drincken, en drinken vele van dese geavanceerde dronckaerts soo sterck, of daer prijs mede te winnen is, soo dat niet weinigen hun gesontheyt en leven verdrincken. Zij houden den dagh des Heeren en andere verordonneerde preeckdagen gelyck de heydenen de feestdagen van het vu viste gespuys van hare goden. Men gaat 's morgens in de kereke, onder de namiddagsche predicatie begeven zij zich tot kaetsen, halslaen, klootwerpen, kaartspelen en tot diergelijke ydele en quade exercitie, en 's avonts in de herberg. Daer gaat het A'eeltje, daer springt men en danst men als wilde en woeste menschen, daer hoort men gesangen uit Sodom en niet uyt Zion, vleeschelijk en niet geestelyck, ter eere van Baechus ende Yenus, tot vermaeck van het vleesch, de werelt en den duyvel, en maecken alzoo een vreugde, waerdoor dat God wordt vertoornt en waarop dat de duyvel danst. Achterklap, eerschendingen, kijven, vechten en doodslaen syn veeltydts de effecten, vruchten en werekingen van deze goddelooze samenkomsten. Daer wordt het bloedt vergoten, daer het landt mede wordt verontreinight, daer wordt het geit verdroncken, dat de ouders dickmaels wel gebreck souden gehadt hebben om huys te houden en broodt te koopen, daer waeckt men als het tijdt is om te slapen en als de vreese van eenig ongemack den ouders den slaap uyt de oogen drijft, daer is men vrolyck als de ouders in huys vol droefheijdt zitten." Zij, die de 17de en vroegere eeuwen zoo boven de 19de verheffen, moesten de oud-vaderlandsche liederboeken en kluchten eens doorbladeren, die bijna geheel aan Bacchus en Venus zijn gewijd, en vooral de klep-, pacy- en dierge lijke boeken, waarin de kleine boeten en gevangenisstraffen werden opgeteekend, en zij zullen volkomen overtuigd zijn, dat, hoeveel goeds men ook in de 17de eeuw vond, het volk, ja zelfs de burgerstand, niet slechts in een diepen nacht van onkunde en bijgeloof rondtastte, maar, zooals Simonides, en honderden anderen in zijn geest getuigden, „in een poele van zedelijk verderf rondspartelde." Zoowel vrouwen als mannen bezochten de herbergen, en in de genoemde kluchtspelen komt menig afschuwelijk tooneel voor, waarin de vrouw een hoofdrol vervult. Reeds meer malen werd het opgemerkt, dat onze vaderen van een stevigen dronk hielden en scherpzinnig waren in het uit vinden van allerlei kunstgrepen om de gasten tot drinken op te wekken. Van het laatste kunnen de doelen- en schuttersbekers en de honderden drinkliederen, van het eerste de tresoriers-rekeningen uit die dagen getuigenis geven. Een maaltijd, aan Prins Maurits en zijn gevolg gegeven, kostte aan de stad Dordrecht f 700 aan wijn. Nog eens: ook onze 17de eeuwsche vaderen waren alles behalve heilige boontjes. Maar dit is toch geen reden om de ingeslopen ongerechtigheden op het Marktplein onzer Tentoonstelling te laten voortwoekeren. Amstelaar. Binnenland. Het hoofdbestuur van den anti-dienstvervangin^ heeft aan de Eerste Kamer een adres gericht, het verzoek inhoudende om aan hoofdstuk VIII der gewijzigde Grondwet haar adhaesie niet te schenken. De reden daarvan is natuurlijk gelegen in 't feit, dat de plaatsvervanging niet wordt afgeschaft en het hoofdbestuur voornoemd die afschaf fing meer dan ooit noodig acht, vooral ten behoeve van ons Indisch leger, dat geen vrijwilligers kan bekomen, omdat de zoogenaamde „remplacantenbazen" het dubbele der uitgeloofde premie bieden voor plaatsvervangers. In verband met de overeenkomst, den 16 September 1883 gesloten tusschen de Regeeringen van Nederland en België, volgens welke men in Nederland uitbetaling kan erlangen van gelden, ingeschreven bij de Belgische Spaarkas, en omgekeerd in België, van gelden, bij de Nederlandsche Rijkspostspaarbank gestort, is bepaald, dat de administratiën van bedoelde twee instellingen wederkeerig hare tusschen- komst verleenen voor het opvragen der Spaarbankboekjes, benevens de toezending daarvan aan de directie, waar die boekjes tehuis behooren. Zij worden te dien einde tegen ontvangbewijs overgenomen door het postkantoor ter plaatse waar de inlegger verblijf houdt, welk kantoor ze vervolgens ambtshalve aangeteekend doet toekomen aan hetcentraal- be6tuur der Spaarbank, door welke zij worden uitgegeven. Men schrijft uit Aarts woud „Van hier kan bericht worden, dat de hooioogst beneden het middelmatige blijft. Tarwe, gerst en verdere witte zaden staan goed te velde, zoo ook erwten en boonen. Oliezaden, als karwei, mosterd enz. zullen vermoedelijk vogel op schellen toon, de kleine gele Hans, in zuster Beates kamertje. Zij klopte aan en trad toen langzaam over den drempel van het kleine vertrek, in haar zwart rouwgewaad met den somberen sluier voor het bleek gelaat. „Elisabeth?" vroeg een diepe, kalme stem. „Zijt gy het werke lijk, Elisabeth"? Een kleine, oude vrouw in de kleeding der Moravische zusters naderde haar en een paar vriendelijke oogen zagen in haar treurig gelaat. „Zuster Beate," wilde zij zeggen, maar vermocht het niet; zij sloeg haar beide armen om den hals der oude vrouw en al het verdriet van den laatsten tijd loste zich op in krampachtig schreien. „Gij zyt in den rouw, arm kind?" „Mijn papa stamelde zij. De kleine Hernhuttersche drukte haar zacht de hand en bracht haar naar de ouderwetsche sofa. „Bedaar eerst wat, Elisabeth; gij kunt straks wel vertellen; kom, drink een kop koffie. Dat gij komen zoudt, wist ik; daar ligt het telegram." „Van wie?" Verschrikt zag het meisje de spreekster aan. „Wat wil men? Wat staat er in?" voegde zij er haastig bij. „Ik moet u verhinderen, een brief te schrijven, kinden dan uwe tante komt heden avond hier." Elze zat zwijgend en sidderde. „Gij verlaat mij toch niet!" snikte zij ten laatste. „Zuster Beate, help mij, opdat ik niet slecht worde, zoo slecht als een meisje slechts worden kan help mij, dat ik niet ver leven ga!" „Elisabeth, gij zijt buiten u zelve," klonk de kalme stem der zuster op vermanenden toon. Elze zweeg, en de handen, die zij onwillekeurig in elkander gewrongen had, vielen neer in haar schoot. Zy zag somber en onderzoekend in het kalme gelaat vóór haar. „Zuster Beate," begon zij met geheel veranderde stem, „gij zeidet bij mijn vertrek, dat ik altijd bij u een toevlucht vinden zou en gy mij in uw instituut steeds voldoende bezigheid zoudt kunnen geven. Ik kom u heden daar om vragen." „Dat treft gelukkig, lieve Elisabethin de vierde klasse is de plaats van zuster Angelika opengevallen. (Wordt vervolgd.) een goed .middelbaar beschot opleveren. De vrucht- boomen staan, als bijna overal, treurig. Zij zijn door rups en luis zoo gehavend, dat er weinig of niets van te ver wachten valt. Op den hier in de nabijheid liggenden Groetpolder staan alle akkergewassen zeer schoon te velde, zoodat men daar eenen rijken oogst mag verwachten." De Gemeenteraad van Hoorn heeft eergisteren afwijzend beschikt op het verzoek van de hoeren Bosman en De Lange, om subsidie voor den aan te leggen lokaalspoorweg AlkmaarHoorn. In de jl. Donderdag gehouden vergadering van stem gerechtigde deelhebbers der Nederl. Handelmaatschappij zijn tot commissaris en commissaris-plaatsvervanger voor Amsterdam herkozen de heeren D. Cordes en Mr. M. H. 's Jacob. Als bijdrage in den voorgenomen bouw van een nieuw Burger-ziekenhuis te Amsterdam is, naar het Hld. meldt, door een Amsterdammer eene som van f 100,000 geschonken. Bij koninklijk besluit is volledige kwijtschelding van straf verleend aan een der veroordeelden wegens het paling oproer te Arasterdam, W. A. De Leng, die een verzoek had ingediend. Een zelfde verzoek van C. N. Schweitz en H. A. A. Wouterson is nog in behandeling. Overeenkomstig den eisch van het O. M., veroor deelde de Rechtbank te Amsterdam gisteren M. C. S., wegens het werpen met vitriool naar kapitein Potjer, tot eene gevangenisstraf van 6 maanden. De voormalige Keizerin Eugénie zal zich van Am sterdam rechtstreeks naar Farnborough begeven, om daar tegenwoordig te zijn bij de plechtige overbrenging van het stoffelijk overschot van haren echtgenoot en haren zoon, naar de fraaie grafkapel, welke zij daar heeft laten bouwen. Het baden in zee zonder toezicht heeft jl. Woensdag avond te Scheveningen weer aan een jongen het leven gekost. Twee Scheveningsche knapen van negen en tien jaar waren nabij den vuurtoren buiten weten hunner ouders gaan baden, en hadden zich waarschijnlijk te ver begeven de jongste werd door een tot nu toe onbekend gebleven persoon geredde ander spoelde een uur later aan het strand vlak voor het dorp aan. Op 't Congres der Maatschappij ter bevordering van Nijverheid te Purmerend werden jl. Woensdagmorgen de beraadslagingen voortgezet met een beschouwing van prof. J. M. Van Bemmelen van Leiden over de droog making der Zuiderzee. De groote vraagwelken grond zal men aantreffen als de plas droog is, beantwoordde hij aldus: Voor een groot deel bestaat deze uit een laag beste klei, in het midden veen, en zand aan de uiterste randen. De kleilaag is hier en daar drie meter hoog. Trekt men een lijn van Enkhuizen naar Stavoren, dan verkrijgt men door de indijking van 200,000 bunder, ongeveer 110,000 b. beste klei, 20,000 b. lichte klei, 6000 b. gemengde klei en 30,000 b. zeezand. Aangaande de eigenschappen van den grond, voor cultuur van belang, deelde hij een en ander mede, waarbij hij de verzekering gaf, dat de zure grond, waarvoor menigeen vreest, alléén aan den kant te vinden zal zijn, waar nu een riet-vegetatie is. Hierna herinnerde hij de ontwerpen tot droogmaking, welke indertijd gemaakt werden, beginnende met een „nevelbeeld", als gewoonlijk bij zulke groote zaken het geval is. Hij besprak met enkele woorden de plannen tot inpoldering van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee, van de heeren Van Diggelen, dagteekenend van 1849, Beverinck van 1867, Stieltjes met wijziging van den Raad van inge nieurs, van 18701875 dateerend, het Regeeringsontwerp van 1877, om daarna te komen tot het thans aanhangige plan, door de hh. Buma en Van Diggelen op touw gezet. Hij behandelde ook het Flevo-meer, naar de plannen der ingenieurs van de Zuiderzee-Vereeniging, de hh. Van der Toorn en Lely, en uitte zijnerzijds vrees voor te groote aanslibbing. Of de opbrengst der gronden de kosten zou loonen, is in de tegenwoordige omstandigheden de vraag. In de afdeelingen, waarheen de leden zich vervolgens begaven, zijn nog onderscheidene belangrijke punten be handeld. In de eerste afdeeling behandelde Jhr. D. F. Van Alphen de irrigatie, zoowel op Java als op de buitenbezittingen. Daaraan werd z. i. te weinig gedaan. De leden waren het met hem eens, al konden zij de middelen, door hem tot verbetering aangegeven, niet geheel steunen. Als conclusie werd aangenomen, dat men zou trachten bij de Regeering te verkrijgen, hetgeen de heer Van Alphen wenschelijk achtte. De afvoer van faecale stoffen besprak de heer Soutendam uit Leeuwarden. Hij klaagde sterk over de verontreiniging van de stadswateren en den bodem door de faecale stoffen en zijn klacht vond bij vele leden weerklank. De heer F. W. Van Eeden besprak de wenschelijkheid om bij het toenemend gebruik van vruchtengeleiën de wilde braambes of brummel in onze heidestreken aan te kweeken. In de zitting van Donderdag is eene levendige dis cussie gevoerd over staats-inmenging op sociaal gebied, in verband met de aanvankelijke uitkomsten onzer parlemen taire enquête. De heer Sassen leidde haar in en de heeren Van Delden en Delprat namen er deel aan. Een motie van den in leider werd ten slotte aangenomen, strekkende om te ver klaren, dat: 1. aanvulling en uitbreiding der wet-Van Houten noodzakelijk is; 2. gelijkmatige toepassing door het geheele land, behoudens in de practijk noodig geoor- deèlde afwijkingen, wenschelijk is; 3. een speciaal, krachtig staatstoezicht onontbeerlijk is. Over een motie van den heer Van Beuningen om eenvoudig te verklaren dat de Maatschappij haar aan dacht aan deze zaak moest blijven wijden, staakten de stemmen. De heer Jacob B. Citroen van Amsterdam besprak den waarborg van goud en zilver. Hij legde zijn meening neêr in de volgende motie: „De vergadering spreekt den wensch uit, dat de onge- waarborgde stempel op goud of zilver worde afgeschaft en door den Staat geen goud beneden 12 kar., d. i. 500/1000, of zilver beneden 300/1000 worde gekeurmerkt, onver schillig of dit van binnen- of buitenlandschen oorsprong is, daar art. 4 aanleiding geeft tot misleiding van het publiek en de reëéle handel en industrie hier te lande zeer bena deeld worden." Het eerste punt der motie werd eenstemmig aange nomen de vergadering achtte zich onbevoegd over het tweede punt het ontduiken van invoerrecht te oor- deelen. De heer E. J. P. Jorissen van Transvaal hield eene rede over de verbetering van onze handelsbetrekkingen met Transvaal. Hij wees op de groote hulpbronnen van de Zuld-Afrikaansche Republiek en beval emigratie aan, vooral van degenen die het niet alleen te doen is om hun geluk te beproeven. De verschillende conclusiën, in de afdeelingen genomen, werden daarop meegedeeld en goeddeels aangenomen. Tot directeuren zijn benoemd in de plaats van de af tredende heeren Montauban van Swijndregt te Oldenzaal, Mr. A. Van Delden te Deventer en Mr. J. C. Meyer te Leeuwarden, de hh. Dr. D. De Loos te Leiden, Mr. H. A. L. Hamelberg te Arnhem en Dr. L. Mulder te 's Hage. De heer J. F. W. Conrad werd met algemeene stemmen als Voorzitter herkozen. Voor de benoeming van leden van verdienste enz. werd voorgesteld en aangenomen als eerelid de heer E. M. Holmes, directeur van het pharmaceutisch museum. De hoofdingenieur J. Van der Toorn, aan wien door de Zuiderzee-Vereeniging een technisch onderzoek omtrent de droogmaking en afsluiting der Zuiderzee was opgedragen, heeft verslag uitgebracht. De heer Van der Toorn betoogt daarin, dat eene afsluiting van de Zuiderzee ten noorden van den IJselmond technisch en financiëel niet onuitvoer baar is; maar hij deelt tevens mede, dat nog heelwat zal moeten onderzocht worden alvorens met een practisch plan voor den dag te kunnen komen. In Gelderland en Overijsel, waar de boterprijzen gedurende het geheele jaar zeer laag waren, is opnieuw een daling ingevallen, welke veroorzaakt wordt door de strenge hitte, waardoor de inkoopen voor Indië hebben opgehouden. Buitenland. Te Ebenthal is eene Bulgaarsche deputatie aangekomen en door Prins Ferdinand van Coburg verwelkomd. Hem werd de acte van verkiezing der Sobranje overhandigd. De Prins zeide dank en verklaarde, verwijzende naar zijne verklaring aan de Sobranje, bereid te zijn om, ingeval van toestemming der mogendheden, het Bulgaarsche volk te dienen. Nadat de leden der deputatie hem achtereenvolgens waren voorgesteld, werd hun een diner aangeboden, waarbij de moeder van den Prins tegenwoordig was. De Kamer van Vertegenwoordigers in België heeft op 14 dezer bij de behandeling van het wetsontwerp op de recruteering, het artikel betreffende den persoonlijken dienstplicht met 69 tegen 62 stemmen verworpen. De Kroonprins en Prinses van Pruisen zijn Donder dag jl. te Portsmouth aangekomen en hebben zich aan boord van het koninklijk jacht „Victoria and Albert" begeven, waarop zij eenige dagen denken door te brengen. Toen het jacht echter de haven zou verlaten, stoomde het, door dien de machinist een bevel verkeerd verstaan had, achteruit in plaats van vooruit en kwam daardoor met zulk een kracht tegen het troepentransportschip „Orontes" aan, dat een deel van het takelwerk van de „Victox'ia and Albert" op het dek en overboord viel. De schade was vrij aan zienlijk; toch was zij niet zoo erg of het jacht stoomde de haven uit. Het zal evenwel moeite kosten de averij vóór de jubilé-revue te herstellen. De „Orentes* leed nagenoeg geen schade. De „Geheim-Commerzienrath" Alfred Krupp, eigenaar van de bekende groote ijzerfabrieken en geschutgieterijen, is eergisterenavond op de villa Hügel, bij Essen, overleden. Te Dassel in Hanover heerscht de tvphus in zóó hevige graad, dat het achtste deel der inwoners (200 van de 1600) er door aangetast zijn. Tot nog toe kwamen er slecht 5 sterfgevallen voor. Daar de beide geneesheeren zelf onder de aangetasten behooren, is er geneeskundige en andere hulp uit Göttingen in het stadje aangekomen. De luchtreiziger en gymnasticus Eduard Clarage steeg dezer dagen op te Olean, bij New-York. De ballon was gevuld met gewoon gas en steeg slechts langzaam op, terwijl Clarage aan een daaronder hangende trapéze allerlei kunsten zou maken. Doch de ballon sloeg rakelings tegen een der hooge huizen aan, waarop de kunstenaar zijn tegenwoordigheid van geest verloor, de trapéze losliet en ter aarde stortte. Den volgenden dag overleed hij aan de gevolgen van zijn val. Te Lausanne kwam jl. Woensdag een kantonnale conferentie bijeen om te beraadslagen over gemeenschappe lijke maatregelen tegen de Zigeuners, die telkens uit Frankrijk en Oostenrijk over de grenzen gebracht worden en in Zwitserland tot een ware landplaag geworden zijn. In de Russisch-Poolsche stad Swieciany zijn jl. Maan dag meer dan 200 huizen afgebrand en zijn dientengevolge 2000 personen zonder dak. Het jacht „Mystery," met 40 pleizierreizigers aan boord, is jl. Zondag in de Canarsee-baai bij New-York omgeslagen; 27 personen, meest vrouwen en kinderen, vonden daarbij hun dood in de golven. Jl. Zondagavond ontstond er brand in den schouwburg te Hurley in Wisconsin, waarbij 17 personen, meest vrouwen, den dood vonden. Daarenboven zijn een groot aantal belendende gebouwen door het vuur vernield. Benoemingen, enz. De heer C. Flens, ambtenaar aan het Postkantoor te Texel, is benoemd tot adsistent aan het Postkantoor te Hilversum. De dirig. officier van gezondheid 1ste klasse bij de zee macht H. C. Steenbergen wordt, op zijn verzoek, ter zake van langdurigen dienst en meer dan vijftigjarigen ouderdom, met 1 Augustus a. s. op pensioen gesteld ad f 2850 's jaars. Met dien datum worden bevorderd: tot dirig. officier! van gezondheid 1ste klasse die der 2de klasse J. B. Coo-j mans de Ruiter; tot dirig. officier van gezondheid 2de kl.j de officier van gezondheid 1ste klasse M. C. Buyze. De officier van administratie 1ste klasse E. H.W. Wijn-, malen wordt, ter zake van in doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, met 16 Augustus a. s. op pensioen gesteld, ad f 2148 's jaars. Met dien datum wordt bevorderdtot officier van admini stratie 1ste klasse die der 2de klasse H. J. Van der Meer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2