Gemeenteraad van Helder.
Gemeenteraad van Schagen.
Men schrijft ons van Texel, del. 9 dezer:
„Door eene Vlielan.ler blazerschuit werd hier gisteren
aangebracht een roodgeverfd zwaar scheepsanker, waarin
twee kabels, ieder ongeveer 80 vademen lang, bevestigd
waren. Een en ander was bij het visschen aan het net
blijven haken en werd met behulp van een anderen vis-
scher geborgen."
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 9 dezer:
„Tengevolge van het ongeluk, in de Stoom-strookarton-
fabriek alhier op jl. Zondag voorgevallen, zijn reeds twee
personen overleden. De derde, die mede belangrijke brand
wonden bekwam, zal vermoedelijk herstellen.
De justitie stelt een nauwkeurig onderzoek in."
De Gemeenteraad van Haarlem besloot in de gisteren
gehouden zitting tot ontvangst in Juni en subsidiëering
van het Landhuishoudkundig Congres.
De eerstvolgende plaatsing van jongelingen bij het
Instructie-bataillon te Kampen is bepaald op 6 April a. s.
Door de Vondelstraat te Amsterdam liep jl. Dinsdag
een man, wanhopig uitroepende: „geef mij een pistool, ik
wil mij dooden." Zoo schreeuwende liep hij het Vondelpark
in, rechtuit in de vijver, waar hij voorover viel en ten
aanschouwe van eenige wandelaars, die geen hulp konden
bieden, verdronk.
Voorloopig is het programma voor de Aprilfeesten te
Amsterdam aldus vastgesteld
Des avonds na aankomst der Koninklijke Familie op
12 April a. s. zal een serenade met 7 zang- en muziek
gezelschappen plaats hebben. Den 13den aubade van duizende
kinderen; 's avonds volksspelen voor kinderen in het Volks
paleis en andere groote gebouwen14 April roei wedstrijden,
's avonds illuminatie en vuurwerk, 25 liedertafels zullen
zich in de feestweek op verschillende punten van de stad
laten hooren.
De Bakkersvereenigingen zullen een monumentale eere
poort oprichten op de brug tusschen het Singel en den
Haarlemmerdijk.
In den geest van de bekende weegmachines, zullen
thans toestellen aan de stations worden geplaatst, welke,
als de reiziger een 2| centstuk in de sleuf steekt, een
polis te voorschijn brengen, die hem voor eventuëele onge
lukken verzekert voor 100 p. st. of f 1200. Practisch en
nuttig tevens! (Arnh. Crt.)
Berichten uit Batavia, dd. 1 Februari 11., luiden:
„Het onderzoek naar de berri-berri, door prof. Pekelharing,
wordt voortgezet."
Zitting van Woensdag 9 Maart 1887.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 13 leden.
Afwezig de heeren J. C. Jansen, Van Gijn, over de
Linden en Hordijk; de beide eersten met kennisgeving van
verhindering.
De tribune is talrijk bezet.
Na de opening worden de notulen der vorige zitting
gelezen en goedgekeurd.
Als eerste punt van behandeling stond op de agenda
vermeld: Gemeente-reiniging. De Voorzitter stelt voor,
deze zaak op het einde der vergadering te behandelen, en
haar dan eerst in eene geheime- en daarna in eene openbare
zitting te bespreken en af te doen. Dit wordt goedgevonden.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming van 3 leden
voor de Commissie van toezicht op 't Middelbaar Onder
wijs, één vacature ontstaan door de periodieke aftreding
van den heer F. S. C. M. Wijs en twee door het vertrek
uit de gemeente van de heeren A. Flaes en J. C. Mann.
Er worden ter tafel gebracht drie tweetallen, bestaande uit
de heeren: F. S. C. M. Wijs en D. Westerman Holstijn,
J. C. Jansen en W. Bakker Hz.,
A. C. Roem en H. G. F. Peltzer.
De heeren Wijs, Jansen en Roem worden gekozen, res
pectievelijk met 8, 10 en 9 stemmen, terwijl de heeren
Westerman Holstijn en Bakker ieder 5 stemmen verkregen.
Er wordt gelezen een adres van. de klokluiders J. De
Boer, IC. Brands en G. J. Bosch, waarbij zij verzoeken,
om het salaris, vroeger door hen genoten, voor 1886 te
mogen genieten, ondanks het besluit van den Raad om
hen iederen keer als er brand is en hunne hulp gevorderd
wordt te betalen.
De Voorzitter zegt, niet ongenegen te zijn dit verzoek
toe te staan, en acht een vast salaris in 't belang der
gemeente, want eene belooning voor eiken keer, als zij
diensten verrichten, meent hij, dat het noodeloos luiden in
de hand werkt, en moeten zij wachten tot de Burgemeester
of de Brandmeester hen waarschuwt, dan zullen zij dik
wijls te laat hun geklep doen hooren.
De heeren Oudenhoven, ICorver en Janzen komen hier
tegen op en meenen, dat een Raadsbesluit, na rijpe over-
weging genomen, moet gehandhaafd blijven. Zij zouden
echter niet ongezind zijn, het verzoek toe te staan, wan
neer de klokluiders geen kennisgeving van genoemd besluit
hadden ontvangen.
Nadat de Voorzitter heeft opgemerkt, dat dit laatste uit
het rekwest zelf blijkt, wordt tot stemming overgegaan.
Drie leden verklaren zich voor inwilliging, acht voor af
wijzing, terwijl twee zich buiten stemming houden, zoodat
het verzoek is van de hand gewezen.
Alsnu wordt gelezen een adres van den heer Govers,
waarin hij een stelsel om meer brandkranen te doen aan
brengen, aanbeveelt en verdedigt tegenover het besluit van
B. en W. om aan deze zaak geen verdere uitvoering te
geven. De kosten zullen z. i. niet zoo veel bedragen; het
bedrag zal zelfs minder zijn dan het aanschaffen van ééne
spuit (die toch dringend noodzakelijk is) zal kosten, en in
plaats van 20 a 30 man zullen slechts 3 man ter bediening
noodig zijn. Hij beveelt aan zijn voorstel aan 't oordeel
van den Brand raad te onderwerpen.
De Voorzitter zegt, na lezing van dit adres, dat het
voorstel van den heer Govers in de Commissie van Ge
meentewerken is behandeld, en dat het oordeel van haar
zeer gunstig is in theorie, maar niet in de praktijk, want
de buizen der waterleiding zijn te nauw, en derhalve kan
er geen kracht genoeg uitgeoefend worden. De heer
Govers geeft zijn bevreemding over dit oordeel te kennen
en zegt, dat men verkeerd oordeelt, als men den aanleg in
de Spoorstraat tot grondslag neemt, want die deugt niet,
omdat de hulpstukken, die men daar aanbrengt, niet goed
zijn. De Voorzitter vindt het voorstel niet aannemelijk,
omdat men dan zeker een groot aantal kranen zou moeten
aanbrengen, die zeker niet verder dan 100 150 meter
van elkander verwijderd mogen zijn, terwijl dc Nieuwstad,
waar geene waterleiding is, van dit brandbluschmiddel
verstoken zou blijven en men dus toch voor dat deel der
gemeente brandspuiten moet onderhouden. De heerGovers
weerlegt nogmaals den Voorzitter en merkt op, dat men
zich door de groote kosten niet moet laten afschrikken.
Hij geeft toe, dat de eerste proef veel gold heeft gekost,
maar men is daarbij niet zeer verstandig te werk gegaan,
door buizen in den grond te leggen; men had hetzelfde
resultaat gekregen door slangen bovenden grond te leggen.
De heer Korver wil aan deze discussie, die over tech
nische zaken loopt, eerst een onderzoek laten instellen vóór
men een besluit neemt. De heer Van Neck vraagt of
het systeem van den heer Govers zoo kostbaar is, dat de
gemeente niet tevens brandspuiten kan onderhouden, waar
de brandkranen geen dienst kunnen doen. De lieer
Beukenkamp zou zijn sympathie aan 't voorstel schenken,
wanneer niet bij de proefneming gebleken was, dat het onprac-
tisch is. De buizen zijn te nauw waar de proef genomen is
waren zij 8 cM. en het resultaat was niet voldoende, veel
slechter zou dit zijn, als men de kranen op buizen van
4 cM. (zooals men er ook vindt) plaatste. De heer Govers
wijst op eene andere proef bij de Schippersteeg, die uit
muntend voldeed. De Voorzitter merkt op, dat de branll-
bluschmiddelen in onze gemeente zich in een zeer slechten
toestand bevinden en hoog noodig verbetering eischen. Om
dit te staven wordt een uitvoerig rapport gelezen van den
Gemeente-Bouwmeester, waaruit het volgende blijktBrand
spuit No. 1 (in de Middenstraat) is oud, doch na flinke
reparatie goed bruikbaar; spuit No. 2 (Ankerpark) is zeer
oud en slecht en moet dringend door eene nieuwe ver
vangen worden; spuit No. 3 (Huisduinen) is niet onderzocht
en beproefd; spuit No. 4 (Windsteeg) werd bij beproeving
minder goed bevonden, doch de gebreken zijn hersteld en
is nu weder zeer bruikbaar; spuit No. 5 (Molenplein)
schijnt, hoewel niet onderzocht, in goeden staat te zijn;
spuit No. 6 (Vroonstraat) kon door de vorst niet beproefd
worden, maar bevindt zich, zoover zichtbaar, in goede
.orde; spuit No. 7 (Kerkgracht) is eveneens niet onderzocht,
maar zonder twijfel in goeden staat. (Slot volgt.)
Zitting van Dinsdag 8 Maart 1887.
In deze zitting werd, na voorlezing en goedkeuring van
de notulen der vorige, gelezen het rapport der Plaatselijke
Schoolcommissie, betrekkelijk den toestand van het lager
onderwijs in deze gemeente, gedurende het jaar 1886;
welk rapport werd aangehouden, om in eene latere ver
gadering te worden behandeld.
Daarna werd aan den onderwijzer aan de openbare lagere
school, den heer C. H. Otter, op diens verzoek eervol
ontslag als zoodanig verleend tegen 15 April a. s., zijnde
de heer O. benoemd tot onderwijzer aan de School voor
M. U. L. O. te Sint-Anna-Parcchie.
Nog werd aan B. Visscher alhier, op diens verzoek,
ontheffing verleend van aanslag in de hondenbelasting,
waarna de vergadering overging in comité, ter behande
ling van het kohier voor den hoofdelijken omslag.
Na de hervatting der openbare zitting werd genoemd
kohier vastgesteld tot èen bedrag van f 4673.29en dat
van de belasting op de honden tot een bedrag van f 203.
Daarna werd den Raad het verslag aangeboden betrek
kelijk den toestand van den landbouw in deze gemeente
gedurende het vorig jaar, welk verslag den leden, die zulks
mochten verlangen, tehuis ter lezing zal worden gegeven.
Daar verder bij de nu volgende rondvraag geen der
leden het woord verlangde, werd de vergadering door den
Voorzitter gesloten.
Veveeniging tot ontwikkeling van den
Landbouw" in Hollands Noorderkwartier.
Vergadering op Woensdag 9 Maart 1887, in het
Logement „de Eendracht," te Wognum.
Ten half 11 ure des voormiddags riep de Voorzitter, de heer
S. De Jongh, den aanwezigen het welkom toe. Hij vergeleek den
minder gunstigen toestand van den landbouw met den roosklcurigen
toestand van vroeger en deed uitkomen, dat de geschiedschrijver,
die de dagen van weleer en de tegenwoordige zou schetsen,
vreemde zaken zou hebben te vermelden. De waarde van landerijen
en producten is ontzettend gedaald en de vraag doet zich op:
zou liet niet goed zijn als wij die rooskleurige dagen nooit hadden
beleefd? Spreker schetste daarop den strijd van de laatstver-
loopene jaren, en meende dat de tegenwoordige toestand niet
ongunstig is. De gevolgen van de heerschende malaise kunnen
z. i. niet dan zegenrijk zijn. Schijn en wezen worden nu be
hoorlijk gescheiden, en ieder wordt daardoor tot krachtsinspanning
geroepen. De overweging hiervan stemde hem tot opgewektheid.
Hij wees daarbij verder op de taak dezer Vereeniging en deed
uitkomen, dat er thans moet worden gestreefd naar verbetering,
veredeling van vee-rassen, naar het zoo uitnemend mogelijk maken
der landbouwproducten, 't Ligt, naar 't oordeel des Voorzitters,
alleszins op den weg van deze Vereeniging, om tot verbetering
van den toestand krachtdadig mede te werken, du dit opzicht,
zoo verzekerde spreker, heeft „Hollands Noorderkwartier" eene
toekomst. Met den wensch, dat deze vergadering weder eene
schoone bladzijde moge vullen in de geschied rollen der Vereeni
ging, verklaart de Voorzitter deze bijeenkomst voor geopend.
De notulen der vorige (de 32ste) vergadering worden daarop
door den Secretaris, den heer W. Teengs, voorgelezen en goed
gekeurd.
De Voorzitter deed mcdedeeling, dat liet aantal leden thans
178 bedraagthiervan waren in deze vergadering 90 tegen
woordig, terwijl 13 gasten de vergadering met hunne tegenwoor
digheid vereerden. Verder deelde de Voorzitter mede, dat de
heer Hengeveld, districts-veearts tc Alkmaar, zich bereid verklaard
heeft, om in 't begin van April a. s. in den kring van 't Noor
derkwartier eenige lezingen te houden over het hoefbeslag, en
dat deze daarbij zal worden ter zijde gestaan door den smid van
de Veeartsenij kundige School te Utrecht. Naar 't oordeel des
Voorzitters was het zeer wenschelijk, dat deze lezingen door
smeden uit den omtrek zouden worden bijgewoond. Op uit-
noodiging van den Voorzitter deed daarop de heer N. Loder
mededeeling omtrent dc cultuurgewassen, waarover in de vorige
bijeenkomst was gesproken. Hij verzekerde, dat de bezwaren,
tegen den aanplant van tabak in de vorige vergadering reeds
ingebracht, niet uit den weg zijn geruimd. Onderscheidene be
zwaren doen zich tegen die cultuur op, vooral de voor dat gewas
nadeelige zeewinden. Wel zou het Bestuur, naar spreker ver
zekerde, particuliere pogingen om dit gewas hier te doen gelukken,
met genoegen zien en zelfs willen aanmoedigen en bevorderen.
Hij stelde echter voor om aan 't plan voor die cultuur in dit
deel des lands, vanwege de Vereeniging, geen gevolg te geven.
Evenmin gunstig was zijn advies ten aanzien van de aanplant
van zonnebloemen. Veel moeite zou die aanplant vorderen en
die moeite zou niet worden beloond, daar de olie, uit het zaad te
persen, geen handelswaar is. Wèl was cr omtrent óeze zaak een
aanbevelend schrijven van den directeur der Lardbouwschool
ingekomen, doch de schrijver had blijkbaar een uitsluitend weten
schappelijk doel daarmede. Vervolgens las de heer Loder een
verslag voor, ten aanzien van een onderzoek en bepioeving van
dorschmachines van geringe drijfkracht, met welk onderzoek
waren belast geweest de heeren Groneman, D. Breebaart, Loder en De
Jongh. 't Rapport bevatte de mededeeling, dat genoemde heeren
zich tot het doen van gemeld onderzoek hebben begeven naar do
hofstede van den heer Van Tienhoven in den IJpoldcr, waar zij
een dorschmachine van bedoelde constructie hebben in werking
gezien, die aan matige eischen en voor bijzondere behoeften vrij
wel voldeed. Dc kosten van dat werktuig bedragen f 870, welk
bedrag der Commissie nog al hoog voorkwam. De Commissie achtte
het niet wenschelijk om voor de beproeving van dit werktuig
een wedstrijd uit te schrijven. - De heer J. Zijp Kz. meende
voor zulk een wedstrijd een goede gelegenheid te vinden bij de
a. s. Tentoonstelling der Hollandsche Maatschappij van Landbouw
te Hoorn. De heer Groneman, lid der Commissie, wilde dit
afhankelijk stellen van den staat der kas. Terwijl aan de
Commissie, door den Voorzitter, namens de vergadering, dank
werd gebracht, werd op aanbeveling van den heer Boeke besloten,
aan 't plan, door den lieer Zijp geopperd, geen gevolg te geven.
Bij de drukte der Tentoonstelling zou het niet mogelijk zyn, om
aan dien wedstrijd de noodige aandacht te schenken. De
overige ingekomen stukken, waaronder programma's voor de
Tentoonstelling van Voedingsmiddelen, werden voor de leden ter
inzage nedcrgelegd.
Door den Secretaris werd daarop gelezen het verslag van den
toestand der Vereeniging over 1886. Dit verslag luidde, ook
wat de financiën betreft, zeer gunstig. Onderscheidene feiten uit
de geschiedenis der Vereeniging in 't afgeloopen jaar werden den
leden weder in herinnering gebracht door do lezing van dit uit
muntend gesteld jaarverslag.
De Financiëele Commissie bracht nu, bij monde van den heer M.
Zijp, rapport uit omtrent de rekening en verantwoording over 1886.
De ontvangsten hadden bedragen f 3703,51, de uitgaven f 2085,53
en 't goed slot was alzoo f 1617,98. Overeenkomstig de conclusie
van het rapport der Commissie, wer 1 deze rekening en verant
woording goedgekeurd.
Achtereenvolgens werden door do heeren Teengs en de
Jongh verslagen uitgebracht omtrent do hengstcn-vereenigingen
te Wieringcrwaard en te Alkmaar en omstreken, waar respec-
tivelijk de hengsten Norman II en Ilorsa gestationeerd zijn. De
verslagen luidden gunstig, vooral dat van de laatstgenoemde
Vereeniging, welke niet minder dan 20 pet. aan hare leden uit
gekeerd heeft, terwijl haar hengst eervolle bekroningen verwierf,
zoowel te Gorinchem als tc Alkmaar.
Door den heer J. Breebaart Kz. werd 'rapport uitgebracht
omtrent het Paardenstamboek. Hij verzekerde, dat de statuten
nu koninklijk goedgekeurd zijn en dat het plan bestaat om in
de verschillende provinciën afdeelingen te stichten. De afdeeling
Noordholland is reeds tot stand gebracht. De reglementaire be
palingen zijn in eene vergadering te Amsterdam vastgesteld en
zeer uitvoerig door de Helderschc en Nieuwedieper Courant ver
meld. Spreker deelt de voornaamste dier bepalingen mede. Met
den heer Bultman vormt spreker hot Bestuur der provinciale
afdeeling. Bij monde van den Voorzitter werd daarop den
spreker, zoowel alsden heerenZijpen Jhr. VanForeest, dank gebracht
voor hunne bemoeiingen in zake het Paardenstamboek.
De Voorzitter bracht daarop, namens het Bestuur, rapport
uit omtrent het contract, ten vorigen jare gesloten met den heer
Bockel van Wieringerwaard, nopens de kaasbereiding. Spreker
deed uitkomen, dat, daar het contract eerst met ultimo dezer ten
einde loopt, het resultaat in zijn geheel nog niet kan worden
medegedeeld. Hij herinnerde aan den gunstigen uitslag, waar
mede het inroepen der hulp van 't Provinciaal Bestuur en van
de Hollandsche Maatschappij van Landbouw te dezer zake werd
ingeroepen. Verder twijfelde spreker niet of de heer Boekei zal
den prijs, hem toegezegd, wèl verwerven. Van de kaas, door den
heer Boekei vervaardigd, zijn van elke maand twee, door het
Bestuur gewaarmerkt en hier -in de vergadering tegenwoordig.
Bij de vervaardiging der kaas werd de heer Boekei, tijdens den
duur van het contract, behoorlijk gecontröleerd. Eindelijk ver
zekerde spreker, dat de prijs, door den heer Boekei opgegeven
als marktprijs van zijne waar, gebleken zijn de juiste te zijn.
De heer Teengs las daarop het verslag, ook namens den heer
Jb. Zijp Hz. opgemaakt, omtrent hun voortdurend onderzoek.
Dat verslag luidde ook zeer gunstig, 't Product, door dun heer
Bockel geleverd, bleek steeds niets to wenschen over te laten.
De prijs door den heer Boekei gemaakt hij verkocht in den
tijd van 13 maanden, 5000 kazen was gemiddeld f 30.23,
terwijl de gemiddelde marktprijs te Alkmaar was f 29.65. De
heer Bockel was dus steeds boven den gemiddelden marktprijs.
Op enkele vragen omtrent deze zaak werd vervolgens nog geant
woord en dc verzekering werd gegeven, dat de brochure over de
kaasbereiding, door den heer Boekei samengesteld, in din loop
van April a. s. het licht zal zien.
Na eenige discussie werd besloten, ook dit jaar een afgevaar
digde te zenden naar het, waarschijnlijk te Haarlem, te vergaderen
Lanbouwkundig Congres en daarop werd de vergadering voor
een half uur geschorst.
Na de heropening der vergadering, werd door den Voorzitter
medegedeeld, dat gedurende de pauze de verkiezing had plaats
gehad van leden des Bestuurs, ter vervanging van de heeren
S. De Jongh, Jb. Zijp Hz. en G. Wonder, en dat gekozen waren
dc hoeren J. Zijp Kz., van Abbekerk, met 48, R. Dz. Kaan,
van Wieringerwaard, met 40 en K. Zwaag, van Berkhout, met
39 stemmen. De benoemden, in de vergadering tegenwoordig,
verklaarden zich bereid, de benoeming te aanvaarden. Verder
werd medegedeeld, dat door de vergadering, met 71 van de uitge
brachte stemmen, Schagen was gekozen als de plaats, waar de
najaarsvergadering zal gehouden worden. Nog ontving de
vergadering mededeeling, dat de heer Th. J. Waller, van Anna
Paulowna, met 61 stemmen is benoemd tot afgevaardigde van
de Vereeniging naar het Landhuishoudkundig Congres; dat de
heer J. Zijp Kz. van Abbekerk met 74 stemmen i3 benoemd tot
Voorzitter en de heer E. C. Willekens Mac Donald van Callants-
oog met 38 stemmen tot Onder-Voorzitter. (Bij dc laatstvermelde
verkiezing waren 13 briefjes van onwaarde verklaard.)
Naar aanleiding van de bezichtiging en beproeving der in de
vergadering tentoongestelde kaas, bereid door en volgens de
methode van den heer Boekei, werd door den heer jhr. Van
Foreest de opmerking gemaakt, dat een dier kaasjes blauwe
plekken vertoont. De heer Boekei gaf daarop inlichting en deed
uitkomen, dat zulks waarschijnlijk veroorzaakt is door eene kookma-
chine in zijne kaasmakerij en dat denkelijk niet meer zal voorkomen.
De behandeling volgde hierop van 't voorstel om een proef tc
nemen met het mesten van varkens. De bespreking van dit
onderwerp werd ingeleid door den heer C. Wijdenes Gz., die krusing
van het Hollandsche met het Deensche ras aanbeval en mededeelde,
dat eene voorloopige overeenkomst was aangegaan met dc eige
naars der kaasfabriek te Nieuwe-Niedorp, waar eene goede
gelegenheid was gevonden voor 't nemen der proef. De inleider
deelde verdere bijzonderheden mede en verzekerde, dat dezer dagen
30 a 40 stuks jonge varkens van 5 verschillende rassen zyn
aangevoerd. De vergadering machtigde daarop het Bestuur om
de proef op de voorgestelde wijze te nemen.
Bij monde van den heer Jb. Zijp Hz. werd daarop, namen3
het Bestuur, voorgesteld om te Schagen eene tentoonstelling te
houden van fokmerriën en veulens, en daarvoor prijzen van f 50,
f 40, f 25 en f 20 uit te loven. By de discussie, die op het
doen van dit voorstel volgde, bleek het, dat het zeer moeilijk is
de verschillende rubrieken juist te bepalen en vooral om het
onderscheid tusschen inlandsche en uitheemsche paarden daarbij
in 't oog te houden. Ten slotte werd besloten, dat deze zaak