op te beuren; maar den zieke, die zich inbeeldt, dat bij 1 het kwaad heeft, kan zij zoo geestig plagen. Zij heeft haar hoogtijden in het leven, bij het jaarlijkseh bezoek aan het gezellig ouderlijk huis, waar vader en moeder, broeders en zusters reeds met verlangen uitzien naar haar komst; maar ook haar hoogtijd, als zij den dankbaren trek mag zien op het gelaat van den zieke, dien zij zoo pas heelt verzorgd; ook als zij brieven ontvangt van vroegere patiënten, vreemden eens, die haar vrienden werden. Zij heeft haar strijd, «naar ook haar zegenwant het//één ding is noodig heeft zij nooit zoo krachtig gevoeld. Gelukkige, dat gij werken moogtwat werd uw leven rijk 1 Gelukkige, dat ge danken moogt; des avonds, als gij de matte ledematen nedervlijt, vuriger dan ooit God danken, dat Hij uw weg hierheen heeft geleid. Wie van dezen is de meeste? Zalig zijn de barmhartigen. Wie brengt het zwaarste offer der zelfverloochening? God heeft Zijn wereld niet eenvormig gemaakt. Wie van dezen is voor haar werk het best geschikt? Kloekheid in het aanvaarden van de levenstaak, zachtmoe dig geduld bij teleurstelling, geestkracht in het volharden, ziedaar de arbeid der liefde, vrucht van één geloof, bij onnoemelijk verschil van geloofsbelijdenis. Naar de N. Rott. Crt. wordt medegedeeld, heeft de Minister van Waterstaat afwijzend beschikt op een verzoek van eenige particulieren te Amsterdam, om kosteloos alle benoodigde graaf- en baggerwerken aan de geprojecteerde visschershaven en de toeleidingskanalen voor de nieuwe sluiswerken te IJmuiden uit te voeren. De weigering is gegrond op den wensch der Regeering om ook de bedoelde werken waarvan alleen de uitvoering verscheidene tonnen kosten zal „onder beheer van het Rijk" tot stand te brengen. Wanneer men weet, dat in en nabij Amsterdam het baggerzand veel waarde heeft als ballast voor de schepen, dan schijnt het verzoek der Ara sterdam sche ondernemers, die natuurlijk de beschikking over den uitgegraven grond i zouden wenschen, niet zoo zonderling, als men oppervlakkig meenen zou; in elk geval minder zonderling dan de weige ring des Ministers. Men schrijft ons uit Anna Paulowna, dd. 27 dezeri „De behoefte aan regen doet zich, tengevolge van de aanhoudende droogte, dagelijks meer gevoelen. Niet alleen dat de meeste te veld staande gewassen naar vocht ver langen, en vooral de weilanden daarvan de blijken dragen, maar het gebrek aan drinkwater is ook algemeen geworden. Door de zorgen van het gemeentebestuur wordt reeds gedurende eenige dagen water aangevoerd van Helder, doch natuurlijk kan dit slechts in geringe mate in de behoeften der bevolking voorzien. Daarom hopen wij, ter wille van de algemeene gezondheid en van den bodem, dat weldra een weldadige regen mensch en aardrijk ver- kwikke Naar wij vernemen, bestaat er gegronde verwachting, dat eerlang weder beter in de behoefte aan geneeskundige hulp zal kunnen worden voorzien, doordat er veel kans bestaat dat Anna Paulowna zich weer in het bezit van een eigen geneesheer zal mogen verheugen." Men schrijft ons uit Schagen, dd. 27 dezer: „Onze kermis behoort weêr tot „de geschiedenis," en menig ingezetene, die bij dit feest geen zijde spint, maar voor wie het eenvoudig een niet te ontkomen aanval op de beurs, eene achtdaagsche beproeving voor gehoor- en reuk zenuwen mag heeten, begroet het einde er van als een ware verademing; vooral wanneer gezegde plaatsgenoot bovendien, krachtens anti-optimistische levensopvatting, aan de kermis „een broertje dood heeft." De jongelui echter, de gelukkige onverzoenlijken vijanden van het pessimisme, verdansten in den afgeloopen nacht hunne laatste kermis- dubbeltjes even vrolijk, als acht dagen geleden hunne eersten. Helaas, waar is de gelukkige tijd gebleven, dat ik, onbezorgd voor den dag van morgen, hetzelfde kon doen Doch uw blad heeft met mijne weemoedige herinne ringen niets uitstaande. Ik haast mij dus, mijne taak als verslaggever weder op te vatten. Maandag, bijgelegenheid der paardenmarkt, hadden wij het gewone drukke bezoek. Dinsdag, in vroeger jaren de kermisdag der landjeugd uit den omtrek, was het opmerkelijk stil. Donderdag, en vooral gisteren, de beide overige drukke dagen, was het bezoek van buiten weder zeer talrijk. De opmerking is reeds meermalen gemaakt, dat de vroegere drukte van Dinsdag telkenjare meer verplaatst schijnt te worden naar den laat- sten Zondag der kermis. Of er nu ook gedurende de feestweek door de belang hebbenden financieel goede zaken zijn gemaakt? Ik geloof, dat men in de meeste lokalen over den uitslag niet onte vreden is, al wordt er dan ook niet meer zoo royaal ver teerd als vroeger. Verder hebben Spriet, Stella en het Apentheater allerwaarschijnlijkst een goede kermis gemaakt. Het bezoek der voorstellingen; van het tooneelgezelschap Hart heeft echter, naar ik verneem, vrij wat te wenschen overgelaten. Ik zeg, naar ik verneem, want het programma lokte mij niet aan, er heen te gaan. Wat de operette aangaat, zat er de schrik nog bij mij in van het vorige jaar, en wat betreft de „drama's," ik houdt er nu eenmaal niet van, in de komedie, hyperbolisch gesproken, door bloed te waden, over lijken te struikelen en zwart te worden van kruitdampik voor mij verwacht den mee^beschavende en veredelende invloed van het tooneel, van iets anders dan van datgene wat in de werkelijkheid afschuw en huivering wekt. En de bewering dat men, als 't kermis is, niet van dien invloed moet spreken, kan, dunkt mij, beantwoord worden met den m. i. billijken eisch, dat er dan ten minste stukken worden gegeven, passende in het kader van het feest; „Mijn Korporaal," „Mijn naam is Leman," De Can- didaat," enz. zijn in Schagen en omstreken bij de bemin naars van het tooneel nog niet vergeten, en het is niet onmogelijk, dat de miskenning van dien eisch, op de opkomst van het publiek nadeeligen invloed heeft uitgeoefend. Hopen we dat zulks in 1888 beter moge zijn. De Café Chantants in de lokalen van de heeren Van der Meulen en Roggeveen werden druk bezocht. Plet bleek mij, nu er gelegenheid was tot het maken van vergelijkingen, dat de heer De Haas in het scheppen van komische typen, in de kunst om, gelijk men zegt, van niets iets te maken, niet spoedig wordt geëvenaard. Die gaven, het eigendom van slechts weinigen, bezit hij ongetwijfeld in ruime mate. En dat hij ze uitstekend weet te gebruiken, bewezen de had gezegd, dat hij het deed om harentwil en dat vergoelijkte alles in de oogen van het meisjezijn luimen, zijn eigenzinnigheid, zijn geringe belangstelling in haar. (Wordt vervolgd.) toejuichingen welke hem ook nu weder bij zijn optreden alhier, van een even degelijk als talrijk publiek ten deel vielen." Volgens de „N. A. Ct." wenschen eenige leden der partij van dr. Kuyper de rechten van eigendom en de uitgave van „De Standaard" die echter tot nu toe nog geen dividend gaf over te dragen aan dr. A. Kuyper, die afstand doet van alle winsten, en zoo noodig een nieuw kapitaal van f 32,000 bijeen te brengen. De Koninklijke familie wordt den 1 Juli a. s., des namiddags ten ruim 4 ure, uit Wildungen op het lustslot Soestdijk terugverwacht. De Maatschappij „Zeeland" geeft over het afgeloopen jaar een dividend van 6 pet. De toestand der Maatschappij blijft gunstig. De fabriek van stoomwerktuigen „De Atlas," te Amsterdam, is jl. Zaterdag, wegens gebrek aan bedrijfs kapitaal, gesloten, waardoor weder 160 arbeiders werkloos zijn geworden. In de vergadering van de Nederlandsch-Indische Landbouwmaatschappij, jl. Zaterdag te Amsterdam gehouden, is gebleken, dat, hoewel de financiëele uitkomsten bevre digend zijn, de algemeene toestand nog niet gunstig is. Er moest f 838,000 op dubieuse debiteuren gereserveerd worden, zoodat de rekening sluit met f 75,192 verlies. De rekening is goedgekeurd. Door den Gemeenteraad van Alkmaar is, op hun verzoek, eervol ontslag verleend aan C. G. Bol ten, als marktmeester en waagmeester, en aan J. Schoonhoven, als marktmeester, wier diensttijd in de gemeente 42 en 63 jaren bedroeg. Aan hen is respectivelijk f 400 en f 150 jaarlijkseh pensioen verleend. De jl. Vrijdag te Alkmaar gehouden Kaasmarkt onder scheidde zich door buitengewoon grooten aanvoer, nl. het 25ste gedeelte van den geheelen aanvoer in 1886. Het j ruime, onlangs belangrijk vergroote marktplein was dan ook geheel gevuld. Onder de aangevoerde stapels waren er van bijzondere grootte, als: een van 2163 stuks, wegende 4163 kilogram, van de Kaasvereeniging te Winkel, 2 elk a 1400 stuks van die te Zijpe en Schagen, 1 1000 stuks van die te Aartswoud, 1 986 stuks van die te Nieuwe-Niedorp, enz. Het was dan ook 's avonds 11 uur, vóór de markt was afgeloopen. De Arrondissements-rechtbank te Alkmaar behandelde dezer dagen de zaak betreffende het onlangs plaats gehad hebbend ongeluk in de strookartonfabriek aldaar, waarbij twee personen het leven verloren. Het Openbaar Ministerie eisch te tegen den eigenaar 4 maanden hechtenis, alsmede ontzetting van de uitoefening van het beroep, krachtens art. 309 Wetboek van Strafrecht. Jl. Zaterdag heeft de koetsier van een hotelhouder te Alkmaar uit jaloesie de dienstmeid met een mes in den arm gestoken. Gelukkig is de wonde niet gevaarlijk. Ook te Broek op Langedijk zijn er, die het „synodale juk" willen afwerpen. Predikant, kerkeraad en kerkbestuur blijven echter trouw aan de Ned. Herv. kerk. Te Winkel heeft zich een daglooner, die door ziekte werd verhinderd om te werken, door ophanging van het leven beroofd. Jl. Zaterdagmorgen is te Oostzaan een 70jarig man doodgeschoten door een veldwachter, door wien hij op heeterdaad werd betrapt op eene overtreding der visscherij- wet. Toen de veldwachter in de boot van den overtreder sprong, om het vischtuig in beslag te nemen, werd hij door dezen dadelijk aangegrepen en op den grond geworpen daarop zette hij zijne knie op de borst van den veldwachter en greep hem met beide handen bij de keel. In zijn angst haalde de veldwachter zijn revolver te voorschijn en schoot zijn tegenstander dood. De Justitie zal de zaak nader onderzoeken. De kostschoolhouder Visser, uit Geertruidenberg, die sedert eenige dagen vermist werd, heeft men te Amsterdam opgemerkt. De veehouder A. S., te Schiedam, stond bij een bekend veehandelaar in de schuld voor f 5000 a f 6000, en schijnt liefst zonder betaling van zijn handelsvriend te hebben willen scheiden. Eenige dagen geleden moet hij aan zich zelf een anoniemen brief geschreven en te Leiden op de post gedaan hebben, waarin hij zich zelf tegen den veehandelaar waarschuwde. Jl. Woensdag kwam de koopman met de schuldbrieven ten huize van S., oin op diens uitnoodiging met hem af te rekenen. S. wist de papieren in handen te krijgen, sloot ze in een kast en had misschien het liefst gezien, dat de koopman bedaard naar huis was gegaan. Deze liet zich echter niet wegjagen, begon moord te roepen en zond een passeerend meisje om de politie. De agent Düchenne, die daarop in de woning van S. verscheen, bleef het meubelstuk bewaken, waarin de papieren verstopt waren en zond den koopman om versterking. Onder leiding van den inspecteur Buys werden de bewuste papieren in beslag genomen en S. in arrest gesteld. Een volledige bekentenis moet reeds hebben plaats gehad. Te Koevorden zijn in een kermiswagen acht gevallen van pokken voorgekomen. Drie van de aangetaste personen stierven. Ondanks alle voorzorgen, is deze ziekte nu ook in twee gezinnen aldaar uitgebroken. Door de stoomboot Willem I werd jl. Vrijdag van Dusseldorp, met bestemming naar Hellevoetsluis, te Lobit aangebracht de circus van Schuitenvoerder, onder meer met zich voerende 3 gedresseerde ossen. Doordien de eigenaar niet voorzien was van de noodige toestemming tot vrijen invoer van vee, moest de reis te Lobit worden gestaakt, om te wachten op een biljet tot doorvoer. Te Utrecht stonden voor de Rechtbank terecht F. P. Blankert. J. Van Nus en P. J. Hartwich, allen van Amsterdam, beschuldigd, dat zij den bewaarder N. O. Van Zandwyk in de strafgevangenis te Utrecht, zouden hebben trachten over te halen, om aan den gevangene, den heer Oomela Nieuwenhuis, eenige fragmenten van eene courant cn eenige regels schrift in handen te doen komen. Beklaagden waren op 13 Februari 11. naar Utrecht gekomen en hadden daar een bezoek gebracht aan eene nicht van Hart wich, die gehuwd was met Van Zandwyk, bewaarder in de ge vangenis. Het gesprek kwam van 't een op 't ander en ten slotte ook op Domela Nieuwenhuis. Dezen zouden zy gaarne iets ter lezing bezorgen, en zij vroegen daarom aan v. Z., of hij zich met de bezorging daarvan belasten kon. Bij goed sla gen, waarvan een geteekend bewys van Domela Nieuwenhuis zou getuigen, zou aan v. Z. eene belooning van f 50 ten deel vallen. v. Z. deed of hij in alles genoegen nam, zeide voor een en ander te zullen zorgen en scheen vooral gerust, toen de anderen hem op zijn vrees, dat hij door dit zaakje wel eens zijn betrekking zou kunnen verliezen, mededeelde, dat er dan door de sociaal democratische partij wel voor hem zou gezorgd worden. De drie Amsterdammers bleven 'a nachts te Utrecht over en bezochten den anderen dag weêr v. Z., volgens afspraak, om met hem van zyn vrijen middag te profiteeren. Intusschen was er reeds een vierde in 't geheim opgenomen door v. Z., nl. de directeur der gevangenis. Den anderen dag bracht v. Z. zijn drie gasten naar het sta tion, deelde hun daar nogmaals mede de papieren aan D. N. te zullen geven, waartoe hem 's morgens de gelegenheid had ont broken, enz., maar maakte in plaats daarvan proces-verbaal op van een en ander, dat, in handen van den Officier van Justitie gesteld, weldra tot vervolging der drie beklaagden leidde. Jl. Vrijdag terecht staande, ontkende Blankert van f 50 be looning en eene betrekking bij de sociaal-democratische partij gesproken te hebben, terwijl Van Nus het deed voorkomen, alsof v. Z. zijn verhaal verzonnen had, om wegens dienstyver bevor dering te krijgen. Niettegenstaande de blijvende pertinente ontkentenis van be klaagden, achtte het O. M. der Rechtbank het hun ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en vorderde tegen ieder hunner gevangenisstraf, en wel voor den lsten beklaagde vier maanden en voor den 2den en 3den ieder drie maanden. De drie beklaagden namen zelf hunne verdediging op zich. Blankert wees op het dwaze, om een onbekende zulke voorstellen te doen, als waarvan hij gewaagde. Maar ook al was 't waar, dan was alles nog maar alleen geschied om een man, die wel gevangen zit, maar toch ieders achting afdwingt, een lichtstraaltje in zijn donkere cel te bezorgen. De tweede beklaagde, Van Nus, zou het. treurig vinden, in dien drie menschen van hun vrijheid beroofd zouden worden, op aanklacht van een man, wien het om een bevordering te doen is en daarom dit middel gebruikt. Maar mocht het gebeuren, hij voor zich zou de straf met vreugde dragen, ter eere van den man, die in een boevenpak gestoken, van de wereld is afge zonderd. De 3de beklaagde bracht geen verdediging uit. De Rechtbank bepaalde de uitspraak in deze op Donderdag 30 Juni e. k. Het stoomschip „Wodan," de eerste haringjager, is jl. Zaterdag te Maassluis binnengekomen met 2564/a ton volle en 115 */2 ton maatjesharing. De heer E. A., uit 's Hertogenbosch, die aan den noodrem van een spoortrein had getrokken, omdat hij meende vonken op den wagen te zien cn door het piepen en sissen van het rijtuig ongerust was geworden, is door het Kanton gerecht van Tilburg veroordeeld tot f 75 boete of 10 dagen hechtenis. Jl. Zondagavond had in het lokaal Musis Sacrum alhier de uitreiking plaats van de bekroningen, behaald bij de in den loop dezer maand gehouden Nijverheids-Tentoonstelling. De Voorzitter der Regelings-Commissie opende deze plechtig heid met een terugblik op de voorbereiding en uitvoering van het plan tot het houden der Tentoonstelling en uitte ten slotte den wensch, dat èn de beoefenaars der verschillende takken van nijverheid èn het publiek, ingeval later eens weder zoodanig plan mocht worden ontworpen, in nog grooter mate hunne belangstelling mogen betoonen. De prijzen, bestaande in verzilverde en bronzen medailles, getuigschriften en eervolle vermeldingen, werden, voor elke afdeeling afzonderlijk, uitgereikt met gepaste toespraken, waarbij de bekroonden met de behaalde bekroningen werden geluk gewenscht. De prijzen voor afdeeling A (vrouwelijke handwerken) werden uitgereikt door den heer Burgemeester dezer gemeente, die voor afdeeling B (timmerwerk) en E (algemeene aard) door den Voorzitter der Regelings-Com missie, die voor afdeeling C (metaalwerk) door den heer J. G. R. Vos, Vice-President van het departement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, en die voor afdeeling C (schilder- en teekenwerk) door den heer L. W. F. Oudenhoven, President der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier. Aan den heer Jb. Bakker, directeur eener particuliere Timmerschool alhier, werd door den Voorzitter der Regelings-Commissie een zeer eervol getuig schrift, in fraaie lijst gevat, uitgereikt, als blijk van hulde, hem door de Commissie gebracht, voor de uitmuntende wijze, waarop hij werkzaam is geweest om het doel der Tentoonstelling door de inzending van het werk zijner leer lingen te bevorderen. De namen der bekroonden hebben we in No. 73 dezer courant van 18 dezer vermeld. De Voorzitter besloot het officiëel gedeelte van deze samenkomst met dank te betuigen aan hen, die tot opluis tering van de gehouden Tentoonstelling hebben medegewerkt. Verder betuigde hij dank aan de aanwezige autoriteitenen aan de leden der Commissiën van beoordeeling, die met groote nauwgezetheid zich van hunne taak hebben gekweten. Aan 't slot van ons verslag vermelden wij de namen van de leden der Regelings-Commissie en van de Commis siën van beoordeeling. De Regelings-Commissie was samengesteld uit de heeren: T. Mooy, Voorzitter, A. Van Voorn veld, Onder-Voorzitter, J. Brouwer, 1ste Secretaris, C. Stammes, 2de Secretaris, J. Schuijt, Penningmeester, Mr. D. P. H. Aberson, E. J. Aenmey, J. F. Berk, J. Bethlehem, D. J. Boom, Jhr. E. A. D. E. Van Franckenberg en Proschlitz, G. E. Klooster huis, J. C. Leich, H. M. Manikus, G. Moorman, B. H. Polak, P. Polvliet, H. J. Romeny, H. A. Stadermann en J. G. R. Vos. De Commissiën van beoordeeling waren voor de ver schillende afdeelingen samengesteld als volgt: A (vrouwelijke handwerken) mevr. Van Franckenberg en ProschlitzSpoelstra, mevr. BoomVan Prehn en mejufïr. A. L. Van Deventer. B (timmerwerk) de heeren N. J. Leijer, D.J. Van Wijn gaarden, F. S. C. M. Wijs, L. Klein, J. Th. Tinkelenberg, J. Damman en A. Klopper. C (metaalwerk) de heeren A. J. over de Linden, S. Schellinger, J. Van Muijden, C. Abbenes en L. Wissekerke. D (schilder- en teekenwerk) de heeren E. F. Kempers, W. J. Louws en J. De Vries. E (algemeene aard) de heeren J. Hoogenbosch, W. Bakker Hz., W. Ten Harmsen, C. J. Verhey en H. H. J. Nas. Buitenland. Uit New-York wordt bericht, dat de „Gould and Curry Mine" (Nevada) in brand staat. 15 man waren in de mijn en men vreest voor hun leven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2