overhand. Voor een paar weken had men daarbij eene bijmaan waargenomen. Het is bekend, dat verschijnselen als bijzonnen en bijmanen ontstaan door de werking van het licht der zon en maan op tallooze ijskristallen, die zich in het luchtruim bevinden en koude aankondigen. De raad werd daarbij gegeven, de kachels niet weg te doen. Als op slag liep de wind naar het noorden, waarbij hij hard begon te blazen en de beruchte koude Meidagen bezorgde. Het is nu sedert veertien dagen over geheel Europa veel te koud en men vraagt elkander daarbij af of de geleerden het nu ernstig meenen, dat de aardkorst boe langer hoe meer afkoelt. Ook heeft het niet aan nachtvorsten ont broken. Dat hierbij de toch reeds achterlijke groei stilstaat en de snijdende wind aan het pas ontloken groen en de bloemen schade doet, behoeft geen betoog. Niet zonder reden wordt er van een voortreffelijk fruitjaar gewag gemaakt en daarvan geeft o. a. de Betuwe hoog op. De kersenboomgaarden prijken met eene weergalooze pracht van bloesemsde perenboomen gelijken één bloemruiker en de appelboomen beloven niet minder. Maar bet is te hopen dat van de kersen, de peren- en appelboomen naar even redigheid ook een zoo overvloedigen pluk kan gedaan worden. Er ligt tusschen den bloei en den oogst nog een tijdsbestek, waarin veel van de te verwachten vrucht kan verloren gaan. Men kan geen „heiroepen, zegt men, voordat men over de brug is.' Te Zijpe is de persoon gearresteerd, die zich te Schoorl in bet Café „De Eenhoorn" had schuldig gemaakt aan bet stelen van biljartballen. De gemeente-reiniging te Alkmaar heeft in 1886 ontvangen f 7543.40 en uitgegeven f 15,402.10, en levert dus een nadeelig saldo op van f 7858.70. In 1885 bedroeg j het nadeelig saldo f 8915.14. Komt de locaal-spoorweg van Alkmaar naar Hoorn tot stand, dan rekent men dien afstand in 33 minuten te zullen afleggen. In tegenstelling met een vorig bericht, kan thans van Oude Niedorp gemeld worden, dat zich voor de vacante betrekking van onderwijzeres aldaar, op eene jaarwedde van f 500, zeventien sollicitanten hebben aangemeld. Te Hoogkarspel is een kind overreden. Twee uur daarna overleed het. De voerman, die doorreed alsof er niets was gebeurd, wordt gezocht. In Juli a. s. zal het 275 jaren geleden zijn, dat de Beemster werd drooggemaakt. Er bestaan plannen tot luisterrijke viering van dit merkwaardig feit, waartoe ook eenige ingezetenen van de Rijp hunne medewerking hebben beloofd. Te 's Hage is aanbesteed: de aanleg van een gedeelte van het Kanaal van nabij den St. Antboniedijk tot de Oude Vecht te Nichtevecht, behoorende tot de werken van het Merwede-Kanaal. Minste inschrijver was de heer S. H. Fernim, te Scheveningen, voor f 1,176,900. De talentvolle tooneelkunstenaar Tourniaire is geheel hersteld tot zijne familie teruggekeerd. In April van het vorige jaar werd door eenige eigenaars van groote boerderijen in den omtrek van Amsterdam eene Vereeniging opgericht, met het doel goede, zuivere koemelk aan de ingezetenen der hoofdstad te leveren tegen zoo billijk mogelijken prijs. De melk werd uitsluitend verkregen van het eigen vee der leden, en tweemaal daags aan de huizen der afnemers bezorgd. Behalve door peilingen, een streng dagelijksch onderzoek, werd ook door een wekelijksch onderzoek door een gezag hebbend scheikundige (i. c. dr. L. Th. Reicher, assistent aan het scheikundig laboratorium aan deUniversiteit), waarvan de uitslag bekend werd gemaakt, de deugdzaamheid van de melk gewaarborgd. De boerderijen, in de Vereeniging opgenomen, waren„Badhoeve" in de Haarlemmermeer, „Kent u zeiven," Bovenkerkerpolder, „Veenoord,Amstel veen, „Weltevreden" en „Hoop doet leven," Bovekerker- polaer en „Hermanshoeve," Haarlemmermeer, en de leden, de heeren Herm. F. Bultman, F. A. en P. H. Smithu3rsen, C. Van Blaaderen, S. Van den Anker en L. Van Casteren, besloten aldus eene proef te wagen om een der eerste levensmiddelen volkomen zuiver in den handel te brengen. onbeweeglijk. „Het dreigend gevaar is uit den weg geruimd," zeidc Michaël. //Clcrmont en zijne zuster waren toevallig opgehouden en nog hier aan huis. Ik heb hen gedwongen, de geroofde papieren terug te geven, en meen voor hun stilzwijgen te kunnen instaan. Men maakt geen mislukte plannen wereldkundig, waarbij men zelf zulk een eerlooze rol speelt, en van onzen kant zullen zij niet lastig worden gevallen. We hebben ongelukkig alle reden om hen te ontzien, ter wille van den naam Steinruck. Maar de eer van dien naam is thans gered, en niets verhindert graaf Raoul verder naar huis terug te keeren. Niemand behoeft er iets van te weten, dat dc papieren in andere handen zijn geweest. Aanstonds zend ik mijn grootvader een telegram en morgen vroeg vertrek ik, om hem zelf het vermiste terug te brengen. Dit wilde ik u maar even mededeelen." Als half bedwelmd luisterde Raoul naar deze woorden, die zulk een vreeselijken last van zijne ziel wentelden, maar die akelig strakke trek week niet van zyn gelaat. Het scheen dat hij iets wilde zeggen, misschien een woord van dank uitbrengen, maar de koele, doodelyke minachting in den blik en de houding van zijn neef sloten hem de lippen. //Mijn grootvader!" Dat zeide hij zoo natuurlijk, zoo zeker van zijn zaak. 't Was waar, graaf Michaël had nu immers den kleinzoon gevonden, wien zij n bloed door de aderen vloeide. Reiden behoorden bij elkander, en na hetgeen er thans was voorgevallen, zou hij hem nog eer met open armen ontvangen. Toen Rodenberg vertrokken was, stond de jonge graaf van zijn stoel op en verliet langzaam en met wankelende schreden het vertrek. Buiten bij de voordeur bracht hij, als zich bezinnende, de hand aan het voorhoofd, maar trok zich schuw in de schaduw van den muur terug, toen hij een paar mensehen het huis zag uitkomen. Hij herkende de beide gedaanten, die hem schielijk voorbijslopen en den weg naar het station insloegen; maar hij verried zijne aanwezigheid door woord noch gebaar. De nabijheid van de vrouw, die nog zoo kort geleden zulk een tooverkracht op hem uitoefende, maakte thans weinig of geen indruk op hem. Hij wist, dat hij haar nooit zou terugzien, en die gedachte deed hem niet eens pijnlyk aan. In zijn binnenste was het zoo leeg en zoo doodsch, alsof alle gevoel was uitgedoofd. Daar klonk uit het open venster boven hem een stem, die hij nog slechts een paar minuten geleden gehoord had; maar nu klonk zij innig teeder: „Myne Hertha, vergeef, dat ik je zoo haastig verliet, maar ik moest dit afscheidsuur eerst duur koopen. Nu mag ik bij u blijven, zonder mijn plicht te verzuimen maar geen afscheids- tranen We zijn immers nog bijeen!" En nu drong een andere stem tot hem door, die hij ook kende en die hem toch vreemd voorkwam met dien zachten, liefelijken toon van volkomen overgave, dien hij nooit had gehoord. Een eerste verkooplokaal wenl geopend in de Korte Leid- sche Dwarsstraat bij liet Leidscheplein. Het pogen vond bijval, en nu, na een éénjarig bestaan, was uitbreiding reeds noodzakelijk, cn werd jl. Zaterdag avond een tweede verkooplokaal geopend in de Nieuwe Kerkstraat bij de Weesperstraat. Het is een ruim, flink lokaal, waar de melk tegen billijken prijs geleverd wordt. Te Breda is jl. Dinsdagmorgen tusschen 9 en 10 ure Mr. Coenegracht, sedert kort president der Arrondissements- Recbtbank aldaar, door een noodlottig toeval in den Aca demiesingel te water geraakt en verdronken. De Directie van de Spaarbank te Barneveld beeft opnieuw f 850 aan den Raad dier gemeente aangeboden, ditmaal voor het maken van trottoirs in het dorp. De Raad heeft dit geschenk onder dankbetuiging aanvaard. Ec-n 280tal werklieden van de firma Gebrs. Stork en Co., te Hengeloo, hebben eene resolutie aangenomen, waarin krachtig wordt opgekomen tegen hetgeen de sociaal democraat Bennink omtrent genoemde firma in „Recht voor Allen" heeft geschreven of doen schrijven. Deze resolutie werd ook Bennink, door al de werklieden gezamenlijk, thuis bezorgd. Naar aanleiding van dit besluit was eergisteren onder staand stuk in de beide fabrieken der firma's Gebr. en C. T. Stork en Co. aangeplakt: „Waarde medewerkers in onze ondernemingen! Wij danken u voor de uiting uwer gevoelens op uwe verga dering. Gij hebt getoond te begrijpen, dat onze zaak de uwe, ons belang het uwe en onze eer uwe eer is. Gij begrijpt onze leuze, die was en zal blijven: „Als het ons goed gaat, zal het onze trouwe en oppassende arbeiders ook goed gaan." Wij znllen voortgaan op den weg, tot nu toe door ons bewandeld. Wij zullen blijven medewerken aan de ontwikkeling en welvaart van u en uwe kinderen door onderwijs en betaling van het hoogst mogelijke loon, dat is ook ons belang. Dat wij moeten arbeiden, gij en wij, is een zegen en geen vloek. Volksmisleiders stellen den arbeid voor als slavernij en willen zich voordoen als uwe beschermers, terwijl zij inderdaad de grootste vijanden der werklieden zijn. Dat gij doorziet hunne doortrapte slimheid, om to leven van de centen der lichtgeloovigen onder de arbeiders, die hunne leugenachtige en gemeene boekjes en blaadjes koopen, is voor ons een groote voldoening! Het is ons een bewijs, dat wij gedurende meer dan het vierde eener eeuw niet to vergeefs hebben gewerkt, door het geven van onderwijs en door onzen gestadigen omgang met u. Nogmaals, wy danken u daarvoor. Hengeloo, 16 Mei 1887. Gebrs. Stork Co. C. T. Stork Co." Jl. Zondag had te Leeuwarden op klaarlichten dag een afschuwelijke sluipmoord plaats. Zekere Van der Heide, een gezeten inwoner, begaf zich in koelen bloede, in 't bezit van een vlijm, naar de woning van zekeren Brik, een steenhouwer en vindt deze voor zijn huis zijn bloemen bekijkende. Van der Heide schiet op hem toe en gaf hem vier steken, waarvan één in het hart trof en den dood tengevolge had. De dader is onmiddellijk in hechtenis gesteld en had nog het bloed aan de handen. De moeder reikte het vlijm over. De dader heeft het feit volledig bekend. Een langdurige wrok schijnt de aanlei- dende oorzaak te zijn geweest. De Rechtbank te Maastricht heeft H. K., koopman te Gulpen, die zijn hond, welke voor een kar was gespannen, noodeloos zóó had geslagen, dat het dier bijna niet meer voort kon, veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf. Het bestuur der Vereeniging van en voor Neder- landsche Industriëelen geeft in het weekblad „De Neder- landsche Industrieel" het voornemen te kennen tot het bijeenroepen van eene groote samenkomst in het middel punt des lands, op nader te bepalen dag en plaats, ten einde te beraadslagen over den toestand der nationale nijverheid. Met het oog op de buitenlandsche, door be scherming gesteunde concurrentie, wordt in die mededeeling het volgende aangevoerd: „Het eenige, wat o. i. nog te doen staat is, bij de vrienden en vereerders der vrij handelschool aan te kloppen en met hen zij het ook ter elfder ure de handen ineen te slaan, ten einde zoodra mogelijk de toepassing te „Neen, Michaël, ge zult geen tranen zienIk wil nu aan niets anders denken, dan dat gij bij my zijt. Dat is al een geluk Was dat wezenlijk dezelfde Hertha? 't Is waar, ze had nu liefhebben geleerd, en de man, die eens haar verloofde heette, gevoelde thans toch wat hij had verloren, 't Was hem onmogelijk, langer in de nabijheid van die gelukkige raenschen te blijven; met geweld als het ware werd hij voortgedreven, zonder vast plan, zonder bepaald doel, altijd voort in de duisternis, altijd langs de bruisende rivier, totdat hij tegen een muur stuitte. Het waren de pijlers van de brug, waarover de spoorbaan liep, hoog boven het waterdaaronder rnisehten de golven en een oude wilg dom pelde zijn takken in den vloed. Het was nog altijd zoel en drukkend in de lucht, maar het onweêr was dichterbij gekomenhet weerlichtte telkens en al feller werden de bliksemstralen. Raoul leunde tegen den stam van den wilg en hield de oogen onafgewend op het donkere, dwarrelende water gevestigd. Het kostte hem moeite zijne gedachten te ver zamelen. Wat nn? Zou hij naar huis tcrugkeeren? Den volgenden dag kon hij weer thuis zijn en een voorwendsel was licht te bedenken voor zijn korte afwezigheid. Niemand wist wat er gebeurd was, twee mensehen uitgezonderd, en deze zwegen om de eer van den naam Steinruck op te houdenmaar toch gevoelde de laatste Steinruck, dat hy zijn grootvader nooit meer onder de oogen kon komen. Over den landverrader had de onwrikbare grijsaard reeds het vonnis uitgesprokende zwakkeling, die dat verraad toeliet, die het verzweeg en dekte ter wille van een vrouw, mocht zich niet meer in zijne nabijheid vertoonen. Raoul had immers straks al die uitdrukking van doodelijke verachting opge merkt, en zou hy die dag op dag in het aangezicht van zijn grootvader moeten verdragen Dan liever den dood I Van den kant van het station klonken gejuich en gejubel. Het volk groette de troepen, die waarschijnlijk op het punt stonden van te vertrekken, en ginds, achter die mat verlichte vensters, nam ook een jong officier afscheid van zijne aanstaande, misschien wel een afscheid voor eeuwig. Maar daar beneden by het water stond iemand, die alles had verloren, zijne aanstaande en zijne eer en zelfs zijn vaderland! De trein met de militairen naderde rommelend en stoomend, en juist toen hij de brug bereikte, kliefde weêr een bliksemschicht de lucht. Één oogenblik stond alles als in vuur en vlam, do dikke, dreigende wolken, de donkere bergen in het verschiet en de schuimende rivier, maar de plaats onder den ouden wilg was leêg en de golven spatten hoog op. Het duurde slechts even, toen zonk alles in duisternis terug, de trein rommelde over de brug en in het westen kliefde nog eens een flikkerende straal het uitspansel het vlammend zwaard van Sint-Michaël 1 (Wordt vervolgd.) verkrijgen van de maatregelen, welke de gevierde mannen van 1850 het Hoofd van den Staat in banden lieten om, zelfs zonder verder overleg met de Staten-Generaal, tot behoud van 's lands eigen nijverheid af to kondigen, bijal dien onverhoopt ooit blijken mocht, dat de handelswet geving van andere Staten ten nadeele van Nederland werd gewijzigd." Jl. Woensdagnacht is te Nijmegen de heer F. R., werkzaam ten postkantore te Arnhem, die met de gierbrug van Nijmegen naar Lent de Waal zoude oversteken, bij ongeluk in de rivier gevallen en verdronken. f Men schrijft ons van Texel, dd. 18 dezer: „Onrustig volgde zij haren geleider, die geen ander voornemen scheen te hebben, dan haar in den vreemde een beter lot te beschikken. Of weemoed haar beving bij de naderende scheiding, of dat heimwee zich van haar meester maakte bij het treurig denkbeeld, dat zij spoedig het oord zou moeten verlaten waar zij zooveel lief en leed had gesmaakt, is tot heden niet opgehelderd, maar plotseling verliet zij haar geleider en stortte zich van den zeedijk in open zee. Toch scheen het volstrekt haar voornemen niet zich van kant te maken. Nauwelijks voelde zij het kille van het zeewater of zij beproefde te zwemmen. Wonderlijk genoeg gelukte 't haar boven verwachting der velen, die al hare handelingen belangstellend gade sloegen. Visschersvaartuigen zetten koers naar de ongeluk kige drenkelinge, doch zij scheen geen hulp te verlangen. Zij, die nooit onderricht in de edele zwemkunst had genoten, verdubbelde hare pogingen om haren redders te ontkomen. Zoo zwom zij bijna een kwartier voort. Iedereen zag met bezorgdheid naar de roekelooze en waande haar einde nabij. Eindelijk kreeg zij weêr grond onder de.... pooten. De zwemster was eene koe, die haren geleider ontloopen was en in zee een heenkomen had gezocht, dat haar toch blijkbaar zeer slecht beviel." De Hertog van Meiningen, die telkens te Zand voort vertoeft, is jl. Dinsdag de gast geweest van Jhr. Schorer, commissaris des Konings te Haarlem. Naar Lourdes zijn jl. Dinsdag 227 Nederlandscbe pelgrims vertrokken. In 1851 waren in ons land 84,000 hectaren land met aardappelen bepoot; in 1861 was dit tot 107,000 hectaren, in 1871 tot 126,000, en in 1884 tot 145,000 hectaren gestegen, zijnde een zesde deel van al het bouwland in Nederland of 4£ pet. van de oppervlakte van den Neder- landschen bodem. De Köln. Ztg. erkent thans het bestaan van eene „voorloopige* regeling tusschen de Duitscbe post-admi- nistratie en de Nederlandsche Maatschappij „Zeeland", om bet verkeer tusschen Duitschland en Engeland „voor een deel" via Ylissingen te doen plaats vinden. Zij voegt daarbij, dat het bezoek der Belgische ambtenaren te Berlijn het gevolg gehad heeft, dat te Brussel de noodige maat regelen genomen zijn om het verkeer via Ostende te ver beteren, zoodat men te Brussel hoopt het „hoofdverkeer van reizigers en post" over België te behouden, zelfs al werd de „voorloopige" regeling met Nederland bestendigd die hoop echter kan alleen verwezenlijkt worden, als de te Brussel genomen maatregelen doeltreffend blijken te zijn, m. a. w., Vlissingen heeft kans bet „gedeeltelijk verkeer" te behouden en het „hoofdverkeer" te verkrijgen. Bij de Fransche Kamer is het voorstel ingediend tot heffing van een belasting op de piano's, ad f 12 francs per stuk. Ze is, dunkt ons, licht even aanbevelenswaardig als een hondenbelasting, voegt het Dagblad hieraan toe; voor beiden gelden dezelfde motieven. Wie het rijp worden van aardbeziën tot het einde van Augustus wil verschuiven, kan daarvoor het volgend middel beproeven, dat in de „Allg. Ztg. für Deutsche Land- und Forstwirte" aan de hand wordt gedaan. In den gewonen bloeitijd der aardbeziën snijde men alle reeds bloeiende loten en bladen vrij kort bij den stengel af, zorg dragende de opkomende loten niet te kwetsen, die dan pas beginnen uit te komen. De planten worden dan, zoo noodig, nog eens gemest en vlijtig begoten. Einde Augustus of begin September kan men dan rijpe vruchten verwachten en op die wijze twee oogsten van aardbeziën in één zomer verkrijgen. Het volgende jaar echter mogen die planten niet wederom op dezelfde wijze behandeld worden. Dr. J. M. Miller heeft een aardig boekje geschreven Die Beleuchtung im Alterthum. Het spreekt van zelf, dat de kinderen dezer eeuw zich diep ongelukkig zouden gevoelen, indien zij zich met de middelen van verlichting, welke in de oudheid in zwang waren, weder moesten gaan behelpen. De kaarsen der Romeinen, candela en cera genaamd, waren eene soort fakkels, safimgewonden vezels van papyrus of biezen, met eene laag was er om. Daar de middelen om vuur te maken zeer beperkt waren, brandde er denkelijk voortdurend vuur op den huiselijken haard. Men gist, dat het eeuwige vuur, hetwelk in den tempel van Vesta brandde, oorspronkelijk heeft moeten dienen om den burgers eene bron van vuur te waarborgen, die hen nooit in den steek liet. De straten van Rome hadden 's avonds en 's nachts geen kunstlicht; zoo kon het een privilege zijn voor enkele aan zienlijke burgers, die zich zeer verdienstelijk hadden gemaakt, zich door slaven met fakkels te laten naar huis geleiden. Het onderricht in de scholen begon reeds vóór zonsopgang, -«n iedere knaap moest zelf zijn licht meebrengen. Juvenalis zegt dan ook, dat de schoolmeester, do grammaticus even veel lampen kreeg te ruiken als er knapen aanwezig waren. Zelfs in de vertrekken des Keizers walmde de olielamp, zonder dat de vlam door een cylinderglas werd afgesloten. De lamp zelve was dikwijls van het kostbaarste metaal en keurig afgewerkt, maar het was onmogelijk haar te gebruiken zonder tevens de lucht te verpesten. (N. Rott. Crt.) Om vleesch in den zomer goed te houden leggende Japanneezen het in een porseleinen schotel en gieten er zeer heet water over, tot het vleesch geheel onder water ligt. Dan gieten zij olie over het water, waardoor de lucht volkomen afgesloten wordt en het vleesch voor bederf gevrijwaard is. De methode van Jensen om de aardappelziekte tegen te gaan (die bestaat uit het aanleggen van beschermdammen voor het afweren van de schimmelsporen van de knollen), is onlangs weder door onderscheidene onderzoekers in Duitschland nagegaan. Daarbij is gebleken, dat het schof felen volgens Jensen in de meeste gevallen wel zijn naaste doel, bet bestrijden van de aardappelziekte, vervult, maar van den anderen kant de netto-opbrengst aanmerkelijk ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2