HELDERSCHE
EN NIEEWERIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1887. N° 83.
Woensdag- 13 Juli.
Jaargang45.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Vergadering van den Raad
S c H ÜTTE R IJ.
BEKENDMAKING.
EEN ARM MEISJE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdagnamiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
der gemeente Helder, op Douderdag den 14 Jluli 1887,
des avonds ten zeven ure.
Helder, den 11 Juli 1887. De Burgemeester,
STAKMAN BOSSE.
Onderwerpen ter behandeling:
1. Belasting honden.
2. Bezwaarschriften hoofdelijken omslag.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de Commissie,
bedoeld bij art. 15 der wet op de Schutterijen, zitting zal houden
aan het Raadhuis, op VRIJDAG 15 JULI e. k., des namiddags
ten zes ure, tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling van
dienst, die bij de onlangs gehouden loting en naloting zijn inge
diend, zoomede tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling
of uitsluiting, die de reeds ingelijfde schutters mochten hebben
voor te dragen, en tot onderzoek van hen, die bij nummerver
wisseling voor anderen verlangen op te treden.
Wijders wordt in herinnering gebracht, dat degene, welke voor
die Commissie niet verschijnt, gehouden wordt geene redenen tot
vrijstelling te hebben.
Helder, den 12 Juli 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BCON, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Helder, maakt, tengevolge eener
ontvangen aanschrijving bekend, dat tusschen 10 Juli en
15 Augustus e. k., op enkele dagen door de Inianterie, onmiddellijk
na het vuren der Artillerie, schietoefeningen zullen gehouden
worden van af de kustbattery van het fort Erfprins op beweegbare
doelen in zee, in de richting van de plaat Onrust."
Dat op de dagen, dat die Infanterie-schietoefeningen plaats
hebben, behalve de gewone waarschuwingen of veiligheids-maat
regelen, die voor het Artillerievuur worden gesteld, een roode
vlag zal waaien van de batterijen Kaaphoofd en Vischmarkt.
Visschers, vletterlieden, enz., worden in hun eigen belang
geraden, zich niet in de Heisdeur, in de nabijheid van Onrust
of zelfs in het Noordergat op te houden.
Helder, 5 Juli 1887.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
Door WILHELMINA HEIMBURG.
Mevrouw Van Ratenow was intusschen werkelijk bij Frieda
geweestde booze luim van de jonge vrouw scheen even onver
beterlijk als de langdurige regen, wanneer die op den Heiligen
dag der zeven slapers invalt. Zij had ternauwernood een woord
van deelneming overgehad voor de weeze. Lili was eens naar
boven gegaan met 't voornemen haar zeer koel te condoleeren,
maar tegenover het bleeke, stille meisje was haar goed, licht
bewogen hart overgeloopenzij had roodgeweende oogen, toen zy
weder bij Frieda kwam.
„Hoe is 't mogelijk?" zeide de jonge vrouw knorrig, „zij is er
immers rijk door geworden Begin gij nu toch niet evenals Moritz,
die haar verloving bekend maakt met een gezicht, alsof er minstens
een wereldramp zal komen."
„Maar Frieda! Men ziet er toch niet zóó uit, als men, niet
tegenstaande allen rouw, waarlijk gelukkig is! Neen Frieda, gij
zijt slecht geluimd en wilt iemand hebben, dien gij plagen kunt.
Ik ken u wel, zusje. Zij heeft u stellig iemand ontnomen, die
u het hof maakte. Is het niet Op Moritz kunt gij toch waarlijk
niet jaloersch zijn; hy is in heel zijn leven nog nooit om een
ander in vuur geraakt daïi juist om u."
Maar noch plagerij, noch toespraak was bij machte de booze
luim der schoone vrouw te verdrijven: alles ging immers geheel
verkeerd, sedert Elze hier was, en nu was er nog volstrekt geen
uitzicht, dat zy het huis zou verlaten. Men moest zooveel mogelijk
toch den rouw in acht nemen; zij was nu geen persoon meer,
die men over het hoofd kon zien, zij was de verloofde van een
man, die altijd onder de toongevers werd gerekend in de kringen,
welke tot de eerste in de provincie behoorden. En Frieda had
op haar donkerblauwe japon een bloedkoralen broche gestoken
zy rouwde immers niet mede; wat kon haar die oude lijdende
mau scbelen, die zijn moede oogen gesloten had!
De oude dame echter was bij haar binnengetreden met zulk
een uitdrukking van tevredenheid op het blozend gelaat, dat de
zwarte krippen muts er een zonderling contrast meê maakte.
Alles wat zij voor het meisje gehoopt had, kwam in vervulling;
de arme kleine meid had waarlyk het groote lot getrokken. En
hoe lief gedroeg zy zichzoo ernstig, zoo kalm en toch zoo fier
hoe bevallig zag zij er uit in haar rouwgewaadZij had niet
eens meer gepoogd om, zooals vóór den dood haars vaders, zich
weigerachtig voor te doen ja, de blik van een oog, dat zich
voor altijd gaat sluiten, bezit een ernstige, heilige macht en doet
alles dwaasheid en kinderspel schijnen, waaraan men vroeger
waarde hechtte. Elze had zeker gaarne de krachtige hand gevat
die haar juist werd geboden, toen haar levensscheepje zonder
roer op de onstuimige levenszee zou gaan drijven
„Elze is een goed, verstandig kind, God zegene haarDe
droefheid over den afgestorvene was bij de oude dame niet zeer
groot. Maar óóne zaak speet haar, zij had hem zoo graag het
geluk gegund, nog een paar jaren een gemakkelyk leven te
leiden Evenwel, God wist ook hier het beste zij hadden elkander
toch niet best verdragen, de Bennewitzer en hijmisschien had
hij de harmonie wel verstoord. En hij was altijd ziekelijk ge-
De vertrekdagen der mails naar Oost-Indië gedurende
de maand Juli zijn als volgt:
15 Juli Fransche mail (via Marseille).
16 Juli Hollandsche mail (uit Rotterdam).
19 Juli Hollandsche mail (via Marseille).
22 Juli Engelsche mail (over Brindisi).
23 Juli Hollandsche mail (uit Arasterdam).
26 Juli Hollandsche mail (via Marseille).
29 Juli Fransche mail (via Marseille).
30 Juli Hollandsche mail (uit Rotterdam).
Posteering: Hollandsche mail (uit Amsterdam) brieven
8 uur '8 morgens, drukwerken vorigen avond 8.45; Hol
landsche mail (uit Rotterdam) 9 uur vorigen avond; over
Marseille: brieven 4.50'savonds, drukwerken 2 uur 's avonds;
over Brindisi: brieven 11 uur 's morgens, drukwerken 10
uur 's morgens.
Naar West-Indië:
Suriname: uit Amsterdam 13 Juli.
Posteering: 8 uur 's morgens.
Via Southampton 26 Juli.
Posteering: 4.40 uur 's avonds.
Cura5ao: uit Amsterdam 12 Juli.
Posteering: 8 uur 's morgens.
Via Liverpool 14, 21 en 28 Juli.
Posteering: 4.50 uur 's avonds.
De verzending der brievenmalen naar Cura^ao via New-
York, zal plaats hebben uit Rotterdam naar Vlissingen per
trein van 7.14 av. en wel op
19 en 27 Juli; 10 en 23 Augustus;
7 en 28 September; 7, 21 en 28 October;
11 en 22 November; 2 en 16 December.
Binnenland.
Het Hoofdbestuur der Vereeniging voor „Volksonderwijs"
beeft zich reeds tot de Eerste Kamer gewend met verzoek
Hoofdstuk X der Grondwet te verwerpen.
Het Hoofdbestuur erkent, dat een gedetailleerde regeling
van het onderwijs in de Grondwet niet op hare plaats is,
maar een omschrijving van de hoofdbeginselen, die essen-
tiëel zijn voor elke deugdelijke regeling en dus buiten het
bereik van den partijstrijd moeten worden gesteld, acht het
daarin wel nóodig.
weest ja, ja, hij is verlost uit zijn lijden moge hy zacht
riisten Zij zette zich met een zeer vriendelijk, „goeden morgen"
op een van Frieda's lichte armstoelen en informeerde zich met
heldere stem naar het welzijn der kinderen, zoodat de jonge
vrouw verwonderd haar blauwe oogen op haar richtte.
„Wel, Frieda," vervolgde zij vriendelijk, „wat zegt gij wel
van Elze? Uwe dwaze grillen van onlangs zijn, hoop ik, vervlogen,
is 't niet?" Zy vatte de hand der jonge vrouw. „Luister,
kindlief, een zware last is mij van 't hart genomen. Dat merkt
gy wel aan my en als my iets verblijdt, gij weet het immers,
heb ik gaarne dat ook anderen blyde zijn. Gij moogt iets bijzonder
fraais voor uw verjaardag wenschen. Nu? dan voor den dag er
mede Lili, help my eens."
De jonge vrouw zette nog altijd geen vriendelijk gezicht, hoe
wel hetgeen zij hoorde, genoeg beloofde, want mama Ratenow
was altijd mild met haar geschenken.
„Gij zijt wel goed, mamaatje;" klonk het aarzelend van de
purperen lippen; „ik
„Nu, gij hebt tyd, u te bedenken haast u niet. Ik bad zoo
gedacht, hoe het wezen zou, als Moritz eens een reis met u
maaktenaar Baden-Baden, naar Zwitserland, de Italiaanschc
meren. Op de kinderen zal ik wel passen. Denk er eens
overgoeden morgen. Ik ga nog even bij Moritz zien, hy is bij
de lammeren. Goeden morgen, kinderen
Zeker, zij had er slag van. Zij wist voor ieder de wijze te
vinden, waarnaar hij gaarne danste, en zij wist ook, dat de
werking nooit uitbleef. Zoo ook bier. De beide zusters zaten
weldra dicht naast elkander op de chaise-longue en bladerden in
de nieuwste modejournalen, daar vond men een wonder mooi,
elegant reiscostuumals men dat in een andero kleur koos, wel
licht in bleu gensd'armes? Moritz reisde niet gaarne,
het was hem te lastig, hy zag ook op tegen de uitgaven, me
vrouw Frieda reisde niet goedkoop nu echter kon het niet
anders. Reizen! Verrukkelijk idéé! Reizen Baden-Baden!
Moritz was werkelijk de eenige, die weigerachtig bleef.
„Wat scheelt u nu, mijn jongen," vroeg zijn moeder. „Hoe
kunt gij u dat dwaze gehaspel met Frieda zoo aantrekken? Zy
is op den besten weg, om verstandig te worden."
Hy schudde verdrietig met zijn hoofd; „gy beoordeelt mij ver
keerd, moeder. Ik heb deze luim van Friedu eenvoudig geïgno
reerd, al moet ik ook bekennen, dat haar gedrag mij hinderde.
Het kan intnsscben wel zijn, dat zij schijn van recht had
ik was misschien te voorbarig bezorgd voor het lot van het
meisje."
Zij gingen onder dit gesprek de binnenplaats overde lentezon
lag als goud op het heerenhuis; de groote linden bij de koets
poort hadden smaragd-groene, bijna doorschijnende bladerenop
de daken der bijgebouwen zaten de duiven in lange rijen zich
te koesteren in de zon, en plotseling vlogen zy op en het was
alsof hun vleugelslagen zilveren vonken verspreidden op den donker-
blauwen achtergrond der lucht.
Een wagen rolde pylsnel door de poort en hield voor de stoep
stil.
„De verloofden, Moritz," zeide mevrouw Van Ratenow,
terwyl zy haar schreden verhaastte. „Waar gaat gy heen,
Moritz?"
Het tegenwoordige art. 194 heeft ongetwijfeld tot veel
critiek en verschil van opvatting aanleiding gegeven, maar
het schenkt althans onder meer den waarborg:
1. dat er overal voldoend lager onderwijs zij;
2. dat het lager onderwijs worde ingericht met eer
biediging van godsdienstige overtuigingen, zoodat niemand
verplicht is zijn kinderen te zenden naar een school, waar
zijn godsdienstige overtuiging gekrenkt wordt;
3. dat het geven van onderwijs vrij zij, behoudens het
toezicht der overheid en het onderzoek naar de bekwaam
heid en zedelijkheid des onderwijzers.
Bij aanneming van het thans aanhangige ontwerp zullen,
naar het Hoofdbestuur doet uitkomen, die waarborgen
grootendeels verloren gaan. Alleen de vrijheid van onder
wijs zal blijven, maar zonder de noodige beperking, die de
Grondwetgever van 1848 in de bepaling, beginnende met
het minder fraaie behoudens, heeft nedergelegd. Wel volgt
in het voorstel van den heer Schaepman op de zinsnede:
„Het geven van onderwijs is vrij" nog een tweede, waarin
bepaald wordt, dat het toezicht op het onderwijs en de
aan den onderwijzer te stellen eischen van bekwaam
heid en zedelijkheid door de wet worden geregeld; maar
het behoeft volgens het Hoofdbestuur geen betoog dat
het geheel iets anders is in de Grondwet uitdrukkelijk te
bepalen, dat vrijheid van onderwijs het toezicht der over
heid niet uitsluit en dat men zich op die vrijheid niet kan
beroepen om onderwijs te laten geven door onbevoegden,
dan wel naast de erkenning der volledige vrijheid in een
nieuwe zinsnede een wettelijke regeling van het toezicht
en van de akten van bekwaamheid voor te schrijven. Aan
het laatste voorschrift zal voldaan zijn, zoodra deze materie
slechts wettelijk geregeld is, ook al geeft die regeling niet
den minsten waarborg tegen misbruik van vrijheid, en ook
al wordt aan alle bijzondere onderwijzers toegestaan zonder
akte van bekwaamheid onderwijs te geven.
Maar nog bedenkelijker dan deze wijziging is het ver
vallen der waarborgen onder 2 en 3 genoemd.
„Ook naar onze meening, aldus leest men in het adres,
heeft de ervaring geleerd, dat veel wat vroeger ónder de
hoede der Grondwet was gesteld, öf uit den aard der zaak
nu en dan wijziging behoefde, óf te nauw samenhing met
den partijstrijd van den dag om de zaak van de constitutie
zelf te regelen; maar zoo er iets is dat in een Nederland-
sche Grondwet niet mag ontbreken en er dus in geen
geval uit weggenomen mag worden dan is het zeker
Haar zoon had zijn muts afgenomen en ging groetend naar
den paardenstal.
„Ik wil naar Sultana zien; de veearts komt van daag om den
poot nog eens te onderzoeken."
„Vreemd!" mompelde de oude dame en ging haastig voort;
zij haalde het jonge paar aan de huisdeur - in en drukte de kleine
meisjeshand.
Zy zag er vreerad uit, Elze, zoo strak, zoo vastberaden. Ja,
haar vader maar dit was toch onnatuurlijkhad zij nog maar
geweend 1 Zoo zat zij ook in de fauteuil bij de koffie in
de gezellige kamer harer tante; de vleugeldeuren naar de tuin
kamer stonden open en de volle, zachte, warme lentelucht drong
tot hier door; de steenen van het terras lagen in de volle zon
en enkele stralen vielen als scherpgeteekende strepen in het ver
trek; millioenen zonnestofjes dansten er in.
Het meisje had haar fijn gelaat ter zijde gewend en zag onbe
wegelijk met brandende oogen naar buiten, zonder een woord te
spreken, zonder het geringste deel te nemen aan het gesprek.
Waarom zou zij ook?
Zij gevoelde zich, als ware ze uit een bloeienden tuin ver
dreven en verplaatst te midden van ijs en sneeuw; zij huiverde,
kond tot in haar binnenste. Van de overzijde wenkten bloeiende
rozen en vroegen:
„Waarom liet gy u dwingen?"
En de zwaluwen vlogen voorbij terwijl zij kwetterden:
„Is dat uw moed geweest, schaamt gij u niet
En zij schaamde zichals een vuurgloed greep haar de
schaamte aan, de eigenaardige schaamte van een meisje, zoodat
zij opsprong en naar buiten snelde, op het terras en in den
tuin, langs de geliefde, oude paden, altyd voort, met snelle
schreden.
„Beste mevronw Van Ratenow," zeide de Bennewitzer, toen
Elze zoo plotseling de tuinkamer verlaten bad, „is myn verloofde
ongesteld Ik moet u eerlijk bekennen haar stomme wanhoop
maakt my angstig zon het werkelijk alléén de schok zijn
van den plotselingen dood haars vaders, die haar zoo veranderd
heeft
De oude dame schudde blijkbaar zonder zorg het hoofd.
„Mijn beste HegebachDe hedendaagsche meisjes zyn anders,
dan in myn tijdtoen was er nog frisch, kernachtig leven,
heden behoort een portie wereldsmart, zooals men 't noemt, tot
den goeden toon. En buitendien bedenk, dat het de begrafenis
dag is, en zij was, ook trots alles, schier belachelijk teeder aan
haar vader gehecht."
„Denkt gij dat, waarde mevrouw vroeg hy langzaam en
leunde iets gemakkelijker in de zachte kussens van zyn stoel,
dan hij zich in de tegenwoordigheid van het jonge meisje ver
oorloofd had. „Ik weet het niet; zij kwam mij kort geledon
nog als een kind voorhet was zeker door de uitdrukking harer
oogen. Toen ik gister bij haar binnenkwam om haar af te halen,
trof my een blik, ja, gij zult mij zeker sentimenteel noemen,
maar ik kan dien blik niet weder verbannen, er lag zoo iets
verwijtends, smeekends in. Ik heb nog eenmaal een paar oogen
evenzoo op mij zien richten; ik heb het nooit kunnen vergeten.
Het was in Ruslandeen jonge zigeunerin stond aan den weg
en bedelde. Mijn koetsier, een ruw gezel, sloeg haar met zijn