iemand ook een voorstel heeft, dat hij op de algemeene
vergadering wenscht behandeld te zien.
Daar niemand op deze vraag het woord verlangt, brengt
de Voorzitter aan de orde de verkiezing van een lid van
't Hoofdbestuur, in plaats van het aftredend en niet her
kiesbaar lid, den heer J. Breebaart Klz.
Na eenige discussie doet de Voorzitter het voorstel, in
aansluiting van de Afdeeling Waard en Groet, de heer
P. B. J. Ferf, burgemeester van Koog aan de Zaan, tot
candidaat te proclameeren.
Naast dit voorstel maakt de heer Koelman de propositie,
om den heer S. De Jongh, te Oudorp, wiens klinkende
naam op landbouwgebied alle aanbeveling verdient, tot
candidaat te stellen.
Na eenige bespreking over beide voorgestelde candidaten,
wordt met meerderheid van stemmen gekozen de heer
S< De Jongh.
Ingekomen stukken:
Een prijscourant van landbouwwerktuigen, van de heeren
Kortman Co.
Een missive van het Landhuishoudkundig Congres, om
mede te werken tot vaststelling van een programma, enz.
Een missive van 't hoofdbestuur, inhoudende mededeeling,
dat een commissie zich onledig houdt met de samenstelling
van 't jaarboekje, en een idem, dat punten van behandeling
voor de algemeene vergadering vóór 15 dezer moeten
worden ingezonden, en een schrijven uit Rotterdam, waarin
wordt medegedeeld, dat door de onderteekenaars daarvan
een adres aan de Regeering zal worden, ingezonden voor
den vrijen invoer van vee in Engeland.
Een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen.
Nadat de volgende bijeenkomst is vastgesteld op 8 Aug. e.k.,
sluit de Voorzitter de vergadering.
Binnenland.
Naar de N. Rott. Crt. meldt, is bij den Raad van State
een wetsontwerp ingekomen tot regeling der pensioenen
voor de werklieden op de Rijkswerven.
De uitslag van de te Deventer gehouden verkiezing
voor een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
is, dat Mr. H. J. Dijckmeester (liberaal) is gekozen met
1466 van de 2273 geldige stemmen. De heeren Graaf
Schimmelpenninck en Baron Brantsen van de Zijp bekwamen
respectievelijk 608 en 196 stemmen.
Men schrijft uit Rome omtrent de tentoonstelling
bij het jubilé van den Paus aan het Vaderland"
„Onder de beeldhouwwerken, die de tentoonstelling
zullen sieren, mag vooral voor ons, Nederlanders, genoemd
worden: een standbeeld van den wereldberoemden Petrus
Canisius, den burgemeesters zoon van Nijmegen. De beeld
houwer Weber te Freiburg (Zwitserland) heeft het onder
handen, op kosten van een comité van streng ijverige
Katholieken aldaar. De Nijmegenaar wordt voorgesteld in
het leeraarsgewaad van zijn tijd, staande voor den Senaat
der stad op 't oogenblik dat hij aan de „beschreven Vade
ren zijn wijd vermaard Catechismusboek aanbiedt. Hoogst
waarschijnlijk zal die beeldtenis, na de tentoonstelling,
geschonken worden aan het nieuwe kerkgebouw, bij het
Duitsch-Hongaarsch priestercollege alhier, waarvan de bouw
onlangs begonnen is, ter gedachtenis van Canisius, den
eersten Nederlander van geboorte en opleiding, aan wien
dergelijk vereerend aandenken te beurt valt."
f Men schrijft ons van Texel, dd. 13 dezer:
„De kermisgeest schijnt ook over de bewoners van dit
eiland vaardig te zijn geworden. Niet dat onze ingezetenen
zich zoo bijzonder vermeien in het feest, dat maar eenmaal
in het jaar komt en hier weldra weer zal gevierd worden,
maar men wil ook eens actief hij dergelijke gelegenheden
optreden.
Twee personen van den Hoorn zijn althans de wereld
ingegaan, voorzien van een kermistent, waarin den volke
een schaap met twee pooten zal worden vertoond. De
zoölogische verzameling der ondernemers zal voorts nog
tal van rariteiten uit de dierenwereld bevatten. Men heeft
met zorg gekozen uit de vele exemplaren, die hier zoowel
de zee als liet land voor 't nemen biedt.
Dezelfde beweegreden, die anderen naar Amerika drijft,
is ook al oorzaak, dat personen van hier op de kermissen
naar een beter lot gaan zoeken."
De Vereeniging tot verkoop van vroege aardappelen
en andere landbouwproducten in de gemeenten Bovenkarspel
en Grootebroek, uit niet minder dan 65 personen bestaande,
verzond in de laatste dagen naar de Amsterdamsche markten
reeds eene betrekkelijk groote hoeveelheid Andijker muisjes,
die o. a. jl. Zaterdag f 6.50 per half hectoliter opbrachten.
Zaterdag a. s. zal het eerste vaartuig met 500 hectoliter
vroege aardappelen worden verzonden. Overigens werkt
de Hollandsche Spoorwegmaatschappij de verzending van
landbouw-producten zeer in de hand, daar zij aan het
station Bo venkarspel eene gemakkelijke en doelmatige aanleg
plaats heeft laten inrichten.
Het herbouwde Kurhaus te Scheveningen zal Zondag a.s.
voor het publiek geopend zijn. Des middags zal er concert
zijn van de stafmuziek van het 3de regiment huzaren en
des avonds (in de zaal) het eerste concert van het philhar-
monisch orkest onder Manstadt.
Uit Scheveningen wordt van gisteren gemeld, dat het
graaien thans algemeen is. Ondanks de felle hitte wordt
er druk gewerkt, 't Is alsof de zeeman de schade wil
inhalen, door de werkstaking veroorzaakt. De geest is
uitmuntend. Men verwacht dan ook spoedig het vertrek
der militairen.
De Rechtbank te 's Hage deed jl. Maandag uitspraak
in de zaak van H. F. Baije, voorzitter der afdeeling 's Hage
van den Sociaal-Democratisclien Bond, die wegens laster
tot 4 maanden gevangenisstraf was veroordeeld, doch tegen
dit vonnis in verzet was gekomen. Met vernietiging van
haar eerste vonnis, veroordeelde de Rechtbank beklaagde
thans tot 1 maand gevangenisstraf wegens smaad jegens
ambtenaren in de rechtmatige uitoefening hunner bediening.
Om het verkolen van de pit of kous bij petroleum
lampen tegen te gaaan, wordt aanbevolen de pit vóór het
gebruik in azijn te leggen, zoodat zij daarmeê geheel door
trokken is, vervolgens te drogen en eerst dan voor het
doel te bezigen.
Buitenland.
De jongste zuster der Keizerin van Oostenrijk, de Hertogin
Van Alenson, is naar het gesticht van Prof. Von Krafft-
Ebing, te Gratz, overgebracht. Zij is in vroegere jaren
korten tijd verloofd geweest met Koning Lodewijk II van
Beieren, en wellicht is de tijding van zijn noodlottig einde
verleden jaar mede van invloed op hare ziekte geweest.
Het ^Journal Officiel" heeft de wet afgekondigd,
waarhij laster door middel van briefkaarten in Frankrijk
strafbaar gesteld wordt met gevangenisstraf van vijf dagen
tot zes maanden en boeten van 25 tot 3000 francs, en
beleedigingen met gevangenisstraf van vijf dagen tot twee
maanden en hoeten van 16 tot 300 francs.
Eenige Japanners hebben, naar de „Japan Weekly
Mail' mededeelt, een Vereeniging opgericht tot bevordering
van reizen in het buitenland. Zij heet Yoko-Kaisha. Ieder
lid daarvan betaalt near verkiezing 20, 10 of 5 yen, d. i.
52, 26 of 13 gulden per maand. Zoodra er geld genoeg
bijeen is, wordt er geloot en de gelukkige winner mag op
kosten der Vereeniging een buitenlandsch reisje maken. Die
10 yen betaald heeft, mag 10 jaar uitblijven, voor de
tweede klasse mag de reis 5 jaar en voor de derde 2£ jaar
duren, in elk geval lang genoeg om Europa en Amerika
te bezoeken.
Voor de slachtoffers van den brand der Opéra-Comique
te Parijs is circa 1 millioen francs bijeen en nog steeds
vloeien giften toe.
Uit Weenen wordt, dd. 11 dezer, het volgende gemeld aan
de N. Rott. Crt.:
„De grootste goochelaar, professor Hermann, is voor een paar
dagen te Karlsbad overleden. In hem verliest Weenen een van
de interessantste figuren. Hy was een gentleman van top
tot teen, weldadig als weinigen, en hartstochtelijk liefhebber van
kunst en antiquiteiten; het was een genoegen naar de verhalen
uit zijn veelbewogen leven te luisteren, en vooral hem zijne
kunst te zien uitoefenen. In dc middeleeuwen zou deze artist,
wiens smal gezicht en puntbaard groote gelijkenis met het type
van Mephistopheles had, ongetwijfeld verbrand zijn. Zijne kunst
vaardigheid als goochelaar was onovertroffen, en het merkwaar
digste was, dat professor Hermann nooit eenig toestel of werktuig
noodig had, en dat het eerste het beste voorwerp, dat zich in de
kamer bevond, voldoende was om hem de ongelooflijkste toeren
te laten verrichten. Zoo herinner ik mij hoe hij op zekeren
avond, in klein comité zijnde, een sinaasappel voor onze oogen
van het buffet nam, cn dezen naar alle zakken der aanwezenden
wist te doen verhuizen. En kwam hij bij de heeren in de rook
kamer, waar altijd speelkaarten voorhanden zijn, dan waren zijne
toeren ontelbaar.
Professor Hermann heeft dan ook voor alle keizers en koningen
gespeeld en geheel Europa en Amerika bezocht. Op die reizen
had hij eene merkwaardige collectie fraaie cadeaux, die hem door
hooggeplaatste personen gegeven waren, verzameld, cn geen
grooter genoegen voor hem, dan zijn museum aan zijne vrienden
te toonen. Dan verzuimde hij nimmer, aan zijn gast den revolver
te laten zien, hem door den grootcn Bulwer geschonken, of de
gouden medaille voor den dag te halen, die hem, als dank voor
eene weldadigheids-voorstelling, door de stad New-York vereerd
was. Dc bevolking van Havana gaf hem een gouden met juwee-
len versierden toovenaarsstaf ten geschenke, de stad Oporto ccn
gouden kroon en Keizer Nicolaas een gouden met brillanten
versierd horloge.
Zijne toeren met kaarten waren ongeëvenaard, en een van
zyne meest verbluffende kunststukken was dc aardigheid om uit een
spel kaarten, dat hij niet had aangeraakt, de kaart te raden,
welke een ander zich gedacht had. Zijne sterkste toeren heeft
hij ongetwijfeld voor Sultan Abdul Aziz verricht, die dan ook
een zijner grootste bewonderaars was. Eenmaal met den Sultan
op den Bosphorus varender verzocht deze hem, een of ander
kunststuk te verrichten. Hermann vroeg daarop om den kost
baren ring te mogen zien, dien de bcheerscher der geloovigen
aan ccn vinger droeg. Dit verzoek werd hem toegestaan, maar
nauwelijks in het bezit van het kleinood, wierp hij het zoo ver
hij kon in zee. Daarover ontstond groote ergernis bij dc omstan
ders, en zelfs de Sultan scheen boos te worden. Hermann bleef
echter kalm en wees op,eene bruinvisch, met het gezegde, dat
die ongetwijfeld den ring moest opgeslokt hebben. Op het dier
werd dadelijk jacht gemaakt, en nadat het gevangen en gedood
was, vond men dan ook werkelijk den ring in den buik. Een
andere nog merkwaardiger toer was, dat hij zich een zwarten
en een witten haan liet brengen, deze dieren voor de oogen des
Sultans de koppen afsloeg, vervolgens op den zwarten haan den
witten kop en op den witten haan den zwarten kop plaatste, de
beide dieren liet kraaien en ze door de kamer liet vliegen. Den
Sultan bracht dit kunststuk zóó in verrukking, dat hij dadelyk
een blanken en een zwarten slaaf liet binnenkomen, en aau den
goochelaar verzocht, dezelfde toer met deze beiden te maken.
Natuurlijk weigerde Ilermann dit te doen. Niet minder gelukkig
was hij aan het Hof van den Koning van Portugal. O. a. gaf
hij aan don Fernando een geladen revolver, en verzocht hem, op
hem (Hermann) te schieten. Vijf van de kogels ving hij met de
hand op, de zesde echter ging door den spiegel, die in duizend
stukken vloog. Daarop nam Hermann den revolver, schoot tegen
den spiegel, waarop deze in hetzelfde oogenblik wéér gaaf en
ongeschonden aan den muur hing. Geen wonder, dat de Koning
tot den goochelaar zeide: „Gij zijt de duivel in eigen persoon,"
waarop Hermann antwoordde: „Jawel, Sire, maar ik ben een
arme duivel."
Trouwens, zijne handigheid was zóó groot, dat zij iemand
angstig zou maken. In Amerika haalde hij, toen hij daar nog
geheel onbekend was, allerlei grappen uit, die krachtiger dan
de brutaalste reclame voor hem werkten. Bij een barbier te
New-York liet hy het voorkomen alsof deze hem den hals afge
sneden hadeen stroom bloed deed de verschrikte en radelooze
aanwezigen vreezen, dat Hermann op het punt was te sterven.
Er werd een geneesheer gehaald, maar vóór dat deze er was,
stond Hermann weer gezond en wel op, en ging hard lachende
weg. In een omnibus wist hij eene onbeschrijfelijke verwarring
te stichten, door verschillende voorwerpen, die de passagiers bij
zich droegen, in de zakken van andere medcrijdende personen te
tooveren. Algemeen was het geroep, dat er een dief in den
omnibus was, waardoor Hermann gedwongen werd zijn incognito
op te heffen. Aan eene table d'hote te New-Orleans deed de
professor de visch, ten aanschouwe van de verbaasde gasten,
verdwijnen, veranderde de wijnflesschen in die voor likeur, de
peper in zout en meer dergelijke aardigheden.
Eenmaal heeft zijne kunst hem toch eenige onaangename oogen-
blikken bezorgd, en wel toen hij met de boot van Rio de Janeiro
naar Europa terugkeerde. Iiij had in die stad meer dan 200,000
francs verdiend en wa3 er uitermate populair geworden. „Jammer,"
zoo sprak Hermann tot een zijner medereizigers, „dat ik nog
niet eene weck langer in de hoofdstad van Brazilië kon ver
toeven, want dan zou ik nog heel veel geld hebben kunnen ver
dienen." Daarop antwoordde een der medereizigers: „maarge
zijt immers een toovenaar, gij kunt dus dwingen het schip terug
te keeren." Het aanwezige gezelschap lachte hartelijk en begon
onzen held een beetje voor den gek te houden en hem te plagen
dat hij, de groote Hermann, zulk eene kleinigheid niet doen kon.
Hij verweerde zich zoo goed hij kon, en zeide uit aardigheid,
dat men hem niet te veel moest plagen, want dan zou hij eens
laten kijken wat hij zoo al doen kon. Men lachte daarover
nog luider, toen er plotseling een schok door het heele schip
ging en de machine ophield te werken. Allen werden doodsbleek,
ook de kapitein, cn allen keken ernstig naar Hermann. Deze
was niet minder onthutst, want hij wist in 't geheel niet wat er
gebeurd was. Plotseling kwam een matroos naar binnen stormen
om den kapitein naar bet dek te roepen. Bij onderzoek bleek
dat een stang in de machine gebroken was en deze daardoor
onbruikbaar was geworden. Van ccne voortzetting der reis was
geen sprake meer en men moest zeilende trachten naar Rio
terug te komen. Ouder de passagiers en de bemanning echter
was niemand, die niet overtuigd was, dat Hermann het
breken der machine veroorzaakt had. Al zwoer hij ook bij
hoog en laag, dat hij cr werkelijk geene schuld aan had,
niemand wilde hem gelooven, cn het scheelde weinig of men
wilde den gcvaarlyken man in zee werpen. Dit zijn de ang
stigste oogenblikken geweest, die hij ooit beleefd heeft, en hij
dankte den hemel, toen hij, te Rio de Janeiro aangeland, zich
zoo spoedig mogelijk op eene andere boot kon inschepen.
Op lateren leeftijd had hij te Weenen op den Ring een
groot huis gekocht, waar hij op zyne lauweren dacht uit te rusten.
De „Krach" van 1873 verzwolg echter ook Hermann's millioenen,
en hij moest opnieuw aan het werk gaan en kunstreizen maken.
Opnieuw verdiende hij door zijne groote handigheid zeer veel
geld, en hij hoopte nu in staat te wezen, zijn ouden dag in wel
verdiende rust door te brengen, maar eene longontsteking heeft
hem thans, op 70jarigen leeftijd, weggenomen.
Als ik meende een brief aan dezen genialen goochelaar te
moeten wyden, dan was het omdat weinigen zooveel tot het
genoegen van het menschdora hebben bijgedragen, zoo algemeen
bekend en zoo liefdadig zijn geweest als Compars Hermann."
Benoemingen, enz.
De Commissaris des Konings in Noordholland heeft o. a.
benoemd, ter vervulling van opengevallen plaatsen, tot
zetters voor 's Rijks directe belastingen te Anna Paulowna
de heer J. J. Enschedé en te Noord-Scharwoude de heer
C. Opperdoes.
Met 1 Augustus a. s. wordt bevorderd tot ingenieur
lste klasse die der 2de klasse bij de directie der Marine
te Amsterdam, J. F. Beek en wordt de hoofd-ingenieur bij
's Rijkswerf alhier J. C. Jansen, met ingang van dien
datum belast met de betrekking van hoofd-ingenieur voor
algemeene diensten.
Voorts worden met genoemden datum overgeplaatst de
hoofd-ingenieur bij 's Rijkswerf te Amsterdam L. C. P. W.
Visser, naar hier, en de hoofd-ingenieur bij 's Rijkswerf te
Hellevoetsluis J. W. Calten, naar Amsterdam, terwijl de
ingenieur lste klasse C. L. Loder eveneens met 1 Augustus
geplaatst wordt als hoofd van bet vak van scheepsbouw
bij 's Rijkswerf te Hellevoetsluis.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Een jaar of drie geleden wendde ik met eenige andere inge
zetenen een poging aan, om eene zeer gewenschte reorganisatie
van den vischafslag in deze gemeente in het leven te roepen.
We ontgingen toen niet, dat men ons met den naam van „Urkers"
bestempelde. Maar toch, we meenden het goed, want we trachtten
er naar om de voordeelen, die de vischhandel in deze gemeente
teweegbrengt, voor deze gemeente te behouden, terwijl er gevaar
dreigde, dat die handel zijne onmiskenbaar groote voordeelen aau
andere plaatsen des lands zou mededeelen. Thans, na jaren,
vraag ik te vergeefs naar de vruchten van 't streven der „Urkers."
Inmiddels heeft men te IJmuiden (ons graf) niet stil gezeten.
Daar worden flinke maatregelen genomen om den aanvoer vau
zeevisch derwaarts te lokkeu, terwyl men het hier bij 't samen
stellen en bespreken van een adres heeft gelaten. Den bouw van
een ruim en geschikt lokaal aan den mond der haven heeft men
tot later uitgesteld; de reorganisatie van den afslag heeft
men onbepaald verdaagd. Welke zullen de gevolgen hiervan zijn?
Daar schijnt men zich echter hier niet om te bekreunen, want tot
nog toe heeft men niet te klagen. Maar, als weldra IJmuiden
de meest gezochte plaats voor den vischaanvoer en voor den
vischafslag wordt, dan zal men hier klachten aanheffen over het
verloopen van deze milde bronnen van welvaart. Dan is 't echter
te laat, en dan geniet men elders de voordeelen, die hier bestendig
ten bate der gemeentenaren hadden kunnen strekken. Als het
getij geheel verloopen is, dan eerst zal men er wellicht toe
besluiten om de bakens te verzetten. Zou men het niet wat
vroeger kunnen doen?
Achtend, Uw dw. dien.,
Helder, 12 Juli 1887. R.
Onze dagen zijn getcldl
Och, vergun ons, mijnheer de Redacteur, 't is zeer zeker voor
de laatste maal, nog eens een plaatsje in uw geacht en door een
groot deel der tweebeenige schepselen veelgelezen blad. Vergun
ons een plaatsje voor een klaag- en treurtoon, nu ons einde zoo
heel nabij is, en wy in vertwijfeling verkeeren bij den zwaren
slag, die ons jl. Vrijdag avond heeft getroffen. Helaas, helaas,
't is dan waar, dat de zak met steenen ons wacht en dat het
Marsdiep eerlang ons gemeenschappelijk graf zal worden! Er is
niets meer aan te doenonze levensdagen zijn nu slechts een
handbreed gesteld. Al ons janken op het kleine dijkje heeft niets,
hoegenaamd niets gebaat; de edelachtbare heeren hebben Vrijdag
avond, met 12 stemmen tegen 3, bepaald, dat onze heeren cn
meesters 's jaarlijks f 5 belasting voor ons moeten betalen. Maar
dat kunnen die menschen niet, dat is veel te veel, en nolens
volens zullen ze zich gedwongen zien, om zich een zak met steenen
aan te schaffen, ons, hunne getrouwe beschermers, daarin te
stoppen, en dan den droeven tocht te ondernemen naar de
stecnglooiing aan den Helderschen Zeedijk. Met tranen in de
oogen zullen ze ons daar in 't zilte nat werpen. Één oogenblik
en dc wreede dood sluit ons «jan in zyne magere armen. Een
akelig lot, voorzekerEn van uitstel der executie kan geen sprake
meer zijn. Misschien had de Burgemeester de verhooging nog
wel een jaar uitgesteld, maar een der „geachte" leden drong er
wel zeer op aan, dat het doodvonnis over ons vóór den lsten
van Oogstmaand a. s. zou worden voltrokken, 't Is, of het om
een oogst van doode honden te doen is!
't Spijt ons zeer, dat de Raad dien avond niet geheel voltallig
was. Wellicht hadden de heeren, die nu „verhinderd" waren,
als zij tegenwoordig waren geweest, nog wel een goed woord
voor ons in 't midden gebracht. Jammer, eeuwig jammer voor
ons, ter dood veroordeelden!
Hoe duister de toekomst voor ons ook is, er zijn echter nog
altijd een paar lichtpunten. Vooreerst: als de edelachtbare
heeren eens inzien, dat zij, door zulke Verordeningen te maken,
kans loopen, dat de Hooge Regeering de plaatselyke verbruiks
belasting niet meer wil bestendigen, dan konden zij er vóór
1 Augustus nog wel eens op terug komen. En ten andere: onze
heeren en meesters behouden toch immers het recht om, ondanks
die ellendige Verordening, tegen een gering bedrag, patent te
nemen als „hondenkoopman." Op zulke gepatenteerde honden
vrienden heeft de Verordening hoegenaamd geen vat.
Eindigende, willen we, ook voor onze stam- en lotgenooten,
een woord van hulde wijden aan het waardig drietal, den Burge
meester en de beide Wethouders, die tegen de Verordening stemden.
Als we eenmaal, vroeg of laat, tot onze vaderen verzameld worden,
dan zullen wc, vóór onzen laatsten snik, nog een heilbede slaken
voor die warme vrienden van ons, arme viervoeters,
CASTOR,
LION,
Helder, 14 Juni FILAX,
1887. TURK,
en LUNA.
Uit aller naam.
Burgerlijke Stand.
Gemeente HELDER, van Dinsdag tot Donderdag.
Ondertrouwd en Overleden: Geene.
Gehuwd: J. Poll en C. Sluiter. A. Frankfort en A. Sluiter.
Bevallen: M. A. Dost, geb. Van Engelen, D. J. Gerritsen,
geb. Former, D,