II. Personcclc wedstrijden: 1. Voor alle uitgcnoodi^den, leden van het Nederlandsch en Ncderlandsch-Indische leger, van do Marine, van de dienstdoende en de rustende schutterijen en van do "Weerbaarbeids-Vereenigingen, met alle militaire geweren volgens stelsels in gebruik bij een van de legers of van schutte rden in Europa, en elke munitie naar keuze2. Voor alle schutters, die schieten met het Snidergewcer en Rijksmunitie; 3. Voor schutters, die schieten met het model-karabijn en rijksmunitie, en 4. Voor schutters, die schieten met revolver en met munitie naar keuze. III. Wedstrijden op vrije banen op 150 en 225 M. met geweren en op 30 M. met revolver. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 22 dezer: „De Gemeenteraad benoemde heden met algemeene stemmen tot onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes alhier: Mej. P. W. Cohen Stuart, thans te Delft.' Den 15 dezer ontbraken bij de regimenten infanterie 156 korporaals; er waren toen aanwezig 75 sergeants-titu lair en 204 korporaals, geschikt ter bevordering tot sergeant of fourier. Tot het afleggen van het notaricele Staatsexamen te 's Hage hebben zich dit jaar aangemeld 412 adspiranten, te weten: 136 voor het eerste gedeelte, 44 voor het eerste en tweede gedeelte, 16 voor het eerste, tweede en derde gedeelte, 31 voor het tweede gedeelte, 65 voor het tweede en derde gedeelte en 120 voor het derde gedeelte. Uit Suriname meldt men dd. 24 Mei 11.: „De malaise, die hier in verschillende takken van nijver heid reeds zoo langen tijd heerscht, houdt nog aan en de verkoop van suikerplantages gaat steeds voort. Zoo werden onlangs twee aan de heeren Dessé behoorende plantages geveild, waarvan de eene, „Catharina Sophia," in Saramacca gelegen, vroeger de grootste suikerstaat in Suriname, die indertijd voor 2^ ton was aangekocht, niet meer dan f 8500 kon opbrengen; terwijl de andere, „Burnside" genaamd, in het district Coronie, die voorheen 150 mille had gekost, thans f 7000 kon besommen. De eerste ging over aan mevrouw de weduwe W. H. IdzerdaHouwink, te Meppel; van de tweede werd een zich hier vestigende onderneming eigenares, die zich fabri catie van cocosolie, de bereiding van vezelstoffen uit de cocosnoten enz., ten doel stelt. Ook met de goudindustrie gaat het niet sterk vooruit.' Vele landbouwers, grondeigenaars en handelaars te Venray en andere gemeenten in Limburg hebben zich per adres tot de Regeering gewend, waarin verzocht wordt, geen gevolg te geven aan den aandrang van andere zijden om eiken in- en doorvoer van vee uit Duitschland te ver bieden. Voor onzen veehandel op Engeland verwachten zij daarvan hoegenaamd geen nut, maar wel nadeel voor dien op Duitschland. Zij verzoeken, dat bij de Duitsche Regeering op geheel vrijen invoer van Nederlandsch vee worde aangedrongen. De Voedings-Tentoonstelling te Amsterdam werd jl. Zondag door ongeveer 5000 betalende personen bezocht. Jl. Zondagnamiddag gelukte 't aan den conducteur van een der trams van de Rijnspoortram Den Haag Scheveningen, zoo goed als op heeterdaad, te betrappen iemand, die een steen door de glazen wierp en na zijne euveldaad ijlings wegliep. De conducteur liet dadelijk stoppen, zette den dader tot aan de Koninginnebrug achterna en hield hem stevig vast, totdat een agent van politie den delinquent van hem overnam. De passagiers van de stilstaande tram juichten den con ducteur ten zeerste toe. De Gemeente-Gasfabriek te Zutfen maakte over 1886 een winst van f 16,266. Met hetzelfde paard, dat voor eenige dagen door een slag een beenbreuk aan luitenant Metelerkamp toebracht, heeft jl. Maandag diens oppasser een ongeluk gekregen men vond hem aan den voet van den Amersfoortschen berg zwaar bebloed liggen, terwijl het paard, eveneens hevig bloedende, hem gedeeltelijk bedekte. De oppasser, door het vele bloedverlies bijna onkenbaar geworden, is naar het hospitaal vervoerdhet paard moest, na met dekens omwonden te zijn, door vier man ondersteund worden, om den weg naar den stal te kunnen afleggen. Wat de oorzaak van dit ongeluk is geweest, is tot heden onbekend. De volgende sprekers zullen op het 24ste Christelijk Nationaal Zendingsfeest, den 20 Juli a. s. aan de Grebbe (bij Rhenen) te houden, optreden: „Nu, Elze, willen wij naar de stad gaan?willen wij school boeken voor de kinderen gaan koopen?" Hij stak haar onwille keurig zijn hand toe over de tafel. z/Komt, wij hebben lang genoeg gezeten, kinderen wel bekome u de maaltijd!" Mevrouw Yan Ratenow stond op, Elze ver liet het vertrekzij wilde zich gereed maken, zeide zij met doffe stem. „Om Gods wil, dat arme kind!" schreide tante Lotte, „zij heeft hem lief, zij hebben elkander lief." „Bernardi is een fatsoenlijk man," verklaarde mevrouw Yan Ratenow. „Ik zeg u, schrei niet, Lotte," ging zij voort, „ik heb lang geweten, dat het zoo komen zou, maar een oude vrouw, zooals ik, heeft immers ouderwetscbe denkbeelden nu is het zoover!" „Goeden morgen!" riep Frieda, „ik ga mij kleeden; jammer, dat Bernardi weggaatjammer van onze heerlijke muziekavonden l" Zij verdween in de zijkamer; Moritz hoorde, hoe zij daar met haar zoontje zong en vleiend sprak. „Moritz," zeide mevrouw Van Ratenow, „bij den goudsmid Thomas ligt voor het winkelraam een kleine, geëmailleerde arm band Elze heeft hem voor een paar dagen bewonderdkoop hem, schiet bet geld even voor, ik zal het u later teruggeven goeden morgen." „Ik bid u, ga naar boven, tante Lotte, zie eens naar het meisje," vroeg Moritz in zenuwachtige drift. „Is alles dan nu voorbij?" vroeg de kleine, schreiende dame, „alles „Maar beste tante, het is nu immers niet anders!" Zij keerde zich om en droogde haar eogentoen ging zij lang zaam de trappen op. Elze zat vopr bet raam en keek in den tuinde sneeuw was op de boomen' ontdooid, de takken bogen zich zwart en vochtig in den wind. De hemel was met grauwe wolken bedekt, een fijne regen viel neder en verhinderde het uitzicht over het land. Tante Lotle was bij de kachel bezig; het meisje mocht immers niet zien, dat zij weende; zij nam den stofdoek en wreef over de glimmende meubels, waarop geen stofje lag; zij wilde iets zeggen, maar wist niet wat. De deur der slaapkamer van het jonge meisje was open, de oude dame ging in haar verlegenheid ook daarbinnen. Daar stond het met sier lijke witte gordijnen voorziene bed, het crucifix van parelmoer hing aan het hoofdeinde, dat had zij uit de Hernhuttersche gemeente meêgebrachtin den hoek bij de kachel het poppekastje met al die lieve voorwerpen uit de kinderjaren, en op het tafeltje onder den spiegel, zorgvuldig in frisch water gezet, de half ver- Ds. J. P. G. Westhoff, te Amsterdam: openingsrede; \V. Baron Van Doorn van VVestcapelle, te 's Hage: ware vastheid; clr. Jhr. L. De Geer, emeritus-predikant van Rotterdam: Sarioen, Elipas en Petroes. of geschiedenis van drie Soendaneezen; ds. C. Hattink J.Pzn., te Apeldoorn: de rechte ijver op het gebied der zending; ds. S. A. Van den Hoorn, te Tiel: het Koninklijk ambt van den Christen; W. L. Jens, zendeling der Utrechtsche Zendingsvereeni- ging op Nieuw-Guinea: de Hollandsche zending op Nieuw- Guinea; J. Van 't Lindenhout, directeur van het Weeshuis te Neerbosch: de Hollanders in Amerika en hun zendings- arbeid; ds. C. J. Lammerink, te Woerden: de zending en het kruis; T. M. Looman, te Amsterdam: verslag der Zendingsvereenigingends. M. Mooy, te Dordrecht: de getuigenis voor alle volken; ds. F. J. P. Moquette, te Sneek: de zending in Suriname; F. C. Neumann, agent van het Genootschap tot bevordering der Christelijke hei liging van den Zondag; ds. P. N. Pikaar, te Rhenen: het zendingswerk een werk des geloofs; H. Pierson, directeur der Heldring-gestichten te Zetten: het getuigenis, dat van de Heldring-gestichten uitgaat; ds. A. J. Ruys Azn., te Scherpenzeel: de zending en de onderwerping der geesten; ds. S. Ulfers, te Oldemarkt: het optimisme in de zending; ds. A. E. Van der Dussen, te Amsterdam: eerste afscheids rede; dr. J. A. Gerth van Wijk, te 's Hage: slotrede. De Haarl. Crt. verneemt, dat het groote werk, den 18 Mei 11. aanbesteed, met name de verbinding van het Merwede-kanaal met Amsterdam, blijkens dezer dagen ont vangen bericht, niet is gegund aan den laagsten inschrijver, den heer Fernira te Scheveningen, maar aan diens opvolger, de Sliedrechtsche aannemers-combinatie G. A. Van Hattem, voor de som van f 1,207,000. Men schrijft aan de Leidsche Crt. „We zijn zoo langzamerhand genaderd tot den tijd van 't jaar, waarin de mannen voor een poos de waardigheid van heeren der schepping moeten neêrleggen en de huis vrouwen de heerschappij in huis overnemen. Dat zal wel altijd zoo geweest zijn en daarover zullen zich sedert de schepping de mannen wel beklaagd hebben. Ondankbaar genoeg. „Wanneer we 't vuil laten," zij ons onlangs eene huisvrouw die 't goed begreep, „wanneer we 't vuil laten zijn onze mannen boos en wanneer we 't schoon maken zijn ze óók boos." Die nare mannen ze willen wellicht een middenweg. Maar do vrouw wil van geen schipperen wetenze „wil" niet, omdat 't nog de eenige weg is om ten minste een paar weken in 't jaar met hare helpsters de heerschappij te voeren en met bezems, dweilen en eene overvloedige hoeveelheid water, als in een „lied zonder woorden" den heer gemaal te beduiden, dat „hij" nu eens voor een oortje thuis ligt. Wat zal de arme man anders doen dan berusten, waar hij ziet dat hij het onderspit zou moeten delven? Toch heeft een man, die dom genoeg volgens de vrouwen van den schoonmaak niets geen verstand heeft, in al die ellende nog den zedelijken moed, de huisvrouwen opmerk zaam te maken op iets wat tóch wees niet boos leze ressen door de meeste vrouwen bij hun lievelingsarbeid verwaarloosd wordt. Wanneer namelijk de verschoonde spiegels en schilderijen weêr worden opgehangen, overtuigt men zich over 't algemeen niet voldoende of de koorden, waaraan die meubelen hingen en weêr hangen moeten, nog in deugdelijken staat en stevig bevestigd zijn. Het geval dat zoo'n ding dan later naar beneden komt tuimelen, andere voorwerpen met zich meesleurend, is niet zeldzaam. Maar meer nog verdient aanbeveling het nazien der beves tiging van petroleum- en zelfs van gaslampen. Schalmen van de kettinkjes waaraan bij gaslampen de tegenwichten hangen, kunnen doorslijten; zoo geschiedde nog onlangs toen de lamp, aldus niet meer voldoende tëgengehouden, naar beneden zakte en wel nog aan óón gewicht hing, maar zooveel gas uitliet dat slechts door een gelukkig toeval eene ernstige ontploffing voorkomen is. Elders was door onvoldoend toezicht een petroleumhang- lamp onklaar geraakt. Het brandende voorwerp kwam naar beneden toen de huisgenooten aan 't avondeten zaten. Gelukkig werd de vlam bij den val gebluscht in.... een vervaarlijke schotel pap, die er onder stond. Zonder nu juist te verwachten, dat morgenochtend in eens al onze lezers op stoelen en tafels zullen staan om te onder zoeken „of de lamp nog wel stevig zit," meenen we toch, met het oog op de mogelijke ongevallen, onze lezeressen welkte ruiker viooltjes van gister. De pendule tikte in de zij kamer; overigens was alles benauwend stil. Daar werd een deur van binnen geopend, en Moritz' stem, zoo zacht alsof hij tot een kind sprak, liet zich hooren. „Elze! Elze! Wat ziet gij er uit! Wat scheelt u toch?" „Mij? Volstrekt niets, Moritz." „Gij zijt immers ons goed en verstandig meisje, Elze." Zij rees van haar stoel op. „Zeg niets! Hond u stil, oom Moritz!" riep zij en ging tante Lotte voorbij, die, juist weder binnengetreden, beide handen naar haar uitstrekte en sloot de deur van haar kamer achter zich. Hij ging naar het venster. „Wat spijt mij dat, tante Lotte! Daar gaat zij heen," ver volgde hij na een poos. „Zij is in hoed en mantel; ik had haar niet zoo alleen moeten laten gaan. Waar zou zij heen gaan, tante; zij draait links af, door den tuin." „Daar gaat zij altijd langs, naar het kerkhof, Moritz; het is nader, zooals gij weet; zij neemt den korten weg voorbij de Geertrnida-kapel. Inderdaad ging zij daar heen. Wat zij wilde, was haar op dit oogenblik nauwelijks helder. De sneeuw was reeds zeer week en het gaan niet gemakkelijk, zy was opeens zoo moe, zoo vreeselijk moe geworden. Niet ver van den ingang van het kerkhof zag zij Annie Cramm aankomen. De jonge dame droeg de schaatsen over den arm en scheen zeer haastig te zyndaar kwam zij den rijdam over in een elegant, bruin wintercostnum. „Goeden morgen, Elze; hoe is het u bekomen?" Het wa3 een uitvorschende blik, die onder den sluier door op het bleeke gezicht van het meisje viel. „Ik dank u, Annie, goed," antwoordde zij. „Wilt gij naar het kerkhof? Mijn hemel, wat treurige gedachten op den vroegen morgen, na zulk een vroolijk feest!" Elze knikte slechts. „Ik ga nog tot aan de poort mede, Elze, als gij het goed vindt. Gij weet zeker, dat gij dezen nacht een beroemde per soonlijkheid geworden zijt," vertelde zij onder het gaan. „Papa kwam straks uit de sociëteit en, verbeeld u, hij vertelde als een groot nieuws, ik zou er mij ziek van kunnen lachen Bernardi had om u met luitenant P. geruild, wijl hij een blauwtje had geloopen, bij uwe tante of bij uweet ik hetIk zeide dadelijk„wat onzin Bernardi!" Maar gij weet het immers ook, Elze, en neemt het my niet kwalijkhij kan toch geen arm meisje trouwen." (Wordt vervolgd.) geen onclienst te hebben gedaan door op-het gevaar te wijzen." De onder-kapelmeester Joh. Zangmans, van het 7de regiment infanterie te Amsterdam, is bij dat corps benoemd tot kapelmeester. Een van Scheveningen komend open rijtuigje, waarin drie dames en een heer gezeten waren, brak jl. Dinsdag middag bij de Wagenbrug te 's Hage van voor naar achter in twee stukken. Het gezelschap viel daardoor gedeeltelijk op den grond, terwijl de koetsier achterover sloeg en op zijne passagiers neêrkwam. Gelukkig kwamen allen met den schrik vrij. De pluk der aardbeien is te Rijnsburg begonnen. Wanneer er maar eens eene fiksche bui regen kwam, zou de toevoer van dit artikel enorm groot zijn. Door de droogte gaat er thans veel van verloren. De .Gemeenteraad van 's Hertogenbosch heeft Dins dag jl. met algemeene stemmen besloten tot oprichting van een Gasfabriek in eigen beheer. Omtrent dc vergadering, welke jl. Dinsdag tot vaststelling van het reglement voor een Algemeen Bond van Katholieke Kiezersvereenigingen te Utrecht gehouden is, deelt „De Tijd" de volgende bijzonderheden mede De vergadering werd, behalve door een aantal toehoorders, door 29 stemgerechtigde afgevaardigden vau Kiezersvereenigingen bezocht. Na een levendig debat, getuigende van onderlinge welwillend heid en van den vasten wil om de gewenschtc eenheid tot stand te brengen, is het reglement, behoudens enkele wijzigingen, vast gesteld zooals het door de commissie van redactie was voorgesteld. In dezen vorm zal het thans aan de goedkeuring der verschil lende Kiezersvereenigingen worden onderworpen, terwijl op eene spoedig bijeen te roepen algemeene vergadering de Bond definitief opgericht en een bestuur gekozen zal worden. Dc vertegenwoor digers van den Noord- en Zuidhollandschen Bond, omvattende de R. K. Iviesvereenigingen te Haarlem, Haarlemmermeer, Nieuwer- Amstel, Leiden (Alphen, Leiderdorp), Zoetermecr, Gouda, Den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam, zijn niet als zoodanig toe gelaten, waarop zy, met uitzondering van den heer Kolkman, vice-president van de Vereeniging te 's Hage, onder protest de zaal hebben verlaten. Op art. 6 van het ontwerp-reglement was een amendement voorgesteld, ten einde te laten vervallen de bevoegdheid om aan beveling te onthouden aan de door de Kiezers-Vereenigingen gestelde candidaten door weglating hunner namen van de in de Bondsvergadering opgemaakte lijst. De commissie van redactie weigerde, het artikel in dien geest te wijzigen, waarop de ge machtigden der Kiesvereenigingcn Tilburg, Eindhoven, Zeven bergen, Boxmeer en Nijmegen verklaarden alsdan niet tot den Bond tc kunnen toetreden. Liever nog wilde men openlijke be strijding der candidaten, dan op dergelijke wijze eene blaam op hen te laten werpen. Na dezo verklaring werd op voorstel van den afgevaardigde van Leeuwarden het artikel zoodanig gewijzigd, dat tot genoemde weglating eene meerderheid van 2/3 zou noodig zyn. Hierop verklaarde de afgevaardigde uit Tilburg, de heer W. Mutsaers, dat hij aan zijne Kiosvereeniging opnieuw de vraag zou voorleggen, of zij op grond van het gewijzigde reglement al of niet wilde toetreden, en sloten de afgevaardigden uit Box meer, Eindhoven, Nymegen en Zevenbergen zich bij deze ver klaring van den heer Mutsaers aan. Baggeren en onmiddellijk wegpersen van het opge- baggerde zand was tot vóór korten tijd een onopgelost vraagstuk. Verschillende stelsels, daartoe ontworpen, stuitten bij de uitvoering af op het bezwaar, dat de persbuizen verstopten en daarmede het zandvervoer eindigde of wel de buizen sprongen. De heer P. A. Bos, aannemer te Gorinchem, heeft thans, naar men aan de H. C. meldt, een goed geslaagde oplossing van het vraagstuk gegeven en een baggerwerktuig doen bouwen bij de heeren Smit, te Kinderdijk, waarmede dezer dagen bij Vlaardingen in tegen woordigheid van den ingenieur W. F. Leemans proeven genomen werden, die uitmuntend voldeden. Met het werk tuig werden 180 Ma zand in een uur op een afstand van 70 meter weggeperst. De mond van de persbuis lag op 4^ M. boven den waterspiegel. Een te Groningen ter inspectie opgeroepen militair, nog wel een milicien-korporaal, sloeg een sergeant, die met een zestal manschappen afgezonden was om hem te arres teeren, daar hij een officier had beleedigd. De sergeant kwam in een goot terecht, terwijl aan de manschappen door den woesteling de bajonetten werden ontrukt en over de straat geworpen. Gaat men nu de vrouwen in Holland ook al ver val schen? Men zou het bijna moeten aannemen, daar de schrijfster van een artikel in een onzer dagbladen zich teekent„een echte Ilollandsche vrouw." Voor trouwlustige jongelui zij het een vingerwijzing, om zeer voorzichtig te zijn(R. N.) „Als je een van beiden door den dood missen moest, je vader of je moeder," vroeg men een knaap, „wie zou je dan 't liefst zien doodgaan?" „Dan meester maar," antwoordde de jongen. Buitenland. De jubilé-dag is jl. Dinsdag te Londen met prachtig weder aangevangen. Reeds van 5 uren in den morgen af werden de door den optocht te passeeren weg en aangren zende straten door eene talrijke volksmenigte gevuld. Aller wegen heerscht eene opgewekte, vroolijke stemming. De Koningin is Dinsdagmorgen vroegtijdig opgestaan en heeft na het ontbijt met Prinses Beatrice in den tuin van het Paleis gewandeld. H. M. betoonde zich zeer ingenomen met de ontvangst van de zoo talrijke brieven en telegrammen van gelukwensching. Te 12 uren verkondigden salvo's der artillerie, dat H. M. in de YVestminster-Abdy was aan gekomen. De Koninklijke optocht was zeer schitterend. De stoet van Engelsche en buitenlandsche Vorstelijke personen, die te paard het rijtuig der Koningin begeleidden, maakte grooten indruk, en de menigte borst in daverende toejui chingen uit. De aartsbisschop van Canterbury en de andere geestelijken ontvingen de Koningin en de Vorstelijke personen aan den hoofdingang der Westminster-Abdy. Na afloop van den dienst en nadat de aartsbisschop den zegen bad uitgesproken, defileerden de Vorstelijke personen, Prinsen en Prinsessen voorbij de Koningin, die gezeten was, en kusten haar de hand. H. M. kuste de Koninklijke Prinsen op de wang. Al de Vorstelijke gasten bogen en negen daarop voor de Koningin, die zulks op gelijke wijs beantwoordde. De geheele plechtigheid was hoogst indrukwekkend. Ten slotte is de stoet in dezelfde orde naar het paleis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2