Het nieuwe station van den Hollandsclien Spoorweg te Enkhuizen zal morgen in gebruik worden gesteld, en de eerste trein op dien dag van dat station vertrekken. Het hulpstation wordt heden na aankomst van den laatsten trein opgeheven. H. M. de Koningin heeft aan 17 inspecteurs van politie, die tijdens het jongste verblijf der Koninklijke familie te Amsterdam buitengewonen dienst hadden, een fraaie gouden doekspeld met diamantjes bezet, met de letters W. en E. ineengestrengeld, en gedekt door een kroon, doen uitreiken, als herinnering aan dat bezoek. Aan den heer A. J. De Haan is, in zijn kwaliteit van voorzitter van het genootschap „Saary Zion," namens de Koningin, een zilveren kelk aangeboden, als gedachtenis aan de liulde, haar gebracht door deze Yereeniging, bij haar bezoek aan de Yalkenburgerstraat. De Staatscourant vermeldt den uitslag van de in 1887 gehouden examens, ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige en in de fraaie handwerken voor meisjes. Voor de nuttige handwerken slaagden: in 1885105 van 186, in 1886 247 van 451 en in 1887 216 van 579. geëxamineerden. Voor de fraaie handwerken slaagden: in 1885 16 van 36, in 1886 60 van 125 en in 1887 68 van 136 geëxamineerden. Te Amsterdam is herbesteed: het maken van een fort in de Zuiderzee, aan het Pampus (1ste gedeelte, raming f 265,000). Van D. Volker, te Dordrecht, was eene in schrijving ingekomen voor f 294,000. Herkozen als hoofdingeland van den Westwouder- polder, gem. Akersloot, de heer H. Besse Jbz., en als heemraad de heer C. Los Dz. De polderlasten van dien polder zijn voor 1887 met f 3 per hectare verlaagd en gesteld op f 13 per hectare. De rekening van den polder de Schermeer bedraagt over 1886 in ontvangst f 72,336.39^ en in uitgaaf f 66,940.08. Op de begrooting voor 1887 is de ontvangst op f 79,943.35^ en de uitgaaf op f 77,262 vastgesteld. De polderlasten bedragen f 9 per hectare. Op de door Gedeputeerde Staten van Noordholland vastgestelde lijst van hoogstaangeslagenen zijn gebracht 226 inwoners dezer provincie. De eerstvoorkomende is de heer Jhr. J. B. Van Merlen, te Heemstede, aangeslagen tot een bedrag van f 6424.29, de laatste de heer W. Th. Esser, te Amsterdam, aangeslagen voor f 796.17. f Men schrijft ons van Texel, dd. 2 dezer: „Twee onheilen met vrachtwagens hadden heden plaats, die beide gelukkig geene persoonlijke ongelukken tenge volge hadden. Op de haven stortte een wagen bij de kade neêr en kwam op eene blazerschuit terecht. De roerpen of helmstok dier schuit werd bij de aanrijding gebroken. Van den zeedijk geraakte, door het schrikken van het paard, een met riet beladen wagen naar beneden, zoodat de wagen gedeeltelijk en de lading grootendeels in de sloot terechtkwam. 't Is waarlijk meer geluk dan wijsheid, dat zulke onge vallen zoo goed afloopen in den regel.'' Men schrijft, ons uit Schagen, dd. 2 dezer: „Zondag 1 Mei 1887, op algemeen verlangen, eene Buitengewone Tooneelvoorstelling, door het Gezelschap onder directie van Eduard Bamberg, van „de Vodden raper van Parijs." Ziedaar het hoofd der annonce, die ik ontving met en benevens een plaatsbiljet, luidende als volgt: Pers, de heer N. N., tweede stoel (westzijde), en welke eigenaardige invitatie mij als 't ware dwong ëene voor mij allesbehalve aanlokkelijk en zeer zeker niet algemeen verlangd wordend stuk te gaan „genieten.' Want „de Voddenraper" is een draak der draken, niet eens de verdienste der nieuwheid bezittende, maar even afgezaagd als afschuwelijk. Twee moorden, een onecht kind, een schurkachtige grootvader, die gezegd kind uit de wereld laat helpen door een even brave vroedvrouw, om zijne dochter, de moeder van gezegd kind, te kunnen doen huwen met iemand, wiens vermogen hij als voogd heeft beheerd, doch welk beheer hij niet behoorlijk kan verantwoorden; die verder er niet tegen opziet, om ieder, die hem in den weg staat, in de gevangenis te helpen, of van kant te maken...., wat al walgelijks en stuitends in zulk een klein bestek, in de verste verte niet geneutraliseerd wordend door de deugden van dien idealen voddenraper en diens brave pleegdochter. Hier geniet men als 't ware de geuren van het Parijsche straatvuil. Hoe jammer, dat de oude jubilaris tot ons is gekomen met zulk een stukhet gehalte en de versletenheid er van zijn bepaald mede-oorzaken geweest, dat de zaal van den heer Kos slechts voor een derde bezet was. Jammer, zeg ik, want het spel van den zeventigjarige heeft nog altijd aanspraak op onze volle waardeering en de meesten der medespelenden stonden hem flink ter zijde. Mocht hij hier later nog eens optreden, niets zou mij aangenamer zijn, dan den ouden artist evenveel hulde te kunnen brengen voor de keuze van zijn stuk, als voor zijn nog altijd hoogstverdienstelijk frisch en levendig spel. Na afloop der voorstelling was er, o wonder, geen bal. Ter reede van Batavia ankerde den 28 Maart 11. een eskader van acht Engelsche oorlogsschepen. Ze vertelde de geheele, eindeloos lange geschiedenis van Koenraad en Hillegonda, van de gevangenis en van het trouwen, van het begin tot het eind, zonder een enkele maal te blijven steken of adem te scheppen, en verviel daarbij weer reddeloos in den ouden rabbeltoon. Ze merkte niet eens, dat de deur werd geopend en dat Johan, door een onheilspellend voorgevoel gedreven, zich op den drempel vertoonde. Hij kwam juist bijtijds, om nog het eind van het verhaal te hooren, dat voor hem trouwens niet nieuw meer was. „Daar hebben wij 'triep de professor zegevierend. Hij snelde op zijn zoon toe, trok hem mede in een hoek van de kamer en fluisterde hem daar zacht, maar duidelijk in het oor: „Ik heb het je wel gezegdZe is ook al aangestokenDie rampzalige kiem is overerfelijk en ook al bij haar ontwikkeld! Als gij bij je onzinnig plan blijft, maakt gij jezelf, je familie en je geheele nakomelingschap ongelukkig. Daartegen kom ik op als dokter en als vader! Ik laat je onder curateele stellen en verbied het je in naam van de menschheid, die men niet met een krankzinnig geslacht mag opschepen." „Papa, ik geloof dat gijzelf zyt aangestoken!" riep Johan knorrig, terwyl hij zich losrukte en met twee stappen by Ger- linde was. Beschermend sloeg hij den arm om haar heen. „Ik wil niet hebben, dat mijn aanstaand vrouwtje zoo geplaagd wordt en begrijp niet, wat dat geval de vaders eigenlijk aangaat. Dat trouwen is alleen onze zaak, en we zullen dat ook wel alleen klaarspelen." (Wordt vervolgd.) Men schrijft aan de Leidsche Crt: „Een groote acht dagen geleden begonnen wind en weer het te ineenen, tengevolge waarvan de boeren nu en dan ook eenig vee in de weide brachten. Maar de lucht werd gevoelig, „zij kan geen warmte verdragen," er kwamen donderbuien opzetten en de vreugde bleek van korten duur te zijn geweest. Er is een witte Pinksteren voorspeld; dat nu is wat sterk veiliger zich bij het oogenblik te bepalen, en dan is het zeker nog op verre na geen groene Mei. Het hooi is opgegeten en in het weiland ontbreekt nog gras. De koekoek roept in het hout, maar de warme haard is nog zeer welkom bij zooveel noordenwind. En de tuinder klaagt steen en been, want de teelderij is stellig meer dan een maand achter, hetgeen zeker niet gejokt is, als men in aanmerking neemt, dat de kastanjeboomen nu pas jonge blaadjes krijgen en de pruimen, abrikozen en perziken nu pas bloeien. Ontevredenen beginnen zich nu voor te stellen, dat de warmte zoo wat zal komen tegen den langsten dag. Wel hemel, de knoppen der seringen, die anders om dezen tijd zoo heerlijk bloeien, zijn nog zoo groen als gras. En dan komen do jonge poeëeten (want daar beginnen ze mee) met hun Lentezangen van malsche luchten, honigbijtjes, nachte galen, jasmijnen, zoete zephirs, sprankelende vischjes in met donzig groen omzoomde beekjes en kwinkeleerende vogelenheirenZulke verheven zielen mochten zich in een pels hullen en hun dichterlijke pen laten varen!" In de gemeenten Bennebroek, Hillegom, Oegstgeest, enz. hebben in de laatste maanden onderscheidene dief stallen plaats gehad, o. a. van gouden en zilveren voor werpen, zonder dat men den dader heeft kunnen ontdekken. Thans echter is te Eemnes, bij Baarn, een jongmensch gevat en gevankelijk naar Haarlem overgebracht, die een groot getal van bedoelde zaken in zijn bezit had, welke door de eigenaars zijn herkend, alsmede werktuigen, welke bij inbraken grooten dienst kunnen bewijzen. Deze gevaar lijke persoon geeft op genaamd te zijn Otto Julius Hubscher, oud 21 jaren, geboren te Berlijn, tegenwoordig zonder vaste woonplaatskapper van beroep zijnde, nam hij overdag de gelegenheid waar, om zich als zoodanig voor te stellen en zich van de woningen en hare inrichting op de hoogte te brengen. De Amsterdamsche politie is op het spoor gekomen van diefstallen van geld, gedurende geruimen tijd gepleegd bij den ontvanger der registratie en domeinen aldaar, ver moedelijk te zamen een bedrag van f 5000 h f 6000 uit makende. De dader van dit bedrijf was bij den ontvanger eerst sedert eenige maanden in dienst en vestigde de aandacht op zich door zijne grove verteeringen. Uit het verslag van de Havenstoombootdienst te Amsterdam, over 1886, blijkt, dat het vervoer bedroeg in 34,088 vaarten 1,080,289 passagiers, tegen 1,090,104 in het vorige jaar. De totale opbrengst van het vervoer was f 90,599. Het dividend beloopt 4 percent. In het aantal booten is geen verandering gebracht; het bedraagt 16 stuks. Dr. H. C. Muller heeft, met het oog op zijn gezond heidstoestand besloten, ontslag te nemen als president der „Unie," Vereeniging tot opwekking van staatkundig leven ;enz., te Amsterdam. Prof. A. Pierson. schrijft aan het Hld.: j „Verstand en hart nopen mij niet langer te wachten :met openlijk te verklaren, dat ik kwijtschelding van straf aan Domela Nieuwenhuis een daad acht, die door de billijk heid wordt gevorderd. Moge de overtuiging hieromtrent algemeen, en de beteeke- nis van mijn woord eerlang belangrijk versterkt worden door vele soortgelijke verklaringen." De Rechtbank te 's Hage heeft gisteren vrijgesproken jhr. D. v. L., te Heemstede, die Maandag 25 April jl. had terechtgestaan onder de aanklacht een kind te hebben over reden, toen hij zich door het Alexandersveld te paard in galop door de menigte bewoog, na afloop van de parade op 's Konings 70sten verjaardag. Te Dordrecht is een jonge man, eerst sedert eenige maanden gehuwd, met de moeder zijner vrouw op den loop gegaan. De verlaten vrouw en de achtergebleven echt genoot van de schoonmoeder zijn de vluchtelingen achterna, gereisd, doch naar men verneemt, onverrichterzake terug gekeerd. De geschaakte vrouw bezit, behalve hare gehuwde dochter, nog verscheidene andere kinderen. Op eene soirée van een liefhebberij-tooneelgezelscliap te 's Hage werd dezer dagen de redding van H. M. de Koningin op de planken gebracht. Men zag het rijtuig met de Koningin en het Prinsesje, de paarden gingen op hol, Kabelaar vliegt toe en brengt ze tot staan. De voor stelling werd zeer toegejuicht en moest op aandringen van het publiek herhaald worden. De National heeft in den trant van de „plebiscieten" der Pall Mali Gazette eene denkbeeldige verzameling adviezen opgemaakt van bekende journalisten over hun eigen beroep. Zij luiden o. m. als volgt: Eduard Hervé. Een goed journalist weet alles en zegt over alles zijne meening zoo beknopt mogelijk. Ilenry Fouquier. Hij moet alles weten en over alles overal schrijven. Spuller. Hij moet denken alvorens te schrijven. Ferdinand Kau. Hij kan ook schrijven alvorens te denken. Ch. Lalou. Is het wel 3500 noodig, dat hij schrijven kan? Emile Berger al. Men wordt journalist geboren. Jolin Lemoinne. In dat geval wordt men geboren bij het Journal des Débats. Ch. Laurent. De ware journalist is de man, die den vorm opmaakt. Al/red Edwards. Neen, maar de telegrafist. De „reporter." Denken en schrijven is ouderwetsch. Een goed journalist behoort ooren en beenen te hebben. Het overige is bijzaak. Menige ontmoedigde moeder vouwt 's avonds hare ver moeide handen samen, en hoewel zij geen oogenblik liet verloren gaan, sedert zij opstond, verkeert zij onder den indruk alsof zij niets had verricht. Maar beteekent het niets, dat uwe kleine, hulpbehoevende kinderen de toevlucht konden nemen tot een deelnemend hart, om daarin al hun kindergrieven en kindervreugde uit te storten? Beteekent het niets, dat het hart van uw echtgenoot onder den arbeid, dien hij verricht, op u vertrouwt en zich verzekerd weet, dat uw zorgzame leiding alles bestuurt en regelt? Betee kent het niets, dat hij, na verrichtten arbeid, zich in zijn vriendelijk huis kan neêrzetten, dat gij door uwe onver" moeide pogingen zoo aantrekkelijk mogelijk hebt gemaakt? Ogij, afgematte, trouwe moeder, gij beseft de macht uwer ëirsoonlijkheid niet als gij zegt: „ik kan niets groots doen." r is een boek, waarin, op betere wijze dan ik 't opsomde, alles staat aangeteekend bij uwen naam, wat gij op deze wijze hebt verricht. Men kan veel gerucht maken en weinig doen; des duivels livrei (wat vroom air hij ook aanneme) draagt de groote heer, die om het kleed van eer en aanzien te kunnen aantrekken, zijn geweten verkrachtte, maar u, trouwe ziel, die, in grooten eenvoud, dagelijks uw plicht doet, u zal geen stem uit een ongeziene wereld toeroepen: „gij hebt heel leelijk gehandeld." Karl Steiger. Buitenland. Op denzelfden dag dat het officieuse orgaan der Duitsche Regeering de „Norddeutsche" allerlei onheilspellende mededeelingen deed nopens Schnaebele en de plannen waarin hij zou gewikkeld zijn, schijnt tot het in vrijheid stellen van den gevangene te zijn besloten. Jl. Vrijdagavond toch is Schnaebele weder op vrije voeten gekomen. Misschien moet dit strekken om een blijk te geven van de zucht tot toenadering der Regeering. Maar hoe het zij, voor de rust van Europa en van eenige erg oorlogzuchtige Duitsche bladen is de keer, dien de zaak heeft gekregen, gelukkig. De autoriteiten hebben een middel weten te vinden om zichzelf te dekken. Zij houden vol, dat Schnaebele op Duitsch grondgebied is gearresteerd, maar geven toe, dat hij dien bodem alleen betreden heeft naar aanleiding van een verzoek, hem door een Duitsch collega gedaan, zoodat hij feitelijk een vrijgeleide had. De agenten, die hem arresteerden, waren met dit verzoek niet bekend, zoodat zij hun plicht hebben gedaan. Alles berust dus op een verklaarbare en verschoonbare vergissing, en de eenige, die er onder lijdt, is Schnaebele zelf, daar hij eenige dagen zijn vrijheid heeft moeten missen. Daartegenover staat echter het voordeel, dat hij gedurende dien tijd een „be roemd" man is geweest, terwijl het hem waarschijnlijk in zijn carrière geen kwaad zal doen. Eene door de stad Parijs uitgeschreven leening van 40 millioen francs is jl. Zaterdag 22 maal volteekend. Jl. Vrijdag heeft Koningin Christine van Spanje zich voor het eerst na den dood van haren gemaal in het open baar vertoond. Gekleed in een zwart gewaad en begeleid door de koninklijke wacht en een schitterenden staf, reed zij te paard van het paleis door de straten der hoofdstad naar het Prado, om er over 25 bataillons linietroepen, 4 regimenten artillerie, 6 regimenten cavalerie en 3 regi menten der genie eene wapenschouwing te houden. Het was prachtig weer en meer dan honderd duizend menschen woonden de parade bij, die de Regentes levendig toejuichten. Toen H. M. het paleis der Cortes voorbijkwam, deden de Kamer- en Senaatsleden met niet minder geestdrift hetzelfde. De heer Gladstone en zijne echtgenoote brachten jl. Donderdag een bezoek aan de tentoonstelling van Ame- rikaansche zaken te West-Brompton. Onder anderen onder hield zich de heer Gladstone door middel van een tolk met het zich daar bevindend hoofd van den Indiaanschen stam der Sioux, genaamd „het Roode Hemd," die hem evenwel op de vraag, of naar zijn oordeel de Engelschen en de Amerikanen zooveel van elkander hadden als men wegens hunne stamverwantschap verwachten kon, het antwoord schuldig bleef; hij zeide, niet veel van die stamverwantschap te weten. Met veel belangstelling bezichtigden de heer en mevrouw Gladstone het daar ingerichte Indiaansche kamp van het bekende hoofd Bufialo Bill, die met zijne Indianen te paard in vollen oorlogsdosch allerlei spiegelgevechten uit voerde, wat een uiterst schilderachtig schouwspel opleverde. Aan een hem aangeboden „luncheon" hield de heer Gladstone eene toespraak, waarin hij zeide, met de grootste belangstelling deze tentoonstelling, bestemd om het Ameri- kaansche leven en de Amerikaansche nijverheid veelzijdig te doen kenneD, te hebben bezocht. Hij hoopte, dat zij mede bijdragen mocht tot het wegnemen van wederzijdsche vooroordeelen, waar zij nog mochten bestaan, en tot een hartelijke betrekking tusschen de beide stamverwante volken. In de Vereenigde Staten van Noord-Amerika worden reeds de voorbereidselen gemaakt voor de verkiezing van een President der Republiek. Wel is waar loopt eerst op den 4 Maart 1888 de termijn van het presidentschap van Cleveland af, maar zijn opvolger moet benoemd worden in het jaar vóór dat vooraf gaat aan de in diensttreding. Het gerucht, dat de tegenwoordige President geen herkiezing zou aannemen, is tot dusver niet bevestigd. Wel heeft het geloopen, maar het is voor zijn vrienden en aanhangers een prikkel te meer om alles aan te wenden wat dienen kan om hem over te halen, zich opnieuw ter beschikking der democratische partij te stellen. De republikeinen zoeken naar een candidaat. Wellicht zal het weder Blaine zijn, die indertijd tegenover Cleveland stond, maar op wie de keuze ook moge vallen, men verwacht dat de strijd zal worden gevoerd over het economisch vraagstuk: de repu blikeinen zijn hier de protectionisten. Van hoeveel belang het sparen is, blijkt uit de vol gende mededeeling: In de achttien lagere scholen van Brussel werd gedurende de drie eerste maanden van 1887 door de knapen, die één centime en één cent sparen, de ontzaglijke som van 39,478.46 francs saflmgebracht. Dit als middelmaat genomen, komt men tot eene som van 157,913.84 francs per jaar. Benoemingen, enz. Benoemd zijn: tot heemraad van den Anna Paulowna- polder de heer J. C. Geerligstot heemraad van den polder de Zeevang de heer K. Corneliszoon Vink; tot heemraden van den polder Waard en Groet de heeren N. Loder en R. Kaan Dirkszoon; tot dijkgraaf van het Waterschap de Schermeer de heer J. Blom Pz. De kapitein-luitenant ter zee P. G. Bruch, 1ste officier aan boord van Zr. Ms. wachtschip alhier, is vervangen door den kapitein-luitenant ter zee A. J. Snoek. Eerst genoemde hoofdofficier is opgetreden als commandant van Zr. Ms. opleidingsschip Admiraal van Wassenaer. De luitenant ter zee 1ste klasse W. M. J. Visser, offi cier van politie aan 's Rijkswerf alhier, is vervangen door den luitenant ter zee 1ste klasse W. A. Buytendijk. De dirig. officier van gezondheid 2de klasse bij de zee macht J. B. Coomans de Ruiter en de luitenant ter zee lste klasse P. M. W. T. Kraijenhoö van de Leur, uit Oost-Indië teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2