles langzamerhand tot de gewone eentonigheid terug. Is Dory nu gelukkig? Wie zal het zeggen? Zij woont te Parijs, zij draagt de prachtigste toiletten en is altijd omringd door een stoet bewonderaars. Voor allen heeft zij een lachje, een vriende lijken blik, een aanmoedigend woord behalve voor den ouden man, die haar volgt als haar schaduw en bedient als een slaaf. Hij ziet er vermagerd en vervallen uit, die arme oom Dorus, ondanks zijn modieuse kleeren, zijn bruine pruik en al de kunst middelen die hij aanwendt om zich te verjongen. Wat meer is, hij ziet er uit alsof hij veel verdriet heeft misschien wel omdat, naar men zegt, zijn jong vrouwtje de tering heeft en niet lang leven zal. Slechts enkele keeren kykt hij nog fier en blyde om zich heen, dat is wanneer hij op straat, in een volle schouwburgzaal of in gezelschappen hoort zeggen: „Wat een allerliefste blondine!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2