HELRERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- eu Advertentieblad wr Hollands Noorderkwartier. 1887. N° 63. Vrijdag 27 Mei. Jaargang45. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BEKENDMAKING. SINT-MICHAËL. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cents, elko regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. De Burgemeester der gemeente Helder brengt, ter voorkoming van ongelukken, ter algemeene kennis, dat, volgens ontvangen mededeeling van den Heer Kolonel-Commandant van het 4de Regiment Vesting-Artillerie alhier, weder schiet oefeningen zullen plaats hebben, en wel van 5 J u n i tot 15 Augustus e. k., en dat deze oefeningen znllen bestaan in het schieten: 1°. met springgranaten uit de batterij „K aaphoofd" op de plaat //Onrust 2°. uit het fort «Erfprins" op eene sleepschijf op gelijke wyze als zulks vroeger is geschied, alsmede op de plaat «Onrust;" 3°. Uit het fort «Oostoever" met granaatkartetsen in de richting oost ten zuiden op het «B a 1 g z a n d 4°. uit een Getr. Br. achterlaad-mortier met exercitie-granaten op een doel, dat ongeveer 10G0 meter ten zuiden van het fort «K y k d u i n" en omstreeks 350 meter van het strand in dc duinen zal zyn opgesteld, en 5°. uit het fort «de H a r s s e n s" op een nader aan te geven datum. Dat de onveiligheid op de schietdagen op de gebruikelijke wijze zal worden aangegeven door bet plaatsen van roode vlaggen op de batterijen, waaruit gevuurd wordt en op de duinen ten zuiden van „K ij k d u i n," terwijl bij het vuren met springgranafen op de «O n r n 8 t" bovendien een roode vlag van de «R e d d i n g s- k a a p aldaar zal waaien. De vletterman KENNINK is weder als voorheen uitsluitend belast met het weghalen van het materiëel en de projectielen op de «Onrust." Dat ter voorkoming van ongelukken gewezen wordt op het gevaar, dat gelegen is in het aanraken of opnemen van projec tielen, die op de «O n r u s t" ongesprongen blyven liggen, en het den visschers wordt aangeraden om, bij het vuren van het fort «Erfprins" (kenbaar aan eene roode vlag van de batterij), niet tegen wind en stroom in het Noordergat voor anker te komen. Helder, 25 Mei 1887. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. 54) Door E. WERNER. (Slot.) Hertha had onderwijl die overrompeling voorbereid. Ze had het gesprek op hare eigen verloving gebracht en den baron voor gehouden, dat zij ook, evenals Gerlinde, de laatste afstammeling was van een oud geslacht en dat ook haar naam in een anderen zon overgaan, die geen adellijk wapen droeg; maar Eberstein kwam driltig hiertegen op. «Dat is iets geheel anders. Uw aanstaande is in elk geval de kleinzoon van den graaf, de zoon van een freule Steinruck hij behoort ten minste van moederszijde tot uw familie. En bovendien," hier wendde hij zich beleefd tot Michaël, wiens mannelijk, echt militair voorkomen zeer in zijn smaak viel, «boven dien heeft kapitein Rodenberg zich in den oorlog onderscheiden. Reeds ten tijde van onze roemrijke voorvaders golden dappere krijgsdaden voor een adelbrief en werden met den ridderslag beloond. Maar een schoonzoon, wiens wapen het penseel en wiens schild het palet is dat ten eeuwigen dage niet!" «Wel nu, hy kan met palet en penseel dien krijgsroem ten minste vereeuwigen," zeide Michaël glimlachend. «Gij weet misschien nog niet, dat myn vriend juist in een wedstrijd van schilders den eersten prys heeft verkregen. De geheele pers houdt zich nu met hem bezig, en eenstemming «Zwijg van do pers!" riep Eberstein toornig. «Dat is ook zoo'n uitvinding van den nieuwen tijd en wel de ergste van alle Die voorbarige, onbescheiden, kwaadsprekende pers, die alles door het slijk sleurt, voor wie niets heilig is ze is het werk van den duivel!" «Volkomen waar, mijnheer van Eberstein, de pers ia een kwaad ding!" stemde Joban toe, die juist naderby kwam en de laatste woorden opving. «Maar nu vergunt ge mij zeker met mijn ver zoek voor den dag te komen neen, houd de handen maar niet voor de ooren, het betreft ditmaal wezenlijk niet Gerlinde en mij, maar alleen den schilderawedstrijd, waarvan Michaël zoo even sprak. Ik had myn schets al vóór den oorlog ingezonden en kreeg nog per veldpost bericht, dat zij bekroond en waardig is bevonden om uitgewerkt te worden. Maar daarvoor heb ik uw toestemming noodig." «Mijn toestemming?" vroeg Eberstein verwonderd. «Wat heb ik met een van uw schilderyen te maken?" «Dat zal u duidelijk worden, zoodra ge daarop een blik gelieft te werpen. Het is een historiestuk, voor de groote zaal van het nieuwe gemeentehuis te B. bestemd, waar het ieder natuurlijk aanstonds in bet oog zal vallen. Maar juist daarom moet ik uwe toestemming vragenweigert ge mij die, dan moet ik de schets veranderen. Hier is zij ik laat de beslissing aan u over." Hij opende de deur van de zijkamer. De oude baron bleef gelukkig niet zoo styf op zijn stuk staan als professor Weblau, toen deze met Sint-Michaël kennis moest makenhalf nieuwsgierig, half wantrouwend trad hy binnen, door de anderen govolgd. Daar, tegen den muur, was werkelijk het bewuste schilderstuk bevestigd, vooralsnog slechts op karton en met krijt geteekend, maar toch een getrouw af beeldsel van wat het ééns zou worden. De jonge schilder was er uitstekend in geslaagd om van do op gegeven historische stof, een tooneel uit de oorlogen onder de Hohenstauffen tijdens de middeleeuwen, een levendige en indruk wekkende voorstelling te maken. Rechts van de schilderij zag Binnenland. Het programma is verschenen voor de vergadering van de leden der Vereeniging van officieren der schutterij in Nederland, op 7, 8 en 9 Juli a. s., te Middelburg. Het luidt als volgt': Donderdag 7 Juli. Concert in den tuin van het schutters hof «De Edele Handboog/ des avonds ten ure. Des avonds ten 9 ure, bezoek door het bestuur en de regelings commissie aan den Commissaris des Konings in Zeeland. Vrijdag 8 Juli. Des voormiddags ten 9 ure bezoek door het bestuur, de regelingscommissie en de leden, aan den burgemeester van Middelburg, ten Raadhuize. Schietwed strijd nabij Vlissingen, aanvang ten 10 ure des voormiddags. Bezoek aan Vlissingen. Officieel diner in het Bad-Hótel aan de duinen bij Vlissingen, ten 6 ure, tegen betaling van f 5 per couvert, met flesch wijn. Na afloop muziek uitvoering enz. Zaterdag 9 Juli. Algemeene vergadering in de sociëteit «St. Joris," op de Balans te Middelburg, des voormiddags ten 10 ure. Rijtoer door Walcheren ten 1 ure, aangeboden door de Vereeniging. Bezoek aan «Overduin/ buitenver blijf van jhr. mr. W. C. M. De Jonge van Ellemeet. Diner te Domburg. Men schrijft uit 's Hage aan de Haarl.Crt.,dd. 24 dezer: «De dag van heden zal voorzeker onvergetelijk zijn voor den Wel Eerwaarden beer Ds. C. E. Van Koetsveld, px-edikant bij de Nederduitsche Hervormde gemeente te 's Hage en Hofprediker, wien het vandaag gegeven was in blakenden welstand zijn 80sten verjaardag te vieren. Ondubbelzinnige bewijzen van belangstelling, zoowel van binnen als van kuiten deze stad, in het feest van den alom geachten grijs aard vloeiden den ganschen dag toe in den vorm van telegrammen, brieven, persoonlijke bezoeken en levende bloemen. Uit Wildungen, in welke badplaats HH. MM. de Koning en de Koningin thans vertoeven, ontving de predikant het volgende telegram; «HH. MM. de Koning en de Koningin dragen mij op u ter gelegenheid van uw taebtigsten verjaardag Hoogstder- zelver gelukwenscben en de verzekering hunner belang stelling aan te bieden. De adjudant en secretaris des Konings De Ranitz." men den keizer, een krachtige, statige gestalte, door vorsten en prelaten omringdlinks was het aandringende volk zichtbaar, terwijl de zegevierend huiswaarts keerende krijgslieden, die de veroverde vaandels aan de voeten van hun vorst neerlegden, het middelste vak innamen. Het was een karakteristieke groep vol leven en beweging, waarin céne gestalte boven die van al de anderen uitstak blijkbaar de held en aanvoerder van den geheelen zegetocht. Een prachtige verschijning met donkere baren en oogen en edele, regelmatige gelaatstrekken, in de kracht van zijn leven en in volle wapenrusting. Het aangezicht fier opgeheven, de rechterband naar de zegeteekens uitgestoken, scheen hy den keizer de overwinning te melden. Die ridder was de hoofdfiguur van de schilderij, die de geheele handeling, zoowel als de belangstelling van den beschouwer in zich concentreerde; maar helm en wapenrusting droegen de onderscheidingsteekens van het geslacht van Eberstein en het schild vertoonde het wapen, dat verweerd en half afgebrokkeld boven de poort van den Ebers- burg stond het vierde hier zijne opstanding. De oude baron was het schilderstuk genaderd, om het goed te bekijken; maar op eens ging er een trilling door zijn leden en kwam er in zijn doffe oogen weêr leven en gloed. Hij hief het gebogen hoofd op, en met een bijna driftig gebaar wendde hij zich tot den jongen kunstenaar, die achter hem stond «Wat hebt ge gedaan? Dat is immers «De kopie van een portret, dat ik bij myn eerste bezoek op den Ebersburg ontdekt heb," viel Johan in. «Ge herinnert u zeker ons gesprek daarover nog wel en begrypt nu, waarom ik uwe toestemming vraag." Eberstein gaf geen antwoord. Onafgewend staarde hij op het portret, op zijn portret, uit den tyd, toen hij nog jong en gezond en gelukkig was, toen ook hij nog de wapens kon voeren, en zijne oogen werden vochtig bij die herinnering. «Maar wat moet dat nu eigenlijk beteekenen vroeg de professor, die het stuk wel is waar kende, maar dien men nog onkundig bad gelaten van de geheime bedoeling. De oude baron wendde zich tot hem en zeide op een toon, die het midden hield tusschen weemoed en zelfbewustzijn «Dat zijn mijn wezenstrekkenZóó heeft Udo van Eberstein er eens uitgezien ruim dertig jaar geleden!" «Maar dan zijt ge geducht veranderd!" viel Weblau op zijn ruwe manier uit; Johan nam echter schielijk het woord op: «Wel neen, papa! Kijk den baron maar eens goed aan, dan zult ge die zelfde trekken wel weervinden. Het stuk moet in fresco worden geschilderd, mijnheer van Eberstein, en het zal dus waarschijnlyk even lang in wezen blijven als het gemeente huis zelf op zyn minst een paar honderd jaren." «Een paar honderd jaren!" prevelde de baron met een ver rukt glimlachje. Maar het wapen zal niemand dan toch kennen liet hy er bedrukt op volgen. Johan trad hem op zijde. «Dat is gelukkig al bekend. Die nare pers ge weet wel dat ik die niet minder verfoei dan gij heeft die zaak al onder handen genomen en dien naam nl wereldkundig gemaakt. Een artikel in het eerste blad van ons voornaamste orgaan Mag ik zoo vrij zijn u het slot voor te lezen?" Hij kreeg een courant uit den zak, dezelfde die destyds de beoordeeling van Sint-Michaël bevatte, en las: «Na deze uitvoerige bespreking willen wij onzen lezers ook de mededeeling niet onthouden, dat de hoofdfiguur van deschildery, de ridder met dien prachtigen, alom bewonderden, karakteria- De geschenken, die den waardigen man van verschillende zijden werden aangeboden, waren groot in aantal. De predikanten der Herv. gemeente boden hem nevens hunne gelukwenschen eene prachtige staalgravure aan. Te 3 uren verleende de heer Yan Koetsveld gehoor aan eene commissie uit den kerkei-aad der Ned. Herv. gemeente. Eene commissie uit de ondei'wijzers aan de Idioten-school, door den heer Van Koetsveld opgericht en waarvan hij thans voorzitter is, was de vertolkster der gevoelens van hoogachting en liefde, die men daar jegens den jubilaris koestert. Ook smaakte de heer Van Koetsveld het genoegen, heden onder scheidene kleinere en grootere giften te ontvangen ten behoeve van de zesde Hervormde kerk, die hij eens hoopt in te wijden. Moge die wensch vervuld worden en het den waardigen voorganger tevens gegeven zijn, nog tal van gelukkige jaren in voorspoed door te brengen." De 13de jaarvergadering der Maatschappij tot opvoe ding van weezen in 't huisgezin zal gehouden worden op Vrijdag 3 Juni a. s. Behalve de gewone verslagen, die uitgebracht moeten worden, en de verdere huishoudelijke aangelegenheden, is als laatste punt op de agenda gebracht Gedachtenwisseling over hetgeen in het belang der wees verzorging gewenscht is. Men verneemt, dat de veroordeelden wegens deel neming aan het zoogenaamde palingopi'oer te Amsterdam geene gunstige beschikking te wachten hebben op de ver zoeken om gratie of verdei-e ontheffing van straf, door of namens hen ingediend naar aanleiding van het feit, dat hunne medebeschuldigden, die zich in cassatie hadden voorzien, zijn vrijgesproken of van rechtsvervolging ont slagen. Een Russische gx-avin, gelogeei-d in een Hötel in de Plantage te Amsterdam, die dagelijks het Amstel-Hötel bezocht, ten einde aldaar onder behandeling te zijn van dr. Mezger, maakte daarvoor gebruik van de tram Plantage Leidscheplein. Zaterdag jl., toen zij, hersteld, voor 't laatst den toer maakte, verraste zij het personeel dier lijn op een geschenk van f 50. Den 15 Juni a. s. wordt het badseizoen te Scheveningen geopend. Hiervan gewag makende, voegt het «Dagblad* er de woorden bij«IJs en weêr dienende." tieken kop hier staat het zwart op wit, mijnheer: met dien prachtigen, alom bewonderden, karakteristieken kop een slechts weinig geïdealiseerd portret is en wel dat van den baron Udo van Eberstein-Ortenau op den Ebersburg, den laatsten afstamme ling van een vroeger wyd en zijd beroemd geslacht, welks stam boom tot in de tiende eeuw opklimt. Ook het wapen der van Ebersteins is op het stuk vereeuwigd." Ik kan 't waarlijk niet helpen een paar losse gezegden tegen mijn kennissen hebben dat artikel uitgelokt. Verlangt gij soms dat het wordt tegengesproken? Anders doet het de ronde door al de Duitsche couranten." «Neen, mijn jonge vriend," zeide Eberstein plechtig. «Bekom mer u daarover niet; ik vind zelfs, dat de pers in dit geval noch onbescheiden, noch voorbarig heeft gehandeld. Zij voldoet slechts aan haar roeping en plicht, als zij feiten, die helaas uit het geheugen van het tegenwoordig geslacht zijn gcwischt, weer in herinnering brengt; eigenlijk had ik haar niet zoo verstandig aangezien. Laat dat artikel maar vrij de ronde maken door al de Duitsche couranten!" «Die jongen heeft waarachtig een schrikbarend talent om te intrigeeren!" mompelde professor Wehlau. «Nu is de oude man in het net." Met goed voorgewende verlegenheid draaide Johan de courant in zijn handen rond. «Ja, mijnheer van Eberstein, maar maar het stuk is nog niet uit Mag ik u nog even het eind voorlezen?" «Ga uw gang!" zeide Eberstein statig en welwillend, en Johan vervolgde «En na ten slotte nog een mededeeling, die voornamelijk onze lezeressen belang zal inboezemen. Waarschijnlyk heeft het hart van den jongen schilder er mede deel aan gehad, toen hij den ridder met het wapen van de Ebersteins juist die wezenstrekkeu gaf, daar hij voornemens is met de eenige dochter van bovenge- noemden baron in het huwelijk te treden." «Halt dat mag niet worden overgenomen dat moet tegengesproken worden!" riep de oude heer verschriktmaar Johan duwde licm zonder complimenten dc courant in de hand en haalde achter het schilderstuk iets te voorschijn, dat bij nadere beschou wing freule Gerlinde van Eberstein bleek te zijn. Daar stond ze, het Schoone Slaapstertje, niet meer zoo kinderlijk als voor twee jaren, maar niet minder aanvallig, en hief de oogen en handen smeekend tot haar vader op. «O, papa, wees toch niet zoo onbarmhartig ik houd zoo veel van Johan!" «Hebt ik 't niet" gezegd, dat ze wel weer bij elkaar zouden zijn!" riep do professor, een stap voorwaart? doende. «Mijnheer van Eberstein, daar zal ons niet anders verblijven dan ja te zeggen. Mijn jongen dryft toch zijn wil door, zooals ge ziet, en dat teere, kleine ding, uwe dochter, zou in staat zijn zich dood te treuren als wij hen scheidden. Dan is ze weg en blijft gij met uw vlekkkeloozcn stamboom geheel alleen over." «Dat zou vreeselyk zijn!" zeide Eberstein met een angstigen blik op zijn cenig kind. «En dus zullen we maar ccr. ...j die zaak maken," hernam Wehlau, terwijl hij den arm om het jonge meisje heen sloeg en haar een vaderlijken kus gaf. Wat hem betrof, be schouwde hij die zaak hiermede als afgedaan. De oude baron wist niet wat hem overkwam: in den vollen zin van het woord werd hij overrompeld. Zonder eigenlyk te weten hoe, had hij eensklaps dochter en aanstaanden schoonzoon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 1