Vele veehouders doen tegenwoordig, nevens het gewone voeder, ook vaatjes bloed op. Naar aanleiding van dit bericht verdient nog de aandacht de mededeeling van een der districts-veeartsen, opgenomen in het laatste Jaarverslag van het Veeartsenijkundig Staats- j toezicht, dat het ontstaan der ziekte door hem toegeschreven wordt aan gebrek aan dierlijk voedsel bij de voeding, vooral van voeding met rijst en bruinmeel aangemengd j met water. Het Bestuur der Nederlandsche Vereeniging van Meelfabrikanten waarschuwt in het openbaar tegen hier te lande ingevoerd Belgisch meel, hetwelk volgens scheikundig onderzoek gebleken is aanzienlijk met aluin vermengd te zijn. Aluin dient, volgens bedoelde fabrikanten, om slecht meel bruikbaar te maken, en dat aluin schadelijk voor de gezondheid is, wordt mede door hen verzekerd. Dui- zende balen van dat meel zijn in ons land ingevoerd. De mededeeling hiervan verdient zeker wel de opmerk zaamheid van hen, wien het aangaat op zulke vervalschingen toe te zien. f Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer: „Voor den Heer J. Boonacker, hoofd der school in Zuid-Eierland, was het gisteren een belangrijke dag. 't Was toen veertig jaren geleden sedert hij als onderwijzer optrad. Twee jaren was de heer Boonacker werkzaam te Venhuizen; de overige 38 jaren bracht hij in zijn tegen- woordigen werkkring door. De jubilaris mag zich ver heugen in de algemeene achting en heeft niet zonder vrucht gewerkt in den betrekkelijk kleinen kring, waar hij nog steeds met lust en ijver doet wat zijne hand vindt te doen." Door bemiddeling van den heer R. Kuipers, te Akkrum, zijn 4 waggons best Friesch vee naar Spanje verzonden. Negen graanhandelaren te Groningen hebben gewaar schuwd tegen een verkeerd gebruik, dat van de stoom- dorschmachines vaak wordt gemaakt, bepaaldelijk ten aan zien van de wintergerst. In de laatste jaren namelijk komt veel gerst ter markt, die van haar angel beroofd is door de sterke kneuzing der dorschmachine, waardoor een onna tuurlijk zwaar specifiek natura-gewicht wordt verkregen en de gerst een deel van haar kiemvermogen verliest. Ten gevolge van deze manier van doen verkrijgt de gerst wel een hooger gewicht, maar niet eene hoogere waarde; ja zelfs eene mindere waarde dan andere partijen, die op de oude manier zijn gedorscht, of wel zorgvuldig worden behandeld met de stooradorschmachine. Het verkeerde gebruik van die machines strekt tot schade van de landbouwers. Toen het gezelschap kunstrijders van Blanus Cohen op weg van Akkrum naar Zwolle was, weigerde een der trekpaarden, die voor een zwaarbeladen wagen gespannen waren, verder te gaan, waarom bestuurders van een anderen wagen te hulp kwamen. Het paard van den tweeden wagen achtte deze gelegen heid schoon, om een mondjevol gras te pakken, maar door de helling van den weg liep de wagen op het paard en stortte te water. In dien wagen bevonden zich vier dames- artisten, die allen sliepen. Het heeren-personeel slaagde er gelukkig spoedig in, de gevangenen te bevrijdende dekplanken werden van den wagen gerukt en zoo de in nood verkeerende dames gered. Daarna werd het paard uit zijne benauwde positie be vrijd en met den wagen weder op den wal gebracht. Alleen de wagen was gebroken en erg beschadigd, maar de geredden kwamen met een nat pak kleêren en den schrik vrij. Omtrent den bouw van het Observatorium op Mount Hamilton, waar weldra de grootste verrekijker ter wereld geplaatst zal worden, schrijft het Tijdschrift Vragen van den Dag" het volgende: „In December 1874 vatte de heer James Lick een Duitscher van geboorte het plan op, om op een berg in Californië, zijn aangenomen vaderland, een astronomisch Observatorium te doen bouwen en dit met den krachtigsten verrekijker der wereld toe te rusten. Nadat eerst als plaats, waar de nieuwe sterrenwacht zou worden opgericht, Lake Tahoe, een berg, die zich tot 2000 ellen boven den Stillen een kleed uit zonnestof en zij gaat niet, maar danst en zweeft, ongeveer als jij, Anne Lore „En als het regent," lachte het meisje, „maakt zij uit haar vlechten een regenmantel, zooals ik Zie maar, PercyIn een oogenblik had zij het haar geheel en al los cn het viel als een mantel over de kleederen. Een zonderlinge angst overviel hemhij maakte zich haastig uit het haar los en zeide„Ik zal de elfenkoningin alleen zoeken, zonder jou, en geen rust hebben, vóór ik haar gevonden heb!" „Dan wil je het mij tcch wel dadelijk schrijven, niet waar Percy „Natuurlijk, misschien geeft ze mij wel wat voor jou, als ik haar de groeten van je breng." „Den sluier uit de stralen van de maan zou ik het liefst hebben Maar wij zullen nog wel lang moeten wachten, vóór jij alleen in de wereld moogt reizen door alle bosschen „Als papa mij maar eens in die groote stad den naam heb ik vergeten op de hoogeschool heeft gebracht, dan zal ik de eerste de beste vacantie vragen, of hij mij wil laten reizen. „Wat wil je dan eigenlijk worden vraagde Anne Lore en hare fonkelende oogen maten Percy nieuwsgierig van het hoofd tot de voeten. „Ik wil altijd op reis gaan en vreemde landen en volken zien en de elfenkoningin zoeken. En gij „Ik word prinses," antwoordde zij bedaard. „Dan zal ik je trouwen en gaan we hier op het slot wonen," zeide hij en wond een vlecht van het prachtige haar om zijne hand, want Anne Lore had, onder het gesprek, haar haar weer in orde gemaakt. „Neen, Percy, ik wil een vroolijk slot hebben, niet zoo donker, somber en leelyk als dit. Wij moeten een nieuw bouwen, waar het geheele jaar de lieve, warme zon schijnt." „Ik wil nergens dan hier wonen! Waar kan het schoonerzijn dan hier?" riep hij heftig, „hoe kun je zoo praten?" „In Italië, waar het altijd warm is en waar de oranjebooraen bloeien en de koele fonteinen hoog in de lucht springen, daar wil ik wonen „Zijn dan de oranjebloesems schooner dan onze sterrebloempjes en is er ergens een fontein, die mooier is dan onze oude bron hier? Als jij hier niet wilt blijven, dat trouw ik je bepaald niet „Laat het dan, ik neem een ander, misschien een koning lachte zy trotsch en liep weg naar het slot. Percy bleef nog lang, in droomen verzonken, zitten en staarde met wijdgeopende oogen in het groene schemerlicht van het park. Nu en dan scheidde de hand des winds de toppen der boomen en schitterde in de verte een gouden straal het was het kruis op de gewijde kapel, waarin zijne schoone mama sliep. Een stille smart trilde in zijn hartje hoe kon Anne Lore zeggen, dat het slot op de heide leelijk wasHet was weliswaar jammer, dat hij haar niet trouwen kon, maar hy wilde haar toch Oceaan verheft, en vervolgens Mount St. Helena was voor gesteld, viel ten slotte de keus op Mount Hamilton, welke 23 mijlen oostelijk van Jean José in de provincie Santa Clara ligt en 1480 ellen hoog is. Voor men echter tot dit besluit geraakte, moesten drie groote bezwaren worden overwonnen. Vooreerst was de top van den berg geheel ongeschikt, om de noodige gebouwen te kunnen doen ver rijzen, zoodat ongeveer 40,0ü0 tonnen rotsgesteente moesten verwijderd worden, om de noodige oppervlakte voor het beoogde doel te verkrijgen. Ten tweede was de top moeielijk te bereiken en moest men beginnen, met een weg van 38 mijlen in windingen langs de helling van den berg aan te leggen, zoowel om het vervoer der noodige materialen bij het bouwen, als om later het ongestremde verkeer met de bewoonde wereld mogelijk te maken. Aan dit bezwaar werd door de provincie Santa Clara tegemoet gekomen door het bouwen van een der beste en prachtigste bergstraatwegen, die in de Vereenigde Staten bestaan. Ten derde en dit was waarlijk misschien het allergrootste bezwaar scheen er geen bruikbaar water in de nabijheid van den top aanwezig te zijn, doch gelukkig werd liet zoeken met goeden uitslag bekroond door het vinden van twee bronnen op een afstand van 1400 ellen van den top en slechts ongeveer 100 ellen lager dan deze. Deze bronnen leveren in het droogste jaargetijde 3800 kannen water per dag, terwijl hun debiet in het regenseizoen tot 23,000 kannen per dag stijgt." Wat den reusachtigen kijker aangaat, die er zal worden geplaatst, meldt genoemd tijdschrift: „In het jaar 1881 werd door de daartoe bestemde com missie een contract gesloten met de heeren Alvan Clarck and Sons te Cambridgeport (Massachusets) voor de levering van eene objectief-lens van 96 duimen middellijn, welke uit den aard der zaak uit twee lenzen moest bestaan, de eene uit flintglas, de andere uit kroonglas vervaardigd. Deze lenzen zouden gegoten worden bij de firma Feil et Fils te Parijs en vervolgens door Clark worden geslepen. Reeds in het voorjaar van 1882 werd de flintglasschijf met goed gevolg gegoten en afgeleverd. Met de schijf van kroonglas ging het echter minder vlot; op het einde van 1882 kwam zij na vele vergeefsche pogingen gereed, doch was zóó bros, dat zij bij het verpakken in stukken brak. Na dit ongeluk scheen het wel, dat men in het geheel niet zou slagen in het verkrijgen van eene zuivere schijf kroonglas van de gewensciite reusachtige afmetingen. De oudere Feil trok zich om gezondheidsredenen terug en liet de glasfabriek aan zijne zonen over, die nog wel her haalde pogingen aanwendden, om de verlangde schijf te leveren, doch daarin niet konden slagen. Ten slotte ging zelfs de firma Feil et fils bankroet en scheen de kans op slagen geheel verloren, daar geen andere glasfabriek ter wereld in staat was, het werk over te nemen. Gelukkig echter was thans Feil Sr. zoover hersteld, dat hij de opperste leiding van de fabriek weer op zich kon nemen, en eindelijk kon hij in September 1886 aan Alvan Clark berichten, dat de schijf kroonglas, waarvan de vervaardi ging zoo verbazend veel moeite had gekost, gereed was gekomen. Clark ontving dan ook eenige weken later de bedoelde schijf, kon terstond met het slijpen beginnen en thans is dan ook eindelijk het reusachtige objectief, dat voor zich alleen 375 ponden weegt en ruim f 137,000 heeft gekost, geheel gereed en reeds door de heeren Clark en de professoren Young, Langley en Pickering onderzocht en uitmuntend bevonden. De verdere monteering, het leveren van de buis van den kijker, de assen, waarom het werktuig draaien moet, en het opstellen van het geheel is aan de firma Warner en Swansey te Cleveland (Ohio) voor eene som van f 95,000 gulden opgedragen. Daar ook deze firma thans met de haar opgedragen arbeid gereed is gekomen, zal de definitieve opstelling van het geheele instrument nu binnen kort zijn geschied en de sterrekundige wetenschap zich mogen verheugen in het bezit van een werktuig, hetwelk alles overtreft, wat tot nu toe in dit opzicht door mensche- lijke volharding kon worden tot stand gebracht. bezoeken in haar tuin van oranjebloesems, en wel dikwijls, en dan wilde hij haar sterrekruid meebrengen, opdat zy ook daar met de nixenlintcn konden spelen. „Percy, waar ben je?" riep de eenigszins heesche stem van zijn gouverneur, „wij moeten repeteeren!" De droom verdween, gelijk zoo ontelbare malen. Aan het eind van den breeden parkweg, langs welke straks Anne Lore was weggesneld, zag men een lange, zwarte gestalte, ietwat voorover gebogen, het blonde hoofd een weinig naar voren gestrekt en de bijziende oogen door de hand beschaduwend. De knaap stond zuchtend op en bromde werktuigelijk: „Mensa, mensm, enz." Toen giDg hij langzaam den roepende tegemoet. Een prozaïsche huishouding. Zij lagen in dezelfde hellende straat der kleine, oude, gewezen akademiestad S., de beide grootste huizen, zoo dicht naast elkaar gebouwd, alsof het eene het andere steunen moest, maar het oudste en deftigste van beide strekte zich van achteren met een menigte bijgebouwen tot aan de markt uit. Het bevatte een ivoordraaierij, die sedert ondenkbare jaren, zonder dat een enkele kooper in de prachtige bazars en schitterende magazijnen in de hoofdsteden het vermoedde, half Europa van de sierlijkste artikelen voorzag. De voortbrengselen van deze uiterlijk zoo bescheidene fabriekdie vele arbeiders werk verschafte, droegen den trotschen stempel „Parijs" en het stadje zelf zag ternauwernood iets van al de keurige voorwerpen, die van het naaste spoorwegstation naar alle oorden werden verzonden, dan hoogstens met Kerstmis 't een en ander uitschot, of van de minste waarde. Men wist slechts, dat de heer Wolfram, eigenaar der firma, de hoogst aan geslagene in de gemeente was, een voldoende reden om hem diepen eerbied te betoonen en hem met de meest verschillende stedelijke eerepostjes te belasten, die de vriendelijke en wel willende man gewillig aannam en naar zijn beste weten en kennis trachtte te vervullen. Zijne vrouw behoorde tot die gestrenge, maar zeer groote categorie van onfeilbare huisvrouwen, die slechts aan haar eigen waarde gelooven en naast wier bedaarde en wel berekende Farizeërshoogmoed de stijfste aristocratie ons een beeld van den diepsten ootmoed toeschijnt. Zij had als wees en dochter van een rijken molenaar bij het huwelijk een aardig vermogen aangebracht, en naar hare meening was het nu ook hoofdzakelijk hare verdienste, dat deze bruidschat in den loop der jaren ver drievoudigd was, want, placht zij te zeggen: „Wanneer de hen werkt als de haan, „Kan een huis alleen bestaan!" In 't voorbygaan gezegd, was dit ook het eenige vers, dat man en kind zich herinnerden ooit uit haar mond gehoord te hebben. De huisdokter, een vrijgezel van middelbaren leeftijd, noemde mevrouw Wolfram, in den kring zijner intieme kennissen, schert send „mevrouw Kant, of de vrouwelijke critiek van het gezond verstand." (Wordt vervolgd.) De kosten van hot geheele instrument zijn in ronde sommen de volgende: het objectieff 127,000 de monteering95,000 de koepel137,000 totaal f 359,000 dus ruim drie en eene halve ton gouds!" Het verslag der Commissie van Enquête, betreffende de wet op den kinderarbeid en den toestand van fabrieken en werkplaatsen, is verschenen. Het bevat zeer uitvoerige overzichten en beschouwingen omtrent het onderzoek, tot dusver ingesteld. De Commissie adviseert: a. tot herziening der wet op den kinderarbeid met het oog op de redactie; b. tot aanwijzing der gronden, waarop het verrichten van sommige soorten van arbeid door jongelieden beneden 16 jaar bij algemeenen maatregel van bestuur zal kunnen worden verboden of slechts voorwaardelijk toegelaten c. tot verbod om jongelieden beneden 18 jaar 's nachts of des Zondags te laten arbeiden, behoudens uitzonderingen in bijzondere gevallen; d. tot verbod om vrouwen 's nachts of op Zondag in fabrieken of werkplaatsen te laten arbeiden; e. het voorschrift, dat arbeid van jongelieden beneden 18 jaren en vrouwen in fabrieken of werkplaatsen dagelijks in het geheel door ten minste 2 uren rust moet worden afgewisseld; f. tot verbod om vrouwen gedurende vier weken na de bevalling in fabrieken of werkplaatsen te laten arbeiden. Verder wenscht de Commissie zoo spoedig doenlijk, eene opneming van fabrieken en werkplaatsen in het geheele land, door bepaaldelijk aan te wijzen deskundige ambtenaren, met bepaling van een niet te langen termijn, waarbinnen de opnemingen moeten'zijn afgeloopen. Voorts raadt zij voortzetting der enquête aan. Nog beveelt zij, in afwachting van een uitbreiding der wetgeving tengevolge van de uitkomsten van het nader onderzoek, wettelijke bepalingen aan in het belang van de veiligheid en gezondheid der werklieden bij den arbeid, en instelling van fabrieks-inspecteurs. Eindelijk wenscht zij ernstige overweging van voorzie ningen in het belang van den werkman en zijn gezin bij ongevallen, ziekten, ouderdom of overlijden. Uitslag van de jl. Dinsdag gehouden herstem mingen voor leden van Gemeenteraden. Helder. Wit stembriefje (periodieke aftreding van drie leden). Uitgebracht werden 418 stemmen; van onwaarde 3. Hiervan verkregen de heerenP. Van Twisk 288, I. Korver 237, A. Klik 186, S. W. Stooker 174, C. Stammes 136 en J. C. J. Graat 97 stemmen. Alzoo geko zen de heeren VAN TWISK, KORVER en KLIK. Rood stembriefje (verkiezing van één lid, ter ver vanging van den heer J. C. Jansen). Uitgebracht werden 418 stemmen; van onwaarde 34. Hiervan verkregen de heeren J. G. R. Vos 197 en L. Amons 187 stemmen. Alzoo gekozen de heer VOS. Sclingcn. Gekozen de heer Jb. Hopman. Oudknrspcl. Gekozen de heer F. De Boer Dz. Barsingerfaorn. Gekozen de heeren J. M. Blaau- boer en G. Biers. Koedijk. Gekozen de heer Jb. Van Die. Hoorn. Gekozen de heeren Best en Schermer. Eiikliuizcit. Gekozen de heer P. J. Neijt. Gemeenteraad van Z ij p e. Zitting van Dinsdag 2 Augustus 1887. Aanwezig alle leden. Na de opening der vergadering, lezing en goedkeuring van de notalen, worden den Raad aangeboden: de gemeente-rekening, de rekening van het Armbestuur en die van het Weeshuis, alle over het dienstjaar 1886. Op voorstel van den Voorzitter wordt een Commissie van onderzoek naar deze rekeningen benoemd, bestaande nit de heeren: Kaan, Schuit en Paarlberg, om in een volgende vergadering rapport uit te brengen. Op verzoek van den Voorzitter wordt door de in de vorige vergaderiug benoemde Commissie verslag uitgebracht over de door het Dag. Best. ontworpen herziening van de Verordening tot heffing van begrafenisrechten op de algemeene begraafplaats. Meende het Dag. Best. voor het recht op een graf voor onbepaalden tijd f 60 te moeten stellen, de Commissie oordeelde f 50 als maximum voor velen hoog genoeg niet alleen, maar om op de goedkeuring van HH. Gedeputeerde Staten eenigszins te mogen rekenen, was dit, volgens het oordeel van het Commissie-lid, den heer Nobel, ook noodig, daar, volgens de begrafeniswet, beneden de 12 jaar het halve recht geheven mag worden van dat boven de 12 jaar, zoodat het eerste dan ook verhoogd zou moeten worden. Op het versieren der graven wilde het Dag. Best. slechts f 2 gesteld zien, op grond, zooals de Voorzitter mededeelde, dat de gemeente geen kosten had ontzien de algemeene begraafplaats tot een sieraad der gemeente te doen zijn, daar de ingezetenen door het belaleu van een klein recht hieraan kuuneu bijdragen. De Commissie meende echter, dat voor het betuinen der graven f 4 gesteld moest worden, waarvoor door den heer Nobel werd geargumenteerd, dat de algemeene begraafplaats, gednrende zijn 8-jarig lidmaatschap van den Raad, der gemeente een schadepost had veroorzaakt van ruim f 800. Nu wilde hij geenszins de rechten zoo hoog opvoeren, dat er een voordcelig saldo ontstaat, maar meende toch, dat met genoemd nadeelig saldo rekening moet worden gehouden. Behalve de twee genoemde verschilpunten, kon de Commissie zich, ook wat betreft redactievorm, met de herziene Verordening vereenigen, waarna men overging tot stemming. Met 7 tegen 4 stemmen werd in den geest der Commissie het recht op een graf voor onbepaalden tijd bepaald op f 50, en het versieren der graven met 6 tegen 5 stemmen op f 4, waarna met algemeene stemmen de herziening van de Verordening tot heffing van begrafenisrechten werd goedgekeurd. Omtrent de herziening van het Reglement van orde, door den heer Nobel in eene vorige vergadering voorgesteld, adviseert de Commissie, bestaande nit de heeren Kaan, Van Beusekom en Zeeman, voor onveranderd behond van het bestaande Reglement, met deze wijziging, dat bekendmaking der Raadszittingen door aanplakking aan alle aanplakbordeu in de gemeente, met vermelding der te behandelen punten, haar, evenals de voorsteller, wenschelijk voorkomt, doch daarnaast annonceering in de Zijper Courant onnoodig acht. liet komt den heer Nobel voor, dat do Commissie over 't algemeen meer getracht heeft de schaduw- dan wel de lichtzijde van zijn voorgestelde wijzi gingen aan te toonen, hoewel het hem aangeuaam stemt, dat zij, in zake publiciteit, ten deele met hem is meegegaan. Doch waarom in deze geen stapje verder gegaan, en ook de Zijper Courant als middel tot publiekmakingaanbevolen? Is het geen zedelijke verplichting, die op ons rast, om de ingezetenen door alle ons ten dienste staande middelen kenbaar te maken, wanneer wij vergaderen ter bespreking hunner belangen, en zij hierdoor getuigen kannen zijn van onze behartiging daarvan? De heer Biersteker meent, dat aanplakking aan alle borden een voldoende kennisgeving zal zijn, en het reeds van algemeene bekendheid is, dat de Raad den eersten Dinsdag van iedere maand vergadert. De Voorzitter doet den heer Nobel opmerken, dat de Zijper Courant geen officieel orgaan is, en als nu bekendmaking in dit blad in do Verordening werd opgenomen, en het geval deed zich voor, dat de bekendmaking, door welke oorzaak ook, niet werd opgenomen, dan zou de Raad, niettegenstaande het ook aan alle borden was aaugeplakt, niet kunnen vergaderen, weshalve hem de opname van deze bepaling hoogst gevaarlijk voorkomt, en het das ten sterkste moet ontraden. De heer De Wit meent ook, het nit een fiuauciëel oogpunt te moeten ont raden, waarop de heer Nobel antwoordt, dat, volgens een door hem gevoerd gesprek met den uitgever van genoemd blad, deze het zich tot eene eer zou rekenen, de Raadszittingen gratia te mogen annoaceeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1887 | | pagina 2