OOST-INDIË. „Voor 't Jonge Volkje", een handgeld van DRIE HONDERD GULDEN. PJL11N HOLLOWAY, Aanbrengpremie TIEN GULDEN. „VOOR DE KINDERKAMER" Uitgaven van JOH. IJKEMA, 's Gravenhage. WIJNHANDEL AMSTERDAMSCHE COURANT. Nederlanders, die dienstnemen bij het Indische leger, ontvangen, bij het aangaan van eene zes-jarige verbintenis, Nadere inlichtingen zijn gratis te bekomen bij het Departement van Koloniën en bij alle Burgemeesters. onder Redactie van 12 Afl. Almanak 13e Jaargang. P. LOUWERSE 9ftn lf Prijs per jaar f 4.40. en met medewerking ïan 200 prachtige platen. Anth. L. de Kop, Willem Otto, Gerard Keiler, J. Worp, Agatha, Philippine, Fiora Della Neve, H. J. Kiebbers, J. C. Greive, Dr. R. Sinia en vele anderen. 5e Jaargang. Een Geïllustreerd Maandblad 12 Nommers per Jaar. Met plm. 120 Platen. „VOOR 'T KLEINE VOLKJE", Prijs f 1.80. 1 door P. LOUWERSE. If&afiBiSl"* De ondergeteekende wenscht, om gezondheids- redenen, niet meer voor verkiezing tot Hoofd ingeland van den Anna Paulowna-Polder in aanmerking te komen. J. VAN DER VLUGT. Haarlem, Mei 1887. Bij de verkiezing van twee Hoofd-Ingelanden voor den Anna Paulowna-Polder, op Zaterdag 4 Juni 1887, worden aanbevolen de Heeren: C. A. BEUKENKAMP en M. J. TIELE. van W. Jager G erllngs, firma J. H. ENSCHEDÉ, te ni.ini.EM. Depót te Kelder: Keizerstraat nabij het Heldersche Kanaal. J. E. DE JONGH, Agent. Artillerie-V rijkorps. Te beginnen met Zondag 5 dezer, zullen de Schietoefeningen in het fort Dirks-Admiraal iederen Zondag, des morgens ten 7 ure, aanvangen. Helder, 1 Juni 1887. Het Bestuur. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en feestdagen. De Amsterdamsche Courant zal na nauwgezette keuze de belangrijkste en belangwekkendste gebeurtenissen van den dag mededeelen. De Amsterdamsche Courant is het goedkoopste Dagblad van Nederland. Yoor Amsterdam per 3 maanden 1.50, franco per post f 1.80. Niemand kan door den prijs worden afgeschrikt onze Courant iederen dag alleen of met een vriend gesamen lijk te ontvangen. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Bureau: Lokaal „De Brakke Grond," Nes 55. Patent^Boïvormige M KOF FIEBR ANDERS, flÜÜN NIEUWSTE CONSTRUCTIE, voor 5 tot 100KG. inhoud, van aüe SCHIJNBAAR GETROFFEN namaaksels verre onderscheiden; MUNTEN K&K33QHIUIT door: SCHOONE en GELIJKMATIGE roostingen, GERING VERBRUIK van brand- BB materiaalKLEIN plaatsbeslag, LICHTE han- teering, VLUGGE en ZEKERE branding. Meer db\j9 dan 11,000 stuks zijn reeds geleverd. Ook in Nederland algemeen bekend en met succes in gebruik. Geïllustr. Prospectus eratis verkrijgb. EMMERIESCHE MACHINEFABRIEK en IJZERGIETERIJ Van Gulpen, Lensing k Von Gimborn. Emmerik»/<i rnjn. Bar* Dikwijls bekroond o.a. op de Intern. Tentoonstelling te Amsterdam en Antwerpen. Verzwakt bestaan. Dit geneesmiddel heeft iedere eigenschap, die vereischt wordt in een algemeen huismiddel. Het vernietigt de grondslagen van ziekte, die door over spanning van de hersenen, verdriet, angst, gebrekkig voed sel of onzuivere lucht ontstaan zijn. Bij verstoppingen of congestiën der lever, longen, darmen of eenig ander orgaan, zijn deze Pillen bijzonder dienstig en werken zij buitengewoon voorspoedig. Zij behooren in iedere huis houding in gereedheid te worden gehouden, daar zij een medicijn zonder eenig gebrek zijn voor jongelieden en zwakke gestellen. Zij veroorzaken nimmer pijn noch ontsteken de gevoeligste zenuwen of zwakste ingewanden. Holloway's Pillen is het best bekende middel tot zuivering van het bloed, en ter bevordering van opslurping en afscheiding, hetgeen alle vergiftige en schadelijke deeltjes, zoowel uit de vaste bestanddeelen als uit vochten des lichaams ver wijdert. Doosjes PILLEN en Potjes ZALF f 0.80, f 1.85, f 3.—, f 6.75, f 13.50 en f 20.50. Ze worden verkocht bij de Apothekers. Voor den verkoop in het groot vervoege men zich bij den Professor IIolloway, 533, Oxford-Street, Londen. Ar rondissements - Recht bank. Correctioneele terechtzitting van 31 Mei. J. V., te Helder, desertie als schepeling van boord, 1 maand gevangenisstraf. J. B. v. d. B., te Alkmaar, wederspannigheid, 6 maanden gevangenisstraf. W. B., te Koedijk, mishandeling, f 25 boete, subsidiair 7 dagen hechtenis. J. W., te Haringkarspel, mishandeling, 8 dagen gevange nisstraf. D. d. B., te Zuidscharwoude, mishandeling, f 8 boete, subsidiair 4 dagen hechtenis. J. E., te Helder, mishandeling, 14 dagen gevangenisstraf. F. H. en J. VV. D., te Helder, diefstal, ieder opgevoed in een verbeterhuis tot hun 18de jaar. C. D., te Hoogkarspel, jachtovertredingenz., vrijgesproken. J.B., te Hoogkarspel, mishandeling, 2 dagen gevangenisstraf. J. M. en J. P., te Enkhuizen, diefstal, de eerste 14 dagen gevangenisstraf, de tweede vrijgesproken. D. D., te Enkhuizen, bedelarij, 7 dagen hechtenis. H. S., te Enkhuizen, diefstal, 7 dagen gevangenisstraf. A. B., te Bovenkarspel, wederspannigheid, 45 dagen gevangenisstraf. P. d. B., te Enkhuizen, diefstal, 5 dagen gevangenisstraf. S. B., P. V. en P. R., te Grootebroek, het afleggen van een valsclie eed in een strafzaak, de eerste en tweede ieder 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf, de derde vrijgesproken. De correspondent te St. Petersburg van de N. Rott. Grt. schrijft: „Hoe het op sommige Russische spoorweglijnen met het innen van de passagiersvracht toegaat, daarvan levert de uitbreiding der categorie van „blinde'' passagiers in den laatsten tijd het beste bewijs. De oogheelkunde heeft met die blindheid niets uitstaan. Zij hebben goede kijkers, die „blinde" passagiers, als zij zoeken naar iemand die zich laat omkoopen, om hen voor een fooitje mede te nemen, zonder dat zij een biljet behoeven te koopen. De gezochte, meestal de chef-conducteur, laat intusschen niet lang op zich wachten. Hij is er zelfs lang niet afkeerig van, dagen vooruit te zorgen dat een aantal passagiers worden vervoerd, zonder dat in de kas der Maatschappij voor dat transport ook maar ééue kopek wordt gestort. Zoo ontving de directie van den Nikolaasspoorweg eenige dagen geleden, op anonieme wijze bericht dat met den trein No. 12 uit Moskou naar St. Petersburg een aantal „blinde" passagiers zouden worden vervoerd. Van hier uit werd daarop in het geheim tele grafisch order gegeven, hij het station Bologoje, dat onge veer halfweg tusschen de heide hoofdsteden ligt, een onderzoek in te stellen, en daarvan was het gevolg dat.... een wagen, die (door het treinpersoneel) als ledig werd opgegeven, niet minder dan 25 passagiers bevatte, die geen van allen een spoorwegkaartje hadden. Als één trein reeds 25 „blinde" passagiers vervoert, dan kan men nagaan hoe men voor geheel Rusland tot een eerbiedwaardig cijfer omkoopers en omgekochten op de spoorweg kan komen. En hoe zelden wordt het bedrog ontdekt." Dezer dagen gaf een hypnotiseur, Bollere, te Berlijn voorstellingen, toen een medium, na het publiek in de rol van kikvorsch vermaakt te hebben, plotseling uitriep: „Allemaal bedriegerijGijlieden wordt bedrogen. Al de mediums zijn betaald!" Welk eene opschudding er ont stond, kan men zich voorstellen. Een belangrijke statistiek over het aantal gesneuvelde soldaten van het Duitsche leger in den oorlog van 1870, is door de Vereeniging „Het Roode Kruis" uitgegeven. Tijdens den oorlog hebben 33,101 officieren en 1,113,254 soldaten de grenzen overschreden, terwijl 9319 officieren en 338,738 soldaten als reservetroepen achterbleven. Van het actieve leger werden niet minder dan 93,233 man doodelijk, zwaar of licht gewond en wel 1796 verwondingen door blanke wapenen en 96,437 door vuurwapenen. Deze laatsten worden weêr verdeeld in verwondingen door geweer- en revolverkogels, die 91.6 pet. en door artillerievuur die 8.4 pet. bedragen. Tot de minst bloedige veldslagen behoort de slag bij Sedan, waar 3.8 pet. van de soldaten werden gedood of verwond. Nog gelukkiger liep het af bij Le Mans en Amiens, waar er slechts 2.4 en 2.7 pet. vielen of verwond werden. De verschrikkelijkste slag was die bij Mars-la-Tour, den 16 Augustus 1870, met een verlies van 16.8 pet. De statistiek leert ons verder, dat in vroegere oorlogen de veldslagen dikwijls nog veel bloediger waren; zoo verloren de Pruisen in 1757 bij Kolin 40 pet., de Oostenrijkers bij A speren 30, en de Franschen daar zelfs 50 pet. In den slag bij Leipzig verloor het Yorksche korps in 3 uren tijds 25 pet. en dat van Kleyst in 2 uur 30 pet. der soldaten. School-hygiène. In het laatste nommer van de „Revue des deux Mondes wijdt Jules Rochard een artikel aan de overlading van het onderwijs op de scholen en den toestand dier inrichtingen, uit een gezondheidsoogpunt be schouwd. Al mogen de Fransche écoles primaires, lycées, etc. niet precies overeenkomen met onze lagere en middel bare scholen en gymnasiën, toch kan het zijn nut hebben een overzicht te geven van wat de Franscliman wil en wenscht. Hij vangt zijn artikel aan met een historisch overzicht van de geleidelijke uitbreiding van het onderwijs. Bloeide bij Grieken en Romeinen geestesontwikkeling naast lichaamskracht, na den val van het Roineinsche Rijk moest de eerste het veld voor de laatste ruimen. Toen tenge volge van verschillende uitvindingen, als die van het bus kruit, de boekdrukkunst e. a., de wetenschap weder begon te bloeien, heeft de ontwikkeling van den geest de zorg voor die van het lichaam verdrongen. Gestadig werd de kring der studie uitgebreid; was deze aanvankelijk beperkt tot de kennis der oude talen, langzamerhand kwamen er geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, moderne talen en in onze dagen tal van andere vakken bij. Eens echter moest die overlading zijn toppunt hebben bereiktdat oogenblik is thans aangebroken en het is geraden een deel van den last over boord te werpen, willen de dragers van dien last daaronder zelf niet bezwijken. Hoe nuttig de opsomming van de nadeelen van deze toestanden ook moge zijn, zij zijn te goed bekend, en de statistieken over het voorkomen en ontstaan van verschil lende ziekten op de scholen zijn te dikwijls openbaar gemaakt om er hier lang bij stil te staan. Trouwens, dat er verbetering moet komen, erkent iedereen. Daarom zullen wij ons bepalen tot de veranderingen, die de schrijver wenscht te zien aangebracht. Ieder volwassen menscli, die zich met intellectueelen arbeid onledig houdt, kan, zegt hij, niet meer dan acht uren per dag daaraan besteden, wil hij gezond blijven en bij voortduring in staat zijn, zijn werk goed en geregeld te doen. Voor een kind is die tijd natuurlijk nog korter. Daarom deugt de tegenwoordige lange schooltijd min stens 6 uren per dag, behalve de uren die voor het huis werk noodig zijn niet; de onophoudelijke studie is slechts dienstig om de kinderen en de jongelieden op te leiden voor examens, terwijl ze onbekwaam worden voor het practische leven. Die oefeningen toch, die het meest geschikt zijn om den jongeling te gewennen aan kalmte, aan zelfbeheersching en zelfvertrouwen, zooals gymnastiek en de meeste andere lichaamsoefeningen, worden öf niet beoefend öf door den leerling, door de overmatige studie afgemat en hakende naar het oogenblik, dat hij buiten hereik zal zijn van het oog van den onderwijzer, zooveel mogelijk ontweken. Daarom moet de tijd van werken voor het hoofd worden bekort: in de lagere klassen moet voor school- en huiswerk niet meer dan vier of vijf uren per dag geëischt worden, terwijl de leerling in de hoogere klasse acht uur, in bijzondere gevallen, kort voor examens h. v., negen uur, maar langer nooit mag studeeren. De leerstof zal dan natuurlijk ook moeten verminderen, maar dat is een noodzakelijkheid, die reeds lang algemeen werd erkend. Een derde gedeelte van den dag, acht uren, moet besteed worden aan de ontwikkeling van het lichaam, aan maal tijden, toilet, ontspanning, lichaamsoefeningen, spelen enz. Bij de lichaamsoefeningen moet de gymnastiek de hoofdrol spelen, aangevuld door schermen, paardrijden, zingen, zwemmen, wandelen, excerceeren en schieten. Dat alles, het een meer, het ander minder, is uit een gezondheids oogpunt wenschelijk; vooral gymnastiek en zwemmen moesten onder de verplichte leervakken worden opgenomen. Tot zoover over de veranderingen die de schrijver wenscht een enkel woord nog over de middelen om die veranderingen tot stand te brengen. Tal van bezwaren zullen moeten worden overwonnen: de macht van de gewoonte, de al te groote ijver der onderwijzers en vakleeraars, de eigenliefde van de ouders en de zucht om hoven anderen uit te munten bij de leerlingen. De onderwijzers verliezen geheel uit het oog dat de opvoeding in de school dienen moet, niet om den leerlingen zooveel in te stampen, dat zij later niets meer behoeven te doen, maar om hun lust te schenken tot den arbeid, opdat zij liever zelf de kennis mogen uitbreiden, die zij op de schoolbanken hebben opgedaan. Ook de ouders vergeten dat. Weinige zullen met den kanselier d'Aguesseau tot hun zoon zeggen, wanneer hij de school verlaat: „jongen, nu is de schooltijd voorbij, thans begint de studie." Zij willen van hun kinderen wonderknaapjes en -meisjes maken en spannen met de onderwijzers samen om hen overmatig te laten werken. En de kinderen, van alle kanten aan gevuurd en geprikkeld door naijver op hun medescholieren, spannen al hun krachten in bij dien intellectuëelen wedren, tot zij, evenals een renpaard, uitgeput het einde van de baan bereiken. De schrijver vleit zich niet met de hoop dat de radicale hervorming, die hij voorstelt, door het onderwijzend personeel zal worden ingevoerd. Zelfs een bevel van hooger hand, van den Minister hijvoorbeeld, zal weinig kunnen uitwerken, daar het op allerlei tegenstand stuiten zou. Wat hem echter verbaasd, is, dat in de wetgevende vergadering, waarin zooveel huisvaders zitting hebben, die er wel aan denken, den arbeid van kinderen in fabrieken te regelen, nog nooit een voorstel is gedaan tot regeling van den kinderarbeid op de scholen. Wettelijke bepalingen alleen kunnen helpen en zij zouden eenvoudig genoeg zijn vast te stellen. Zonder in bijzonderheden af te dalen, kunnen zij bepalen: hoelang de lessen mogen duren en hoeveel werk het kind naar huis mag worden medegegeven; den ouderdom (niet te laag), beneden welke een kind niet tot een bepaalde klasse of een bepaald examen wordt toegelaten; het opnemen van de lichaamsoefeningen, als gymnastiek, schermen en zwemmen, onder de verplichte leer- en examenvakken en wel onder de hoofdvakken. Wanneer deze algemeene beginselen een maal bij de wet zijn vastgesteld, zal men er zich niet aan kunnen onttrekken. En het zal er toe moeten komen. Gaat men voort het jonge geslacht op de tegenwoordige wijze op te voeden, dan zullen de gevolgen niet uitblijven: het zal onbekwaam blijken om de lasten te dragen en de plichten te vervullen, die onvermijdelijk op zijn schouders zullen worden gelegd. (Prov. O. en Zw. Crt.) Snelpersdruk van A. A» Bakker Cz., Nieuwediep,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 4