lezen het niet. En al lazen zij het de steenen en „andere voorwerpen" zijn te verleidelijk om ze te laten liggen. Dan moeten de voorbijkomende trams en andere rijtuigen, d&n de voetgangers en de vensterglazen der naburige burgers het ontgelden. De politie doet wat zij kan. Deze week werden op een en denzelfden dag aan het bureau der 1ste sectie een jongen opgebracht, die op den Dam het publiek en de tramwagens met proppen papier en steentjes gooide; aan de 2de sectie een deugniet uit de Sint-Pieter- steeg, die eveneens bezig was met steenen gooien, en eindelijk aan het bureau der 4de sectie een jongen, die dezelfde liefhebberij op de Leidschegracht uitoefende, en wel tegen een paard, dat voor een rijtuig gespannen was. Ik hoop dat men dien rakkers hun „handelingen", zooals de proclamatie heel officieel en heel deftig zegt, eens ter deeg zal inpeperen. Ongelukkigerwijs liggen tegenwoordig op alle punten der stad de steenen maar voor het grijpen, zoodat de verzoeking voor de jeugdige boosdoeners wel wat sterk is. Maar dit neemt niet weg: die straf verdient, moet straf hebben. En die genade verdient, behoort ze ook te ontvangen. Daarom was het een goede, edele gedachte van ons Kamer lid Hartogh, de zaak der niet-gegratiëerde palingtrekkers op het Binnenhof ter sprake te brengen en aan te dringen op begenadiging van hen, die zich niet in cassatie op den Hoogen Raad hadden beroepen. Het blijft onbegrijpelijk, dat de Minister van Justitie deze gelegenheid ongebruikt liet om het rechtsgevoel des volks te bevredigen en zich zeer populair te maken. Dat onze studentenfeesten deze week een buitengewone populariteit genieten, behoef ik niet te verzekeren. De harmonie tusschen burgers en studiosi laat niets te wen- schen over, en de reünisten genieten de verschillende nommers van hun programma in de beste stemming. Morgenmiddag hebben wij het bloemencorso en de bataille de fleurs in het Vondelpark. Lieve Heertje, geef mooi weertjeAmstelaar. Binnenland. Men schrijft ons uit Schagen, dd. 24 dezer: „Hedennamiddag ten ongeveer vier ure werden wij plotseling in onze rustige rust, 't was een der „stille" kermisdagen, gestoord, door het kleppen der brandklok, die de spuitplichtigen opriep tot blussching van een brand, uitgebarsten in de Kaasfabriek aan de Loeterdijk alhier. De poging om het vuur, met twee spoedig aangerukte spuiten, meester te worden, bleek niet alleen, bij de heer- schende droogte en de rietbedekking van het perceel, ijdel, maar spoedig werd ook eeu ongeveer 100 meter verder felegen boerenwoning, behoorende aan- en bewoond door Koning, door het overwaaiend brandend riet, in het dak, niet van riet, aangestoken en waren beide perceelen binnen een uur tijds een prooi der vlammen geworden; een derde perceel, in de nabijheid van dat van Koning, mede reeds in het dak aangetast, bleef echter, met groote inspanning door de brandweer, behouden. Gebouwen en inboedels waren geassureerd, de laatsten werden gedeeltelijk gered; de ruim 3000 in de fabriek verbrande kazen zouden echter, i naar ik verneem, slechts gedeeltelijk verzekerd zijn. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. De oorzaak j van den brand is alsnog niet met zekerheid bekendver moedelijk hebben vonken uit den schoorsteenpijp der stoom machine het kurkdrooge, licht ontvlambare riet aangestoken." f Men schrijft ons van Texel, dd. 24 dezer: „Wie het verkeer van vrachtwagens langs den zeedijk kent voor het dorp Oude Schild, en de talrijke kinderen „Neen, papa, en ik kan er immers ook niets aan doen, dat ik een arm meisje ben," zeide zij, en twee dikke tranen rolden op de hand van den ouden man. „Kom! schrei nu niet, kind, schrei maar niet!" Hij werd weder zenuwachtig. „Gij moet gaan, Elze, het wordt reeds zoo donker." Zij stond op en zocht naar hoed en mantel. „Slaap wel, papa als ik tijd heb, kom ik spoedig terug. Morgen begin ik met de lessen." Zij ging weder langs de duistere, morsige straatvroeger was zij altijd bang om dezen tijdnu dacht zij er niet aan. De wind was opgestoken en suisde door de lange allée, de fijne regen drong door den sluier en verkoelde haar wangen en oogen. Zij liep zoo langzaam, alsof het een avond was in Mei. Daar kwam plotseling een wagen de slotpoort uit en reed haar haastig voorbij het wa3 het rijtuig van den Bennewitzer. Hij had dus ook tante Ratenow een bezoek gebracht, misschien om in haar een bondgenoot te vinden. „Kon ik maar sterven, ik had er vrede mee," klonk het in haar binnenste. Zij moest naar binnen, in huis, en toch was zij liefst heengegaan, zoover haar voeten haar dragen wilden. „Freule, of gij dadelijk bij de oude mevrouw Van liatenow wilt komen," zeide de knecht bij de huisdeur. Zij deed hoed en mantel af en ging naar binnen. Mevrouw Van liatenow zat op de sofaeen flesch met twee glazen stond op de tafel, en de geur van een fijne sigaar ver vulde nog de lucht. „Hoe gaat het met uw vader vroeg zij en gaf het meisje een wenk om te gaan zitten. „Ik dank u, het was zoo tamelijk, tante." „Gy ziet bleek, dat komt van het dansen, Elze." „Ja, tante." „Zie, daar komt ons blondje," zeide de oude dame, en lachte het lieve meisje toe, dat juist met een uitdrukking van gewicht door de kamer op Elze toetrad. „Van grootmama, tante fluisterde zij en legde een klein, zwaar voorwerp in haar schoot, om daarop haastig weder weg te loopen naar haar hoekje. Het was een eenvoudige, zwarte, geëmailleerde armband, dien Elze in de hand hield. „Gij zijt zoo goed, lieve tantezeide zij en zag haar met de schoone, bruine oogen aanhet waren sedert dezen morgen geen kinderoogen meer. Zij kuste de aangeboden hand. „Ik zal het dragen als een gedachtenis van u." „Dat wilde ik u vragen, Elze. En nu gade Bennewitzer verzocht zijn groete aan u." In haar kamertje bergde zij schielijk den armband wegzij wilde geen medelijden, zij kon het niet verdragen, dacht zij. Alsof eenig sieraad haar harteleed en smachtend verlangen kon vergoeden Zij was gaarne alleen gebleven, maar dan zouden zij denken, dat zy om hem schreide en zij wilde geen enkelen traan storten, dadrom niet één. Maar het ging toch niet! Zij ademde plotseling een zachten geur in, een geur, die haar gister nog bedwelmend omgaf. Daar stonden de viooltjes, zijn viooltjes, en het was, alsof zij met zijn stem zeiden „Geluk is dit oogenblik niet geluk?" Zij snikte op eens luidehet klonk als een uitroep van smart en het volgend oogenblik werd de deur geopend en tante Lotte hield het bevende meisje in haar armen. Tante Lotte wist immers alleszij mocht ook zien dat haar hart verscheurd, geheel ver scheurd was. (Wordt vervolgd.) zich in al dat gewoel van rijtuigen heeft zien bewegen, moet zich meermalen verbaasd hebben over het feit, dat daar niet eiken dag onheilen voorkomen. Hoe gelukkig dit ook steeds afloopt, toch doet zich zoo nu en dan eens een ongeval voor. Dit had ook heden plaats. Een klein knaapje geraakte onder de wielen van een met puin beladen wagen, met het ongelukkig gevolg, dat een der beentjes gebroken en zeer gehavend werd. Een ander knaapje werd door een wagen omge worpen en kreeg de wielen vlak langs het hoofd, zoodat de sporen der aanraking in het aangezicht konden worden waargenomen." De Regeering heeft aan de Tweede Kamer inlichtingen gezonden op het adres van J. Dolen 19 anderen te Andijk, houdende klachten tegen het hoofd der Westerschool aldaar, wegens onzedelijke handelingen. Adressanten beweren, dat, niettegenstaande eene rechter lijke vervolging, die in 1886 gestaakt is, het school toezicht zich deze zaak al zeer weinig schijnt aan te trekken. De Regeering geeft een relaas van het onderzoek. De Justitie vond geene reden tot vervolging, het schooltoezicht geene termen om eenigen maatregel te provoceeren, de Minister van Binnenlandsche Zaken geene aanleiding voor tusschenkomst der Regeering. Naar aanleiding van het adres van Dol, is door den districts-schoolopziener een onderzoek in loco ingesteld. De indruk, dien hij bij zijn bezoek kreeg, was alleszins bevre digend, terwijl hetgeen hij later bij herhaling van den arrondissements-schoolopziener vernam, in ieder opzicht wat hij te Andijk gezien en gehoord had, bevestigde. Sedert hij zijne betrekking in het schooldistrict Hoorn had aan vaard, was er geen enkele klacht, van wien en van welken aard dan ook, tegen het hoofd der school bij hem ingekomen. De rapporten geven den Minister van Justitie de over tuiging, dat vanwege de Justitie het onderzoek in deze zaak met veel ijver is ingesteld en voortgezet. Bij gebreke van nieuwe bezwaren bestonden er geene termen tot het instellen van eene rechtsvervolging. In de aanstaande zomervergadering der Provinciale Staten van Noordholland zullen in de eerste plaats de geloofsbrieven moeten worden onderzocht van de heeren W. Sligcher, Mr. J. R. Portielje en Mr. W. S. J. Van Waterschoot van der Gracht, tot leden der Staten verkozen, respectievelijk in de hoofdkiesdistricten Edam, Amsterdam en Haarlem, in de plaats van wijlen de heeren F. H. Pont, dr. C. E. Heynsius en A. L. Dyserinck. Behalve de gewone financiëele stukken, zijnde de reke ningen en begrootingen der provincie en van het provinciaal gesticht Meerenberg, zullen onder anderen in deze verga dering worden ingebracht: rapporten en adviezen van Gedeputeerde Staten op aan vragen om subsidie uit de provinciale fondsen ten behoeve der Zeevaartkundige School in het Zeemanshuis te Amster dam van bewaarscholen op de eilanden Terschelling en Wieringen; van de industrieschool voor vrouwelijke jeugd te Amsterdam; van het Museum voor Kunstnijverheid te Haarlem en de daaraan verbonden Teekenschool; van het Conservatorium, opgericht door de afdeeling Amsterdam van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunstvan het Nederlandsche Schoolmuseum te Amsterdam, en van de uitgave van het „Jaarboekje voor de provincie Noord holland"; een voorstel van Gedeputeerde Staten tot vaststelling eener gewijzigde verordening op de inrichting en het gebruik van trambanen op of langs de voor het publiek verkeer openstaande wegen en bruggen in de provincie; een voorstel tot toekenning van eene provinciale bijdrage aan het bestuur der Zuiderzee-Vereeniging, en voorstellen tot vaststelling of wijziging van onderscheidene waterschaps-reglementen, namelijk voorden Sammerspolder, den Buitenhuizerpolder, den polder Assendelft, den polder De Wogmeer, de banne of polder Obdam, den polder De Groote Waal en den Binnendijkschen, Overscheenschen en Bergerpolder. In deze vergadering zal voorts moeten worden overgegaan tot de verkiezing van twee leden voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal, ter vervulling der plaatsen, open vallende door de periodieke aftreding van de heeren M. H. Insinger en Mr. G. Van Tienhoven. De vergadering wordt geopend op Dinsdag 5 Juli a. s., 's middags ten 12 ure. De verkiezing van leden der Eerste Kamer moet, volgens art. 88 der kieswet, plaats hebben op Dinsdag 12 Juli. De Koninklijke Militaire Kapel van het regiment grenadiers en jagers heeft, volgens sommige bladen, een aanbod gekregen voor eene kunstreis van eenige weken door Amerika, tegen vergoeding van 5000 dollars per concert. Het aanbod zal echter hoogstwaarschijnlijk worden afgewezen. Zijn wij goed ingelicht, zegt het Vaderland, dan is hier van slechts dit waar, dat een paar Amerikaansehe officieren verklaard hebben, dat, indien het korps zich naar Amerika begaf, het concerten zou kunnen geven, die wel 1000 dollars per avond zouden opbrengen. De eerste haringjager, het stoomschip „Wodan," is jl. Donderdag te middernacht van Lerwick vertrokken met 238 ton volle en 117 ton maatjesharing. Het schip kan dus morgen te Vlaardingen verwacht worden. Aan een particulier schrijven van 29 April 11. uit Kotta-Radja, aan de „Haarl. Crt." welwillend ten ge- bruike afgestaan, ontleend dit blad de volgende bijzonder heid „Ik kan u tot mijn groote vreugde mededeelen dat prof. P. zich zeer verdienstelijk maakt jegens de gewonden. De doctoren wilden maar onmiddellijk beginnen met het afzetten van armen en beenen, doch de professor was daar sterk tegen en zeide„Verondez'stelt, mijne heeren, dat in den oorlog van 18701871 zoo gehandeld was, dan liep op dit oogenblik half Duitschland op houten beenen." In hare te Arnhem gehouden vergadering heeft de Maatschappij ter bevordering der Pharmacie o. a. besloten, pogingen aan te wenden om te Amsterdam een Museum op te richten ter verzameling van voorwerpen, die voor de geschiedenis der pharmacie in Nederland van belang zijn. Op 1 dezer bedroeg het getal gepensioneerde officieren van het leger hier te lande 717. De heer Visser, die ongeveer een paar jaar aan het hoofd stond van een bloeiende kostschool te Geertruiden- berg, wordt sedert Vrijdag 17 dezer vermist. In eene jl. Dinsdagavond in het Volkspark te Am sterdam gehouden vergadering van den Sociaal-Democrati- schen Bond, welke door ongeveer 1400 personen werd bijgewoond, is eene motie van protest aangenomen tegen het bij voortduring gevangenhouden van drie veroordeelden wegens het Juli-oproer, nadat aan drie anderen gratie is verleend. De bekende Cornelis Kortekaas, voorheen een tamelijk goedgezeten landbouwer, in eene der omliggende gemeenten van Haarlem, doch in den laatsten tijd eene treurige ver maardheid gekregen hebbende door zijne veelvuldige be- driegelijke handelingen op het platteland zoowel als in de steden, vooral te Amsterdam, waarbij meestal herbergiers of neringdoenden het ontgelden moesten, werd jl. Donderdag te Amsterdam gevangen genomen, beschuldigd van bedrog, gepaard gegaan met het maken eener valsche handteekening. Korten tijd geleden bracht Kortekaas te Haarlem eenige weken door in preventieve hechtenis, als verdacht van aan randing op den openbaren weg, doch hij werd toen van rechtsvervolging ontslagen. Men schrijft uit Boskoop: „Het vooruitzicht op een voordeeligen aardbeziënpluk is niet gunstig. Het koude voorjaar heeft de ontwikkeling der pollen vertraagd, zoodat de pluk thans nog niet be gonnen is. Bovendien lijden zij thans door de droogte, die ook het rijpworden tegenhoudt. Malsche regenbuien worden voor de aardbeziën zoowel als voor de andere planten en gewassen verlangend tegemoet gezien." Het klavergewas en het weide-hooiland in de omstreken van Roon zijn dit seizoen nog zelfs niet middelmatig te noemen wat de kwaliteit betreft, een gevolg van de aan houdende droogte. Er worden hooge hooiprijzen verwacht. Men schrijft uit den Alblasserwaard „Het langdurige droge weder berokkent groot nadeel aan de vruchtboomen. De appelboomen, kort geleden nog zoo fleurig en vol in het blad, zijn thans meestal met een vaalgrijs net bedekt vanwege de talrijke rupsen of zooge naamde trekmaai; de peren schijnen minder in den smaak der verwoestende diertjes te vallen. Een ander insect echter, mede tot de rupsenfamilie behoorende, tast bij massa's de jonge peertjes aan en knaagt ze tot den steel toe weg. De kersen sterven op de pit en worden geel rood van armoede. Een flinke regenbui, spoedig komende, zou in dezen treurigen toestand nog eenige verbetering kunnen brengen, doch van vele of kloeke vruchten is in deze streken geen sprake meer. Ook de weilanden, zoo mede de aardappelen op de hooge klei- en zandgronden, snakken naar regenvoor de hooilanden is de kans op een goed gewas reeds verkeken. De oogst daarvan zal in de polders ver beneden het middelmatige blijven. De uiter waarden staan tamelijk goed; gelukkig dat ze bovenwater zijn gebleven, anders had het er voor vele nog benauwder uitgezien." moeder de 12jarige Frances Dunn voor, die sedert 7 jaren geen dag haar school (van St. Mary, te Westminster) had verzuimd. De Koningin schonk haar een fraaien beker tot aandenken, bleef nog een poos op het terrein en reed toen heen. Het feest liep in de beste orde af en de vrees, dat het bijeenbrengen of liever het thuisbrengen van zooveel kinderen tot ongelukken aanleiding geven zou, werd gelukkig niet verwezenlijkt. 's Morgens had de Koningin een aantal deputatiën, adressen en geschenken ontvangen, o. a. dat van de vrouwen van Engeland, die geld hadden bijeengebracht voor een standbeeld voor Prins Albert. 's Avonds vertrok de Koningin naar Windsor, dat schitterend geïllumineerd was. De „Daily News" gaf jl. Woensdag een dubbel nummer uit (16 bladzijden of 128 kolommen), waarvan zeven achtsten gewijd waren aan de geschiedenis van Engeland onder Victoria en aan de beschrijving van het feest. Het aantal Vorstelijke personen, dat deelnam aan den optocht te Londen, was 75, de Indische Prinsen niet mede- gerekend. Iemand te Londen huurde een huis, voorbij hetwelk de optocht moest gaan, voor 14 dagen voor 350 p. st. Hij heeft, zegt men, met die speculatie niet minder dan 3000 p. st. verdiend, door het verhuren van ramen In Ierland is echter geen feest gevierd, behalve natuurlijk door de Engelsche ambtenaars-wereld en in de bijna uit sluitend door orangisten bewoonde provinciën. Buitenland. Victoria's jubilé. Het ontbreekt niet aan wan klanken in het vreugdekoor. Men verzekert, dat het aantal ongelukken bij den optocht ruim 400 bedraagt; zoo werd een man gedood door een schop van een paard, een ander viel van een stellage en stierf aan de gevolgen. Volgens de „Standard" waren er lang niet zooveel mensclien op de been bij den optocht, als men het doet voorkomen en volgens de „Pall Mali" waren ook de hoerahs niet luide en niet aanhoudend. Over het geheel was het feest meer een van den middenstand als van het volk, zegt dat blad. Onder den titel „Waarom Ierland niet jubelt," geeft een Ier in de „Pall Mali" een overzicht van de geschiedenis van Ierland onder Koningin Victoria, en somt de redenen op, waarom Ierland niet kan deelen in de feestvreugde. In een meeting van werklieden te Bristol werd een motie aangenomen, om te protesteeren tegen den gedwongen feest dag op den 21sten, aangezien de monarchie veel geld kost en alleen gehandhaafd wordt in het belang der bevoorrechte klassen, het geld voor de Jubilé-feestvieringen beter be steed kon worden en de werklieden geen redenen hebben zich te verheugen. Intusschen is men het er over eens, dat de illuminatie prachtig was en het schijnt, dat het kinderfeest in Hydepark uitmuntend is afgeloopen. De aanblik van het park met de duizende vlaggen en schilden, en 30,000 kinderen, allen in feestdos, was zeer schoon. Onder geleide van hun onderwijzers waren dezen in 12 groepen, elk van 2500 (bij elke groep waren 250 onderwijzers), naar de voor hun bestemde tenten opgerukt. Aan 3000 konstabels (100 te paard) was het toezicht opgedragen. Bij hun aankomst werden aan de kinderen versnaperingen aangeboden en daarna werden hun door dames medailles op de borst gehecht. Vertooningen van Punch en Judy, van mario netten, honden en apen, de poppenkast etc., verhoogden de vroolijke stemming. Tegen 4 uren kwamen de Prins en de Prinses van Wales een kijkje nemen en tegen half 6 kwam de Koningin zelf, die met geestdrift werd begroet en de kleinen zongen daarna eenige volksliederen. De dochter van Lawson, van de „Daily Telegraph," die het feest had op touw gezet, bood de Koningin een fraaien ruiker aan en daarna stelde de Prins van Wales aan zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2