Men schrijft ons van Texel, dd. 11 dezer:
Als eene bijzonderheid wordt vermeld, dat een arbeider
in den Eierlandschen polder dezer dagen een nest met elf
eieren van een wilde eend heeft gevonden, welke eieren
niet meer bruikbaar bleken te zijn, waarna de man ze stuk
sloeg en aan zijn varken gaf. Een der eieren bevatte twee
goed ontwikkelde kuikens, iets, wat zoo niet eenig, toch
stellig zeer zeldzaam mag heeten, en daarom als groote
bijzonderheid melding verdient."
Men schrijft ons van Texel, dd. 11 dezer:
tfIn den loop dezer week zijn ongeveer 600 stuks lam
meren verkocht voor f 8.50 per stuk, door koopers in
deze gemeente. Met belangstelling wordt door veehouders
de uitslag der éérste markt op aanstaanden Maandag afge
wacht."
Te Wester-Blokker ontloken in de laatste acht dagen
de vruchtboomen zoozeer, dat zij, zonder tegenspoeden, op
zijn tijd een rijken oogst beloven. Het rundvee wordt nu
wat meer gevraagd dan twee maanden geleden, toen het
in alle soorten f 100 minder gold dan 10 jaren vroeger.
De boterprijzen zijn thans in Gelderland zóó laag,
dat men op eene der voornaamste markten, en wel te Arnhem,
de eerste kwaliteit kan koopen voor_-80 en 8iL cents; per
kilogram.
Dinsdag 3f. s. zullen van het Ihstructie-batailloh tè-
Kampen naar de regimenten infanterie vertrekken 36 tkor-
poraals-titulair. Jn verband daarmede zijn-stegen-Woensdag
80 jongelingen ^opgeroepen. 2 x
Over fietsgebruik van turfstrooisel .rn de stallen voor
de paardenvan" het leger blijven de gevoelens zeer ver
schillen. Dientengevolge wordt het nemen van proeven
ook weder gedurende de zomermaanden van dit jaar voortgèzetr
De Afhh.y Crt. meent, dat de oproeping van Professor
A. Pierson tot Se uiting voor een algemeenen vblkswensch
om gratie voor den wegens béleediglng'-van den Koning
veroordeelden 3ieer Domela Nieüwenhuis, een gunstig,
getuigenis afleggen,mag van 's hoogleeraars goedhart, doch
niet van groot doorzicht blijk geeft.
Het is te verwonderen, zegt de Arnh. Crt., dat de ver
oordeeling van D. -N. hooggeleerde mannen tot zonderlinge
afdwalingen Verleidt. Eenigen tijd geleden nam, naar aan
leiding van Aiesselfde veroordeeling, een ander hoogleeraar
in de staatswetenschappen nóg wel;het initiatief tot
eene beweging pm maatregelen in het leven te roepen, die
in de gevangenis aan wat hij noemde //politieke veroor
deelden* zekere;voorrechten moesten schenken.
Onpolitiek en onverstandig heeft ook de Arnh. Crt.ide
vervolging van D. Ni voor dit feit genoemd;-maar nu
eenmaal de vervolging was ingesteld, moet iedereen erkennen^
dat de veroordeeling correct en de straf verdiend was. Het
vergrijp van D. N. was geen ander dan het gemeenrechtelijk
vergrijp van laster en beleediging; dat het tegen den persoon
des Konings begaan werd, geeft daaraan geen ander karakter,
dan indien D. N.'diety gepleegd had tegenover Professor
Pierson, of professor Pekelharing, of den Minister Heems
kerk, of wien ter wereld Ook/ Ook. Vorsten hebben recht
op de bescherming- der wet, die aan ieder onderdaair-te
beurt valt. 2 -i. - z z i -,<• -
Eenmaal veroordeeld, is de: heer D. N. inderdaad-recht-,
vaardig veroordéeld^^^injgen zullen dit tegenspreken/ en
weinigen -althans van -hen, die. een n»eer dan 'ópper-::
vlakkig oordeel véllen zullen met Prof, A. Pierson van
oordeel zijn, „dat kwijtschelding van straf aan Domela
Nieuwenhuis eenê daad is, die door de billijkheid gevorderd
wordt." Er zijn in het laatste jaar personen veroordeeld,
met name wegens de ongeregeldheden te Amsterdam, die
oneindig meer aanspraak hebben op eene verlichting van
de overigens welverdiende straf. Zij toch, die door het
volgen van stokebranden, die zich wel weten te bergen,
zich zware straffen op den hals hebben gehaald, verdienen
meer dat men genade voor recht tegenover hen late gelden,
dan de stokebranden zelf."
Een photograaf-leerling te Utrecht had het ongeluk,
dat hem bij het eten een stukje vleesch in de keel bleef
zitten. Alle pogingen om het er uit te verwijderen, die
onmiddellijk in het werk werden gesteld, bleven vruchteloos.
De ongelukkige was binnen weinige minuten een lijk.
Te Roermond is jl. Zondag een geweldige opschudding
geweest in de Harmonie. Tijdens een kindervoorstelling
in de zaal ontstond er buiten brand, 't Publiek in de zaal
vermoedde dat in het gebouw brand was ontstaan en allen
drongen naar buiten. De personen der galerij drongen en
sprongen zelfs naar beneden in de eivolle zaal. Het tegen
houden door enkele bedaarde mannen is oorzaak, dat de
ongelukken bepaald bleven tot gekneusde armen en beenen,
gebroken hekken en stoelen. De 4 i 500 personen zagen
buiten gekomen, een koffiehuis in lichtelaaie.
#Ik had het zelf geschreven, daar ik bij het opstellen daarvan
als secretaris dienst deed. Het betreft het oprukken van het
Steinrucksche corps; maar juist daarom werd mij bij ,de terhand
stelling de grootste voorzichtigheid aanbevolen."
„Nu, ik stem immers toe, dat ik 't ontvangen heb. Dat papier
ligt daar in mijn schrijftafel."
„Ligt het er wezenlijk nog?"
„Wat bedoelt ge?" vroeg de generaal bits. „Ik zeg je immers,
dat ik het er zelf heb ingelegd."
„Mag ik u verzoeken, u te overtuigen of het nog aanwezig
is. Het groote belang van de zaak moge mijn aandringen ver
ontschuldigen. Ik wil my gaarne het verwijt van voorbarigheid
laten welgevallen, als ik maar omtrent de papieren gerust word
gesteld."
Steinruck haalde ongeduldig de schouders op, maar kreeg den
sleutel, dien hij altijd bij zich droeg, uit den zak en begaf zich
naar de schrijftafel. Het zeer stevige en kunstige slot kon zelfs
door hem, die hiermede vertrouwd was, slechts langzaam geopend
worden, nu gaf het aanstonds mede cn was de sleutel nog nau
welijks omgedraaid of de deur sprong reeds open. De generaal
verschoot van kleur en trad onwillekeurig achteruit.
„De schrijftafel is opengebroken," zeide Micliaël zacht, terwijl
hij op het slot wees, dat de sporen vertoonde van met geweld
geopend te zijn. „Dat dacht ik al
Steinruck antwoordde geen syllabe en hield zich ook niet op
met het onderzoek van de papieren, die daar lagen en weinig
belangrijks schenen te bevatten. Haastig drukte hij tegen een
plek van het houten beschot, waaraan men uiterlijk niet het
minste toestel kon bespeuren. De planken afscheiding week en
liet een meesterlijk verborgen, geheime lade zichtbaar worden,
maar deze was geheel leêg geen spoor van eenig papier was
daarin te ontdekken."
„Dat is verraad!" riep de graaf heftig. „Ik alleen kende
die verborgen lade. Niemand kon haar openen. Kapitein Roden
berg, wat weet gij van die zaak? Gij verdenkt iemand, gjj hebt
eenig spoor spreek!"
(Wordt vervolgd.)
De „Nederlandsche Zendings-Vereeniging" zal baar
zes-en-twintigsten zendingsdag houden op Hemelvaartsdag
te Rotterdam.
Omtrent, den verkoop van den Parkschouwburg te
Amsterdam verneemt het Hld. nader, dat die terstond na
de veiling voor den prijs van f 297,000, het bod waarvoor
het perceel werd opgehouden, aan de tot het voorstel-
Huizinga toegetreden aandeelhouders is overgegaan. Uit
de opbrengst zouden de 1ste en de 2de hypotheekhouders
worden afbetaald, terwijl met de volgenden een schikking
zou worden aangegaan.
Men schrijft aan de N. Rolt. Crt.:
„Een zeldzaam feest werd gisteren te Engelen, het kleine
plaatsje aan de Dieze nabij den Bosch, gevierd: de zestig
jarige huwelijksvereeniging van den heer W. Oudegeest,
emeritus predikant van Schelluinen, en zijne echtgenoote.
Op zich zelf moge deze gebeurtenis niet zoo zeldzaam zijn,
de omstandigheden, waaronder zij werd gevierd, maken haar
êenig in hare soort. Het feestvierend echtpaar heeft (zooals
reeds- gemeld is) zes zonen, allen dienstdoende predikanten
bij de Ned. Herv. kerk. Men kan dus veilig aannemen,
dat het eene door en door Protestantsche familie is, en nu:
de feestviering had plaats niet alleen të midden van, maar
grootendeels ook door Róomsch-Katholieken. t)e Protestant
sche gemeente te Engêlén^bestaat slechts uit weinige leden
de Katholieken vormen dé overgroote meerderheid, zooals
bijna in géheèl Noordbrabant, enr toch kan men zich geene
meer algemeene deelneming denken dan gisteren te Engelen
het geval was. Eene regelmatige feestcommissie uit de
ingezetenen had zich intijds gevormd. Zij had muziekkorpsen
aangenomen, optochten georganiseerd, vuurwerk besteld, in
één woord êen-zeer aardig en doelmatig programma samen
gesteld, behoorlijk afwisselend, en waarin ook aand e jeugd
een nommer .was toegekend tot het zingen van enkele
toepasselijke liederen. Onnoodig- te zeggen, dat van alle
huizen de vlag was uitgestoken, maar daarenboven waren
ér toebereidselen gemaakt voor eene algemeene verlichting
van het dorp en voor vuurwerk op de Dieze.
Dit alles bewijst, hoe uitstekend hier de verstandhouding
is tusschen de Katholieken en Protestanten."
De gewezen stations-assistent E. J. De Vries, te
Leeuwarden, wien indertijd beide beenen werden afgereden,
welke vervangen zijn door kunstbeenen voor rekening van
de Exploitatie-Maatschappij, heeft thans eene uitkeering
ontvangen van f 6500 ineens, terwijl hem een jaarlijksch
pensioen van f 125 door genoemde Maatschappij is toege
zegd. Deze ongelukkige, die het overigens goed maakt,
wat zijne gezondheid betreft, zal nu in sigaren gaan handel
drijven en eene kiosk aan het station te Leeuwarden oprichten.
Op de laatstgehouden veemarkt te Goes kocht iemand
uit Kloetinge een koe van een koopman uit Heinkenszand.
Later bleek het beest echter groote gebreken te hebben,
waarom de kooper het te Rotterdam weder verkocht. Hij
verkocht het echter ook weder aan den oorspronkelijken
verkooper te Heinkenszand en toen deze met zijn broeder
het dier kwam halen en het geld op de tafel uittelde,
streek de kooper. een tfeeï daarvan op, zeggende: „Schei
maar uit, dit komt er juist aan te kort, ik heb het beest
te Rotterdam verkocht.^ De kooplieden weigerden daarop
het huis te verlaten, tot eindelijk de hulp der buren en
van de politie werd ingeroepen. Ten slotte zijn beide partijen
het nog eens gewordép.
In Overijsel worden zeer groote inkoopen van alle
sóórten rundveê voor Duitschlahd gedaan. De.prijzeu zijn
aanzienlijk gestegen.
Voor ouders. Een man en eene vrouw hadden
samen hun tuintje omgespit en in orde gebracht. Eén bedje
was nog leêg gebleven. De man zaaide er in stilte, om
zijne vrouw te verrassen, salade in. Maar den anderen
dag dacht zijne vrouw ook aan het leêge bed en zaaide
er boonen in. Dagelijks gaan man en vrouw, ieder op
zijn eigen houtje, het bed bekijken, schoonhouden en wieden.
De vrouw ziet de teedere salade-kiempjes voor onkruid
aan; de man de boonen-spcuitjes evenzoo. En op die manier
kreeg de man geen salade en de vrouw gëen boonen.
Deze geschiedenis gebeurt duizendmaal in den tuin der
opvoeding, als vader en moeder niet samengaan in den
arbeid en zonder overeenstemming werken, zoodat de één
uitrukt wat de ander gezaaid heeft.
Boer tot zijn zoon, die een heer uit de stad naar het
naaste dorp vergezellen zal:
„Denk er om, jongen, dat je aan de rechterhand van
meneer loopt, net alsof je met een os naar de markt gingt."
Kapitein„Schaam je je niet om de jenever van je
kameraad op te drinken?"
Soldaat: „Wat zal ik u-zeggen, kapitein; Piet had zijn
jeneverflesch gebroken, en toen heb ik hem verlof gegeven
om zijn jenever in mijn flesch te gieten; nu was mijn
jenever onderaan en die van Piet boven; om bij de mijne
te komen heb ik dan toch eerst die van hem moeten op
drinken.*
Papa heeft kleinen Willem aan het dessert ten strengste
verboden, om iets te vragen. Bij toeval wordt de jongen
vergeten, maar gedachtig aan de les, zegt hij niets.
Marie, zegt papa tegen zijn oudste meisje, geef mij
eens even een schoon bord.
Wil u het mijne ook hebben, papa? roept Willem,
dat is nog heelemaal schoon.
Marine-Begrooting 1887. Aan de Memorie van Antwoord
zijn de volgende regelen ontleend:
Het voornemen om de werkzaamheden voor de verwapening
van de Panter bij particulieren te doen geschieden, houdt verband
met het stelsel van den Minister, om minder door 's Rijkswerven
en meer door particulieren te doen verrichten.
De bezwaren omtrent de positie der machinisten van de zee
macht, in den laatsten tyd door of ten behoeve van hen in open
bare geschriften aangevoerd, hebben den Minister reeds dadelijk
na zijn optreden genoopt, deze zaak aan een ernstig persoonlijk
onderzoek te onderwerpen, welk onderzoek hem voorloopig tot de
meening heeft geleid, dat de bezwaren en grieven overdreven zijn.
Aan billijke grieven van de Nederlandsche Marine-machinisten
is in de laatste jaren tegemoet gekomen.
De Minister meent dan ook, dat de belangen der machinisten
niet uit het oog worden verloren. Hy zal gaarne overwegen
wat verder in dezen kan worden gedaan, doch waarschuwt tegen
teleurstellingen tengevolge van overdreven eischen, die, zooals
hem uit de stukken tot zijnen voorganger gericht, is gebleken,
soms op eenen toon zyn kenbaar gemaakt, dien niet overeenkomt
met den militairen geest, waarvan ook de machinisten behooren
doordrongen te zijn.
Ook het korps mariniers heeft reeds dadelijk na zijn optreden
'8 Ministers aandacht en gezette overweging gevergd, en hy is,
na lezing van hetgeen daarover gezegd cn geschreven is en na
raadpleging van vakmannen, tot de overtuiging gekomen, dat
het korps voor de zeemacht vooralsnog niet kan worden gemist.
Hij zal ook overwegen of verhooging van de bijdrage voor
opleiding der adelborsten mogelijk en wenschelijk is.
Het ligt niet in zijne bedoeling om werklieden van 's Rijks
werven, die nog geschikt zijn om te arbeiden, alleen omdat zij
den 60jarigen leeftijd hebben, te ontslaan.
Het denkbeeld om den commandant en de officieren van de
Schorpioen van de vergoeding uit te sluiten, omdat deze zich
voor schade hadden kunnen vrijwaren door de goederen, die zij
aan boord hadden, te assureeren, zou, meent de Minister, onbil
lijk zyn.
Vee-uitvoer naar het Buitenland. Bij nota, ingezonden
aan de Tweede Kamer, bericht de Minister van Binnenlandsche
Zaken, dat de Nederlandsche Regeering ongeveer gelijktijdig met
het geven der inlichting in het Britsche Lagerhuis omtrent den
vee-invoer eene mededeeling van de Britsche Regcering ontving,
waaruit bleek, dat laatstgenoemde in den doorvoer van Duitsche
schapen, zooals die met toepassing van art. 3 van het koninklijk
besluit van 8 December 1870 (Staatsblad No. 194) van tijd tot
tijd plaats vindt, een bezwaar ziet tegen het toelaten van vee,
uit Nederland aangevoerd, zonder de verplichting om in de haven
van aankomst te slachten. Hieruit volgt echter niet dat de
Regcering kan verzekeren, dat het onvoorwaardelijk verbieden
van doorvoer der schapen uit Duitschland dadel yk den geheel
vrijen invoer van Nederlandsch vee in Groot-Brittannië zou ten
gevolge hebben. De onderhandelingen met de Britsche Regeering
over dit onderwerp duren nog voort, cn wij hebben daarbij te
letten op verschillende met elkander tegenstrijdige Nederlandsche
belangen.
De Regeering laat geen middel ongebruikt om zoowel door
officiëele als officiëuse mededeelingen de aandacht van het buiten
land op den gunstigen gezondheidstoestand van den Nederlandschen
veestapel te vestigen.
De gezondheidstoestand der Duitsche schapen op dit oogenblik
geeft echter geen aanleiding, op grond van genoemd koninklijk
besluit, thans eiken doorvoer te beletten.
Is het noodig, dan kan daartoe onmiddellijk worden overgegaan,
gelijk byvoorbeeld in Maart 1885 geschied is.
De Britscho RegeeriDg kan steeds overtuigd zijn, dat geen
maatregel van voorzorg wordt verzuimd, zoodat zy met volkomen
gerustheid het Nederlandsche vee op al hare markten kan toelaten.
De Minister wijst tevens op den omvang van den uitvoer van
vee uit Nederland naar andere landen.
VOLKSONDERWIJS (Afd. Zijpe.)
Dinsdagavond vergaderde bovengenoemde Afdeeling van
de Vereeniging Volksonderwijs in het lokaal van den heer
K. Plevier, te Schagerbrug.
Na de opening der vergadering, lezing en goedkeuring
van de notulen der vorige bijeenkomst, trad de heer
Kloeke, van Schagen, op met eene lezing, waarin hij de
Staatkundige toestanden van heden met die van vroeger
vergeleek, en aantoonde, dat er veel verbeterd was, maar
er nog zeer veel verbeterd moest worden.
Laten wij ons best doen zeide spreker aan het einde
van zijne rede tot verkrijging van de grootst mogelijke
uitbreiding der kiesbevoegdheid. Er zal zoodoende recht
gedaan worden en er zal belangstelling komen in de publieke
zaak, en dat juist, recht en belangstellingzijn de beste
medicijnen tegen maatschappelijke kwalen.
Met belangstelling werd deze lezing gevolgd, en met te
meer genoegen zeker, omdat ze een variatie was op het
thema „onderwijs."
Hierna bracht de Voorzitter de Beschrijvingsbrief voor
de algemeene vergadering in behandeling, waarover we in
onze mededeelingen kort kunnen zijn.
Van de door het Hoofdbestuur in alphabetische orde
aanbevolen heeren werd tot algemeenen Penningmeester, op
voorstel van den heer Bossen, gekozen de heer W. De
Meijier, te Wormerveer.
Omtrent de voorstellen der Afdeelingen Hoorn, Makkum
en Rotterdam werd, op voorstel van den Voorzitter, besloten,
den afgevaardigde een vrij mandaat te geven.
De redactie van het voorstel der Afdeeling Leeuwarden
is de Voorzitter zeer onduidelijk, en om het vermoedelijke
doel, dat aan dit voorstel ten grondslag ligt, daar het volgens
een toegevoegde considerans is ingediend door den heer
Dr. Vitus Bruinsma, stelt de heer Stadt voor, den afge-
gevaardigde in deze een imperatief mandaat te geven,
waarop hij echter na eenige discussie terugkomt, en men
besluit een vrij mandaat te verleenen.
Het voorstel van het Hoofdbestuur, om aan art. 1 van
het Reglement deze nieuwe alinea toe te voegen: „de
inrichting en verbetering zoowel van voorbereidend- en
herhalings-onderwijs als van ambachts- en industriescholen
als noodzakelijke aanvulling van de volksschool, te .helpen
bevorderen," vond bij den heer Kloeke verdediging en bij
den heer Stadt bestrijding; na eenige discussie werd met
meerderheid van stemmen besloten zich hiertegen te verklaren.
De voorstellen der Afdeelingen Maastricht, 's Gravenhage
en Monnikendam, om bij de Regeering aan te dringen op
de invoering van leerplicht, werden door den Voorzitter niet
in behandeling gebracht, daar hij zich overtuigd hield, dat
elk lid van Volksonderwijs leerplicht wenscht, maar allen
het zeker ook met hem eens zullen zijn, dat het heden niet
het geschikste tijdstip is op de invoering daarvan bij de
Regeering aan te dringen. Door applaus betuigt de ver
gadering hiermede hare instemming.
Nadat nog de overige voorstellen van Afdeelingen en het
Hoofdbestuur de revue hebben gepasseerd, gaat men over
tot het benoemen van een afgevaardigde voor de algemeene
vergadering. Met 12 van de 18 uitgebrachte stemmen
wordt als zoodanig benoemd de heer H. Van Calcar en
bij ontstentenis van deze de heer P. Stadt, die deze benoe
ming aannemen.
Bij acclamatie wordt als commissaris der Schoolspaarbank
te St. Maartensbrug benoemd de heer H. Krijt.
Na de heer Kloeke voor zijn schoono lezing dank gezegd
te hebben, sluit de Voorzitter de vergadering.
Gemeenteraad van Sc kagen.
Zitting van Woensdag 11 Mei 1887.
In deze zitting word, na voorlezing en goedkeuring der notulen
van de vorige vergadering, mededeeling gedaan van een nader
schrijven van de firma Beider en Co., te Amsterdam, betrekkelijk
de kosten der reconstructie van een der oude gemeente-brandspuiten.
Daar ook by dit nader schryven de kosten niet juist waren op
gegeven en deze afhankolyk bleken te zijn van het den heer
Beider onbekend kaliber der spuit, werd besloten, den heer B.
uit te noodigen, een onderzoek in loco te komen houden, en aan